NL1036727C2 - Inrichting voor het manipuleren van een container. - Google Patents

Inrichting voor het manipuleren van een container. Download PDF

Info

Publication number
NL1036727C2
NL1036727C2 NL1036727A NL1036727A NL1036727C2 NL 1036727 C2 NL1036727 C2 NL 1036727C2 NL 1036727 A NL1036727 A NL 1036727A NL 1036727 A NL1036727 A NL 1036727A NL 1036727 C2 NL1036727 C2 NL 1036727C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
frame
coupling
coupling member
tipping
frame part
Prior art date
Application number
NL1036727A
Other languages
English (en)
Inventor
Adrianus Marinus Jacobus Wouw
Original Assignee
Vdl Containersystemen B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Vdl Containersystemen B V filed Critical Vdl Containersystemen B V
Priority to NL1036727A priority Critical patent/NL1036727C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1036727C2 publication Critical patent/NL1036727C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60PVEHICLES ADAPTED FOR LOAD TRANSPORTATION OR TO TRANSPORT, TO CARRY, OR TO COMPRISE SPECIAL LOADS OR OBJECTS
    • B60P1/00Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading
    • B60P1/64Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading the load supporting or containing element being readily removable
    • B60P1/6418Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading the load supporting or containing element being readily removable the load-transporting element being a container or similar
    • B60P1/6463Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading the load supporting or containing element being readily removable the load-transporting element being a container or similar fitted with articulated beams for longitudinal displacement of the container

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Forklifts And Lifting Vehicles (AREA)

Description

f
Korte aanduiding: Inrichting voor het manipuleren van een container.
BESCHRIJVING
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor 5 het manipuleren van een container, omvattende een hoofdframe, een kiepframe dat zwenkbaar om een eerste horizontale zwenkas tussen een horizontale stand en een hellende stand is verbonden met het hoofdframe, een afzetframe dat zwenkbaar om een tweede horizontale zwenkas tussen een laadstand en een losstand is verbonden met het kiepframe, eerste aandrijfmiddelen voor het aandrijven van hetzij 10 het zwenken van het kiepframe ten opzichte van het hoofdframe tussen de horizontale stand en de hellende stand, hetzij het zwenken van het afzetframe ten opzichte van het kiepframe tussen de laadstand en de losstand, het afzetframe omvattende een basis framedeel en een ten opzichte van het basis framedeel tussen een transportstand en een voorbereidingsstand verplaatsbaar 15 aangrijpingsframedeel, het aangrijpingsframedeel omvattende een aangrijpings-orgaan voor aangrijping van een container waarbij het aangrijpingsorgaan in de voorbereidingsstand dichter bij de eerste zwenkas is gelegen dan in de transportstand, tweede aandrijfmiddelen voor het aandrijven van de verplaatsing van het aangrijpingsframedeel ten opzichte van het basis framedeel tussen de 20 transportstand en de voorbereidingsstand, alsmede tussen een werkzame toestand en een niet-werkzame toestand instelbare koppelmiddelen voor het in de werkzame toestand star koppelen van het basis framedeel aan het kiepframe.
Een dergelijke inrichting is bekend uit het Nederlandse octrooi NL 1017096 en wordt toegepast als onderdeel van een voertuig. Dergelijke 25 voertuigen kunnen niet alleen containers transporteren, maar met behulp van de inrichting tevens een container vanaf de grond op het voertuig plaatsen alsmede vanaf het voertuig op de grond plaatsen, terwijl bovendien de container in een dusdanig hellende stand kan worden gemanipuleerd dat de belading ervan aan de achterzijde uit de container schuift. Dergelijke systemen worden ook wel aangeduid 30 als haakarmsysteem. Tussen het hoofdframe van de inrichting en het basisframedeel zijn twee hoofdcilinders werkzaam aanwezig die tijdens het op-/afzetten het afzetframe kunnen doen zwenken om een horizontale zwenkas ten opzichte van het kiepframe, hetzij het afzetframe gezamenlijk met het kiepframe doen zwenken om een horizontale zwenkas ten opzichte van het hoofdframe tijdens 1036727 2 het kiepen waarbij het kiepframe en het afzetframe star met elkaar zijn gekoppeld. Ter voorbereiding van het eventueel op-/afzetten van een container wordt het aangrijpingsframedeel ten opzichte van het basisframedeel verplaatst tussen een transportstand en een voorbereidingsstand. In dit verband wordt verwezen naar de 5 figuren 1d en 1e van NL 1017096. Voor deze verplaatsing is de inrichting voorzien van een schuifcilinder die werkzaam is tussen het basisframedeel en het aangrijpingsframedeel.
De onderhavige uitvinding beoogt nu een eenvoudigere inrichting te verschaffen die tegen lagere kosten kan worden geproduceerd waarbij tevens een 10 significante gewichtsbesparing wordt gerealiseerd waardoor het maximaal toelaatbare gewicht van de belading van het voertuig toeneemt en in onbeladen toestand het brandstofgebruik afneemt. Hiertoe betreffen de eerste aandrijfmiddelen en de tweede aandrijfmiddelen gemeenschappelijke aandrijfmiddelen. Door dezelfde aandrijfmiddelen te gebruiken zowel voor het verplaatsen van het basisframedeel 15 ten opzichte van het aangrijpingsframedeel tussen de transportstand en de voorbereidingsstand als voor de aandrijving van de verplaatsing van het kiepframe ten opzichte van het hoofdframe tussen de horizontale stand en de hellende stand, kan het aantal onderdelen van de inrichting aanmerkelijk worden beperkt hetgeen een positief effect heeft op de kostprijs alsmede op het gewicht van het voertuig.
20 Een constructief uitermate gunstige voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding wordt verkregen indien de gemeenschappelijke aandrijfmiddelen een tussen een korte stand en een lange stand beweegbare lineaire actuator omvatten die enerzijds aangrijpt op het hoofdframe en anderzijds op een koppelorgaan, welk koppelorgaan tevens is gekoppeld met het 25 aangrijpingsframedeel voor het tijdens een eerste deel van de beweging van de lineaire actuator vanaf de korte stand naar de lange stand, verplaatsen van het koppelorgaan van een eerste uiterste stand naar een tweede uiterste stand en, vanwege de koppeling tussen het aangrijpingsframedeel en het koppelorgaan, van het aangrijpingsframedeel ten opzichte van het basis framedeel van de 30 transportstand naar de voorbereidingsstand. Tijdens het afzetten van een container kan aldus het eerste deel van de beweging van de lineaire actuator vanaf de korte stand naar de lange stand worden benut om het aangrijpingsframedeel ten opzichte van het basisframedeel van de transportstand naar de voorbereidingsstand te verplaatsen. Het op het eerste deel volgende resterende deel van de beweging van r 3 de lineaire actuator vanaf de korte stand naar de lange stand kan vervolgens worden benut om het afzetframe om de tweede horizontale zwenkas ten opzichte van het kiepframe te doen zwenken tussen de laadstand en de losstand.
Om te kunnen schakelen tussen het kiepen enerzijds en het 5 op-/afzetten anderzijds geniet het de voorkeur dat de inrichting tussen een werkzame toestand en een niet-werkzame toestand instelbare aanslagmiddelen omvat die in de werkzame toestand de verplaatsing van het koppelorgaan van de eerste uiterste stand naar de tweede uiterste stand en daarmee van het aangrijpingsframedeel ten opzichte van het basis framedeel van de transportstand 10 naar de voorbereidingsstand blokkeert, en in de niet-werkzame toestand de verplaatsing van het koppelorgaan van de eerste uiterste stand naar de tweede uiterste stand en daarmee van het aangrijpingsframedeel ten opzichte van het basis framedeel van de transportstand naar de voorbereidingsstand toestaat. In de werkzame toestand voorkomen de aanslagmiddelen dat het aangrijpingsframedeel 15 ten opzichte van het basisframedeel verplaatst waardoor het aangrijpingsframedeel in de transportstand blijft. Dit is ook wenselijk tijdens het kiepen van een container hetgeen dan in de werkzame toestand van de aanslagmiddelen kan plaatsvinden. Het op-/afzetten van een container kan plaatsvinden in de niet-werkzame toestand van de aanslagmiddelen.
20 In het streven naar constructieve eenvoud geniet het de verdere voorkeur dat in de eerste uiterste stand van het koppelorgaan de koppelmiddelen zich in de werkzame toestand daarvan bevinden terwijl in de tweede uiterste stand van het koppelorgaan de koppelmiddelen zich in de niet-werkzame toestand daarvan bevinden, waarbij bij nog verdere voorkeur in de werkzame toestand van de 25 koppelmiddelen, het koppelorgaan bijdraagt aan de starre koppeling van het basis framedeel aan het kiepframe. Aldus bepaalt de stand van het koppelorgaan, de toestand van de koppelmiddelen. Daarbij vindt geen starre koppeling tussen het kiepframe en het afzetframe plaats in de tweede uiterste stand van het koppelorgaan, terwijl in de eerste uiterste stand van het koppelorgaan de starre 30 koppeling tussen het kiepframe en het afzetframe juist wel plaatsvindt.
Een constructieve uitermate gunstige uitvoeringsvorm wordt verkregen indien het kiepframe een haakorgaan omvat waarbij in de werkzame toestand van de koppelmiddelen het koppelorgaan binnen het bereik van het haakorgaan is gelegen voor hakende samenwerking tijdens het zwenken van het c 4 kiepframe om de eerste horizontale zwenkas tussen de horizontale stand en de hellende stand ten opzichte van het hoofdframe en in de niet-werkzame toestand van de koppelmiddelen het koppelorgaan buiten het bereik van het haakorgaan is gelegen.
5 Om de inrichting volgens de uitvinding zeer geschikt te maken om ook containers van verschillende lengte te manipuleren geniet het de voorkeur dat de aanslagmiddelen tevens instelbaar zijn in een tweede werkzame toestand waarbij de verplaatsing van het koppelorgaan van de eerste uiterste stand naar de tweede uiterste stand en daarmee van het aangrijpingsframedeel ten opzichte van het basis 10 framedeel van de transportstand naar de voorbereidingsstand slechts ten dele wordt geblokkeerd.
Met name om containers van verschillende lengte te kunnen kiepen is het voordelig indien in de tweede werkzame toestand van de aanslagmiddelen de koppelmiddelen zich in de werkzame toestand daarvan bevinden.
15 Uit het oogpunt van constructieve eenvoud geniet het verder de voorkeur dat het koppelorgaan een aslichaam betreft waaromheen onderdelen, zoals bijvoorbeeld de eerder genoemde aanslagmiddelen, zwenkbaar kunnen zijn.
Het aangrijpingsframedeel is bij grote voorkeur zwenkbaar om een derde horizontale zwenkas tussen de transportstand en de voorbereidingsstand met 20 het basisframedeel verbonden. Aldus wordt het belangrijke voordeel verkregen dat slechts een beperkte slag van de eerste aandrijfmiddelen toereikend is om een relatief grote verplaatsing van het aangrijpingsorgaan te verwezenlijken door geschikte gebruikmaking van het hefboomprincipe. Daarbij is de afstand tussen de derde horizontale zwenkas en de aangrijping van de gemeenschappelijke 25 aandrijfmiddelen op het aangrijpingsframedeel kleiner dan de afstand tussen het aangrijpingsorgaan en de derde zwenkas.
Om te komen tot een uitermate eenvoudige uitvoeringsvorm omvatten de gemeenschappelijke aandrijfmiddelen bij voorkeur een enkele hydraulische cilinder.
30 De uitvinding heeft verder betrekking op een voertuig dat is voorzien van een inrichting volgens de uitvinding zoals bovenstaand omschreven.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm van een inrichting volgens de onderhavige uitvinding waarbij wordt verwezen naar de navolgende figuren: 5
Figuur 1 toont in isometrisch aanzicht een inrichting volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding inclusief een detail daarvan;
Figuur 2 toont in zijaanzicht drie achtereenvolgende stadia tijdens het kiepen; 5 Figuur 3 toont in zijaanzicht vijf achtereenvolgende stadia tijdens het op- en afzetten van een container;
Figuur 4a toont het detailgebied zoals weergegeven in figuur 1 in bovenaanzicht tijdens het kiepen volgens figuur 2;
Figuren 4b en 4c tonen respectievelijk doorsneden IVb-IVb en 10 IVc-IVc in figuur 4a;
Figuur 5a toont het detailgebied zoals weergegeven in figuur 1 in bovenaanzicht tijdens het op- en afzetten volgens figuur 3;
Figuren 5b en 5c tonen respectievelijk doorsneden Vb-Vb en Vc-Vc in figuur 5; 15 Figuur 6a toont het detailgebied zoals weergegeven in figuur 1 in bovenaanzicht tijdens een overgangsfase;
Figuren 6b en 6c tonen respectievelijk doorsneden Vlb-Vlb en Vlc-Vlc in figuur 6a.
Manipulatie-inrichting 1 is bestemd om te worden gemonteerd op 20 een niet nader getoond voertuig. Dergelijke voertuigen kunnen zowel van het zelfrijdende type als van het getrokken type zijn, waarbij de hoofd-rijrichting overeenkomt met pijl 2. De manipulatie-inrichting 1 is spiegelsymmetrisch ten opzichte van een denkbeeldig verticaal spiegelvlak evenwijdig aan de hoofdrijrichting 2 en door het midden van de breedte van de manipulatie-inrichting 1.
25 Manipulatie-inrichting 1 omvat een hoofdframe 3 met langsliggers 4 en dwarsbalken 5, 6 aan de uiteinden van langsliggers 4. Nabij dwarsbalk 5 omvat de manipulatie-inrichting 1 rollichamen 7 voor geleiding van een niet nader getoonde door manipulatie-inrichting 1 te manipuleren container, meer specifiek de bodem daarvan. Manipulatie-inrichting 1 omvat verder een kiepframe 11 met 30 langsliggers 12 en dwarsbalken 13, 14. Het kiepframe 11 is zwenkbaar om horizontale zwenkas 15 verbonden met het hoofdframe 3 (zie ook figuur 2);
Manipulatie-inrichting 1 omvat tevens een afzetframe 21 met langsliggers 22 en dwarsbalk 23. Aan de tegenover dwarsbalk 23 gelegen uiteinde van de langsliggers 22 omvat het afzetframe 21 verder een mastorgaan 24 dat de 6 betreffende uiteinden van dwarsbalken 23 met elkaar verbindt. Het mastorgaan 24 omvat een verticale mastarm 25 aan het bovenste uiteinde waarvan een haak 26 is voorzien. Haak 26 is bestemd om aan te grijpen in een oog dat is voorzien aan de te manipuleren container. Afzetframe 21 is zwenkbaar om horizontale zwenkas 28 5 verbonden met (de langsliggers 12 van) het kiepframe 11 (zie figuur 3).
De omschrijving zoals bovenstaand gegeven van manipulatie-inrichting 1 komt overeen met de omschrijving van manipulatie-inrichtingen volgens de stand van de techniek en is slechts bedoeld ter algemene inleiding. Een nadere gedetailleerde omschrijving wordt derhalve niet noodzakelijk geacht, 10 aangezien dergelijke manipulatie-inrichtingen 1 de vakman uitgebreid bekend zijn en bovendien hierin niet de kern van de onderhavige uitvinding is gelegen.
Mastorgaan 24 is zwenkbaar om horizontale zwenkas 27 verbonden met de uiteinden van langsliggers 22 van het afzetframe 21. Manipulatie-inrichting 1 kan op twee manieren worden bedreven die respectievelijk zijn getoond in de figuren 15 2 en 3.
Figuur 2 toont drie achtereenvolgende stadia tijdens het kiepen, waarbij het kiepframe 11 en het afzetframe 21 star met elkaar zijn gekoppeld dusdanig dat de respectievelijke langsliggers 12 en 22 ervan (danwel de respectievelijke verlengden daarvan) parallel aan elkaar zijn gelegen. Daarnaast 20 dient te worden opgemerkt dat mastarm 25 haaks, of althans in hoofdzaak haaks, is georiënteerd op de langsliggers 22 van afzetframe 21. Tijdens het kiepen wordt een container, waarvan de bodem zich parallel aan de langsliggers 12 en 22 uitstrekt, in een hellende oriëntatie gebracht, waarbij de container blijft hangen aan haak 26 en lading die aanwezig is in de container aan de achterzijde (gezien in de hoofd-25 rijrichting 2) uit de container kan schuiven. Zwenking vindt daarbij plaats om zwenkas 15.
Daarnaast kan manipulatie-inrichting 1 worden ingezet voor het op-/afzetten van een container oftewel voor het vanaf de grond op de manipulatie-inrichting 1 plaatsen van een container, danwel het vanaf de manipulatie-inrichting 1 30 weer op de grond plaatsen van een dergelijke container. In figuur 3 zijn vijf achtereenvolgende stadia tijdens het op-/afzetten van de container getoond, waarbij het opzetten van rechts naar links in figuur 3 plaatsvindt en het afzetten van links naar rechts. Om de straal van de beweging van de container tijdens het op-/afzetten van een container en daarmee de maximale helling die de container tijdens deze 7 beweging maakt te beperken, wordt mastarm 25 om zwenkas 27 van een haakse oriëntatie naar een hellende oriëntatie gezwenkt, waarbij de mastarm een hoek cc < 90 graden maakt met de langsliggers 22 van het afzetframe 21. In casu is hoek α (ongeveer) gelijk aan 60 graden. Deze stand van de mastarm 25 ten opzichte van 5 de langsliggers 21 zal verder worden aangeduid als de voorbereidingsstand. Verdere zwenking tijdens het op-/afzetten vindt uitsluitend plaats om zwenkas 28 en het is van belang op te merken dat er tijdens het op-/afzetten van een container geen zwenking van het kiepframe 11 ten opzichte van het hoofdframe 3 om zwenkas 15 plaatsvindt. Er is derhalve ook geen sprake van een starre koppeling tussen het 10 kiepframe 11 en het afzetframe 21 zoals dat bij het kiepen het geval is.
Het bijzondere van de onderhavige uitvinding is erin gelegen dat alle bewegingen zoals bovenstaand beschreven aan de hand van de figuren 2 en 3 met een enkel aandrijfsysteem worden gerealiseerd daar waar bij manipulatie-inrichtingen volgens de stand van de techniek een aantal aandrijfsystemen worden 15 toegepast. Door het enkele aandrijfsysteem kan de manipulatie-inrichting 1 relatief eenvoudig, met weinig (dure) onderdelen worden vervaardigd, waarbij bovendien de manipulatie-inrichting 1 een relatief laag gewicht heeft. Een en ander wordt navolgend nader toegelicht.
Het aandrijfsysteem voor de manipulatie-inrichting 1 omvat een 20 in het midden van de breedte van manipulatie-inrichting 1 gepositioneerde enkele hydraulische cilinder 31 met een cilinderlichaam 32 en een in en uit het cilinderlichaam 32 uitschuifbare zuigerstang 33, die overigens in figuur 3 ten behoeve van de duidelijkheid slechts voor één stand, waarbij het afzetframe 21 helt, is weergegeven. De voet van cilinderlichaam 32 is zwenkbaar om horizontale 25 zwenkas 34 verbonden met het hoofdframe 3. Aan het vrije uiteinde van zuigerstang 33 is een oog 35 voorzien. In het oog 35 is een pendelas 36 draaibaar opgenomen, die zich dwars op de hoofd-rijrichting 2 uitstrekt in hoofdzaak over de volledige breedte van het kiepframe 11. Door bekrachtiging van cilinder 31 is de pendelas 36 heen en weer verplaatsbaar tussen de uiteinden van de licht gekromde 30 sleufgaten 37 in verticaal georiënteerde platen 38 die star zijn verbonden met langsliggers 22 van afzetframe 21. Voor het eenduidig bepalen van de betreffende beweging van pendelas 36 zijn pendelplaten 39 voorzien die zwenkbaar om horizontale zwenkas 40 zijn verbonden met de langsliggers 22 van afzetframe 21. De eerste uiterste stand van pendelas 36, zoals onder andere is weergegeven in de 8 figuren 1, 2 en 4b, wordt bepaald door de begrenzing van het bereik van de cilinder 31. De andere uiterste stand van pendelas 36, zoals is weergegeven in figuur 3 en figuur 5b, wordt bepaald door het aanslaan van aanslagrand 41 van pendelplaat 39 tegen aanslag 42 deel uitmakend van of althans star verbonden 5 zijnde met langsliggers 22.
Tussen pendelas 36 en mastorgaan 24 zijn aan weerszijden van de cilinder 31 pendelstaven 43 voorzien, waarvan de uiteinden zwenkbaar met enerzijds de pendelas 36 en anderzijds het mastorgaan 24 zijn verbonden. De pendelstaven 43 grijpen aan op het mastorgaan 24 ter plaatse van zwenkas 44. 10 Bekrachtiging van cilinder 31, waarbij de pendelas 36 tussen de uiteinden van de sleufgaten 37 beweegt zoals voorgaand omschreven, zal ertoe leiden dat de pendelstaven 43 meebewegen en mastorgaan 24 doen zwenken om zwenkas 27 tussen de transportstand volgens de figuren 1 en 2 en de voorbereidingsstand zoals weergegeven voor de meeste situaties in figuur 3, waarbij de mastarm 25 met 15 langsliggers 22 hoek α insluit. Slechts een kleine slag van de cilinder 31 volstaat om haak 25 over een relatief grote afstand te verplaatsen. Tijdens het afzetten van een container wordt de container achteruit, dat wil zeggen tegengesteld aan de hoofdrijrichting 2, over rollichamen 7 geschoven.
Het kiepframe 11 omvat naar achteren gerichte haakorganen 51 die 20 nabij de naar voren gerichten uiteinden van langsliggers 12 daaraan zijn bevestigd. Zoals zichtbaar in figuur 1, vallen de uiteinden van pendelas 36 in de transportstand van pendelas 36 binnen het bereik van de haakorganen 51. Vanwege de aangrijping van de pendelas 36 door de haakorganen 51 vindt er een starre koppeling plaats tussen het kiepframe 11 en het afzetframe 21, hetgeen tijdens het kiepen 25 noodzakelijk is, zoals voorgaand reeds omschreven aan de hand van figuur 2. In de voorbereidingsstand echter, waarbij de mastarm 25 de niet-haakse oriëntatie heeft aangenomen waarbij α ongeveer gelijk is aan 60 graden, vallen de uiteinden van pendelas 36 buiten het bereik van haakorganen 51, zodat er geen sprake is van een starre koppeling tussen het kiepframe 11 en het afzetframe 21. Het verder uit doen 30 schuiven van cilinder 31 uitgaande van de voorbereidingsstand zal ertoe leiden dat het afzetframe 21 ten opzichte van het kiepframe 11 zal zwenken om zwenkas 28 tussen een laadstand (links in figuur 3) en een losstand (rechts in figuur 3). Tijdens deze zwenking blijft de grootte van hoek α gelijk en blijft de voorbereidingsstand derhalve gehandhaafd.. Tijdens het opzetten zal de container met zijn bodemranden 9 langs rollichamen 7 worden geleid om vervolgens op de grond te worden geplaatst, terwijl tijdens het opzetten de container over rollichamen 7 juist op de manipulatie-inrichting 1 zal worden getrokken. Het moge duidelijk zijn dat tijdens het opzetten cilinder 31 weer zijn kortste stand zal innemen, waardoor mastarm 25 ook weer de 5 haakse oriëntatie ten opzichte van de langsliggers 22 aanneemt en pendelas 36 weer binnen het bereik van haakorganen 51 komt te vallen. Daarmee is de werking van manipulatie-inrichting 1 ten behoeve van het op-/afzetten van een container omschreven.
Teneinde het mogelijk te maken dat manipulatie-inrichting 1 een 10 container kiept, zoals is weergegeven in figuur 2, zijn onder andere aan weerszijden van oog 35 kiepplaten 61 voorzien, die net als pendelplaten 39 draaibaar zijn verbonden met pendelas 36, maar dan aan de andere zijde van de bijbehorende pendelstaaf 43 zijn voorzien dan de pendelplaten 39. Iedere kiepplaat 61 is via een bijbehorende luchtcilinder 62 verbonden met een aan dezelfde zijde van cilinder 31 15 gelegen pendelplaat 39. De luchtcilinder is in twee lengten, namelijk een korte en een lange, instelbaar. De kiepplaat 61 omvat een aanslagrand 63 die bestemd is om, in een bepaalde zwenkstand van kiepplaat 61, samen te werken met oftewel aan te slaan tegen aanslag 64 die star is verbonden met het kiepframe 11. Van een dergelijke aangeslagen toestand is sprake in figuur 4c. Vanwege deze aangeslagen 20 toestand is het niet mogelijk dat pendelas 36 zich naar de voorbereidingsstand begeeft, waarbij de mastarm 25 een hoek α insluit met langsliggers 22 en pendelas 36 buiten het bereik gelegen zou zijn van de haakorganen 51. Het bekrachtigen van de cilinder 31 leidt er derhalve toe dat het kiepframe 11 en het afzetframe 21 star met elkaar verbonden blijft en aldus gezamenlijk zal zwenken om 25 zwenkas 15 ten opzichte van het hoofdframe 3, zoals is weergegeven in figuur 2. Tijdens deze zwenking blijft mastarm 25 haaks georiënteerd op langsliggers 22.
In het geval, uitgaande van de situatie zoals weergegeven in de figuren 4a tot en met 4c, het wenselijk zou zijn een container af te zetten, wordt de luchtcilinder 62, die overigens ook als een ander type actuator zoals een 30 hydraulische cilinder zou kunnen worden uitgevoerd, dusdanig bekrachtigd dat de luchtcilinder 62 een langere lengte aanneemt en dientengevolge de kiepplaat 61 om pendelas 36 neerwaarts zwenkt waardoor de aanslagtoestand tussen aanslagrand 63 en aanslag 64 verloren gaat. Vanuit die situatie wordt cilinder 31 bekrachtigd, waarbij in eerste instantie pendelas 61 naar de tweede uiterste stand beweegt.
10
Gelijktijdig zwenkt pendelplaat 39 mee om zwenkas 40 (zie figuur 5b) vanwege de koppeling via de luchtcilinder 62 zal die tijdens die zwenking ook kiepplaat 61 verder zwenken, zoals is weergegeven in figuur 5c. Het vervolgens blijven bekrachtigen van cilinder 31 zal tot de verplaatsing leiden zoals is weergegeven in figuur 3.
5 De figuren 6a tot en met 6c hebben betrekking op het kiepen van een container of dergelijke die korter is, bijvoorbeeld 500 mm korter, dan de container die wordt gekiept in de figuren 4a tot en met 4c. Hierbij is het wenselijk om voorafgaand aan het kiepen de container in beperkte mate achterwaarts te drukken waartoe de mastarm 25 een hoek α ongeveer ter grootte van 75 graden maakt met 10 langsliggers 22. In deze stand is haak 26 over een afstand van ongeveer 250 mm verplaatst ten opzichte van de haakse situatie. Deze relatief kleine slag wordt gerealiseerd met behulp van een tweede aanslagrand 65 (zie figuur 6c) waarvan iedere kiepplaat 61 is voorzien. Uitgaande van de situatie volgens figuur 6c zal bekrachtiging van cilinder 31 er toe leiden dat pendelas 36 van de stand volgens 15 figuur 6b in de richting van de stand volgens figuur 5b wordt bewogen. Deze stand wordt echter niet bereikt vanwege de voortijdige aanslag van de tweede aanslagrand 65 tegen aanslag 64. De lengte van haakorganen 51 is dusdanig dat de uiteinden van pendelas 36 binnen het bereik van deze haakorganen 51 blijven en er derhalve sprake is van een starre koppeling tussen het kiepframe 11 en het 20 afzetframe 21. Verdere bekrachtiging van cilinder 31 leidt tot een kiepbeweging zoals eerder omschreven.
Het afzetframe 21 omvat verder twee vergrendelplaten 71 die zwenkbaar om horizontale zwenkassen 75 zijn verbonden met de verticale platen 38. Tussen de vergrendelplaat 71 en langsliggers 22 van het afzetframe 21 is een 25 veer werkzaam die neus 72 van de vergrendelplaat, uitgaande van de situatie in figuur 1 neigt omhoog te bewegen. Vergrendelplaat 71 heeft een aanslagdeel 73 dat in de situatie volgens figuur 1 dusdanig met langsliggers 22 of althans een star daarmee verbonden deel samenwerkt dat de opwaartse beweging van neus 72 wordt onderdrukt. Zodra echter de vergrendelplaten 71 omhoog worden bewogen, 30 hetzij tijdens het kiepen, hetzij tijdens het op-/afzetten, komt dit aanslagdeel 73 los van het hoofdframe 3, waardoor hetzij neus 72 aandrukt tegen pendelas 36 (zie figuur 2), hetzij de vergrendelplaat 71 in een dusdanige mate omhoog zwenkt indien de pendelas 36 zich in de voorbereidingsstand bevindt, dat pendelas 36 wordt opgesloten in de voorbereidingsstand mede door de opsluitrand 74. De 11 vergrendelplaten 71 dienen derhalve tijdens het op-/afzetten van een container als extra borging voor pendelas 36.
De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de voorgaand omschreven voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding maar wordt primair bepaald 5 door de navolgende conclusies. Bij een variant van de bovenstaand omschreven voorkeursuitvoeringsvorm kan bijvoorbeeld in plaats van van één enkele hydraulische cilinder 31 gebruik worden gemaakt van twee parallelle hydraulische cilinders en/of is het mastorgaan 24 in de lengterichting van manipulatie-inrichting verschuifbaar in plaats van zwenkbaar ten opzichte van (het resterende deel van) 10 het afzetframe 21.
1036727

Claims (12)

1. Inrichting voor het manipuleren van een container, omvattende een hoofdframe, een kiepframe dat zwenkbaar om een eerste horizontale zwenkas 5 tussen een horizontale stand en een hellende stand is verbonden met het hoofdframe, een afzetframe dat zwenkbaar om een tweede horizontale zwenkas tussen een laadstand en een losstand is verbonden met het kiepframe, eerste aandrijfmiddelen voor het aandrijven van hetzij het zwenken van het kiepframe ten opzichte van het hoofdframe tussen de horizontale stand en de hellende stand, 10 hetzij het zwenken van het afzetframe ten opzichte van het kiepframe tussen de laadstand en de losstand, het afzetframe omvattende een basis framedeel en een ten opzichte van het basis framedeel tussen een transportstand en een voorbereidingsstand verplaatsbaar aangrijpingsframedeel, het aangrijpings-framedeel omvattende een aangrijpingsorgaan voor aangrijping van een container 15 waarbij het aangrijpingsorgaan in de voorbereidingsstand dichter bij de eerste zwenkas is gelegen dan in de transportstand, tweede aandrijfmiddelen voor het aandrijven van de verplaatsing van het aangrijpingsframedeel ten opzichte van het basis framedeel tussen de transportstand en de voorbereidingsstand, alsmede tussen een werkzame toestand en een niet-werkzame toestand instelbare 20 koppelmiddelen voor het in de werkzame toestand star koppelen van het basis framedeel aan het kiepframe, met het kenmerk, dat de eerste aandrijfmiddelen en de tweede aandrijfmiddelen gemeenschappelijke aandrijfmiddelen betreffen.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de gemeenschappelijke aandrijfmiddelen een tussen een korte stand en een lange 25 stand beweegbare lineaire actuator omvatten die enerzijds aangrijpt op het hoofdframe en anderzijds op een koppelorgaan, welk koppelorgaan tevens is gekoppeld met het aangrijpingsframedeel voor het tijdens een eerste deel van de beweging van de lineaire actuator vanaf de korte stand naar de lange stand, verplaatsen van het koppelorgaan van een eerste uiterste stand naar een tweede 30 uiterste stand en, vanwege de koppeling tussen het aangrijpingsframedeel en het koppelorgaan, van het aangrijpingsframedeel ten opzichte van het basis framedeel van de transportstand naar de voorbereidingsstand.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de inrichting tussen een werkzame toestand en een niet-werkzame toestand instelbare 1036727 aanslagmiddelen omvat die in de werkzame toestand de verplaatsing van het koppelorgaan van de eerste uiterste stand naar de tweede uiterste stand en daarmee van het aangrijpingsframedeel ten opzichte van het basis framedeel van de transportstand naar de voorbereidingsstand blokkeert, en in de niet-werkzame 5 toestand de verplaatsing van het koppelorgaan van de eerste uiterste stand naar de tweede uiterste stand en daarmee van het aangrijpingsframedeel ten opzichte van het basis framedeel van de transportstand naar de voorbereidingsstand toestaat.
4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat in de eerste uiterste stand van het koppelorgaan de koppelmiddelen zich in de werkzame 10 toestand daarvan bevinden terwijl in de tweede uiterste stand van het koppelorgaan de koppelmiddelen zich in de niet-werkzame toestand daarvan bevinden.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat in de werkzame toestand van de koppelmiddelen, het koppelorgaan bijdraagt aan de starre koppeling van het basis framedeel aan het kiepframe.
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het kiepframe een haakorgaan omvat waarbij in de werkzame toestand van de koppelmiddelen het koppelorgaan binnen het bereik van het haakorgaan is gelegen voor hakende samenwerking tijdens het zwenken van het kiepframe om de eerste horizontale zwenkas tussen de horizontale stand en de hellende stand ten opzichte van het 20 hoofdframe en in de niet-werkzame toestand van de koppelmiddelen het koppelorgaan buiten het bereik van het haakorgaan is gelegen.
7. Inrichting volgens één van de conclusies 3 tot en met 6, met het kenmerk, dat de aanslagmiddelen tevens instelbaar zijn in een tweede werkzame toestand waarbij de verplaatsing van het koppelorgaan van de eerste uiterste stand 25 naar de tweede uiterste stand en daarmee van het aangrijpingsframedeel ten opzichte van het basis framedeel van de transportstand naar de voorbereidingsstand slechts ten dele wordt geblokkeerd.
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat in de tweede werkzame toestand van de aanslagmiddelen de koppelmiddelen zich in de 30 werkzame toestand daarvan bevinden.
9. Inrichting volgens één van de conclusies 2 tot en met 8, met het kenmerk, dat het koppelorgaan een aslichaam betreft.
10. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het aangrijpingsframedeel zwenkbaar om een derde horizontale zwenkas tussen de transportstand en de voorbereidingsstand met het basis framedeel is verbonden.
11. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de gemeenschappelijke aandrijfmiddelen een enkele hydraulische 5 cilinder omvatten.
12. Voertuig voorzien van een inrichting volgens één van de voorgaande conclusies. 10 1036727
NL1036727A 2009-03-18 2009-03-18 Inrichting voor het manipuleren van een container. NL1036727C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1036727A NL1036727C2 (nl) 2009-03-18 2009-03-18 Inrichting voor het manipuleren van een container.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1036727 2009-03-18
NL1036727A NL1036727C2 (nl) 2009-03-18 2009-03-18 Inrichting voor het manipuleren van een container.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1036727C2 true NL1036727C2 (nl) 2010-09-21

Family

ID=41080581

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1036727A NL1036727C2 (nl) 2009-03-18 2009-03-18 Inrichting voor het manipuleren van een container.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1036727C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2016243B1 (nl) * 2016-02-09 2017-08-15 Vdl Containersystemen B V Lastvoertuig voorzien van een chassis-samenstel, chassis-samenstel voor toepassing in een lastvoertuig en een werkwijze voor het vervaardigen van een chassis-samenstel.

Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL7313055A (nl) * 1972-09-22 1974-03-26
GB1416864A (en) * 1971-12-08 1975-12-10 Sheppard Equipment Ltd Vehicle for transporting a container
FR2301408A2 (fr) * 1975-02-18 1976-09-17 Lemaire Pierre Dispositif de manutention de bennes sur vehicule
FR2342183A1 (fr) * 1976-02-25 1977-09-23 Gruelles Maurice Dispositif de manoeuvre d'une benne
EP0012145A1 (fr) * 1978-12-18 1980-06-25 Maurice Gruelles Dispositif à bras articulés pour la manoeuvre d'une benne de camion
FR2561184A1 (fr) * 1984-03-13 1985-09-20 Bennes Marrel Systeme automatique pour le verrouillage et le deverrouillage du mecanisme pour la manutention d'un conteneur, notamment sur un vehicule
DE19637891A1 (de) * 1996-09-17 1998-03-19 Meiller Fahrzeuge Vorrichtung zum Hinaufziehen und Absetzen eines Behälters auf bzw. von einem Aufbau eines Lastentransportfahrzeugs
NL1017096C2 (nl) * 2001-01-12 2002-07-15 Hyva Internat Inc N V Inrichting voor het verplaatsen van laadbakken.

Patent Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1416864A (en) * 1971-12-08 1975-12-10 Sheppard Equipment Ltd Vehicle for transporting a container
NL7313055A (nl) * 1972-09-22 1974-03-26
FR2301408A2 (fr) * 1975-02-18 1976-09-17 Lemaire Pierre Dispositif de manutention de bennes sur vehicule
FR2342183A1 (fr) * 1976-02-25 1977-09-23 Gruelles Maurice Dispositif de manoeuvre d'une benne
EP0012145A1 (fr) * 1978-12-18 1980-06-25 Maurice Gruelles Dispositif à bras articulés pour la manoeuvre d'une benne de camion
FR2561184A1 (fr) * 1984-03-13 1985-09-20 Bennes Marrel Systeme automatique pour le verrouillage et le deverrouillage du mecanisme pour la manutention d'un conteneur, notamment sur un vehicule
DE19637891A1 (de) * 1996-09-17 1998-03-19 Meiller Fahrzeuge Vorrichtung zum Hinaufziehen und Absetzen eines Behälters auf bzw. von einem Aufbau eines Lastentransportfahrzeugs
NL1017096C2 (nl) * 2001-01-12 2002-07-15 Hyva Internat Inc N V Inrichting voor het verplaatsen van laadbakken.

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2016243B1 (nl) * 2016-02-09 2017-08-15 Vdl Containersystemen B V Lastvoertuig voorzien van een chassis-samenstel, chassis-samenstel voor toepassing in een lastvoertuig en een werkwijze voor het vervaardigen van een chassis-samenstel.

Similar Documents

Publication Publication Date Title
DK156203B (da) Indretning til lastning og afsaetning af et udskifteligt lad eller en container
SE458757B (sv) Tippbar slaepvagn till motorfordon, i synnerhet personbilar
GB2212473A (en) Handling apparatus for containers, pallets, etc
NL8002376A (nl) Laadinrichting voor laadborden.
JPH08511488A (ja) 関節部付きブームを有する荷重処理自動車両
NL1036727C2 (nl) Inrichting voor het manipuleren van een container.
US8197173B2 (en) Concertina-wire barrier rapid deployment apparatus and method
US20070253801A1 (en) Vehicle comprising a lifting mechanism as well as such a lifting mechanism
FR2811695A1 (fr) Machine de plantation de pieux, piquets ou autres
US20180029795A1 (en) Single Arm Lifter Assembly For Intermediate Refuse Collection Container
EP0805067B1 (en) Loading lift for the container of a truck
NL1011160C2 (nl) Voertuig voor het horizontaal transporteren van langwerpige houders alsmede een samenstel bestaande uit een laad- en losterminal en een dergelijk voertuig.
NL1037592C2 (nl) Aan een voertuig te bevestigen inrichting voor het dragen van een rijwiel.
NL1031244C2 (nl) Schep/kantelbak.
NL1027346C2 (nl) Voertuig voorzien van een hefinrichting alsmede een dergelijke hefinrichting.
HU216939B (hu) Bálagyűjtő berendezés és ehhez való mobil bálázó
CN110114226B (zh) 用于提升以及运输货物的拖车
NL2007507C2 (nl) Systeem van aanhangwagens, en een bijbehorende stapelbare aanhangwagen.
SE1251157A1 (sv) Virkestransportfordon
NL1031736C2 (nl) Overzet- en kasinrichting voor roulerende kasteelt.
NL2005382C2 (nl) Inrichting voor het verplaatsen van een met de inrichting koppelbare container.
CN103786623B (zh) 车辆运输车
NL1024897C1 (nl) Beladingsinrichting voor een voertuig met een heforgaan.
FR2934254A1 (fr) Dispositif de levage d&#39;un vehicule de type kart ou analogue
NL2014962B1 (nl) Kantelaar voor met producten gevulde containers

Legal Events

Date Code Title Description
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20131001