NL2002761C2

NL2002761C2 - Sorteerwerkwijze en inrichting voor bol- en knolgewassen.

Info

Publication number: NL2002761C2
Application number: NL2002761A
Authority: NL
Inventors: Simon Adrianus Peerdeman
Original assignee: Vitech B V
Priority date: 2009-04-17
Filing date: 2009-04-17
Publication date: 2010-10-19

Description

- 1 -

SORTEERWERKWIJZE EN INRICHTING VOOR BOL- EN KNOLGEWASSEN

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een 5 sorteerwerkwijze voor bol- of knolgewassen, zoals aardappelen, bieten, uien, appels, wortels en dergelijke.

De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze.

10

Dergelijke sorteermachines zijn algemeen bekend en omvatten rollenstelseis met draaibare en verplaatsbare rollen die op zekere onderlinge afstanden staan waar de gewassen tussendoor vallen, of die door middel van een 15 ketting aan de rollen verder worden gevoerd naar een volgend discreet stelsel met rollen die op grotere onderlinge afstanden staan en waar de grotere gewassen doorheen kunnen vallen. Op deze wijze worden de bollen of knollen naar grootte gesorteerd.

20

Nadeel van de bekende wijze van sorteren is dat wijze van roterende aandrijving van de rollen en het door middel van een ketting verplaatsen van de een veranderende onderlinge afstand bezittende rollen veel slijtage, lawaai 25 en onderhoud met zich meebrengt.

Doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een verbeterde sorteerwerkwijze die te realiseren is door middel van een energie zuinige, en vriendelijker in 30 onderhoud zijnde inrichting voor het toepassen van de werkwij ze.

Daartoe heeft de werkwijze volgens de uitvinding de kenmerken van conclusies 1.

35 Voordeel van de werkwijze volgens de uitvinding is - 2 - dat een continu sorteersysteem ontstaat, zonder bijvoorbeeld discrete of zich op verschillende hoogtes bevindende plateaus of trappen, waarbij gesorteerd wordt op basis van een vloeiende beweging van de gewassen, zonder 5 schudden of trillen. Dit leidt tot een eenvoudiger, ook voor de gewassen tot minder butsen en schade leidend, sorteerconcept, waarvoor in de inrichting die daarvan gebruik maakt minder energie nodig is, die minder relatief veel onderhoud vergende slijtagegevoelige beweging- en 10 draaipunten heeft en minder lawaai maakt.

Een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat het zich verplaatsende rollenstelsel rijen op instelbare onderlinge afstanden van 15 elkaar staande rollen omvat die in met elkaar gekoppelde rolgeleider platen zijn gelagerd.

Voordeel hiervan is dat ter plaatse van het product geen onderhoud vergende de gewassen of producten dan mogelijk vervuilende ketting nodig is, maar dat de 20 gekoppelde niet met de gewassen in aanraking komende rolgeleider platen fungeren als schakels ten behoeve van het als geheel rondgaand verplaatsen van het rollenstelsel. De afstanden tussen de rollen bepalen hierbij de selectie afmetingen van de gewassen.

25

Een volgende uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat de rij buitenste rollen in een sleuf in de rolgeleider plaat verschuifbaar zijn.

Dit biedt het voordeel dat met een eenvoudig te 30 implementeren rollenbaan, waarvan de radiale positie of hoogte varieert, bij rondgang van het geschakelde rollenstelsel, de selectiegrootte van de gewassen met weinig extra maatregelen continu te beïnvloeden is.

35 Thans zullen de werkwijze en de inrichting volgens de - 3 - onderhavige uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van de onderstaande figuren, waarin overeenkomstige onderdelen van dezelfde verwijzingscijfers zijn voorzien. Daarbij toont: 5 Figuur 1 een schematische weergave in vooraanzicht van een inrichting volgens de uitvinding;

Figuur 2 een in de machine van figuur 1 toegepast rollenstelsel dat tussen als ketting fungerende rolgeleider platen wordt vastgehouden; en 10 Figuur 3 een rolgeleider plaat voor toepassing in het rollenstelsel van figuur 2.

Figuur 1 toont een inrichting 1 voor het uitvoeren van een werkwijze voor het op grootte selecteren van bol-15 of knolgewassen, producten zoals vruchten, of bijvoorbeeld vrijwel ronde voorwerpen, artefacten of dergelijke. De inrichting 1 omvat daartoe een verplaatsbaar rollenstelsel 2, dat is voorzien van op onderlinge afstand van elkaar gelegen roteerbare rollen 3, waarop aan één zijde van de 20 inrichting 1 de gewassen of dergelijke worden gelegd of veelal laagsgewijze worden aangebracht of gestort. De rollen 3 zijn draaibaar gelagerd in rolgeleider platen 4 die onderling als schakels van een rond bewegend aangedreven ketting met elkaar zijn gekoppeld en aldus een 25 rondgaand, zich althans aan boven- en onderkant translerend verplaatsend rollenstelsel 2 vormt. Door de verplaatsing worden de producten van de stortplaats op de inrichting 1 weggeleid. De inrichting 1 omvat verder organen 5 die zijn ingericht om tijdens het verplaatsen de draaiende rollen 3 30 uit elkaar te bewegen voor het op grootte sorteren van de gewassen of producten. Die organen 5 omvatten ten minste één rolwiel baan 5, waarover met de rollen 3 gekoppelde rolwielen 7 lopen. De over de ten opzichte van de inrichting 1 stilstaande baan 6 lopende wielen 7 doen 35 daarbij niet alleen de rollen 3 draaien, maar als gevolg - 4 - van het instellen van de positie van de organen 5, verandert de radiale positie of hoogte van de baan 6 en dus van één of meer daaroverheen lopende rollen 3, waardoor de onderlinge afstand van de rollen 3 bij rondgang door de 5 inrichting 1 verandert. Daar de onderlinge afstand een maat is voor de grootte waarbij de gewassen instaat zijn om tussen de rollen 3 door te vallen, worden de gewassen in grootte geselecteerd en ontstaat zelfs automatische continue selectiegrootte variatie als de gewassen verder 10 door de translerende rollen 3 door de inrichting 1 heen worden getransporteerd.

De radiale positie of hoogte van de rollen 3 verandert bijvoorbeeld door middel van een in te stellen wormwiel 8, dat als een met de rolwiel baan 6 gekoppeld 15 baan positie instelmiddel is uitgevoerd om de rollen 3 bij horizontale verplaatsing in verticale richting uiteen te laten gaan. Tijdens het onderste gedeelte van de rondgang van het rollenstelsel 2 bewegen de rollen weer naar elkaar toe. Instelling van de positie van de rolwiel baan 6 20 waarover de wielen 7 lopen kan automatisch, elektrisch, hydraulisch, pneumatisch of ander sinds, zoals handmatig met een handwiel 9 plaats vinden,

In de expliciet weergegeven uitvoeringsvorm van figuur 2 is getoond dat het rollenstelsel 2 een rij 25 binnenste 3-1 en een rij buitenste rollen 3-2 heeft. De binnenste en buitenste rollen 3, 3-1, 3-2 zijn, zoals eerder vermeld, draaibaar gelagerd in de onderling met elkaar gekoppelde rolgeleider platen 4, waarvan een detail in figuur 3 is weergegeven.

30 In het bijzonder toont figuur 3 een variant waarbij de buitenste rollen 3-2 in een sleuf 10 in de rolgeleider plaat 4 verschuifbaar zijn. De over de baan 6 lopende rolwielen 7 die op de as van de rollen 3-2 vast zitten kunnen dan, als de baanhoogte langs de inrichting 1 gezien 35 in hoogte varieert, binnen de sleuf 10 mee variëren, - 5 - terwijl zij over de baan 6 lopend worden verdraaid.

Claims

1. Werkwijze waarbij bol- of knolgewassen worden gelegd op een zich verplaatsend rollenstelsel, dat op 5 onderlinge afstand van elkaar gelegen roterende rollen omvat, waarbij tijdens het verplaatsen de rollen uit elkaar bewegen en de gewassen bij bepaalde afstanden tussen de rollen door vallen en op grootte worden gesorteerd.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat een deel van de rollen in verticale richting uit elkaar bewegen.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het 15 kenmerk dat de rollen worden geroteerd door het aandrijven van rolwielen die met de rollen op rolassen vastzitten.

4. Werkwijze volgens één van de conclusies 3, met het kenmerk dat het aandrijven van de rolwielen plaats vindt 20 doordat tijdens het zich verplaatsen van het rollenstelsel de rolwielen over een stilstaande rolwiel baan lopen.

5. Werkwijze volgens één van de conclusies 1-4, met het kenmerk dat het rollenstelsel een rij binnenste en een 25 rij buitenste rollen omvat die tijdens het zich verplaatsen van het rollenstelsel ten opzichte van elkaar worden bewogen.

6. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk dat 30 een binnenste en een buitenste rol draaibaar zijn gelagerd in een rolgeleider plaat.

7. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk dat de rolgeleider platen onderling zijn gekoppeld en een zich 35 door aandrijving verplaatsend rollenstelsel vormt. - 7 -

8. Werkwijze volgens één van de conclusies 5-7, met het kenmerk dat de rij buitenste rollen in een sleuf in de rolgeleider plaat verschuifbaar zijn. 5

9. Werkwijze volgens conclusie 8, met het kenmerk dat het aandrijven van de buitenste rollen plaats vindt doordat tijdens het zich verplaatsen van het rollenstelsel rolwielen die de buitenste rollen aandrijven over een 10 stilstaande buitenste rolwiel baan lopen.

10. Werkwijze volgens conclusie 9, met het kenmerk dat bij het verplaatsen van het rollenstelsel en het in een instelbare positie brengen van de buitenste rolwiel baan, 15 het verloop van die positie de afstand tussen de binnenste en buitenste rollen vastlegt op basis waarvan op instelbare grootte wordt gesorteerd.

11. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze 20 volgens één van de conclusies 1-10, met het kenmerk dat de inrichting een verplaatsbaar rollenstelsel omvat, dat is voorzien van op onderlinge afstand van elkaar gelegen roteerbare rollen, en van organen die zijn ingericht om bij het verplaatsen de rollen uit elkaar te bewegen voor het op 25 grootte sorteren van bol- of knolgewassen.

12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk dat de organen ten minste één rolwiel baan omvatten, waarover met de rollen gekoppelde rolwielen kunnen lopen. 30

13. Inrichting volgens conclusie 11 of 12, met het kenmerk dat de organen met de rolwiel baan gekoppelde baan positie instelmiddelen omvatten.

14. Inrichting volgens één van de conclusies 11-13, - 8 - met het kenmerk dat het rollenstelsel een rij binnenste en een rij buitenste rollen heeft.

15. Inrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk 5 dat de binnenste en buitenste rollen draaibaar zijn gelagerd in onderling met elkaar gekoppelde rolgeleider platen die als aandrijfbare schakels van het verplaatsbare rollenstelsel zijn uitgevoerd.