NL2003180C2

NL2003180C2 - Schenkverpakking en schenkorgaan.

Info

Publication number: NL2003180C2
Application number: NL2003180A
Authority: NL
Inventors: Thomas Gijsbert Paulen
Original assignee: Weasy Pack Internat Ltd
Priority date: 2008-01-18
Filing date: 2009-07-10
Publication date: 2010-05-19
Also published as: US20110042410A1; NL2001201C2; NL2003180A1; JP2011509893A; CA2712584A1; EP2252520A1; WO2009091254A1

Description

Schenkverpakking en schenkorgaan.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een schenkverpakking voor een vloeistof, omvattende een althans in hoofdzaak vloeistofdichte houder met een 5 uitstroomopening in een wandvlak daarvan, die is voorzien van een schenkorgaan met een inlaat die, althans in een gebruiksgerede toestand, in open communicatie verkeert met een productruimte in de houder en met een uitloop aan een distaai uiteinde daarvan waaraan een vloeistof vanuit de productruimte kan ontwijken. Tevens heeft de uitvinding betrekking op een schenkorgaan voor toepassing met een schenkverpakking.

10 Daarbij dient het begrip "schenken" binnen het kader van de onderhavige uitvinding ruim te worden opgevat, zodanig dat daaronder niet louter een schenken van de ene in een andere houder is te verstaan, maar tevens daaronder onder meer een al dan niet geforceerd, onder druk uitwerpen of een opzuigen van de vloeistof dient te worden begrepen, tenzij uit de tekst of context nadrukkelijk anders blijkt.

15

Een verpakking van de in de aanhef beschreven soort wordt in de levensmiddelenindustrie op grote schaal toegepast voor het verpakken van bijvoorbeeld frisdranken, vruchtensappen en zuivelproducten. Maar, behalve voor dranken, leent een dergelijke verpakking zich tevens voor allerhande andere vloeistoffen. Gewoonlijk gaat 20 het daarbij om een grotendeels uit karton samengestelde houder met een veelal rechthoekige doorsnede die aan een binnenzijde is voorzien van een vloeistofdichte coating en in een geautomatiseerd proces werd afgevuld met de vloeistof. Om een schenken vanuit de verpakking te bevorderen is aan een topzijde daarvan in een wandvlak een schenkorgaan voorzien, waarmee na verbreking van een verbreekzijde de 25 vloeistof kan worden uitgeschonken. Een inhoud van de verpakking kan daarbij variëren van typisch 200 milliliter tot 500 milliliter voor portieverpakkingen tot 1,1 Vi of zelfs meer dan 2 liter voor voorraadverpakkingen. Bij eerstgenoemde portieverpakkingen wordt niet zelden een schenkorgaan los bij geleverd in de vorm van een rietje dat daarbij door de gebruiker zelf in de uitstroomopening dient te worden gestoken.

30

Een bezwaar van de bestaande schenkverpakkingen is dat de daarbij toegepaste vaste schenkorganen gewoonlijk weinig gebruiksvriendelijk zijn en betrekkelijk ver uitsteken buiten het wandvlak, wat de verwerking in een geautomatiseerd proces kan verstoren.

LA081376NL-A.nt.WOd -2-

Een bezwaar van een los meegeleverd schenkorgaan is daarentegen de additionele assemblage en het beperkte gebruiksgenot.

Met de onderhavige uitvinding wordt ondermeer beoogd te voorzien in een 5 schenkverpakking die aan één of meer van deze bezwaren althans in belangrijke mate tegemoet komt.

Om het beoogde doel te bereiken heeft een schenkverpakking van de in de aanhef beschreven soort volgens de uitvinding als kenmerk dat het schenkorgaan een althans in l o hoofdzaak vormvast schenklichaam omvat met een holle schenktuit die zwenkbaar ten opzichte van een basisdeel daarvan is aangebracht en die de uitloop omvat, dat het basisdeel aangrenzend aan de uitstroomopening met het wandvlak van de houder is verbonden en de inlaat omvat en dat het basisdeel sluitmiddelen omvat die in staat en ingericht zijn om in samenwerking te treden met de schenktuit teneinde daartussen een 15 hersluitbare snapverbinding tot stand te brengen.

In een bijzondere uitvoeringsvorm heeft de schenkverpakking volgens de uitvinding als kenmerk dat het schenkorgaan ter plaatse van de uitstroomopening vloeistofdicht met een aangrenzend deel van het wandvlak is verbonden, dat het schenkorgaan in een 20 gesloten toestand althans in hoofdzaak vlak tegen het wandvlak is gefixeerd, en dat althans het distale uiteinde van het schenkorgaan tot de gebruiksgerede toestand oprichtbaar is. Aldus heeft het vast verbonden schenkorgaan een relatief vlak profiel met het wandvlak in de gesloten, opslag toestand, maar is het van daaruit oprichtbaar om een beoogd schenkcomfort te kunnen bieden.

25

In een verdere bijzondere uitvoeringsvorm is het schenkorgaan volgens de uitvinding gekenmerkt doordat het schenkorgaan een hulsvormig lichaam met een flexibele wand omvat en dat hechtmiddelen zijn voorzien waarmee het hulsvormige lichaam, althans in de gesloten toestand, althans in hoofdzaak vlak tegen het wandvlak is gehecht. Het al of 30 niet volledig cilindrisch buisvormige schenkorgaan is daarbij in de gesloten toestand tegen het wandvlak geknikt en daaraan gehecht, maar kan relatief eenvoudig van het -3- wandvlak worden afgenomen en opgericht om een gebruiksgerede toestand aan te nemen. De flexibele wand staat daarbij een bijzonder vlak profiel met het wandvlak toe.

Een voorkeursuitvoeringsvorm van de schenkverpakking heeft daarbij volgens de 5 uitvinding als kenmerk dat de hechtmiddelen een klevende folie omvatten waaronder het flexibele lichaam in een in hoofdzaak platte toestand wordt ontvangen, waarbij de klevende folie zich buiten het flexibele lichaam uitstrekt en aan een aangrenzend deel van het wandvlak hecht. De folie zorgt daarbij niet alleen voor de gewenste hechting, maar dekt het schenkorgaan met de uitlaat tevens hygiënisch af. Daarbij kan worden 10 uitgegaan van een klevende folie die bij openen van de verpakking geheel vrijkomt van de verpakking, doch een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de schenkverpakking volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat de folie aan een omtreksdeel permanent met de houder is verbonden en voor het overige deel semi-permanent aan het wandvlak hecht. De folie blijft daarbij aan de verpakking gehecht wat vermijdt dat de folie 15 separaat in het milieu terecht kan komen en bovendien een hersluiten van de verpakking mogelijk maakt. Om een nadelige interactie tussen vloeistof en kleeflaag te vermijden, heeft een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van de verpakking volgens de uitvinding daarbij als kenmerk dat de hechtmiddelen een foliehoes omvatten waarin het schenkorgaan althans met een distaai uiteinde steekt, waarbij de foliehoes met een 20 onderzijde aan het wanddeel hecht. De uitlaat van het schenkorgaan is aldus in de hoes opgesloten en blijft gescheiden van de kleeflaag.

Een dergelijk hulsvormig schenkorgaan leent zich niet alleen voor schenken in de strikte zin van het woord, maar bij uitstek ook voor het opzuigen van de vloeistof vanuit de 25 houder, in het bijzonder bij een portieverpakking. Om daarbij te vermijden dat het schenkorgaan volledig plat wordt gedrukt en afsluit is een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van de schenkverpakking volgens de uitvinding gekenmerkt doordat het lichaam een binnenwand omvat die aan een eerste zijde in een eerste richting is geprofileerd en aan een tegenoverliggende zijde in een tweede, afwijkende richting. De 30 zich in onderling verschillende richting uitstrekkende profileringen verzekeren tijdens gebruik een open vloeistofpad door het schenkorgaan.

-4-

Bij voorkeur is het hulsvormige lichaam bijvoorbeeld door thermovormen of extrusie unitair uit een geschikte kunststof gevormd. Vele kunststoffen lenen zich daarvoor, doch een voorkeur genieten polyethyleen, polystyreen, polycarbonaat of PET.

5 Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de schenkverpakking volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat het schenkorgaan een althans in hoofdzaak vormvast schenklichaam omvat met een holle schenktuit die zwenkbaar ten opzichte van een basisdeel daarvan is aangebracht en die de uitloop omvat, dat het basisdeel aangrenzend aan de uitstroomopening met het wandvlak van de houder is verbonden en de inlaat 10 omvat en dat het basisdeel sluitmiddelen omvat die in staat en ingericht zijn om in samenwerking te treden met de schenktuit teneinde daartussen een hersluitbare snapverbinding tot stand te brengen. Het schenkorgaan is daarbij vormvast en althans ten dele uitzwenkbaar vanaf het wandvlak. In de gesloten toestand bewaart het schenkorgaan aldus een relatief vlak profiel. De sluitmiddelen zorgen voor een 15 praktische hersluitbaarheid van de houder. In een bijzondere uitvoeringsvorm is de schenkverpakking volgens de uitvinding daarbij gekenmerkt doordat de sluitmiddelen een randdeel van het basisdeel omvatten met een naar de schenktuit gerichte schouder waaronder een distaai uiteinde van de schenktuit, in de gesloten toestand, snapt.

20 Het schenkorgaan van een dergelijke verpakking kan zowel vooraf als achteraf, na een afvullen van de verpakking worden aangebracht. Voor het eerste geval heeft een bijzondere uitvoeringsvorm van de schenkverpakking volgens de uitvinding als kenmerk dat het schenkorgaan tegen een binnenzijde van het wanddeel is gehecht en met het basisdeel door de uitstroomopening steekt. De uitstroomopening wordt daarbij 25 uitsluitend door het schenkorgaan afgesloten, dat daartoe bijvoorbeeld kan zijn voorzien van een additionele hermetische verbreeksluiting over de uitloop.

Voor een naadloze integratie in bestaande steriele afvulprocessen zoals die in de voedingsmiddelenindustrie veel voorkomen heeft een verdere 30 voorkeursuitvoeringsvorm van de schenkverpakking volgens de uitvinding als kenmerk dat de uitstroomopening hermetisch is afgesloten met een verbreeksluiting en dat het -5- schenkorgaan aan een buitenzijde van het wanddeel over de verbreeksluiting is aangebracht. Aldus zorgt reeds de verbreeksluiting gedurende een afvullen van de verpakking voor een hermetische en luchtdichte afsluiting van de houder en kan het schenkorgaan desgewenst eerst daarna worden aangebracht.

5

In een bijzonder praktische uitvoeringsvorm is de schenkverpakking volgens de uitvinding daarbij gekenmerkt doordat het basisdeel van het schenkorgaan tegenover de verbreeksluiting een wand omvat waarvan ten minste één naar de verbreeksluiting gericht perforatieorgaan uitgaat, waarbij het ten minste ene perforatieorgaan in staat en 10 ingericht is om onder invloed van een extern op de wand aangelegde druk door de verbreeksluiting te breken. De verbreeksluiting kan aldus van buitenaf worden verbroken om de vloeistof aan het schenkorgaan vrij te geven. Een verder perforatieorgaan forceert daarbij bijvoorbeeld een beluchtingsopening in de verbreeksluiting.

15

Om een schokvrij schenken vanuit de houder te bevorderen heeft een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de verpakking volgens de uitvinding als kenmerk dat de het basisdeel een beluchtingsopening omvat en dat van de schenktuit een afsluitorgaan uitgaat dat in staat en ingericht is om in gesloten toestand van de schenktuit passend in 20 de beluchtingsopening te treden. Een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van de schenkverpakking heeft daarbij als kenmerk dat het afsluitorgaan een nok omvat die in de beluchtingsopening snapt, waarbij het afsluitorgaan tevens voor een hersluitbaarheid van het schenkorgaan zorgt.

25 De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van enkele uitvoeringsvoorbeelden en een begeleidende tekening. In de tekening toont: figuur 1 A-1B een perspectivisch aanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van de schenkverpakking volgens de uitvinding, respectievelijk in gesloten en geopende toestand; -6- figuur 2A-2B een perspectivisch aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van de schenkverpakking volgens de uitvinding, respectievelijk in gesloten en geopende toestand; figuur 3A-3B een perspectivisch aanzicht van een derde uitvoeringsvorm van de 5 schenkverpakking volgens de uitvinding, respectievelijk in gesloten en geopende toestand; figuur 4A-4B een perspectivisch aanzicht van een vierde uitvoeringsvorm van de schenkverpakking volgens de uitvinding, respectievelijk in gesloten en geopende toestand; 10 figuur 4C een dwarsdoorsnede van het schenkorgaan van de verpakking van figuur 4A-B; figuur 5A-5B een perspectivisch aanzicht van een vijfde uitvoeringsvorm van de schenkverpakking volgens de uitvinding, respectievelijk in gesloten en geopende toestand; en 15 figuur 5C een dwarsdoorsnede van het schenkorgaan van de verpakking van figuur 5A-B;

De figuren zijn daarbij overigens zuiver schematisch en niet op schaal getekend. Met name kunnen sommige dimensies terwille van de duidelijkheid in meer of mindere mate overdreven zijn weergegeven. Overeenkomstige delen zijn in de figuren zoveel mogelijk 20 met eenzelfde verwijzingscijfer aangeduid.

De in figuur IA en 1B weergegeven verpakking omvat een houder 10 van karton dat aan een binnenzijde is geplastificeerd met een geschikte kunststof coating om een gewenste vloeistofdichtheid te waarborgen. Een dergelijke verpakking laat zich met conventionele 25 middelen volledig automatisch in een industrieel proces samenstellen en afvullen. Aan een topzijde omvat de houder een wandvlak 11 met een sluiting 12. In het wandvlak 11 is daarbij een uitstroomopening 15 aangebracht, alwaar een schenkorgaan 20 is voorzien om een uitschenken van een in een productruimte van de verpakking opgenomen vloeistof te bevorderen.

30 -7-

Het schenkorgaan omvat in dit voorbeeld een in hoofdzaak hulsvormig schenklichaam 20, met proximaal een inlaat die registreert met de uitstroomopening 15 en aan een distaai uiteinde een uitloop 21 waaraan een vloeistof uit de verpakking in een gebruiksgerede toestand vrijelijk kan ontwijken. Het schenklichaam 20 is unitair uit een 5 geschikte kunststof zoals polyethyleen gevormd met een wanddikte van een fractie van een millimeter om daaraan een gewenste flexibiliteit te geven. Inwendig is de wand van het schenkorgaan, overigens niet zichtbaar in de tekening, in onderling verschillende richtingen geprofileerd om een onbelemmerde doorstroming van het schenkorgaan onder alle omstandigheden te verzekeren.

10

Het schenklichaam 20 is in de in figuur IA getoonde, gesloten toestand relatief plat tegen het wandvlak 11 gehecht onder een daartoe voorziene kleeffolie 22. Hierdoor behoudt het geheel een betrekkelijk vlak profiel, wat behalve esthetisch fraai bovendien praktisch is tijdens transport en verwerking in een geautomatiseerd industrieel 15 vervaardigings- en afVulproces. Niettemin kan het schenkorgaan vrijwel moeiteloos in een praktische, gebruiksgerede toestand van figuur 1B worden gebracht door het semi-hechtende kleeffolie 22 aan een vrij uiteinde beet te nemen en af te pellen. De hechtkracht van het kleeffolie is kleiner genomen dan de alsdan uitgeoefende afpelkracht, zodat het folie 22 in één geheel volledig kan worden verwijderd. Alsdan is 20 het schenkorgaan vrij oprichtbaar, zie figuur 1B, waarna daarmee naar believen kan worden geschonken dan wel rechtstreeks uit de verpakking gedronken.

Een alternatief uitvoeringsvoorbeeld van de verpakking volgens de uitvinding is weergegeven in figuur 2A en 2B. De verpakking is grotendeels vergelijkbaar aan die 25 van het vorige voorbeeld, doch in dit geval is de kleeffolie 22 met een randdeel 23 permanent met de houder verbonden, dat wil zeggen de hechtkracht is in dit deel groter dan de afpel sterkte door een geschikte keuze van de aldaar afwijkende kleeflaag. Aldus blijft de folie aan de verpakking gehecht, zie figuur 2B, en komt deze niet los van de houder. De verpakking kan daardoor telkens weer worden hersloten door het 30 schenkorgaan terug te zwenken en onder het semi-permanent klevende folie te fixeren.

-8-

Bovendien wordt aldus vermeden dat de folie 22 ongewild, separaat in het milieu terecht komt.

Figuren 3 A en 3B tonen een verder uitvoeringsvoorbeeld van de verpakking volgens de 5 uitvinding. Ook in dit geval gaat het om een uitvoering die grotendeels gelijk is aan beide hiervoor beschreven voorbeelden, doch in dit geval is het schenkorgaan door middel van een foliehoes 24 semi-permanent aan het wandvlak 11 van de houder gehecht. Aldus wordt een verbeterde en volledig hygiënische afsluiting van het schenkorgaan 20 bereikt en wordt vermeden dat eventueel aan de uitloop 21 10 ontwijkende vloeistof in contact kan komen met de kleeflaag tussen het folie 24 en het wandvlak 11, waardoor anders de kwaliteit daarvan zou afhemen. Voor een verhoogd gebruiksgemak is de foliehoes 24 aan een randdeel 25 vrij van een kleeflaag om een vrij toegankelijk aangrijpingsdeel te bieden.

15 In het in figuur 4A-4C getoonde uitvoeringsvoorbeeld gaat uit van een vergelijkbare houder als in de voorgaande voorbeelden, maar omvat, in tegenstelling tot de eerdere voorbeelden, een althans in hoofdzaak vormvast schenkorgaan 30. Ook in dit geval is daarvoor uitgegaan van een geschikte kunststof, zoals polyethyleen, waaruit het schenkorgaan bijvoorbeeld door middel van spuitgieten in één geheel kan worden 20 samengesteld. Het schenkorgaan 30 is met een basisdeel 31 rondom de uitstroomopening 15 tegen het wandvlak bevestigd. De uitstroomopening 15 is, in dit voorbeeld, separaat afgesloten door een hermetische verbreeksluiting 16, zie ook figuur 4C, zoals bijvoorbeeld een (zelfklevende aluminiumfolie of kunststoffolie die daarover is aangebracht, waardoor het schenkorgaan desgewenst pas na een afvullen van de 25 verpakking kan worden aangebracht en een steriele afsluiting van de verpakking reeds door de verbreeksluiting 16 is gewaarborgd.

Een holle schenktuit 32 van het schenkorgaan, met aan een distaai uiteinde een uitloop 33, is zwenkbaar ten opzichte van het basisdeel dankzij een geschikte keuze en 30 dimensionering van de toegepaste kunststof. De schenktuit snapt in de in figuur 4A

getoonde, gesloten toestand onder een daartoe voorziene schouder 35 van een randdeel -9- 34 van het basisdeel, zie ook figuur 4C, en bewaart aldus een relatief vlak profiel met het wandvlak 11. Door de schenktuit 32 op te richten ontstaat de in figuur 4B getoonde gebruiksgerede toestand. Desgewenst kan tussen beide delen 31,32 van het schenkorgaan een eventueel integraal gevormde verbreeksluiting zijn voorzien om een 5 ongewild vrijkomen van de schenktuit tegen te gaan en bovendien het aanbreken van de verpakking visueel te signaleren.

In het schenkorgaan bevindt zich een perforatieorgaan 37 dat van een flexibele, althans indrukbare wand 36 van het basisdeel afhangt en naar de verbreeksluiting 16 van de 10 uitstroomopening 15 is gericht. Door op de wand 36 een gepaste druk uit te oefenen kan de verbreeksluiting 16 aldus van buitenaf worden geperforeerd, waarna een vloeistof in de houder via het schenkorgaan kan worden uitgeschonken. Desgewenst kan het basisdeel 31 met een aantal van dergelijke perforatieorganen worden uitgevoerd, om het totaal geperforeerd oppervlak te vergroten en tevens een beluchtingsopening te bieden.

15 Ook voor een ongewild perforeren van de folie, bijvoorbeeld tijdens transport, zou de hiervoor aangegeven verbreeksluiting tussen het basisdeel en de schenktuit kunnen dienen. Na gebruik kan de verpakking weer worden gesloten, door de schenktuit in het basisdeel te brengen en daarin vast te snappen.

20 Een alternatief uitvoeringsvoorbeeld van een verpakking volgens de uitvinding met een vormvast schenkorgaan is weergegeven in figuur 5A-5C. Deze verpakking is grotendeels gelijk aan die van het voorgaande voorbeeld, maar in dit geval is het schenkorgaan met het basisdeel 31 van binnenuit passend door de uitstroomopening 15 aangebracht en tegen een binnenzijde van het wandvlak 11 gehecht, zie figuur 4C. Een 25 inlaat van het schenkorgaan is aldus rechtstreeks in verbinding met een productruimte in de houder 10. Ook in dit geval omvat het schenkorgaan een uitzwenkbare schenktuit 32 met een uitloop 33 die in gesloten toestand in het basisdeel 31 snapt. Ten behoeve van een onbelemmerde, gecontroleerde uitstroom van vloeistof is in het basisdeel een beluchtingsopening 39 voorzien, die in gesloten toestand althans in hoofdzaak is 30 afgedicht met een afsluitorgaan 38 dat van het schenkdeel 32 uitgaat. Het afsluitorgaan -10- 38 omvat een distaai veijongende nok die zich daarbij in de opening 39 vastklemt en is eventueel voorzien van een omtreksprofilering om in de opening vast te snappen.

Hoewel de uitvinding hiervoor aan de hand van slechts enkele uitvoeringsvoorbeelden 5 nader werd toegelicht moge het duidelijk zijn dat de uitvinding daartoe geenszins is beperkt. Integendeel zijn binnen het kader van de uitvinding voor een gemiddelde vakman nog vele variaties en verschijningsvormen mogelijk.

Claims

1. Schenkverpakking voor een vloeistof, omvattende een althans in hoofdzaak vloeistofdichte houder met een uitstroomopening in een wandvlak die is voorzien van 5 een schenkorgaan met een inlaat die, althans in een gebruiksgerede toestand, in open communicatie verkeert met een productruimte in de houder en met een uitloop aan een distaai uiteinde daarvan waaraan een vloeistof vanuit de productruimte kan ontwijken met het kenmerk dat het schenkorgaan een althans in hoofdzaak vormvast schenklichaam omvat met een holle schenktuit die zwenkbaar ten opzichte van een 10 basisdeel daarvan is aangebracht en die de uitloop omvat, dat het basisdeel aangrenzend aan de uitstroomopening met het wandvlak van de houder is verbonden en de inlaat omvat en dat het basisdeel sluitmiddelen omvat die in staat en ingericht zijn om in samenwerking te treden met de schenktuit teneinde daartussen een hersluitbare snapverbinding tot stand te brengen. 15

2. Schenkverpakking volgens conclusie 1 met het kenmerk dat de sluitmiddelen een randdeel van het basisdeel omvatten met een naar de schenktuit gerichte schouder waaronder een distaai uiteinde van de schenktuit, in de gesloten toestand, snapt.

3. Schenkverpakking volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk dat het schenkorgaan tegen een binnenzijde van het wanddeel is gehecht en met het basisdeel door de uitstroomopening steekt.

4. Schenkverpakking volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk dat de 25 uitstroomopening hermetisch is afgesloten met een verbreeksluiting en dat het schenkorgaan aan een buitenzijde van het wanddeel over de verbreeksluiting is aangebracht.

5. Schenkverpakking volgens conclusie 4 met het kenmerk dat het basisdeel van 30 het schenkorgaan tegenover de verbreeksluiting een wand omvat waarvan ten minste één naar de verbreeksluiting gericht perforatieorgaan uitgaat, waarbij het ten minste ene -12- perforatieorgaan in staat en ingericht is om onder invloed van een extern op de wand aangelegde druk door de verbreeksluiting te breken.

6. Schenkverpakking volgens één of meer der conclusies 1 tot en met 5 met het 5 kenmerk dat de het basisdeel een beluchtingsopening omvat en dat van de schenktuit een afsluitorgaan uitgaat dat in staat en ingericht is om in gesloten toestand van de schenktuit passend in de beluchtingsopening te treden.

7. Schenkverpakking volgens conclusie 6 met het kenmerk dat het afsluitorgaan 10 een nok omvat die in de beluchtingsopening snapt.

8. Schenkverpakking volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat het basisdeel van het schenkorgaan ter plaatse van de uitstroomopening vloeistofdicht met een aangrenzend deel van het wandvlak is verbonden, dat het 15 schenkorgaan in een gesloten toestand althans in hoofdzaak vlak tegen het wandvlak is gefixeerd en dat althans het distale uiteinde van het schenkorgaan tot de gebruiksgerede toestand oprichtbaar is.

9. Schenkverpakking volgens conclusie 8 met het kenmerk dat het schenkorgaan 20 een hulsvormig lichaam met een flexibele wand omvat en dat hechtmiddelen zijn voorzien waarmee het hulsvormige lichaam, althans in de gesloten toestand, althans in hoofdzaak vlak tegen het wandvlak is gehecht.

10. Schenkverpakking volgens conclusie 9 met het kenmerk dat de hechtmiddelen 25 een klevende folie omvatten waaronder het flexibele lichaam in een in hoofdzaak platte toestand wordt ontvangen, waarbij de klevende folie zich buiten het flexibele lichaam uitstrekt en aan een aangrenzend deel van het wandvlak hecht.

11. Schenkverpakking volgens conclusie 10 met het kenmerk dat de folie aan een 30 omtreksdeel permanent met de houder is verbonden en voor het overige deel semi-permanent aan het wandvlak hecht. -13-

12. Schenkverpakking volgens conclusie 9 met het kenmerk dat de hechtmiddelen een foliehoes omvatten waarin het schenkorgaan althans met een distaai uiteinde steekt, waarbij de foliehoes met een onderzijde aan het wanddeel hecht.

13. Schenkverpakking volgens één of meer der conclusies 9 tot en met 12 met het kenmerk dat het hulsvormige lichaam een binnenwand omvat die aan een eerste zijde in een eerste richting is geprofileerd en aan een tegenoverliggende zijde in een tweede, afwijkende richting.

14. Schenkverpakking volgens één of meer der conclusies 9 tot en met 13 met het kenmerk dat het hulsvormige lichaam unitair uit een kunststof is gevormd, in het bij zonder uit polyethyleen, polystyreen, polycarbonaat of PET.

15. Schenkorgaan voor toepassing in de schenkverpakking volgens één of meer der 15 voorgaande conclusies.