NL2002061C - Werkwijze en inrichting voor het onderling uitgelijnd op een ondergrond opstellen van deegstukken. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het onderling uitgelijnd op een ondergrond opstellen van deegstukken. Download PDF

Info

Publication number
NL2002061C
NL2002061C NL2002061A NL2002061A NL2002061C NL 2002061 C NL2002061 C NL 2002061C NL 2002061 A NL2002061 A NL 2002061A NL 2002061 A NL2002061 A NL 2002061A NL 2002061 C NL2002061 C NL 2002061C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
dough pieces
conveyor
rollers
pair
time slot
Prior art date
Application number
NL2002061A
Other languages
English (en)
Inventor
Johannes Josephus Antonius Blokland
Original Assignee
Rademaker B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Rademaker B V filed Critical Rademaker B V
Priority to NL2002061A priority Critical patent/NL2002061C/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2002061C publication Critical patent/NL2002061C/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A21BAKING; EDIBLE DOUGHS
    • A21CMACHINES OR EQUIPMENT FOR MAKING OR PROCESSING DOUGHS; HANDLING BAKED ARTICLES MADE FROM DOUGH
    • A21C9/00Other apparatus for handling dough or dough pieces
    • A21C9/08Depositing, arranging and conveying apparatus for handling pieces, e.g. sheets of dough
    • A21C9/085Separating, spacing, orienting or aligning discrete dough pieces, e.g. after passing a cutting device

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Manufacturing And Processing Devices For Dough (AREA)
  • Bakery Products And Manufacturing Methods Therefor (AREA)

Description

Werkwijze en inrichting voor het onderling uitgelijnd op een ondergrond opstellen van deegstnkken
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op het onderling uitgelijnd op een 5 ondergrond opstellen van deegstukken. In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op het uitgelijnd op een transporteur of een bakplaat aanbrengen van deegwaren.
Tijdens het bereidingsproces van deegstukken, zoals deegstukken voor het vormen van broodjes of croissants, worden de deegwaren aan diverse bewerkingsstappen 10 onderworpen alvorens zij gebakken worden. Daarbij kan het voorkomen dat deegstukken die het bereidingsproces initieel gelijktijdig doorlopen, bijvoorbeeld doordat zij naast elkaar op een transporteur liggen, gedurende een of meerdere bewerkingsstappen ten opzichte van elkaar verschuiven. Dit kan dan bij een volgende bewerkingsstap tot problemen leiden, bijvoorbeeld omdat deegstukken elkaar gaan 15 overlappen, of doordat ruimte op een transporteur of bijvoorbeeld een bakplaat niet volledig gebruikt wordt, en het productieproces daardoor wordt vertraagd.
Veelal zal een dergelijk productieproces diverse bewerkingsinrichtingen omvatten, tussen welke (half-)deegstukken op transporteurs, zoals transportbanden verplaatst 20 worden, om uitcindclijk op een bakplaat geplaatst te worden. De deegstukken worden daarbij initieel bijvoorbeeld in een zich dwars op de transportrichting uitstrekkende rij naast elkaar op een transporteur geplaatst, waarbij zo’n rij in een richting tegengesteld aan de transportrichting gezien gevolgd kan worden door één of meerdere volgende rijen. Deegstukken worden zodoende in onderling parallelle richtingen getransporteerd. 25
De onderhavige uitvinding beoogt de problemen als gevolg van het verschuiven van de deegstukken op te lossen, en verschaft daartoe een inrichting volgens conclusie 1, alsook een werkwijze volgens conclusie 13.
30 De inrichting volgens de onderhavige uitvinding omvat een transporteur, voor het in een transportrichting van de transporteur groepsgewijs aanvoeren van in meerdere kolommen op de transporteur gelegen deegstukken, en een aan een uiteinde van de transporteur opgesteld zich in hoofdzaak dwars op de transportrichting uitstrekkend aandrijfbaar rollenpaar, voor het op een lijn dwars op een transportrichting van een 2 transporteur vergaren van een rij van de deegstukken. Daarnaast omvat de inrichting besturingsmiddelen, voor het besturen van het aandrijfbare rollenpaar, die zijn ingericht voor het gedurende een eerste tijdslot stil houden van het rollenpaar, en het gedurende het tweede tijdslot in naar elkaar toe gerichte rotatierichtingen aandrijven van de rollen 5 voor het tussen de rollen door op een ondergrond aanbrengen van de deegstukken.
Onder een kolom wordt hier een al dan niet continue reeks die zich uitstrekl in de transportrichting verstaan.
Door het op een lijn vergaren van een rij van deegstukken en het vervolgens op een 10 ondergrond aanbrengen van de deegstukken wordt erv oor gezorgd dat deegstukken, die voordien al dan niet op een rij lagen, naast elkaar komen te liggen, bijvoorbeeld op een volgende transporteur, of op een bakplaat. Hierdoor wordt een dergelijke transporteur of bakplaat efficiënter gebruikt, hetgeen leidt tot een grotere doorvoersnelheid of capaciteit van het productieproces waarin de inrichting is opgenomen.
15
Bij voorkeur zijn de rollen daartoe op een afstand die (gemeten in de transportrichting) kleiner is dan een grootste afmeting van een deegstuk, bijvoorbeeld voor een broodje of een croissant, van elkaar geplaatst. Wanneer het deegstuk vanaf de transporteur op de uitlijninrichting wordt gevoerd, blijft het met tenminste zijn in de transportrichting 20 gezien voorste cn achterste uiteinde elk op een van dc rollen liggen,
Voor een universele toepasbaarheid van de inrichting, kan de afstand tussen de rollen instelbaar zijn. De afstand dient daarbij éénmaal te worden ingesteld, alvorens deegstukken van een bepaalde afmeting (bijvoorbeeld een diameter gemeten in de 25 transportrichting) uitgelijnd kunnen worden. Wanneer beoogd wordt de inrichting vervolgens voor een ander soort deegstukken te gebruiken dient de afstand daartoe opnieuw te worden ingesteld.
Bij voorkeur wordt de afstand daarbij gekozen tussen de 85% en de 99% van de 30 afmeting van een deegstuk gemeten in de transportrichting. Bij een keuze van 85% wordt het deegstuk aanzienlijk vervormd wanneer het door de inrichting wordt gevoerd. Een dergelijke vervorming kan wenselijk zijn, in het bijzonder wanneer de deegstukken een ronde doorsnede hebben in de transportrichting. Dergelijke deegstukken liggen namelijk niet stabiel op transportbanden, en neigen in het bijzonder te blijven rollen op 3 overgangen tussen de transportbanden. Door een deformatie (tussen de 1% en 15%) kan dit probleem worden verholpen. Het deeg kan daarbij overigens “geheugenwerking” vertonen, dat wil zeggen dat het na een deformatie tussen de rollen weer gedeeltelijk terugkeert in zijn oorspronkelijke vorm.
5
De duur van het eerste en tweede tijdslot tezamen is bij voorkeur gelijk aan een gemiddelde duur tussen het aanvoeren van een eerste groep deegstukken en een tweede, op de eerste groep volgende, groep deegstukken door de transporteur. Hierdoor wordt er gemiddeld een gelijke hoeveelheid deegstukken afgevoerd als aangevoerd, waardoor er 10 geen opstoppingen ontstaan. De besturingsmiddelen kunnen worden ingesteld om telkens wanneer de transporteur een bepaalde afstand heeft afgclcgd, een tweede tijdslot aan te laten vangen, waarbij de rollen naar elkaar toegedraaid worden. Wanneer de aanvoersnelheid van deegstukken door de transporteur nauwkeurig bekend is kan ook een bepaalde tijdsduur als basis voor de besturing dienen. Voorts is het een optie om 15 middels sensoren vast te stellen of er zich een volledige rij deegstukken op de rollen gevormd heeft, en indien aan die voorwaarde is voldaan de rollen gedurende het tweede tijdslot te verdraaien. De duur van het tweede tijdslot ligt bij voorkeur tussen de 0,1 en 0,5, en in het bijzonder rond de 0,2 seconde.
20 Door deze korte bcwcgingstijd van het rollcnstclscl te kiezen wordt slechts een klein gedeelte van de totale cyclustijd gebruikt voor het afvoeren van de producten. De overigen tijd staan de rollen stil. Een grotere tijdspanne waarop de rollen stil gehouden kunnen worden resulteert in een grotere onderlinge afwijking van de producten die nog door de inrichting gecorrigeerd kan worden. Aldus is de inrichting effectiever.
25
In een verdere uitvoeringsvorm is een eerste rol ten opzichte van het transportvlak van de transporteur op een lager niveau gelegen dan een tweede rol. Een eerste rol wordt daarbij geacht de rol te zijn die het dichtst bij de transporteur gelegen is. Op deze manier wordt een verdieping gevormd voor het van de transportband opvangen van de 30 deegstukken. Een rotatieas van een eerste rol van het rollenpaar en een rotatieas van een tweede rol van het rollenpaar liggen daartoe bij voorkeur op een lijn die een hoek tussen de 10 en de 50, en in het bijzonder ongeveer 30 graden met de horizontaal maakt. Bij voorkeur is de eerste rol daarbij op een niveau beneden een draagvlak van de transporteur gelegen, zodat de deegstukken automatisch tussen de beide rollen terecht 4 komen, wanneer zij van de transporteur afvallen. De rotatieassen van elk van de rollen liggen daarbij evenwijdig aan het vlak waarin het transportvlak van de transporteur is gelegen.
5 In weer een volgende uitvoeringsvorm heeft ten minste één rol een geprofileerd oppervlak, voor het voorpositioneren van de deegslukken op het rollenpaar. In het bijzonder heeft die rol bijvoorbeeld een langs zijn lengte variërende diameter. Een dergelijke diameter is daarbij afgestemd op de vorm van de uit te lijnen deegstukken, en zorgt ervoor dat de deegstukken in een richting loodrecht op de transportrichting een 10 beoogde positie aannemen.
De ondergrond kan daarbij tevens aandrijfbaar zijn, bij voorkeur gesynchroniseerd met het aandrijven van de rollen.
15 De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van de volgende niet-limitatieve figuren, waarin:
Figuur 1 een bovenaanzicht van een uitlijninrichting volgens de onderhavige uitvinding toont;
Figuur 2 een zijaanzicht van een uitlijninrichting volgens de onderhavige 20 uitvinding toont;
Figuur 3 een rollenpaar toont, met een diameter die langs de lengte van de rol varieert; en
Figuur 4 een grafische weergave toont van de omwentelingssnelheid van rollen uit de inrichting ten opzichte van de tijd.
25
Figuur 1 toont een uitlijninrichting 1 volgens de onderhavige uitvinding. Getoond is een eerste transporteur 2, waarop zich een eerste groep deegstukken 3 bevindt, en een tweede groep deegstukken 4. De deegstukken liggen niet uitgelijnd op de respectievelijke lijnen 3a en 4a, hetgeen in een later stadium verder bewerken van de 30 deegstukken bemoeilijkt. De transporteur beweegt in de richting van de pijl 5, en voert de deegstukken zodoende naar het rollenpaar 6, 7. De deegstukken 8 zijn van de transporteur 2 overgedragen naar het rollenpaar 6, 7, en zijn, doordat ze juist tussen de rollen 6 en 7 in blijven hangen, uitgelijnd op de lijn 8a, welke zich dwars op de (transport) richting van pijl 5 bevindt. Door de rollen 6 en 7 kortstondig in een 5 rotatierichting naar elkaar toe te draaien, zoals schematisch weergegeven met de pijlen 6a respectievelijk 7a, worden de deegstukken 8 tussen de rollen doorgevoerd, en op de tweede transporteur 9 aangebracht, die zich onder de rollen 6 en 7 uitstrekt. De deegstukken 10 bevinden zich op de tweede transporteur 9, en liggen uitgelijnd op een 5 lijn 10a, die zich loodrecht op een transportrichting aangeduid met pijl 11 van de tweede transporteur 9 bevindt.
Figuur 2 toont een zijaanzicht van de uitlijninrichting 1 uit figuur 1. Het hart van de eerste rol 6 bevindt zich op een afstand 16 onder het draagoppervlak 30 van de eerste 10 transporteur 2. Daardoor vallen de deegstukken 4 wanneer zij het einde van de transporteur bereik hebben tussen de rollen 6 en 7. De harten van de rollen 6 en 7 bevinden zich op een afstand 18 van elkaar, welke gekozen wordt in afhankelijkheid van de lengte 15 van een deegstuk, gezien in de transportrichting. De afstand 18 tussen de harten van de rollen wordt zodanig gekozen dat de afstand 14 tussen de mantels van 15 de rollen kleiner is dan de lengte 15 van de deegstukken 8, zodat de deegstukken 8 niet tussen de rollen 6, 7 door kunnen vallen. Om de deegstukken 8 op de tweede transporteur 9 aan te brengen, worden de rollen 6 en 7 door besturingsmiddelen kortstondig aangedreven in de richtingen 6a en 7a.
20 Om ervoor te zorgen dat de deegstukken 8 niet over de rol 7 heen rollen wanneer deze van de eerste transporteur 2 atVallen, kan de rol 7 hoger geplaatst zijn dan de rol 6. In het bijzonder kunnen de respectievelijke rotatieassen 19 en 20 van de rollen 6 en 7 op een lijn liggen die een hoek 13 van ongeveer 30 graden maakt met de normaal.
25 Figuur 3 toont een rollenpaar, bestaande uit de rollen 6b en 7b, welke in hoofdzaak een diameter 21 hebben, die op enkele plekken langs de lengte van de rollen 6b, 7b gradueel gereduceerd is tot een kleinere diameter 22. De verkleinde diameter 22 is in combinatie met de afstand tussen de rollen zodanig gekozen dat een deegstuk 23 niet tussen de rollen door kan vallen. De vorm van de graduele reductie van de diameter van de rollen 30 is afgestemd op die van de deegstukken 23. Dankzij de getoonde vorm zoeken de deegstukken een positie parallel aan de transportrichting, en worden zij niet alleen op een lijn 28 dwars op de transportrichting uitgelijnd, maar levens op respectievelijke lijnen 26 en 29 parallel aan de transportrichting. Een deegstuk 23 wordt daarbij in de 6 richting van de pijlen 25 gecentreerd op de lijn 28, en een deegstuk 23a wordt daarbij in de richting van de pijlen 27 gecentreerd op de lijn 26.
Figuur 4 toont een grafische weergave van de omwentelingssnelheid van de rollen, 5 uitgezet tegen de tijd. Langs een eerste tijdas 31 is een eerste tijdslot 32a weergegeven waarin de rollen in beweging gezet worden, enige tijd met gelijke omwentelingssnelheid draaien, en vervolgens weer tot stilstand worden gebracht. Het tij dslot bedraagt hier ongeveer de halve periodeduur van een periode 33 die overeenstemt met de gemiddelde duur van tussen de transporteur aangevoerde 10 deegstukken. Gedurende het tweede tijdslot 32b kunnen deegstukken door de inrichting verzameld worden.
Langs een tweede tijdas 34 is wederom de omwentelingssnelheid van de rollen uitgezet tegen de tijd, waarbij nu echter het eerste tijdslot 35a, waarin de rollen in beweging 15 gezet worden, enige tijd met gelijke omwentelingssnelheid draaien, en vervolgens weer tot stilstand worden gebracht, relatief kort is gekozen ten opzichte van de periodetijd 36. Hierdoor is het tweede tijdslot 35b, waarin de inrichting deegstukken verzamelt, relatief lang, waardoor grotere verschillen in de uitlijning van de aangevoerde deegstukken opgevangen kunnen worden.
20
In de praktijk is een eerste tijdslot tussen de 0,15 en 0,25 seconde haalbaar gebleken bij een periodeduur tussen de 0,4 en 6,0 seconde, en aldus een resulterend tweede tijdslot tussen de 0,15 en 5,85 seconde. Dit betekent een frequentie van 10 tot 150 slagen per minuut.
25
Naast de getoonde uitvoeringsvormen zijn er diverse varianten mogelijk, die alle binnen de beschermingsomvang van de onderhavige aanvrage vallen, zoals beschreven in de navolgende conclusies.

Claims (15)

1. Uitlijnmrichting voor deegstukken, omvattende: een transporteur, voor het in een transportrichting van de transporteur 5 groepsgewijs aanvoeren van in meerdere kolommen op de transporteur gelegen deegstukken; een aan een uiteinde van de transporteur opgesteld zich in hoofdzaak dwars op de transportrichting uitstrekkend aandrijfbaar rollenpaar, voor het op een lijn dwars op een transportrichting van een transporteur op het rollenpaar vergaren van een rij van de 10 deegstukken uit meerdere kolommen; bcsturingsmiddclcn, voor het besturen van het aandrijfbarc rollenpaar, waarbij de besturingsmiddelen zijn ingericht voor het cyclisch, gedurende een eerste tijdslot doen stilstaan van het rollenpaar, en het gedurende een tweede tijdslot in aan een 15 aanvoerzijde van de deegstukken naar elkaar toe gerichte rotatierichtingen doen aandrijven van het rollenpaar, voor het tussen de rollen door op een ondergrond aanbrengen van de deegstukken.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij het rollenpaar op een afstand, kleiner dan 20 een grootste afmeting van een deegstuk gemeten in de transportrichting, van elkaar geplaatste parallelle rollen omvat.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de afstand tussen de mantels van de rollen instelbaar is. 25
4. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de afstand tussen de 85% en de 99% van de afmeting van een deegstuk gemeten in de transportrichting is.
5. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de duur van het 30 eerste en tweede tijdslot tezamen gelijk is aan een gemiddelde duur tussen het aanvoeren van een eerste groep deegstukken en een tweede, op de eerste groep volgende, groep deegstukken door de transporteur.
6. Inrichting volgens conclusie 5, waarbij de duur van het tweede tijdslot tussen de 0,1 en 0,5, en in het bijzonder rond de 0,2 seconde ligt.
7. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij een eerste rol 5 gezien in de transportrichting op een lager niveau is gelegen dan een tweede rol.
8. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij een rotatieas van een eerste rol van het rollenpaar en een rotatieas van een tweede rol van het rollenpaar op een lijn liggen die een hoek tussen de 10 en de 50, en in het bijzonder ongeveer 30 graden met de 10 horizontaal maakt.
9. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij ten minste de eerste rol op een niveau beneden een draagvlak van de transporteur gelegen is.
10. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij ten minste één rol een over zijn lengte variërende diameter heeft.
11. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij een rotatieas van tenminste één rol evenwijdig ligt aan een draagvlak van de transporteur. 20
12. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, verder omvattende een ondergrond, waarbij de ondergrond aandrijfbaar is, gesynchroniseerd met het aandrijven van de rollen.
13. Werkwijze voor het uitlijnen van deegstukken, omvattende: het in een transportrichting groepsgewijs aanvoeren van de deegstukken; het op een aandrijfbaar rollenpaar op een lijn dwars op een transportrichting van een transporteur vergaren van een rij van de deegstukken; het besturen van het aandrij fbare rollenpaar; 30 waarbij het besturen van het rollenpaar omvat: het gedurende een eerste tijdslot stil houden van het rollenpaar, en het gedurende het tweede tijdslot in aan een transportzijde naar elkaar toe gerichte rotatierichtingen aandrijven van het rollenpaar.
14. Werkwijze volgens conclusie 12, waarbij de duur van het tweede tijdslot tussen de 0,1 en 0,5, en in het bijzonder rond de 0,2 seconde ligt.
15. Werkwijze volgens conclusie 13, waarbij de duur van het eerste en het tweede 5 tijdslot gelijk zijn aan de duur tussen aanvoeren van een eerste groep deegstukken en het aanvoeren van een tweede groep deegstukken.
NL2002061A 2008-10-06 2008-10-06 Werkwijze en inrichting voor het onderling uitgelijnd op een ondergrond opstellen van deegstukken. NL2002061C (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2002061A NL2002061C (nl) 2008-10-06 2008-10-06 Werkwijze en inrichting voor het onderling uitgelijnd op een ondergrond opstellen van deegstukken.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2002061 2008-10-06
NL2002061A NL2002061C (nl) 2008-10-06 2008-10-06 Werkwijze en inrichting voor het onderling uitgelijnd op een ondergrond opstellen van deegstukken.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2002061C true NL2002061C (nl) 2010-04-07

Family

ID=40635777

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2002061A NL2002061C (nl) 2008-10-06 2008-10-06 Werkwijze en inrichting voor het onderling uitgelijnd op een ondergrond opstellen van deegstukken.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2002061C (nl)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1089702B (de) * 1959-08-08 1960-09-29 Fr Winkler K G Umsetzvorrichtung fuer Teigstuecke
DE1180693B (de) * 1960-01-20 1964-11-05 Fr Winkler K G Spezialfabrik F Anordnung zum Langwirken von Teigstuecken und zum Ablegen der fertigen Langwirklinge auf eine Transportvorrichtung
DE1298468B (de) * 1960-01-20 1969-07-03 Winkler Kg F Vorrichtung zum Ablegen von Teigstuecken
DE3400451A1 (de) * 1984-01-09 1985-07-18 Kemper, Kate, Küsnacht, Zürich Vorrichtung zur uebergabe von teigstuecken
DE3538903C1 (en) * 1985-11-02 1987-01-29 Schroeder Edmund Maschf Apparatus for depositing curved pieces of dough

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1089702B (de) * 1959-08-08 1960-09-29 Fr Winkler K G Umsetzvorrichtung fuer Teigstuecke
DE1180693B (de) * 1960-01-20 1964-11-05 Fr Winkler K G Spezialfabrik F Anordnung zum Langwirken von Teigstuecken und zum Ablegen der fertigen Langwirklinge auf eine Transportvorrichtung
DE1298468B (de) * 1960-01-20 1969-07-03 Winkler Kg F Vorrichtung zum Ablegen von Teigstuecken
DE3400451A1 (de) * 1984-01-09 1985-07-18 Kemper, Kate, Küsnacht, Zürich Vorrichtung zur uebergabe von teigstuecken
DE3538903C1 (en) * 1985-11-02 1987-01-29 Schroeder Edmund Maschf Apparatus for depositing curved pieces of dough

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP5384675B2 (ja) フォーマットされたトータルパッケージを形成するための方法及び装置
CA2469745C (en) Apparatus and method for manufacturing bread
CA2205738C (en) Method and apparatus for continuously and quantitatively supplying breaddough
SE528961C2 (sv) Apparat och metod för knådning och kavling av matdegsband
EP2856880B1 (en) Device and method for circularizing croissant dough
CZ20033255A3 (cs) Způsob a zařízení pro roztahování a válení hmoty pásu potravinářského těsta
NL2002061C (nl) Werkwijze en inrichting voor het onderling uitgelijnd op een ondergrond opstellen van deegstukken.
CN112638161A (zh) 食材加工机构、食材加工方法、食品制造方法以及食品制造***
EP2316270B1 (en) Device and method for pinching at least two dough parts
US7931923B2 (en) Apparatus and method for manufacturing a loaf of bread
JPH08205753A (ja) パン生地体からフラットなパン生地片を形成する方法および装置
NL2022278B1 (en) A method of operating an alignment station for articles, and an alignment station for performing said method
US5871796A (en) Method and apparatus for forming a continuous dough strip of a constant width
US20210212325A1 (en) System for rolling food products
EP3804523B1 (en) Roll-forming method for food dough piece
JP7011436B2 (ja) 棒状食材の供給方法及び棒状食材の供給装置
JP6286159B2 (ja) 整列方法及び装置
CN112638160A (zh) 弯曲机构、弯曲方法以及食品制造方法
JP3971345B2 (ja) 棒状パン生地の移載方法および移載装置
WO2013013791A1 (en) Adjustable unit for sheeting dough
JP2764251B2 (ja) パン菓子類生地の搬送間隔調整装置及び搬送間隔調整方法
JP2000211733A (ja) 製品の搬送姿勢変更装置
CA2516905A1 (en) Alignment conveyor
NL2008432C2 (nl) Samenstel en werkwijze voor het vormen van een deegportie.
JP3971344B2 (ja) 棒状パン生地の搬送方法および搬送装置

Legal Events

Date Code Title Description
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20120501