NL195046C - Geleidingsinrichting voor het detecteren van de aanwezigheid van vloeistofdruppels. - Google Patents

Description

1 195046

Geleidingsinrichting voor het detecteren van de aanwezigheid van vloeistofdruppels

De uitvinding heeft betrekking op een geleidingsinrichting voor het detecteren van de aanwezigheid van vloeistofdruppels van een beoogd medium in een corrosieve en atmosferische omgeving, omvattende een 5 aftastprobe voorzien van een eerste en tweede elektrode, welke elektrodes een doelgebied bepalen waarbinnen de tijdelijke aanwezigheid van de vloeistofdruppels worden vastgesteld.

Een dergelijke inrichting volgens bovengenoemde aanhef wordt bijvoorbeeld geopenbaard in het Amerikaans octrooischrift nr. 3.545.271. De in dit Amerikaanse octrooischrift geopenbaarde geleidingsinrichting volgens bovengenoemde aanhef wordt hoofdzakelijk ingezet bij medische toepassingen.

10 Speciaal in de halfgeleiderindustrie, alsmede in andere industrieën, worden uitermate zware omstandigheden tegengekomen in procesapparatuur ten gevolge van in hoge mate corroderende atmosfeer-omstandigheden, of -omgeving, die ter plaatse van of naburig aan verwerkingsapparatuur bestaan.

Dergelijke corroderende atmosfeeromgevingen zijn uitermate zwaar voor controle-apparatuur, in het bijzonder omdat metalen, die conventioneel in dergelijke controle-inrichtingen worden gebruikt, niet 15 gedurende lange tijdsperioden betrouwbaar de corroderende omgeving kunnen weerstaan, zodat de apparatuur niet veilig en efficiënt de gehele levensduur van de apparatuur kan worden bedreven.

De in hoge mate corroderende omgeving wordt door één of meer gevaarlijke chemicaliën tot stand gebracht, die voor gebruik in de halfgeleiderindustrie zijn goedgekeurd en die in vloeibare of gasachtige vorm, alleen of in combinatie met andere dergelijke chemicaliën, aanwezig kunnen zijn.

20 Deze verscheidene chemicaliën moeten aan verwerkingsapparatuur worden afgeleverd, en teneinde dit uit te voeren, voeren vloeistoftransportsystemen de vloeibare chemicaliën vanuit verwisselbare voorraad-tanks door pomp- en regelstations en door tijdelijke opslagfaciliteiten, zodat de chemicaliën gemakkelijk beschikbaar zijn bij de verwerkingsstations. Natuurlijk brengen dergelijke vloeibare chemicaliêntransportsys-temen pijpen en buizen, kleppen en hulpstukken, vaak filters en stromingsmeters, en daarmee verband 25 houdende inrichtingen met zich mee, waarvan de meeste van kunststof zijn gemaakt, die bestand is tegen de beschadigende effecten van scherpe chemicaliën. Natuurlijk is alles wat mechanisch is, onderhevig aan potentiële lekkage, en dergelijke lekkage kan uitermate gevaarlijke omstandigheden scheppen, zowel voor wat betreft de verwerking van halfgeleiderschijven of andere producten, als voor wat betreft personeel dat de verwerkingsapparatuur en transportsystemen dient te bedienen en onderhouden.

30 Ofschoon capacitieve nabijheidsin richtingen, zoals schakelaars, succesvol zijn gebruikt in bepaalde veilige omgevingen voor het bepalen van aanwezigheid van vloeistoffen of objecten, en metaalplaat-sensoren op afstand van het bedrijfsschakelingssysteem en de nabijheidsschakelaar hebben gebruikt, zijn dergelijke capaciteitsnabijheidsinrichtingen niet succesvol gebruikt in corroderende omgevingen ten gevolge van gebrek aan betrouwbaarheid.

35 Een doel van deze uitvinding is om te voorzien in een controle-inrichting voor het betrouwbaar meten van de elektrische karakteristieken van een beoogd medium binnen een doelzone die in een corroderende atmosfeeromgeving aanwezig is. Een dergelijk beoogd medium kan een vloeistof of een vast artikel zijn, waarvan de aanwezigheid of afwezigheid in de doelzone wordt bepaald. De elektrische karakteristieken van het beoogde medium, dat wil zeggen capaciteit of weerstand, zijn onderscheidenlijk anders dan lucht of 40 andere fluïdumomgevingsmedia in de doelzone, waarin en waaruit een dergelijk beoogd medium beweegt. De corroderende atmosfeeromgeving, die de doelzone en het beoogde medium omsluit, omvat dampen van zuren, basen of andere chemicaliën.

Overeenkomstig de uitvinding wordt de geleidingsinrichting volgens bovengenoemde aanhef hiertoe gekenmerkt, doordat de eerste elektrode is uitgevoerd als een in hoofdzaak stijf langwerpig aftastelement 45 omvattende elektrisch geleidende kunststof, dat resistent is tegen de aantasting door de corrosieve atmosfeeromgeving en dat een gedeelte bezit dat direct blootgesteld is aan het doelgebied, en de tweede elektrode is uitgevoerd als een in hoofdzaak stijf buisvormig aftastelement omvattende elektrisch geleidende kunststof, dat resistent is tegen de aantasting door de corrosieve atmosfeeromgeving en een gedeelte bezit dat direct blootgesteld is aan het doelgebied en het langwerpige aftastelement omgeeft; waarbij tussen de 50 aftastelementen kunststof omvattende elektrische isolatiemiddelen zijn aangebracht, die resistent zijn tegen de aantasting door de corrosieve atmosfeeromgeving, en waarbij de langwerpige en buisvormige aftastelementen een staafvormig binneneinddeel en een buisvormig buiteneinddeel omvatten, welke concentrisch ten opzichte van elkaar zijn opgesteld, welk staafvormig binneneinddeel van het buisvormige buiteneinddeel af uitsteekt.

55 Verdere functionele en praktische uitvoeringsvoorbeelden van de geleidingsinrichting overeenkomstig de uitvinding worden beschreven in de onderconclusies.

Voorts wordt nog gewezen op het Britse octrooischrift nr. 1465417 waarin eveneens een geleidings- 195046 2 inrichting voor bovengenoemde aanhef wordt geopenbaard, waarbij de elektrodes uitgevoerd zijn als ringelektrodes ingebed in een niet-geleidende kunststof behuizing.

In alle uitvoeringsvormen en variaties van de uitvinding brengen de veranderingen in stroom ter plaatse van het geleidende kunststoffen aftastelement, of de geleiden dé kunststoffen aftastelementen, en in de 5 schakelingsmiddelen indicaties voort, die de vorm kunnen aannemen van een visueel of hoorbaar alarm, een meteraanwijzing of een elektrisch of gelijksoortig signaal om het ondernemen van actie teweeg te brengen, zoals het bedienen van een klep, teneinde een fysische verandering te corrigeren die verband houdt met het afgetaste beoogde medium.

Wanneer wordt verwezen naar een geleidende kunststof, is de kunststof met koolstof gevuld, of kan aan 10 de kunststof integraal en verdeeld in de kunststof ijzerdeeltjes zijn toegevoegd. Dergelijke kunststoffen, zoals worden gebruikt in het geleidende kunststoffen aftastelement, en andere kunststoffen die worden gebruikt, zijn alle bij voorkeur bestand tegen de nadelige effecten van een corroderende atmosfeer-omgeving, en de kunststoffen van die aard zijn bij voorkeur gevormd van polyvinylideenfluoride (PVDF); maar anderszins kan een dergelijke kunststof bestaan uit polyetheretherketon (PEEK) of perfluoralkoxy 15 (PFA, Teflon(R) of andere kunststoffen die bekend zijn voor vaklui op dit gebied van de techniek.

De geleidende kunststofvorm van capaciteitaftastelement zal bestand zijn tegen de hem omsluitende corroderende omgeving, zodat de controle-inrichting betrouwbaar gedurende lange tijdsperiode kan functioneren. Het geleidende kunststoffen veldelement kan welke dan ook van vele fysische vormen aannemen, afhankelijk van het gebruik, waarvoor dit is bestemd.

20

De uitvinding zal nu gedetailleerd worden beschreven aan de hand van de tekening, waarin: figuur 1 een vergroot detailaanzicht in doorsnede van een klepapparaat is en een gemodificeerde vorm van de uitvinding illustreert; figuur 2 een aanzienlijk vergroot detailaanzicht in doorsnede is, dat bij benadering bij 2-2 van figuur 1 is 25 genomen; figuur 3 een andere gemodificeerde vorm van de uitvinding zoals toegepast op een klep illustreert; figuur 4 een vergroot detailaanzicht in doorsnede van de in figuur 20 geïllustreerde vorm van de uitvinding is en details daarvan illustreert; figuur 5 een vergroot detailaanzicht in doorsnede is, dat is genomen langs een onderbroken lijn, in 30 hoofdzaak zoals geïllustreerd bij 5-5 van figuur 4; figuur 5A een vergroot detailaanzicht in doorsnede is, dat bij benadering bij 5A-5A van figuur 5 is genomen; figuur 6 een aanzienlijk vergroot detailaanzicht in doorsnede van een gedeelte van het in figuur 4 geïllustreerde apparaat is.

35

In de controle-inrichting 30.5, die in figuren 1 en 2 is geïllustreerd, is een klep 621 opgenomen. De klep 621 heeft daarin opgenomen een diafragma 657 met een klepelement 656, een klephuis 659 dat een open inwendige 653 heeft, waarin de lekkagevloeistof 631.1 zich kan verzamelen in het geval het diafragma 657 is gescheurd of op een of andere wijze wordt gedwongen te lekken. De omtrek van het diafragma wordt op 40 zijn plaats gehouden door een borgring 660. Het open inwendige 653 omvat de doelzone voor de lekkage* vloeistof die in deze uitvoeringsvorm het beoogde medium is. Gewoonlijk bevat het open inwendige ofwel de doelzone 653 slechts lucht of gas als het omgevingsmedium, dat andere elektrische karakteristieken heeft dan de lekkagevloeistof ofwel het beoogde medium 631.1 en dienovereenkomstig kan de aanwezigheid van de lekkagevloeistof ofwel het beoogde medium gemakkelijk worden gedetecteerd. De zijwand 659.1 van het 45 klephuis heeft een toegangspoort 665 daardoor, teneinde te voorzien in toegang tot de doelzone ofwel inwendige kamer 653, en eveneens om een aftastsonde, die in het algemeen door verwijzingsgetal 666 is aangegeven, te monteren en in te sluiten. De aftastsonde 666 is hermetisch afgedicht op het einde van de coaxkabel 36 die voorziet in de elektrische verbinding met de schakelingsinrichting 32 en met de capaciteit-nabijheidsschakelaar ofwel aftastinrichting 33.

50 De aftastsonde wordt in de toegangsopening 665 vastgehouden door een borghulpstuk 667.

Het puntgedeelte 668 van de aftastsonde 666 in de toegangspoort 665 strekt zich uit in dichte nabijheid van de inwendige kamer 653 van de klep, in hoofdzaak zoals is geïllustreerd in figuur 2. Het puntgedeelte 668 van de aftastsonde omvat een tweetal langwerpige geleidende kunststoffen aftastelementen 669 en 670, waarvan beide bestand zijn tegen de schadelijke effecten van de corroderende atmosfeeromgeving 11, 55 waarin de klep 621 aanwezig is, en eveneens tegen de schadelijke effecten van sterke chemicaliën, zoals zuren en basen, die binnen de klep kunnen worden tegengekomen. De langwerpige aftastelementen 669, 670 zijn concentrisch met elkaar en zijn op afstand van elkaar gelegen door een cilindrisch, concentrisch 3 195046 isolerend kunststoffen afstandstuk 671 dat is gevormd van een kunststof die in hoge mate bestand is tegen het schadelijke effect van de corroderende atmosfeer en van de chemicaliën die binnen de klep worden ontmoet; en het afstandstuk 671 is integraal en in een stuk gevormd met beide van de geleidende kunststoffen afstandstukaftastelementen 669, 670. Het zal worden ingezien dat het aftastelement 669 een 5 stangachtige vorm heeft en zich langs de toegangspoort 665 voorbij de einden 670.1, 671.1 van respectievelijk het aftastelement 670 en het isolerende afstandstuk 671 uitstrekt. De open ruimte binnen deel 665 omgeeft het puntgedeelte 668 van de sonde en staat het de lekkagevloeistof toe aftastelementen 669, 670 en afstandstuk 671 te omvatten en daarmee contact te maken. Het aftastelement 670 is buisvormig van gedaante en heeft een buitenste eindgedeelte 670.2 dat is opgenomen binnen een cilindrische boring 667.1 10 van de van schroefdraad voorziene borgmoer 667. Een kraagoppervlak 667.2 van de borgmoer 667 rust tegen het eindoppervlak 670.3 van het aftastelement 670 om de totale sonde 666 in de toegangspoort te borgen en waarbij het tapse oppervlak 670.4 van het aftastelement 670 aanligt tegen de ringvormige zitting 659.1 die de toegangspoort 665 omgeeft.

Het geleidende kunststoffen aftastelement 670 is in ingrijping met het geaarde afschermingsgeleider-15 gedeelte 43 van de coaxkabel 36 en wel in geleidende betrekking, en is in een permanente betrekking in het afschermingsgeleidergedeelte 43 gevormd.

Het geleidende kunststoffen aftastelement 670 is eveneens gevormd op het eindgedeelte van het beschermende omhulsel 44 van de coaxkabel 36 en wel in een hermetisch afgedichte betrekking.

Het eindgedeelte 41.1 van het draadgedeelte 41 van de coaxkabel strekt zich uit in een boring 669.1 van 20 het stangvormige geleidende kunststoffen aftastelement 669 en is in elektrisch geleidende betrekking met het aftastelement 669. Het aftastelement 669 is bij voorkeur direct op het eindgedeelte 41.1 van het draadgedeelte 41 gevormd. Het eindgedeelte van de isolatie 42 van de coaxkabel ligt aan tegen het binnenste einde van het stangvormige geleidende kunststoffen aftastelement 669.

Het zal worden ingezien dat het van schroefdraad voorziene eindgedeelte 667.2 van de borgmoer 667 in 25 de schroefdraad 659.2 van het kleplichaam 659 naburig aan de toegangspoort 665 is geschroefd en de "borgmoer 667 gemakkelijk van het kleplichaam kan worden losgemaakt door het inwendige eindgedeelte 667.2 van de schroefdraad 759.1 los te draaien, waarna de aftastsonde 666 geheel uit het huis van het kleplichaam 659 kan worden verwijderd door eenvoudigweg de aftastsonde uit het kleplichaam te trekken. Dit vergemakkelijkt het vervangen van de sonde in het geval dat deze beschadigd mocht raken of moet 30 worden gerepareerd.

In de in figuren 3-6 geïllustreerde controle-inrichting 30.6 is een klep 721 opgenomen. Het zal worden gezien dat de klep 721 een diafragma 757 heeft en een klepelement 756 die werken om de klep te openen en sluiten om de stroming van vloeistof te regelen. De klep heeft een klepstang 764 die naar boven en naar beneden beweegt en heen en weer beweegt tussen open en gesloten standen, teneinde het diafragma en 35 het klepelement te bedienen. De controle-inrichting 30.6 functioneert om de toestand van de klep met betrekking tot of deze open of gesloten is, dat wil zeggen of de klepstang 764 in de laagste positie ervan is, waarin de klep is gesloten, of in de bovenste positie ervan, waarin de klep open is, te bepalen en aan te geven. Het klephuis ofwel de op- ofwel insluitingsinrichting 759 bepaalt een open inwendige ofwel doelzone 753 die twee aparte sensoren insluit, een benedenste sensor 760 en een bovenste sensor 762, die identiek 40 aan elkaar zijn, met de uitzondering dat de sensor 760 in vaste positie met betrekking tot het huis 759 is en de sensor 761 verticaal verstelbaar in het huis is gemonteerd. De inwendige kamer 753 van het klephuis bepaalt de doelzones voor de sensoren, waarbij er een benedenste doeizone 753.1 voor de benedenste sensor 760 en een bovenste doelzone 753.2 voor de bovenste sensor 761 is.

Beide van de benedenste en bovenste sensoren 760, 761 zijn identiek aan elkaar, behalve voor wat 45 betreft de positie binnen het huis 759. Dienovereenkomstig is een begrijpen van de bovenste sensor 761, die in figuur 6 is geïllustreerd, voldoende voor een begrijpen van beide van de sensoren.

Een sonde 666, die identiek is aan de in figuur 2 geïllustreerde sonde, omvat een deel van elk van de benedenste en bovenste sensoren 760, 761.

Net zoals in andere vormen van de uitvinding zijn coaxkabels 36 van elk van de sensoren 760, 761 50 verbonden met schakelingsinrichting 733 die is voorzien van capacitieve nabijheidsschakelaars 33 om veranderingen in stroom in het draadgedeelte 41 en in het geaarde afschermingsgeleidergedeelte 43 af te tasten. In de in figuren 4-6 geïllustreerde vorm van de uitvinding worden de sondes 666 in de sensoren 760, 761 vastgehouden door van schroefdraad voorziene borgdoppen 762, waarbij het eindvlak 762.1 ligt tegen het eindvlak 670.3 van het geleidende kunststoffen aftastelement 670 dat een integraal deel van de 55 sonde 666 is.

In deze vorm van de uitvinding omvat het beoogde medium een vast artikel of schijf 763 die is gemaakt van geleidend kunststof die bestand is tegen de schadelijke effecten van de corroderende atmosfeer-

Claims (9)

195046 4 omgeving 11, waarin de klep 721 aanwezig is. De schijf is bevestigd op het einde van de klepstang 764 om met het klepelement te bewegen wanneer de klep 721 wordt geopend en gesloten. De schijf ofwel het beoogde medium 763 is beweegbaar naar en tussen de twee gestippelde posities die in figuur 4 zijn geïllustreerd en respectievelijk zijn aangegeven door de letter O en C.

1. Geleidingsinrichting voor het detecteren van de aanwezigheid van vloeistofdruppels van een beoogd medium in een corrosieve en atmosferische omgeving, omvattende: 55 5 195046 een aftastprobe voorzien van een eerste en tweede elektrode, welke elektrodes een doelgebied bepalen waarbinnen de tijdelijke aanwezigheid van de vloeistofdruppels worden vastgesteld, met het kenmerk, dat de eerste elektrode is uitgevoerd als een in hoofdzaak stijf langwerpig aftastelement omvattende elektrisch geleidende kunststof, dat resistent is tegen de aantasting door de corrosieve atmosfeer-5 omgeving en dat een gedeelte bezit dat direct blootgesteld is aan het doelgebied, en de tweede elektrode is uitgevoerd als een in hoofdzaak stijf buisvormig aftastelement omvattende elektrisch geleidende kunststof, dat resistent is tegen de aantasting door de corrosieve atmosfeer-omgeving en een gedeelte bezit dat direct blootgesteld is aan het doelgebied en het langwerpige aftastelement omgeeft; 10 waarbij tussen de aftastelementen kunststof omvattende elektrische isolatiemiddelen zijn aangebracht, die resistent zijn tegen de aantasting door de corrosieve atmosfeeromgeving, en waarbij de langwerpige en buisvormige aftastelementen een staafvormig binneneinddeel en een buisvormig buiteneinddeel omvatten, welke concentrisch ten opzichte van elkaar zijn opgesteld, welk staafvormig binneneinddeel van het buisvormige buiteneinddeel af uitsteekt.

2. Geleidingsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de langwerpige en buisvormige aftastelementen voorts een stel aftastelementuitsteeksels omvatten vervaardigd van geleidende kunststof, dat resistent is tegen de aantasting van de corrosieve atmosfeeromgeving, welke aftastelementuitsteeksels op enige afstand van elkaar zijn geplaatst en uitgelijnde openingen bezitten voor het ontvangen van de concentrische binnen- en buiteneinddelen van de aftastelementen.

3. Geleidingsinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat tussen de aftastelementuitsteeksels een isolerend tussenelement is aangebracht omvattende kunststof, dat resistent is tegen de aantasting door de corrosieve atmosfeeromgeving.

4. Geleidingsinrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het isolerend tussenelement als één geheel integraal deel uitmaakt van één van de aftastelementen.

5. Geleidingsinrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het isolerend tussenelement als één geheel integraal deel uitmaakt van beide aftastelementen.

5 Elk van de sensoren 760, 761 omvat een tweetal geleidende kunststoffen aftastelementverlengingen 765, 766 dat is gevormd van geleidend kunststof die bestand is tegen de schadelijke effecten van de corroder-ende atmosfeeromgeving 11 waarin de klep 721 aanwezig is. De aftastelementverlengingen 765, 766 zijn in hoofdzaak plaatvormig en zijn in een sandwichbetrekking met een isolerend kunststoffen element 767 ingericht, dat is gevormd om de aftastelementverlengingen 765, 766 in op afstand van elkaar gelegen 10 betrekking met elkaar te houden. De aftastelementverlengingen 765, 766 en het isolerende afstandselement 767, dat eveneens is gevormd van kunststof die bestand is tegen de schadelijke effecten van de corroder-ende atmosfeeromgeving 11, waarin de klep 721 aanwezig is, zijn integraal en in een stuk met elkaar gevormd, zodat de samengestelde aftastelementverlengingen 765, 766 en het isolerende afstandselement 767 een één-stuksamenstel 768 vormen, dat in hoofdzaak halve maanvormig of hoefijzervormig is, zoals is 15 geïllustreerd in figuur 5, waarbij eindgedeelten 768a en 768b zich omtreksgewijs rondom de doelzone 753 uitstrekken, waarin het beoogde medium ofwel de schijf 763 tussen de posities O en C beweegt. De aftastelementverlenging 765 heeft een rechtop staand busgedeelte 765.1 dat een busopening 762 heeft, dat de sonde 666 daarin opneemt in frictiepassingsbetrekking en in ingrijping met het geleidende kunststoffen aftastelement 760 van de sonde 666 om in geleidende betrekking daarmee te zijn. Het van 20 schroefdraad voorziene uitwendige 765.3 van het busgedeelte 765.1 neemt het van schroefdraad voorziene inwendige 762.2 van de borgdop 762 op, teneinde de sonde in de gewenste positie vast te houden. De andere aftastelementverlenging 766 heeft eveneens een busopening 766.1 daarin, die het geleidende kunststoffen aftastelement 669 van de sonde 666 in frictiepassingsbetrekking daarin opneemt, teneinde een elektrisch geleidende betrekking tussen het aftastelement 669 en de aftastelementverlenging 766 tot stand 25 te brengen. Een uitgerichte opening 767.1 in het afstandstukgedeelte van het halve maanvormige samenstel 768 neemt eveneens het stangvormige geleidende kunststoffen aftastelement 669 daardoorheen op. Wanneer het beoogde medium ofwel de schijf 763 naar de bovenste positie ) of naar de benedenste positie C ervan beweegt, zullen de sensoren 761 en 760 indicaties voortbrengen voor wat betreft de aanwezigheid van de schijf ofwel het beoogde medium 763, wanneer dit dicht naburig aan een van de 30 sensoren ligt. Het beoogde medium ofwel de schijf 763 heeft elektrische karakteristieken die anders zijn dan de elektrische karakteristieken van het gas of de lucht ofwel het omgevingsmedium in de doelzone 753, zodat de aanwezigheid van de schijf ofwel het beoogde medium 763 gemakkelijk kan worden gedetecteerd. Net zoals in andere vormen van de uitvinding wordt een indicatie voortgebracht ten gevolge van de verandering van stroom als gevolg van de aftasting van het beoogde medium naburig aan de sensor, 35 teneinde indicaties voort te brengen die bruikbaar zijn voor het aangeven van de positie van de schijf ofwel het beoogde medium 763 en registratie of de klep al dan niet open of gesloten is. Het zal worden ingezien dat de onderhavige uitvinding voorziet in een controle-inrichting om de aanwezigheid of niet-aanwezigheid en positie van het beoogde medium te bepalen, dat afhankelijk van de aard van de installatie een vloeistof, of een lekkagevloeistof, of een fysisch object, of een ander fysisch 40 medium kan omvatten. Het beoogde medium is aanwezig in een corroderende atmosfeeromgeving 11 die door het omgevende apparaat tot stand wordt gebracht. Het aftastelement of de aftastelementen die een aftastveld tot stand brengen in een doelzone naburig aan het beoogde medium omvatten een geleidend kunststoffen aftastelement dat een deel kan zijn van de functionele operationele inrichting die functioneert in verband met het veranderbare beoogde medium, of in sommige gevallen de enkele functie van het tot stand 45 brengen van het aftastveld kan uitvoeren en functioneert met de capaciteitaftastschakeling om de aanwezigheid of afwezigheid van het veranderbare beoogde medium naburig aan het aftastelement te bepalen. De onderhavige uitvinding kan in andere specifieke vormen worden belichaamd zonder de geest of essentiële kenmerken daarvan te verlaten en het is dan ook gewenst dat de onderhavige uitvoeringsvorm in alle opzichten wordt beschouwd als illustratief en niet beperkend, waarbij wordt verwezen naar de 50 aangehechte conclusies in plaats van de voorafgaande beschrijving om de beschermingsomvang van de uitvinding aan te geven.

6. Geleidingsinrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het buisvormig aftastelement een langwerpig opnamedeel omvat met een stel dwarsgerichte opsluitvlakken, welke opsluitvlakken in het algemeen van elkaar af gericht zijn georiënteerd.

7. Geleidingsinrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat één van de dwarsgerichte opnamevlakken schuin ten opzichte van het langwerpige opnamedeel is geplaatst.

8. Geleidingsinrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat één van de dwarsgerichte opnamevlakken conisch is uitgevoerd.

9. Geleidingsinrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies, verder omvattende een 35 elektrisch geleidende kabel voorzien van een eerste einddeel, dat verbonden is met de geleidende aftastelementen, waarbij de geleidende kabel een stel geleidingsdelen omvat, welke elk elektrisch verbonden zijn met het staafvormige en het buisvormige aftastelement, en waarbij de geleidingsgedeelten van de geleidende kabel van metaal zijn en geïsoleerd afgeschermd zijn ten opzichte van de buitenkant van de aftastelementen, teneinde geïsoleerd te zijn van de corrosieve atmosfeeromgeving, welke de aftast-40 elementen omgeeft, waarbij de geleidende kabel een beschermende omhulling bevat, welke de geleidende gedeeltes afdichtend omgeeft, en waarbij het stel geleidende gedeeltes in hoofdzaak concentrisch ten opzichte van elkaar zijn opgesteld en een metalen geleidend binnendeel en een metalen geleidend buitendeel omvatten, welke het geleidende binnendeel ontvangt, waarbij het geleidende buitendeel in hoofdzaak elektrisch geaard is, en waarbij de aftastelementuitsteeksels in tegengestelde richtingen vanuit de 45 openingen uitsteken. Hierbij 5 bladen tekening