NL194789C - Wielvelg voor een fietswiel of dergelijke. - Google Patents

Description

1 194789

Wielvelg voor een fietswiel of dergelijke

De uitvinding betreft een velg voor een fietswiel of dergelijke, omvattende een velgprofiel gevormd door een kernmateriaal met een cel- of schuimstructuur en een hard wandmateriaal uit geïmpregneerd en gepolymeri-5 seerd synthetisch composietvezel dat nauw aansluit op het kernmateriaal, zoals bekend uit US 4.030.654. Deze bekende wielvelg heeft een tussen twee elkaar op een afstand omgevende wanden van geïmpregneerd en gepolymeriseerd weefsel gesandwichte kern van schuimmateriaal met in het algemeen dichte cellen.

Deze bekende wielvelg is hierdoor licht en stijf, maar doordat de kern niet volledig door het harde 10 wandmateriaal wordt omringd, is de wielvelg onderhevig aan slijtage, vooral als een velgrem wordt toegepast. De wielvelg kan van gaten voor wielspaken en voor een ventiel worden voorzien.

Het doel van de uitvinding is bovengenoemd nadeel te ondervangen.

Volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt doordat de wielvelg aangrenzende kamers omvat voorzien van een gemeenschappelijke wand, waarbij een velglichaam is gevormd door één kamer, bij welke kamer 15 een kern geheel is omhuld door de gemeenschappelijke wand en een omhulling, en de andere kamer een velgprofiel vormt die een velglichaam omgeeft, voor het hierop monteren van een fietsband, welke andere kamer eveneens is gevormd door een kern, en geheel of gedeeltelijk is omhuld door de gemeenschappelijke wand en een omhulling.

Door de robuustheid van de uitgevonden wielvelg is deze ook op uiteenlopende wijzen te verbinden met 20 een wielnaaf.

Op zichzelf is uit GB-A 2.097.729 een wielvelg bekend uit cirkelvormig omgebogen profielmateriaal van een versterkte kunststof, met een open, de randen van een band opnemende buitenkamer en een gesloten binnenkamer, in welke kamers kernmateriaal ontbreekt en de kamers een gemeenschappelijke wand hebben.

25

De uitvinding zal worden toegelicht in de hieronderstaande beschrijving van een aantal uitvoerings-voorbeelden van velgen.

Figuur 1 is een gedeelteijke dwarsdoorsnede van een velg, figuren 2 en 3 zijn gedeeltelijke dwarsdoorsneden van een tweetal uitvoeringsvarianten, 30 figuur 4 is een gedeeltelijke dwarsdoorsnede op vergrote schaal van een andere uitvoeringsvorm van de velg, figuur 5 is een met figuur 4 overeenkomende doorsnede van een detail van een mogelijke uitvoeringsvorm van de velg.

35 In de eerste uitvoeringsvorm volgens figuur 1 is de velg 1 uitgevoerd uit composietmateriaal en vertoont deze in dwars- of radiale doorsnede een constructie, welke bestaat uit twee kamers 2 en 3, die onderling zijn gescheiden door een gemeenschappelijke wand 4 en welke een velglichaam respectievelijk een velgprofiel begrenzen.

De kamer 2 omvat een kern 5 van materiaal met een bij voorkeur gesloten celstructuur, bijvoorbeeld een 40 vaste schuimstof met polycryïnide. De kern 5 is nauwsluitend gevat in een omhulling 6, die voor een deel de gemeenschappelijke wand 4 vormt en waaraan de kern 5 vast is verbonden. De omhulling 6 is bij voorkeur gevormd uit een met een ihermohardende hars geïmpregneerd en gepolymeriseerd weefsel van glas- of carbonvezel teneinde een harde soort omhulling 6 te krijgen. Bij voorkeur ligt de dikte van de omhulling tussen 0,5 en 1,1 millimeter, waarbij een dikte van ± 0,75 millimeter in het algemeen voldoende is. De dikte 45 van de omhulling 6 kan bij voorkeur zijn verkregen door het neerleggen van een aantal samengestelde vellen van composietweefsel, elk waarvan vooraf is geïmpregneerd, of van droge weefsels, die innig zijn verbonden door een complementaire hars, zoals epoxyhars.

Hierbij wordt opgemerkt, dat de technologische eigenschappen van de vellen composietweefsel en preïmpregnatie- of impregnatieharsen de vakman, die het werk moet uitvoeren, bekend zijn.

50 De kamer 3 is op overeenkomstige wijze als de kamer 2 gevormd, uitgaande van dezelfde samenstellende producten, met dien verstande dat de kern 7 nauw wordt gevat in een omhulling 8 en die van de wand 4 zijn bij voorkeur groter dan die van de omhulling 6, waarbij de dikte tussen 2 en 3 millimeter ligt, en bijvoorbeeld 2,5 millimeter is.

De kamer 3 is zodanig uitgevoerd, dat de ringvormige buitenomtrekt 9 in dwarsdoorsnede een concave 55 gestalte heeft teneinde een oppompbare band 10 te kunnen ondersteunen.

Hoewel dat niet is weergegeven heeft de velg 1 ten minste plaatselijk een opening, een doorgang of een uitsparing heeft, die bijvoorbeeld in het vlak van symmetrie P-P' is aangebracht om in het voorkomende

Claims (7)

194789 2 geval om een ventiel voor de band 10 aan te kunnen brengen. De velg volgens figuur 1 kenmerkt zich door twee gesloten en gevulde kamers, welke tegen elkaar liggen, elk voorzien van een kern en een innig daarmee verbonden omhulling. Een dergelijke constructie kenmerkt zich door een grote mechanische stijfheid, een maximale lichtheid, 5 vanwege de keuze van het gekozen materiaal en de lage dichtheid daarvan. De eigenschap van onvervormbaarheid wordt gecomplementeerd door een chemische bestendigheid, waardoor de velg zelf niet veroudert. Hierbij wordt opgemerkt, dat de omhulling 8 tussen de wand 9 en de wand 4 twee zijflanken 11 vertoont, die de kamer 3 verstijven en die in het bijzonder kunnen worden gebruikt als remvlakken bij de toepassing 10 van remblokken of dergelijke. Figuur 2 toont een uitvoeringsvariant van de kamer 2, welke is gevormd door twee deelkamers 2a en 2b, die door een gemeenschappelijke wand 12 zijn gescheiden overeenkomend met wand 4. In dit uitvoerings-voorbeeld heeft de velg 1 drie kamers, welke in radiale zin naast elkaar liggen, waarbij kamer 3 weer de ondersteuningsfunctie krijgt voor de band 10 en die flanken 11 heeft als eventueel remvlak. 15 Figuur 3 toont een tweede uitvoeringsvorm, waarbij de kamer 2, die het velglichaam vormt is gevormd door twee deelkamers 2, en 22 welke zijn gescheiden door een gemeenschappelijke wand 12, die zich bevindt in het vlak P-P'. De wand 12 is gevormd zoals hierboven beschreven en is verbonden met de wand 4 tussen de kamer 2 en de kamer 3. Figuur 4 toont een andere uitvoeringsvorm van de kamer 3 en kan samengaan met een kamer 2, die al 20 dan niet is samengesteld uit deelkamers 2a, 2b respectievelijk 21t 22. In deze uitvoeringsvorm is de kamer 3 open en is slechts begrensd door de wand 4 en de twee zijflanken 11, welke bovendien elk zijn uitgevoerd met een naar binnen wijzende flens 13. De flenzen 13 dienen voor het vasthouden van de hiel 14 van een klassieke band 10, al of niet voorzien van een binnenband. Het profiel van de velg is in dit geval voorzien van een uitsparing 15 in de kern 7, zodanig dat 25 een soort bodemprofiel 16 wordt gevormd, waarop bijvoorbeeld de binnenband van de luchtband 10 ondersteuning vindt. Aan een wiel voorzien van een centrale naaf, niet getoond in de tekening, kan de velg 1 door elk passend middel worden verbonden, zoals door staven 20 volgens figuur 1. De staven 20 kunnen worden vervangen door een voile schijf 21 of door spaken 22. In het laatste geval, zoals in figuur 5, is het van 30 oordeel om de velg uit te voeren, ongeacht de constructie, met doorgangen 25 in het middenlangsvlak P-P', welke doorgangen zich volledig door de velg heen zullen uitstrekken en dienen voor het aanbrengen van spaken, waarvan de schroefkoppen verzonken liggen in uitsparingen 26, die coaxiaal met de doorgangen 25 zijn, en liggen in de open omtrekskamer 3. Het is hierbij nuttig op te merken, dat dergelijke uitsparingen het ondersteunen van de schroefkop van de 35 spaak tijdens het vastschroeven mogelijk maken, hetzij op de buitenwand 9, hetzij op de aangrenzende wand 4, welke in alle uitvoeringsvormen concentrisch om de as van het wiel ligt. De velg wordt bij voorkeur gebruikt bij racefietsen. 40 Conclusies

1. Velg voor een fietswiel of dergelijke, omvattende een velgprofiel gevormd door een kernmateriaal met een cel- of schuimstructuur en een hard wandmateriaal uit geïmpregneerd en gepolymeriseerd synthetisch composietvezel dat nauw aansluit op het kernmateriaal, met het kenmerk, dat de wielvelg aangrenzende 45 kamers omvat voorzien van een gemeenschappelijke wand, waarbij een velglichaam is gevormd door één kamer (2), bij welke kamer (2) een kern (5) geheel is omhuld door de gemeenschappelijke wand (4) en een omhulling (6), en de andere kamer (3) een velgprofiel vormt die een velglichaam omgeeft, voor het hierop monteren van een fietsband, welke andere kamer (3) eveneens is gevormd door een kern (7), en geheel of gedeeltelijk is omhuld door de gemeenschappelijke wand (4) en een omhulling (11).

2. Velg volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de kamer (2) van het velglichaam is gevormd door twee deelkamers (2a, 2b) die een gemeenschappelijke wand hebben en waarvan de ene de andere omgeeft.

3. Velg volgens een der conclusies 1 tot en met 2, met het kenmerk, dat de kamer (3) van het velgprofiel geheel gesloten is en met de buitenomtrekswand (9) als fietsbandondersteuning heeft met in dwarsdoorsnede concave vorm.

4. Velg volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het open velgprofiel als omhulling alleen op afstand van elkaar gelegen zijwanden (11) heeft die vanaf de gemeenschappelijke tussenwand (4) radiaal buiten het kernmateriaal uitsteken. 3 194789

5. Velg volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de kern (7) van de het velgprofiel vormende kamer de velgprofielbodem begrenst.

6. Velg volgens een der conclusie 1 tot en met 5, met het kenmerk, dat aan het velglichaam staven (20) zitten ter verbinding met de naaf van een wiel.

7. Velg volgens een der conclusies 1 tot en met 5, met het kenmerk, dat de kamers zijn voorzien van doorgangen (25, 26) voor het opnemen van wielspaken. Hierbij 4 bladen tekening