NL192019C - Grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bewerking van een zaaibed. - Google Patents

Grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bewerking van een zaaibed. Download PDF

Info

Publication number
NL192019C
NL192019C NL8302322A NL8302322A NL192019C NL 192019 C NL192019 C NL 192019C NL 8302322 A NL8302322 A NL 8302322A NL 8302322 A NL8302322 A NL 8302322A NL 192019 C NL192019 C NL 192019C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
roller
machine
working
tractor
frame
Prior art date
Application number
NL8302322A
Other languages
English (en)
Other versions
NL8302322A (nl
NL192019B (nl
Original Assignee
Lely Nv C Van Der
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lely Nv C Van Der filed Critical Lely Nv C Van Der
Priority to NL8302322A priority Critical patent/NL192019C/nl
Priority to GB08416207A priority patent/GB2142212B/en
Priority to FR8410229A priority patent/FR2547971B1/fr
Priority to DE19843423956 priority patent/DE3423956C2/de
Publication of NL8302322A publication Critical patent/NL8302322A/nl
Publication of NL192019B publication Critical patent/NL192019B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL192019C publication Critical patent/NL192019C/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B49/00Combined machines
    • A01B49/02Combined machines with two or more soil-working tools of different kind
    • A01B49/022Combined machines with two or more soil-working tools of different kind at least one tool being actively driven
    • A01B49/025Combined machines with two or more soil-working tools of different kind at least one tool being actively driven about a substantially vertical axis

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Soil Working Implements (AREA)
  • Agricultural Machines (AREA)

Description

1 192019
Grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bewerking van een zaaibed
De uitvinding heeft betrekking op een grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bewerking van een zaaibed, voorzien van een gestel met aankoppelmiddelen voor aankoppeling aan een driepuntsbevestiging 5 van een trekker, welke bevestiging, gerekend ten opzichte van de werkzame bewegingsrichting van de machine, aan de achterzijde van de trekker is opgesteld en is voorzien van een in lengte verstelbare topstang, en welk gestel is voorzien van motorisch aangedreven bewerkingsorganen, die naast elkaar in een zich dwars op de voortbewegingsrichting van de machine uitstrekkende rij in het gestel zijn gelegerd, aan de, gerekend ten opzichte van de werkzame bewegingsrichting, voor- en achterzijde van welk gestel 10 een rol in hoogterichting ten opzichte van het gestel instelbaar met het gestel is verbonden, waarbij de achterste rol een werkbereik heeft, dat overeenstemt met de werkbreedte van de machine en voorzien is van een geprofileerde buitenomtrek.
Een dergelijke grondbewerkingsmachine is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 7508821.
Deze bekende machine omvat aan de voorzijde van het gestel een in hoogterichting instelbaar egalisatie-15 orgaan, dat uitgevoerd is als een vrij draaibare rol. De rol heeft hiertoe een gladde buitenomtrek en een relatief geringe diameter. Het egalisatieorgaan zorgt er door zijn plaats en grootte voor dat tijdens bedrijf aarde voor de machine uit wordt geschoven, en wel zodanig dat een effectieve herverdeling van aarde wordt verkregen. Specifiek bij zeer ruwe bodemoppervlakken levert dit het voordeel op dat de bewerkingsorganen zich steeds op gelijke diepte door de grond kunnen bewegen. Een dergelijke constructie is echter 20 ongeschikt voor het doel van de onderhavige uitvinding, namelijk het verkrijgen van een gunstige constructie voor een machine van bovengenoemde soort, waarmee een in mindere of meerdere mate aangedrukt zaaibed kan worden geprepareerd. Volgens de uitvinding wordt het doel van de uitvinding op gunstige wijze bereikt, wanneer de voor- en achterrol gelijksoortig zijn en in diameter met elkaar overeenstemmen, waarbij de voorste rol ten minste in breedte overeenkomt met de afstand tussen de achterwielen van een algemeen 25 gebruikelijke trekker, en in aangekoppelde toestand van de machine is opgesteld of tussen deze achterwielen, of althans ten minste is onderbroken in het gebied, dat, in aangekoppelde toestand van de machine, wordt ingenomen door de achterwielen van de trekker.
Met een dergelijke voorziening kan naar keuze door het verkorten of verlengen van de topstang meer of minder druk van de achterste op de voorste rol overgebracht worden en aldus de verdichtingsgraad van de 30 door de bewerkingsorganen bewerkte aarde gewijzigd worden. Door de voorste rol een even grote diameter te geven als de achterste rol, wordt, in tegenstelling tot hetgeen door de rol met relatief geringe diameter uit het Nederlandse octrooischritt bekend is, bewerkstelligd dat de voorste rol zich bij de ongelijkmatigheden, die zich in het veld voordoen, goed blijft afrollen en wordt voorkomen dat de voorste rol onder toenemende druk in vergaande mate de aarde indringt en als een egalisatieorgaan aarde voor zich uitschuift. Een goede 35 afrolling van de voorste rol wordt tevens verkregen door de voorste rol gelijksoortig aan de achterste rol te maken, welke doorgaans aan de grondsoort is aangepast en daarop goed af rolt. Het gewichtsprobleem dat wordt veroorzaakt met de grotere roldiameter en het daarmee gepaard gaande verder van de trekker af geraken van het zwaartepunt van de machine, wordt volgens de uitvinding op gunstige wijze ondervangen door de voorste rol ten minste in breedte te doen overeenkomen met de afstand tussen de achterwielen van 40 een algemeen gebruikelijke trekker. Door de rol in aangekoppelde toestand van de machine op te stellen tussen de achterwielen van de trekker, deze althans in het voor de achterwielen bestemde bereik te onderbreken, kan de machine alsnog dicht achter de trekker worden aangekoppeld, en kan de voorste rol, gezien in bovenaanzicht in voorwaartse richting, zelfs voorbij de achterste begrenzing van gangbare trekkerachterwielen reiken.
45 Opgemerkt wordt dat het uit de Nederlandse openbaarmaking 168679 op zichzelf bekend is een voor het gestel van de machine aangebrachte rol in het voor de trekkerwielen bestemde gebied te onderbreken.
Deze bekende machine is niet voorzien van een achter de bewerkingsorganen opgestelde rol, zodat met deze machine de bewerkte grond niet aangedrukt kan worden en er dus geen sprake is van een geprepareerd zaadbed. De machine vormt daarmee niet het uitgangspunt van de onderhavige uitvinding. De 50 openbaarmaking biedt door het ontbreken van de achterste rol evenmin een aanreiking voor de achterliggende gedachte van de onderhavige constructie.
Uit figuur 5 van de Nederlandse terinzagelegging 7602084 is voorts een grondbewerkingsmachine bekend, welke is voorzien van voor en achter het gestel opgestelde gelijksoortige rollen met overeenstemmende diameters. De voorste en achterste rol zijn onderling gekoppeld via een tussen de draagarmen van 55 beide rollen schamierbaar aangebrachte tussenstang. Deze constructie heeft volgens zijn beschrijving een stabiliserende invloed op het gestel van de machine, waardoor de machine een rustige gang heeft en de werking positief wordt beïnvloed. Een gecontroleerde ontlasting van de achterste rol door de voorste rol is 192019 2 met deze constructie echter niet mogelijk.
Aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld zal de uitvinding nader uiteen worden gezet.
5 Figuur 1 geeft in bovenaanzicht een grondbewerkingsmachine weer, voorzien van een constructie volgens de uitvinding.
Figuur 2 geeft een zijaanzicht van de in figuur 1 afgebeelde inrichting weer.
De in de figuren weergegeven inrichting is een grondbewerkingsmachine, in het bijzonder een machine voor 10 de bereiding van een zaaibed. De machine omvat een zich dwars op de voortbewegingsrichting A
uitstrekkend kokervormig gesteldeel 1. In het gesteldeel 1 zijn op onderling gelijke afstand van bij voorkeur 25 cm, zich in opwaartse, bij voorkeur verticale, richting uitstrekkende assen 2 van bewerkingsorganen 3 gelegerd. De bewerkingsorganen 3 zijn elk voorzien van een althans nagenoeg horizontale drager 4, die op het aan de onderzijde uit het gesteldeel 1 stekende einde van een as 2 is aangebracht. De drager 4 is aan 15 de einden voorzien van zich naar beneden uitstrekkende bewerkingselementen 5 in de vorm van tanden. De einden van het gesteldeel 1 zijn afgesloten door zich in opwaartse en in de voortbewegingsrichting A uitstrekkende platen 6. Aan elk van de platen 6, die zich tot boven het gesteldeel 1 uitstrekken is nabij de voorzijde een tap 7 aangebracht waarom een zich langs de binnenzijde van de plaat naar achteren uitstrekkende arm 8 verzwenkbaar is.
20 Elk van de armen 8 is nabij de achterzijde van de plaat 6 voorzien van een schroefspindel 8A, die aan de achterzijde van het gestel is ondersteund, een en ander zodanig dat met behulp van de schroefspindel de stand van de rol ten opzichte van het gesteldeel kan worden gewijzigd. Aan de buitenzijde van elke arm 8 is een door een plaat 8B gevormde arrêteerinrichting aanwezig met behulp waarvan de rol in de met behulp van de schroefspindel 8A ingestelde stand, kan worden gearrêteerd. Elke arm 8 is nabij de 25 achterzijde van de plaat 6 voorzien van een zich schuin naar beneden uitstrekkend deel dat overgaat in een gedeelte dat althans nagenoeg horizontaal is gelegen. Aan het schuin naar beneden verlopende gedeelte is door middel van bouten een zich schuin naar beneden en naar achteren uitstrekkende steun 9 aangebracht. Tussen de ondereinden van de steunen 9 is door middel van legers, die in legerhuizen 10 zijn ondergebracht en een as 11, een rol 12 vrij draaibaar aangebracht.
30 Zoals uit figuur 2 blijkt zijn de legerhuizen 10 elk door middel van vier bouten 13 ten opzichte van de steun 9 vastgezet. De rol 12 is uitgevoerd als een pakkerrol, deze rol kan echter ook een andere uitvoering hebben, bijvoorbeeld zijn voorzien van langselementen in de vorm van staven of pijpen. De rol 12 omvat een cilindervormïg deel 14, dat aan de omtrek is voorzien van groepen plaatvormige tanden 15, die op gelijke afstand van elkaar zijn aangebracht. De tanden 15 hebben een zijde die althans nagenoeg 35 tangentiaal verloopt, een en ander zodanig, dat de radiale zijde tijdens het bedrijf voldoende weerstand oproept om de rol tijdens de voortbeweging van de machine door zijn aanraking met de grond een althans nagenoeg constante draaiing te geven. Aan de achterzijde van de rol 12 zijn tot tussen de respectieve groepen tanden 15 afstrijkers 16 aanwezig, die zijn aangebracht aan een gemeenschappelijke drager 17.
De einden van de drager 17 zijn bevestigd aan platen 18, die zich althans nagenoeg evenwijdig aan de 40 voortbewegingsrichting A en in opwaartse richting uitstrekken. De voorzijde van elk van de platen 18 is verzwenkbaar aangebracht om de respectieve assen 11 van de rol 12, waarbij zij zich bevinden tussen een steun 9 en het legerbuis 10. De stand van de platen 18 ten opzichte van de steun 9 kan door middel van de bouten 13 voor het legerhuis 10 worden versteld doordat twee stellen van in totaal vier gaten 19 aanwezig zijn.
45 De weergegeven stand van de drager is de laagste; de andere stand is hoger en kan worden gebruikt indien men de machine combineert met een zaaimachine, daar hierdoor ruimte ontstaat voor de zaai-schoenen. De afstrijkers 16 zijn door middel van bouten 20 tussen twee tot de drager 17 behorende delen 21 geklemd, waarvan er zich een boven en een onder de afstrijkers bevindt.
Aan de achterzijde van de drager 17 is een schoor 22 ter versteviging van de drager aangebracht, welke 50 schoor beugelvormig is en nabij zijn einden en zijn midden met het onderste deel van de drager is verbonden. De afstrijkers 16 kunnen door verschuiving in hun langsrichting worden versteld. Nabij de einden van het gesteldeel 1 zijn door middel van armen 23 om een zich in de voortbewegingsrichting A uitstrekkende as verzwenkbare platen 24 aangebracht, die elk met een buitenste bewerkingsorgaan 3 kunnen samenwerken en tijdens het bedrijf een stand innemen zoals in figuur 1 is weergegeven. Nabij de voorzijde 55 van het gesteldeel 1 bevindt zich ter hoogte van de dragers 4 voor de bewerkingselementen 5 van de bewerkingsorganen 3 een zich over de gehele lengte van het gesteldeel uitstrekkende afscherming 25, die wordt gevormd door een hoekijzer. Het hoekijzer is zodanig aangebracht dat een onderste been zich schuin 3 192019 naar beneden en naar achteren uitstrekt en een bovenste been schuin naar boven en naar achteren is gericht. De afscherming 25 wordt gedragen door armen 26, die verzwenkbaar zijn aangebracht tussen paren op afstand van elkaar gelegen lippen 27, die aan de voorzijde op de bovenzijde van het gesteldeel 1 zijn bevestigd. Aan de achterzijde zijn ter hoogte van elk vanaf een einde van het gesteldeel 1 gerekend 5 derde beweikingsorgaan 3 opwaarts gerichte steunen 28 aangebracht. De steunen 28 zijn nabij de bovenzijde elk voorzien van een paar zich naar achteren uitstrekkende lippen 29. Tussen een paar lippen 29 is telkens een draagarm 30 aangebracht, die zich naar beneden uitstrekt. Elke draagarm 30 is door middel van een pen 31, die door één van een aantal boven elkaar gelegen in de draagarm 30 aangebrachte gaten en een gat in de lippen 29 kan worden gestoken in meerdere standen ten opzichte van het gesteldeel 10 verzwenkbaar aanbrengbaar. De ondereinden van de draagamnen 30 zijn bevestigd aan een althans nagenoeg horizontale drager 33. De drager 33 strekt zich althans nagenoeg evenwijdig uit aan een verticaal vlak door de draaiingsassen van de bewerkingsorganen 3 en is in de nabijheid hiervan gelegen. De drager 33 is voorzien van op gelijke afstand van elkaar aangebrachte, door middel van bouten 34 bevestigde tanden 35, die bij voorkeur, een ronde dwarsdoorsnede hebben en individueel in hoogterichting verstelbaar 15 zijn.
Ter hoogte van de lippen 27 voor de armen 26 van de afscherming 25 aan de voorzijde van het gesteldeel 1 is de drager 33 voorzien van een zich naar boven uitstrekkend hoekijzer 37 waarvan een been zich dwars op de voortbewegingsrichting A en het andere been aan de zijde van de draagarm 30 naar achteren is gericht (Figuur 1). Het hoekijzer 37 is voorzien van een rij boven elkaar gelegen gaten, in één 20 ' waarvan een einde gebracht kan worden van een tot een verend mechanisme behorende trekveer 39. Het andere einde van de veer 39 is gehaakt in een oor dat is bevestigd op de arm 26 voor de afscherming 25.
Aan de voorzijde van het gesteldeel 1 is nabij het midden een zich in opwaartse, bij voorkeur verticale, richting uitstrekkende kokervormige steun 40 losneembaar aangebracht. De steun 40 heeft een hoekige, bij voorkeur vierkante, dwarsdoorsnede. In de steun 40 is een arm 41 welke eveneens een hoekige, bij 25 voorkeur vierkante, dwarsdoorsnede heeft in hoogterichting instelbaar aangebracht. De arm 41 is daartoe voorzien van een rij boven elkaar gelegen gaten 42 door één waarvan een pen 43 kan worden gestoken.
De pen 43 is eveneens brengbaar in een corresponderend gat in de kokervormige steun 40. Het ondereinde van de arm 41 is door middel van steunplaten 44 aangebracht nabij het midden van een zich althans nagenoeg horizontaal en dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekkende drager 45. De drager 45 heeft 30 een breedte die althans nagenoeg overeenkomt met de afstand tussen de achterwielen van een algemeen gebruikelijke trekker.
De einden van de drager zijn elk voorzien van zich naar voren en in opwaartse richting uitstrekkende platen 46. Nabij de voorzijde is tussen de platen 46 door middel van in een legerbuis 47 ondergebrachte legers en een as 48 een rol 49 vrij draaibaar aangebracht. De rol 49 is bij dit uitvoeringsvoorbeeld eveneens 35 uitgevoerd als een pakkerrol, die dezelfde uitvoering heeft als de pakkerrol 12 aan de achterzijde van de rij bewerkingsorganen 3. Aan de onderzijde van de drager 45 zijn afstrijkers 16 aanwezig. Binnen het gesteldeel 1 is op elk van de assen 2 van de bewerkingsorganen 3 een tandwiel 50 met rechte vertanding aangebracht, een en ander zodanig dat de tandwielen op de assen van naast elkaar gelegen bewerkingsorganen met elkaar in aandrijvende verbinding staan. Nabij het midden van het gesteldeel 1 is een as 2 van 40 een bewerkingsorgaan 3 naar boven verlengd. De verlenging reikt tot in een tandwielkast 51, die op de bovenzijde van het gesteldeel 1 is bevestigd. Binnen de tandwielkast 51 staat de verlenging via een conische tandwieloverbrenging in aandrijvende verbinding met een zich in de voortbewegingsrichting A uitstrekkende as, die via een aan de achterzijde van de tandwielkast gelegen toerenvariator 52 in aandrijvende verbinding staat met een daarboven gelegen zich eveneens in de voortbewegingsrichting A van de 45 machine uitstrekkende as 53, die aan de bovenzijde buiten de tandwielkast uitsteekt. Het achtereinde van de as 53 reikt tot buiten de toerenvariator 52 en vormt een aftakas voor het aandrijven van verdere werktuigen, zoals bijvoorbeeld een aardappelpootmachine of een zaaimachine.
Het aan de voorzijde buiten de tandwielkast uitstekende einde van de as 53 kan via een tussenas 54 met de aftakas van een trekker worden gekoppeld.
50 Op de bovenzijde van het gesteldeel 1 is een driehoekige aankoppelbok 55 aangebracht, die aan de voorzijde is voorzien van aankoppelpunten voor aankoppeling van de machine aan de driepuntshefinrichting van een trekker. Hierbij is de steun 40 voor de voorste rol 49 althans nagenoeg midden tussen de opwaarts gerichte benen van de bok 55 gelegen.
De werking van de in het voorgaande beschreven inrichting is als volgt: 55 Tijdens het bedrijf rust de machine door middel van de aan de voor- en achterzijde aanwezige rol 49; 12, die in een bepaalde corresponderende stand ten opzichte van het gesteldeel zijn ingesteld op de grond, waarbij tevens de werkdiepte van de bewerkingselementen 5 van de bewerkingsorganen 3 is bepaald.

Claims (2)

192019 4 De machine is tijdens het bedrijf door middel van de aankoppelbok 55 met de driepuntshefinrichting van een trekker verbonden en wordt tijdens de voortbeweging in een richting volgens pijl A via de tussenas 54 en de in het voorgaande beschreven overbrenging vanaf de aftakas van de trekker aangedreven. Hierbij draaien naast elkaar gelegen bewerkingsorganen 3 in tegengestelde zin en bewerken deze bewerkings-5 organen met hun bewerkingselementen 5 tenminste aan elkaar grenzende stroken grond. Met behulp van de aan de voorzijde van het gestel aangebrachte rol 49 waarvan de werkbreedte praktisch overeenkomt met de afstand tussen de achterwielen van een gebruikelijke trekker, dat wil zegen 150-180 cm, kan men de te bewerken grond effenen alvorens deze binnen het bereik van de bewerkingsorganen komt. Dit kan op effectieve wijze gebeuren indien de rol zoals bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is uitgevoerd als een 10 pakkerrol. Bij de in het voorgaande beschreven inrichting zijn middelen aanwezig met behulp waarvan men tijdens het bedrijf elk van de rollen een vaste stand ten opzichte van het gesteldeel 1 van de machine kan geven en naar wens meer of minder druk op de rol aan de voor·, respectievelijk aan de achterzijde kan brengen. Deze middelen omvatten de topstang 56 van de driepuntsbevestiging. Zo kan men, indien de grond geschikt moet worden gemaakt voor het poten van aardappelen, de rol aan 15 de voorzijde meer belasten door de topstang 56 te verkorten. Hierdoor drukt de achterste rol minder op de grond waardoor het geheel losser blijft en beter geschikt voor het vormen van ruggen. Zoals in de praktijk is gebleken kan men reeds bij een geringe verstelling van de topstang een aanmerkelijke drukverplaatsing verkrijgen. Indien men een zaaibed voor suikerbieten bereidt kan men door de topstang 56 iets te verlengen meer druk op de aan de achterzijde aanwezige rol uitoefenen, waardoor men 20 de stabiliteit van het te bereiden zaaibed aanmerkelijk kan verbeteren.
1. Grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bewerking van een zaaibed, voorzien van een gestel met aankoppelmiddelen voor aankoppeling aan een driepuntsbevestiging van een trekker, welke bevestiging, gerekend ten opzichte van de werkzame bewegingsrichting van de machine, aan de achterzijde van de trekker is opgesteld en is voorzien van een in lengte verstelbare topstang, en welk gestel is voorzien van motorisch aangedreven bewerkingsorganen, die naast elkaar in een zich dwars op de voortbewegings-30 richting van de machine uitstrekkende rij in het gestel zijn gelegerd, aan de, gerekend ten opzichte van de werkzame bewegingsrichting, voor- en achterzijde van welk gestel een rol in hoogterichting ten opzichte van het gestel instelbaar met het gestel is verbonden, waarbij de achterste rol een werkbereik heeft, dat overeenstemt met de werkbreedte van de machine en voorzien is van een geprofileerde buitenomtrek, met het kenmerk, dat de voor- en achterrol (12, 49) gelijksoortig zijn en in diameter met elkaar overeenstemmen, 35 waarbij de voorste rol (49) ten minste in breedte overeenkomt met de afstand tussen de achterwielen van een algemeen gebruikelijke trekker, en in aangekoppelde toestand van de machine is opgesteld of tussen deze achterwielen, of althans ten minste is onderbroken in het gebied, dat, in aangekoppelde toestand van de machine, wordt ingenomen door de achterwielen van de trekker. Hierbij 2 bladen tekening
NL8302322A 1983-06-30 1983-06-30 Grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bewerking van een zaaibed. NL192019C (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8302322A NL192019C (nl) 1983-06-30 1983-06-30 Grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bewerking van een zaaibed.
GB08416207A GB2142212B (en) 1983-06-30 1984-06-26 Soil cultivating implements
FR8410229A FR2547971B1 (fr) 1983-06-30 1984-06-28 Machine pour la preparation d'un lit de semence
DE19843423956 DE3423956C2 (de) 1983-06-30 1984-06-29 Bodenbearbeitungsmaschine, insbesondere Kreiselegge zur Saatbettbereitung

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8302322A NL192019C (nl) 1983-06-30 1983-06-30 Grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bewerking van een zaaibed.
NL8302322 1983-06-30

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8302322A NL8302322A (nl) 1985-01-16
NL192019B NL192019B (nl) 1996-09-02
NL192019C true NL192019C (nl) 1997-01-07

Family

ID=19842090

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8302322A NL192019C (nl) 1983-06-30 1983-06-30 Grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bewerking van een zaaibed.

Country Status (4)

Country Link
DE (1) DE3423956C2 (nl)
FR (1) FR2547971B1 (nl)
GB (1) GB2142212B (nl)
NL (1) NL192019C (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2158686B (en) * 1984-05-11 1988-02-03 Eurotec Precision Ltd Ground care implements and appliances
GB2187372A (en) * 1986-03-05 1987-09-09 Sisis Equip Apparatus for treating turf

Family Cites Families (15)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE7925367U1 (de) * 1979-09-07 1980-01-03 Rabewerk Heinrich Clausing, 4515 Bad Essen Egge mit antreibbaren Zinken
DE1243449B (de) * 1960-02-08 1967-06-29 Lely Nv C Van Der Vorrichtung zum Anbauen eines landwirtschaftlichen Geraetes vor einen Schlepper
US4077477A (en) * 1972-06-23 1978-03-07 C. Van Der Lely N.V. Soil cultivating implements
US3892278A (en) * 1972-12-27 1975-07-01 Smitty S Inc Rotary tiller-mulcher
NL7402786A (nl) * 1974-03-01 1975-09-03 Lely Nv C Van Der Grondbewerkingsmachine.
DE2438374A1 (de) * 1974-08-09 1976-02-26 Amazonen Werke Dreyer H Packerwalze
NL7416758A (nl) * 1974-12-23 1976-06-25 Lely Nv C Van Der Grondbewerkingsmachine.
NL7508821A (nl) * 1975-07-24 1977-01-26 Lely Nv C Van Der Grondbewerkingsmachine.
NL175251C (nl) * 1975-09-19 1990-01-16 Lely Nv C Van Der Rotorkopeg.
NL183071C (nl) * 1975-12-02 1988-07-18 Lely Nv C Van Der Grondbewerkingsmachine.
NL7602084A (nl) * 1976-03-01 1977-09-05 Lely Nv C Van Der Grondbewerkingsmachine.
NL181703B (nl) * 1976-12-03 1987-05-18 Lely Nv C Van Der Grondbewerkingsmachine.
DK197079A (da) * 1978-05-18 1979-11-19 Patent Concern Nv Jordbearbejdsningsmaskine
EP0033950B1 (de) * 1980-02-08 1984-06-20 Maschinenfabrik Rau GmbH Zapfwellengetriebenes Bodenbearbeitungsgerät
FR2485869B3 (fr) * 1980-07-04 1982-06-25 Pegoraro Spa Herse rotative munie d'une barre brise-mottes arriere

Also Published As

Publication number Publication date
GB8416207D0 (en) 1984-08-01
NL8302322A (nl) 1985-01-16
FR2547971A1 (fr) 1985-01-04
DE3423956C2 (de) 1998-04-16
FR2547971B1 (fr) 1989-07-21
DE3423956A1 (de) 1985-01-03
GB2142212B (en) 1986-09-03
GB2142212A (en) 1985-01-16
NL192019B (nl) 1996-09-02

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8500396A (nl) Grondbewerkingsinrichting.
NL8501109A (nl) Landbouwwerktuig.
NL8204705A (nl) Grondbewerkingsrol.
NL192019C (nl) Grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bewerking van een zaaibed.
NL8800800A (nl) Combinatie van een trekker met ten minste een grondbewerking-zaaieenheid.
NL8601048A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL193433C (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL192287C (nl) Rotorkopeg.
NL8300154A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8400269A (nl) Rolconstructie voor een grondbewerkingsmachine.
NL8303382A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8203047A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8201055A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8301236A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8403460A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL9300659A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8602005A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8203045A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL9101330A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8006776A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8602211A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8006603A (nl) Grondbewerkingsmachine.
EP0305600A1 (en) A soil cultivating machine
NL8402020A (nl) Grondbewerkingsmachine, in het bijzonder geschikt voor de bereiding van een zaaibed.
NL8701725A (nl) Grondbewerkingsmachine.

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20030101