NL1027272C1 - Draagconstructie voor het in een voertuiginterieur vasthouden van een houder. - Google Patents

Draagconstructie voor het in een voertuiginterieur vasthouden van een houder. Download PDF

Info

Publication number
NL1027272C1
NL1027272C1 NL1027272A NL1027272A NL1027272C1 NL 1027272 C1 NL1027272 C1 NL 1027272C1 NL 1027272 A NL1027272 A NL 1027272A NL 1027272 A NL1027272 A NL 1027272A NL 1027272 C1 NL1027272 C1 NL 1027272C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
tilting
torsion spring
holder
bracket
support structure
Prior art date
Application number
NL1027272A
Other languages
English (en)
Inventor
Bartholomeus Scholte
Original Assignee
Eurologics B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Eurologics B V filed Critical Eurologics B V
Priority to NL1027272A priority Critical patent/NL1027272C1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1027272C1 publication Critical patent/NL1027272C1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60RVEHICLES, VEHICLE FITTINGS, OR VEHICLE PARTS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60R11/00Arrangements for holding or mounting articles, not otherwise provided for
    • B60R11/02Arrangements for holding or mounting articles, not otherwise provided for for radio sets, television sets, telephones, or the like; Arrangement of controls thereof
    • B60R11/0229Arrangements for holding or mounting articles, not otherwise provided for for radio sets, television sets, telephones, or the like; Arrangement of controls thereof for displays, e.g. cathodic tubes
    • B60R11/0235Arrangements for holding or mounting articles, not otherwise provided for for radio sets, television sets, telephones, or the like; Arrangement of controls thereof for displays, e.g. cathodic tubes of flat type, e.g. LCD
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60RVEHICLES, VEHICLE FITTINGS, OR VEHICLE PARTS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60R11/00Arrangements for holding or mounting articles, not otherwise provided for
    • B60R11/02Arrangements for holding or mounting articles, not otherwise provided for for radio sets, television sets, telephones, or the like; Arrangement of controls thereof
    • B60R11/0241Arrangements for holding or mounting articles, not otherwise provided for for radio sets, television sets, telephones, or the like; Arrangement of controls thereof for telephones
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60RVEHICLES, VEHICLE FITTINGS, OR VEHICLE PARTS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60R11/00Arrangements for holding or mounting articles, not otherwise provided for
    • B60R2011/0042Arrangements for holding or mounting articles, not otherwise provided for characterised by mounting means
    • B60R2011/008Adjustable or movable supports
    • B60R2011/0085Adjustable or movable supports with adjustment by rotation in their operational position

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Fittings On The Vehicle Exterior For Carrying Loads, And Devices For Holding Or Mounting Articles (AREA)

Description

DRAAGCONSTRUCTIE VOOR HET IN EEN VOERTUIGINTERIEUR VASTHOUDEN
VAN EEN HOUDER
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een draagconstructie voor het interieur van een voertuig vasthouden van een houder. De uitvinding heeft verder betrekking op het in een dergelijke draagconstructie 5 opgenomen kantelmechanisme.
Als gevolg van de ontwikkelingen van nieuwe technologieën op gebieden zoals mobiele telefonie, beeldscherm technologie (LCD-schermen), wordt de laatste jaren steeds vaker elektronische apparatuur in voertuigen, 10 zoals personenvoertuigen en vrachtwagens, ingebouwd waarmee aan de bestuurder en/of passagiers tijdens het rijden diverse services wordt aangeboden. Hierbij kan ondermeer gedacht worden aan het aanbieden van televisie-programma's en/of. computerspelletjes op LCD-beeldschermen, het aanbieden van 15 telefoonverbindingen via een mobiel telefoonnetwerk of het aanbieden van internetservices via een personal computer, of soortgelijke elektronische apparatuur.
In veel gevallen wordt dergelijke elektronische apparatuur niet vanaf de fabriek geleverd. Wanneer de 20 apparatuur pas naderhand wordt ingebouwd, diént in het interieur van de auto een houder te worden aangebracht waarop de apparatuur kan worden geplaatst. In deze gevallen en overigens ook wanneer de genoemde apparatuur reeds vanaf fabriek wordt aangeboden maar de apparatuur, bijvoorbeeld om 25 veiligheidsredenen, niet in het interieur kan worden weggewerkt, moet in het interieur van het voertuig een van een houder voorziene draagconstructie wordt geplaatst.
Bekend zijn systemen waarbij tussen de voorstoelen en de achterbank van de auto een beeldscherm, bijvoorbeeld een 1027272 2 LCD-monitor, geplaatst wordt op een draagconstructie die zowel aan de bestaande middenconsole tussen de voorstoelen als aan de achterbank wordt bevestigd. In een van de bekende systemen wordt het beeldscherm in een houder geplaatst, welke 5 houder ten opzichte van een beugel gedraaid en gekanteld kan worden door middel van een kogelscharnier-mechaniek. Door toepassing van een kogelscharnier kan de gebruiker, dat wil zeggen in dit geval de passagiers op de achterbank, het beeldscherm eenvoudig in de gewenste positie draaien en 10 kantelen.
Bezwaar van het bekende systeem is echter dat kogelmechaniek relatief kwetsbaar is en onvoldoende bestand blijkt te zijn tegen plotselinge kracht die door een passagier of door de chauffeur op het systeem kan worden 15 uitgeoefend. Zo kan bijvoorbeeld een relatief lange chauffeur, die de voorstoelen in de achterste positie heeft geplaatst, bij het aandoen van de veiligheidsgordel het beeldscherm met de elleboog raken. Het kogelmechaniek is vaak niet bestand tegen de kracht en breekt derhalve af.
20 Het verstevigen van een kogelmechaniek biedt geen oplossing omdat het beeldscherm juist bij een bepaalde kracht die wordt uitgeoefend in de voorwaartse richting, zoals bijvoorbeeld bij een botsing, juist moet afbreken om verwonding van de passagiers te voorkomen.
25 Het doel van de uitvinding een is een verbeterde draagconstructie te verschaffen waarin bovengenoemd bezwaar is ondervangen.
Het is een verder doel van de uitvinding een draagconstructie te verschaffen die vrijwel slijtage-30 ongevoelig is. Het draaien van de houder moet ook nadat de houder een groot aantal keer op en neer is bewogen, nog steeds zodanig plaatsvinden dat de houder in de gewenste stand blijft staan. Het mag niet zo zijn dat de houder na 1027272 3 veelvuldig gebruik niet meer in een willekeurige positie vast te zetten is.
Het is een verder doel van de uitvinding een draagconstructie met compacte afmetingen te verschaffen.
5 Volgens een eerste aspect van de onderhavige uitvinding wordt ten minste ene van deze doelen bereikt in een draagconstructie voor het in het interieur van een voertuig vasthouder van de houder, omvattende - een beugel; 10 - ten minste een bevestigingselement voor bevestiging van de beugel op een willekeurige positie in het interieur van het voertuig; - een houder waarin elektronische apparatuur plaatsbaar is; 15 - een kantelmechanisme voor het kantelbaar kqppelen van de houder aan de beugel, waarbij het kantelmechanisme omvat: - een aan de beugel bevestigbaar stationair element; - een kantelbaar ten opzichte van het stationaire 20 element aan te brengen kanteleenheid; - ten minste een rondom het stationaire element voorziene torsieveer voor het onder veerspanning houden van het kantelbare element en de daaraan bevestigbare houder ten opzichte van het stationaire element.
25 De beschreven constructie van een kantelbaar en een stationair deel is veel minder gevoelig voor plotselinge krachten dan het eerder beschreven kogelmechaniek. Bovendien zorgt toepassing van een torsieveer ervoor dat de instelkracht waarmee de houder in de verschillende posities 30 kan worden gekanteld, ook bij veelvuldig gebruik nagenoeg ongewijzigd blijft. Bij toepassing van de juiste veer is gebleken dat de inzakkracht om het beeldscherm te kantelen na meer dan 1500 keer op en neer bewegen minder dan 10% is 1027272 4 af genomen, hetgeen aantoont dat ook na veelvuldig gebruik het kantelmechanisme zijn functie behoudt. Vergeleken met het kogelschamiermechanisme zijn de afmetingen van het onderhavige kantelmechanisme, vooral in de hoogte, ten slotte 5 relatief klein.
Volgens een eerste voorkeursuitvoeringsvorm omvat de torsieveer ten minste één einddeel, waarbij de torsieveer ten minste een einddeel omvat dat aangrijpt op de kanteleenheid en waarbij de torsieveer is uitgevoerd om in een 10 uitgangstoestand in hoofdzaak klemvast aan het stationaire element te zijn aangebracht voor het in een bepaalde stand onder veerspanning fixeren van de houder ten opzichte van de beugel en om in een toestand waarin op de kanteleenheid een kantelkracht wordt uitgeoefend waarmee het deel van de 15 torsieveer afgewikkeld wordt zodanig reduceren van de klemming van de torsieveer dat het kantelelement in de gewenste kantelrichting kantelbaar is
Doordat de' torsieveer in de uitgangstoeetand klemvast ten opzichte van het stationair is bevestigd en ten minste 20 een uiteinde van de veer aangrijpt op de kanteleenheid, zal het kantelbare deel en de daaraan bevestigde houder eveneens in ten minste één richting ten opzichte van de beugel gefixeerd zijn. Wanneer de houder in een bepaalde richting gekanteld wordt, oefent de gebruiker (passagier of 25 bestuurder) een kantelkracht uit qp de houder. Aangezien een einddeel van de torsieveer aangrijpt op de kanteleenheid wordt de torsieveer afgewikkeld, waardoor de klemkracht waarmee de torsieveer aan het stationaire deel is bevestigd afneemt en de torsieveer, en daarmee ook het kantelbare deel 30 en de houder, ten opzichte van het stationaire deel kan draaien. Wanneer de houder in de gewenste positie is gebracht en de kantelkracht wordt opgeheven, klemt de torsieveer 1027272 5 zichzelf weer vast, waardoor de houder in de gewenste positie vastgezet wordt.
Wanneer bovendien beide einddelen van de torsieveer aangrijpen op het kantelbare element, kan ervoor gezorgd 5 worden dat de houder in beide kantel ri cht ingen onder veerspanning wordt vastgezet. Wanneer immers de gebruiker een kantelkracht in een eerste richting uitoefent, zal het eerste uiteinde van de torsieveer als het ware af gewikkeld worden en daarmee de klemkracht van de torsieveer doen verminderen, 10 zodat de houder in een eerste richting gedraaid kan worden. Wanneer de gebruiker daarentegen een kantelkracht in een tegenovergestelde richting uitoefent, wordt het tweede uiteinde van de torsieveer als het ware afgewikkeld, waardoor op soortgelijke wijze de klemkracht van de torsieveer op het 15 stationaire element vermindert en rotatie in de tegenovergestelde richting mogelijk is. In beide gevallen geldt dat wanneer de kantelkracht wordt opgeheven de torsieveer zichzelf weer vastklemt aan het stationaire deel en door middel van beide uiteinden de houder in de gekozen 20 stand vasthoudt.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het kantelmechanisme een eerste torsieveer en een tweede torsieveer, waarvan de respectievelijke eerste einddelen en tweede einddelen met elkaar verbonden zijn. Dit levert een 25 eenvoudige en meer stabiele constructie op. De verbindingsstukken tussen de uiteinden kunnen immers gemakkelijk aangrijpen op het kantelbare element en de verbindingsstukken zorgen er eveneens voor dat de kans op schade, bijvoorbeeld als gevolge van ongewenste verbuiging 30 van de uiteinden, wordt verkleind.
Volgens een andere uitvoeringsvorm omvat het kantelmechanisme één of meer tussen het stationaire element en het kantelelement aangebrachte vertandingsmechanismen, 1027272 6 waarbij het eerste einddeel van de torsieveer op het kantelelement aangrijpt en een tweede einddeel is bevestigd aan het stationaire element zodat de torsieveer als gevolg van de veerspanning het kantelmechanisme, fixeert. De 5 torsieveer heeft hier als functie het kantelbare element zodanig onder spanning te houden, dat tussen het stationaire element en het kantelbare element voorziene ratelmechanisme continu op spanning blijft. In dit geval is het mogelijk om de houder in een eerste richting tegen de veerkracht in te 10 verplaatsen, waarbij de vertandingen het kantelelement en daarmee de houder op discrete posities vasthouden. Beweging in tegenovergestelde richting is niet mogelijk behalve als het vertandingsmechanisme vrijgegeven wordt.
Op deze wijze kan de draagconstructie voorzien zijn 15 van een voorkeursrichting. Wanneer de draagconstructie bijvoorbeeld is aangebracht tussen de voorstoelen van een personenvoertuig, is de constructie zodanig opgesteld dat in voorwaartse richting slechts de veerkracht overwonnen moet worden om de houder te kantelen zodat in geval van botsing de 20 houder naar voren kan klappen. In achterwaartse richting wordt de houder tegengehouden door het vertandingsmechanisme. De houder kan slechts naar achteren worden gekanteld wanneer het vertandingsmechanisme vrijgegeven wordt.
Bij voorkeur is het kantelmechanisme symmetrisch 25 uitgevoerd en zijn de torsieveren aan weerszijden van die symmetrie-as gesitueerd. Dit levert een positieve bijdrage aan de stabiliteit van de houder tijdens het kantelen daarvan.
In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm omvat de 30 stationaire eenheid een in hoofdzaak onverdraaibaar aan de beugel bevestigbare as, waaromheen een kanteleenheid in de vorm van een behuizing kan draaien. Daartoe zijn in de behuizing een aantal openingen aangebracht waarin de as 1027272 7 roteerbaar gelegerd is. Andere uitvoeringen waarin het kantelelement draaibaar ten opzichte van het stationaire element is uitgevoerd vallen binnen het bereik van de vakman. De beschreven uitvoering is echter eenvoudig en geeft de 5 beugel van de draagconstructie bovendien extra constructieve stevigheid.
In een verdere uitvoeringsvorm zijn de beugel en de behuizing vervaardigd van kunststof, bij voorkeur spuitgegoten kunststof. Dit levert een eenvoudig te 10 vervaardigen en relatief lichtgewicht constructie op, waaraan vrijwel elke gewenste vorm gegeven kan worden.
In het bovenstaande is telkens sprake geweest van een kantelelement en een houder waarop de apparatuur te plaatsen is. In veel gevallen zullen de houder en het kantelelement 15 echter uit één stuk zijn vervaardigd.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de beugel van de draagconstructie zodanig uitgevoerd dat deze bij een botsing breekt, teneinde verwondingen van de passagiers zoveel mogelijk te vermijden.
20 Volgens een verder aspect van de uitvinding wordt een kantelmechanisme volgens conclusie 14 verschaft.
Verdere voordelen, kenmerken en details van de onderhavige uitvinding zullen worden verduidelijkt aan de hand van de navolgende beschrijving van een 25 voorkeursuitvoeringsvorm daarvan. In de beschrijving wordt verwezen naar de navolgende figuren, waarin tonen:
Figuur 1 een gedeeltelijk opengewerkt aanzicht in perspectief van een voorkeursuitvoeringsvorm van de draagconstructie volgens de uitvinding; 30 Figuur 2 een meer gedetailleerd aanzicht in doorsnede van een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van het kantelmechanisme van de in figuur 1 weergegeven draagconstructie; 1027272 8
Figuur 3 een dwarsdoorsnede langs lijn A-A in figuur 2, in de uitgangsstand;
Figuur 3A een dwarsdoorsnede langs lijn A-A in figuur 2, in gekantelde stand; en 5 Figuur 4 een aanzicht in doorsnede van een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van het kantelmechanisme van de draagconstructie volgens figuur 1.
Figuur 1 toont een kunststof draagconstructie 1 voor het dragen van een spelcomputer, voorzien van een houder voor 10 het vasthouden van een LCD-beeldscherm. De kunststof is bijvoorbeeld polycarbonaat, ABS of een combinatie van deze materialen. De draagconstructie omvat een beugel 2 bestaande uit twee opwaartse delen 7 en een steun 8. De steun 8 wordt met behulp van bevestigingselementen, zoals bijvoorbeeld 15 bevestigingslip 3, aangebracht aan enerzijds de middenconsole tussen de voorstoelen en anderzijds de achterbank van het personenvoertuig. In de weergegeven uitvoeringsvorm is de vorm van de voorzijde van de draagconstructie aangepast aan de vorm van de achterzijde van de in de personenauto 20 aanwezige console, zodat de draagconstructie passend tegen de console kan worden aangebracht. Bevestigingslip 3 kan onder de achterbank van het voertuig geschoven worden waarmee de draagconstructie 1 stevig is vastgezet tussen de console van het voertuig en de achterbank. Het moge duidelijk zijn dat 25 andere wijzen van bevestiging eveneens mogelijk zijn. Zo kunnen bijvoorbeeld opstaande delen 7 van de beugel ook met behulp van bevestigingsmiddelen, zoals schroeven, dubbelzijdig tape en/of lijm aan de zijkanten van de console zijn bevestigd.
30 In de steun 8 van de draagconstructie 1 is in de weergegeven uitvoeringsvorm een DVD-speler 4 aangebracht die met behulp van vast op de draagconstructie voorziene toetsen 5 en/of een afstandsbediening 6 te bedienen is. Het moge 1027272 9 duidelijk zijn dat de steun 8 kan worden voorzien van willekeurige andere elektronische apparatuur, zoals bijvoorbeeld een MP3-speler, CD-speler, spelcomputer, etcetera.
5 De opstaande delen 7 van de beugel 2 eindigen aan hun bovenzijden in zich twee in hoofdzaak horizontaal uitstrekkende einddelen 9. Tussen de einddelen 9 is een huis 10 aangebracht, dat ten opzichte van de einddelen 9 roteerbaar (voorwaarts in richting Px en achterwaarts in 10 richting P2) is uitgevoerd. Aan de bovenzijde van het huis 10 is een houder 11 voorzien waarin op bekende wijze de monitor kan worden aangebracht, bijvoorbeeld door deze daaraan vast te klikken. De binnenzijde van het huis 10 is gedeeltelijk in figuur 1 weergegeven. Voor een meer gedetailleerd aanzicht 15 van huis 10 wordt echter verwezen naar figuur 2.
In de einddelen 9 van de draagconstructie 2 zijn openingen 12 voorzien, waarin een as 13 is aangebracht. As 13 is aan beide uiteinden voorzien van schroefdraad, waarop moeren 14 gedraaid zijn. Moeren 14 worden zo ver aangedraaid 20 dat de as 13 vast, dat wil zeggen in hoofdzaak onverdraagbaar, aan de einddelen 9 is bevestigd. De as 13 strekt zicht uit door een aantal in het huis 10 voorziene openingen 15, zodat het huis 10 rondom de stationaire 12 kan draaien.
25 Wanneer geen verdere maatregelen genomen zouden worden, zou het huis 10 en daarmee de houder 11 en de monitor M vrijwel ongehinderd voorwaarts en achterwaarts geroteerd kunnen worden en derhalve niet in bepaalde posities vastgezet kunnen worden. Om dit te voorkomen is een torsieveer 21, 30 hierna ook wel koppelveer genoemd, aangebracht. Torsieveer 21 bestaat in de weergegeven uitvoeringsvorm uit een rechter torsieveer 22 en een linker torsieveer 23. Elk van de veren 22, 23 heeft een eerste uiteinde 30 en een tweede uiteinde 1027272 10 31. In de weergegeven uitvoeringsvorm zijn de uiteinden 30 met behulp van verbindingsstuk 24 en de uiteinden met behulp van een ander verbindingsstuk 24' met elkaar verbonden. De uiteinden 30 en 31 en daarmee de verbindingsstukken 24, 24' 5 zijn zodanig door het huis geleid dat deze aangrijpen op een in het huis 10 voorziene wand 20. Dit is met name goed zichtbaar in de doorsnede van figuur 3. Aangrijpen heeft hier een ruime betekenis en betekent in de weergegeven uitvoering bijvoorbeeld dat de einddelen 30, 31 rusten tegen de wand 20.
10 De uiteinden kunnen echter ook op andere wijze tegengehouden worden door een element van het huis 10, bijvoorbeeld door de einddelen 30,31 aan een wanddeel te bevestigen of door deze door een in een wanddeel voorziene opening te leiden.
De werking van het kantelmechanisme is volgt. In de 15 uitgangstoestand (zoals bijvoorbeeld is weergegeven in figuur 3) heeft de torsieveer 21 zich vast rondom de stationaire as 13 geklemd. Doordat de einddelen 30 en de einddelen 31 aangrijpen op het kantelbare huis 10 en wel op een zodanige plaats dat de eerste uiteinden 30 hun voorwaarste kanteling 20 (richting PJ tegenhouden en de tweede uiteinden 31 van de torsieveer 21 een achterwaartse kanteling (richting Pa) tegenhouden, en bovendien -zoals eerder is vermeld- de torsieveer 21 zich heeft vastgeklemd op de stationaire as 13, wordt iedere (voorwaartse of achterwaartse) beweging van het 25 huis 10 en daarmee van de houder 11 door de kracht van de veer tegengewerkt. Wanneer nu echter een gebruiker een voldoende grote kracht op de houder uitoefent, bij voorbeeld in voorwaartse richting, en het huis 10 over enige afstand kantelt, zal de door de veren 22, 23 op de as 13 uitgeoefende 30 klemkracht steeds kleiner worden, aangezien einddeel 30 van de as 13 afgewikkeld wordt en het tegenoverliggende uiteinde 31 van de torsieveer 21 door de voorwaartse kanteling niet opgewikkeld wordt. Wanneer het uiteinde 30 in voldoende mate 1027272 11 is afgewikkeld, wordt de kletnkracht dermate klein, dat de veer 21 als geheel ten opzichte van de stationaire as 13 kan roteren, waardoor een verder kanteling van het huis 10 en daarmee de houder 11 mogelijk wordt gemaakt. Wanneer nu de 5 gebruiker vervolgens de kantelkracht laat afnemen, zal onder invloed van de veerspanning het einddeel 30 van de torsieveer 21 het huis 10 enigszins terugduwen zodat het einddeel 30 weer opgewikkeld wordt. Het einde 30 wordt zover op de as 13 gewonden, dat de door de door de torsieveer 21 veroorzaakte 10 klemkracht wederom voldoende groot is om rotatie van de veer ten opzichte van de as 13 te verhinderen en daarmee de vereiste fixatie van het huis ten opzichte van de draagconstructie te verwezenlijken. In figuur 3A is deze eindstand weergegeven.
15 Op soortgelijke wijze kan een kanteling in achterwaartse richting (P2) tot stand worden gebracht. In dit geval worden de uiteinde 31 van de koppelveer 21 afgewikkeld waardoor de klemkracht van de veer op de stationaire as 13 afneemt. Hierbij blijft het eerder genoemde einddeel 30 in 20 hoofdzaak in dezelfde stand en treedt aan die zijde van de torsieveer geen opwikkeling op. Hierdoor neemt de klemkracht zover af dat de torsieveer rondom de stationaire as 13 draaibaar wordt en kan de houder tot elke gewenste positie gekanteld kan worden.
25 In figuur 4 is een alternatieve uitvoeringsvorm van de uitvinding weergegeven. In deze uitvoering is de houder 11 in de achterwaartse richting (P3) tegen de veerdruk van een veer 41 in roteerbaar, waarbij vooruitdraaiing onder de veerdruk wordt voorkomen door een vertandingsmechanisme 50, 30 ook wel ratelmechanisme genoemd, dat aan beide uiteinden van het huis is voorzien.
Figuur 4 toont een voorkeursuitvoeringsvorm waarin in grote lijnen dezelfde constructie is toegepast als in de in 1027272 12 figuren 2 en 3 weergegeven uitvoeringsvorm. Een gedetailleerde beschrijving van de overeenkomstige onderdelen van deze uitvoeringsvorm zal derhalve achterwege worden gelaten.
5 De torsieveer 21 is vervangen door een torsieveer 41, die met eerste uiteinden 42 wederom aangrijpt op het huis 10, maar waarvan het andere uiteinde vast bevestigd is aan de as 13. Naast de torsieveer 41 zijn de eerder genoemde ratelmechanismen 50 voorzien.
10 Een ratelmechanisme is een in het vakgebied op zich bekende constructie om rotatie van een element in een eerste richting mogelijk te maken en rotatie in een andere, tegenovergestelde richting te blokkeren. De ratels of vertandingen zorgen er hierbij voor dat het element op 15 verschillende discrete posities geblokkeerd kan worden. Een tegengestelde beweging kan alleen plaatsvinden wanneer het ratelmechanisme wordt vrijgegeven.
In de weergegeven uitvoering omvat elk ratelmechanisme 50 een drukveer 44 waarmee een van kartelingen 20 voorziene schijf 45 tegen een plaatring 46 wordt geduwd. De veerkracht waarmee de veer 44 tegen de ring 46 wordt gedrukt is instelbaar met een in laterale richting over de as verplaatsbare stelring 43. Tegenover de plaatring 46 is in het corresponderende einddeel 19 van drager 2 een plaatring 25 47 aangebracht.
In de weergegeven uitvoering wordt het ratelmechanisme 50 vrijgegeven door de kartel 45 tegen de veerdruk van veer 41 in (richting P3) te verplaatsen. Dit kan bijvoorbeeld door een (niet-weergegeven) mechanisme waarmee 30 de kartel te verplaatsen is of door op het ratelmechanisme een kracht uit te oefenen die groter is dan een vooraf ingestelde minimum kracht. In de vrijgegeven toestand is het huis in de voorwaartse richting (Pj te verplaatsen.
13
De werking van de in figuur 4 weergegeven uitvoeringsvorm is als volgt. Wanneer de houder 11 achterwaarts moet worden verplaatst (P2), moet dë gebruiker, als gevolg vaii het feit dat het uiteinde 42 van de veer 41 5 blijft steken achter een wand in het huis 10, de door de torsieveer 41 veroorzaakte veerkracht overwinnen. Wanneer de houder 11 eenmaal in de juiste stand is geplaatst, kantelt de veer 41 het huis 10 weer enigszins terug totdat deze geblokkeerd wordt tegen de eerstvolgende blokkeringspositie 10 van het ratelmechanisme 50. In deze stand blijft de houder gefixeerd.
Indien de houder nog verder achterwaarts gekanteld moet worden, duwt de gebruiker de houder verder totdat een volgende blokkeringspositie bereikt is. Op deze wijze kan de 15 houder in een aantel discrete standen ten opzichte van de drager gefixeerd worden.
Wanneer de gebruiker daarentegen een naar voren gerichte kracht op de houder 11 uitoefent, zal het huis 10 niet kantelen aangezien het ratelmechanisme elke rotatie in 20 achterwaartse richting blokkeert. Pas nadat het ratelmechanisme is vrijgeven, kan de houder 10 achterwaarts gekanteld worden en in een van de discrete blokkerings-posities gefixeerd worden.
Laatstgenoemde uitvoering is met name van belang voor 25 situaties waarin de houder slechts in één richting verplaatst mag worden. Dit kan nodig zijn indien er bijvoorbeeld een blokkering in één richting gewenst wordt of men juist in één richting geen traploze instelling wenst. In andere gevallen heeft de eerstegenoemde uitvoeringsvorm meestal de voorkeur 30 aangezien deze constructief eenvoudiger is en het mogelijk maakt om de houder traploos, dat wil zeggen op niet-discrete wijze, te verdraaien. Beide uitvoeringen maken gebruik van een torsieveer die ook na intensief gebruik, bijvoorbeeld 1027272 14 meer dan 1500 keer heen en weer bewegen, nog steeds voldoende veerspanning afgeeft om een correcte werking van het kantelmechanisme te verzekeren. Bovendien zijn de getoonde constructies uitermate compact, hetgeen de toepasbaarheid 5 daarvan verhoogt.
In figuur 1 voorts weergegeven dat in de opstaande delen 7 van de draagconstructie 2 een breukzone 50 is voorzien. Deze breukzone 50 zorgt ervoor dat bij een botsing de gehele bovenzijde van de draagconstructie ten opzichte van 10 de steun 8 kan afbreken om daarmee verwondingen van de passagiers te vermijden.
Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot de getoonde en beschreven draagconstructies. Andere draagconstructies, bijvoorbeeld constructies die 15 geschikt zijn om te worden bevestigd aan het dak van het voertuig of aan het dashboard van het voertuig, behoren eveneens tot de mogelijkheden. De gevraagde rechten worden niet bepaald door de hierin beschreven voorkeursuitvoeren van de uitvinding, maar veeleer door de inhoud van de navolgende 20 conclusies binnen de strekking waarvan velerlei modificaties denkbaar zijn.
1027272

Claims (22)

1. Draagconstructie voor het in het interieur van een voertuig vasthouden van een houder, omvattende: - een beugel? - ten minste een bevestigingselement voor bevestiging 5 van de beugel op een willekeurige positie in het interieur Van het voertuig; - een houder waarop elektronische apparatuur plaatsbaar is; - een kantelmechanisme voor het kantelbaar koppelen 10 van de houder aan de beugel, waarbij het kantelmechanisme omvat: - een aan de beugel bevestigbaar stationair element; - een kantelbaar ten opzichte van het stationaire element aan te brengen kanteleenheid; 15 -.ten minste een rondom het stationaire element voorziene torsieveer voor het onder veerspanning houden van het kantelbare element en de daaraan bevestigbare houder ten opzichte van het stationaire element.
2. Dragerconstructie volgens conclusie 1, waarbij de 20 torsieveer ten minste een einddeel omvat dat aangrijpt op de kanteleenheid en waarbij de torsieveer is uitgevoerd om in een uitgangstoestand in hoofdzaak klemvast aan het stationaire element te zijn aangebracht voor het in een bepaalde stand onder veerspanning fixeren van de houder ten 25 opzichte van de beugel en om in een toestand waarin op de kanteleenheid een kantelkracht wordt uitgeoefend waarmee het deel van de torsieveer afgewikkeld wordt zodanig reduceren van de klemming van de torsieveer dat het kantelelement in de gewenste kantelrichting kantelbaar is. 1027272
3. Draagconstructie volgens conclusie 1 of 2, waarbij de torsieveer een tweede, tegenoverliggend einddeel omvat dat eveneens aangrijpt op de kanteleenheid voor het bij het uitoefenen van een tegenovergestelde kantelkracht zodanig 5 reduceren van de klemming van de torsieveer dat het kantelelement en de daaraan bevestigde houder in de tegenovergestelde kantelrichting kantelbaar is.
4. Dragerconstructie volgens een van de conclusies 1-3, waarbij de torsieveer bij voldoende kantelkracht met het 10 kanteldeel meebeweegt.
5. Draagconstructie volgens conclusie een van de voorgaande conclusies, omvattende een eerste torsieveer en een tweede torsieveer, waarvan de respectievelijke eerste einddelen en tweede einddelen met elkaar verbonden zijn.
6. Draagconstructie volgens conclusie 1, omvattende een of meer tussen het stationaire element en het kantelelement ratelmechanismen, waarbij het eerste einddeel van de torsieveer qp het kantelelement aangrijpt en het tweede einddeel is bevestigd aan het stationaire element 20 zodat de torsieveer veerspanning op het ratelmechanisme houdt.
7. Draagconstructie volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het kantelmechanisme symmetrisch is uitgevoerd en de torsieveren aan weerszijden van de 25 symmetrie-as zijn gesitueerd.
8. Draagconstructie volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de stationaire eenheid een in hoofdzaak onverdraagbaar aan de beugel bevestigbare as omvat.
9. Draagconstructie volgens een van de voorgaande 30 conclusies, waarbij de kanteleenheid een huis omvat waarin openingen zijn aangebracht voor het daarin opnemen van het stationaire element. 1027272
10. Draagconstructie volgens conclusie 9, waarbij het huis en de beugel zijn vervaardigd van kunststof, bij voorkeur spuitgegoten kunststof.
11. Draagconstructie volgens een van de voorgaande 5 conclusies, waarin het kanteltnechanisme en de houder uit één stuk zijn vervaardigd.
12. Draagconstructie volgens een van de voorgaande conclusies, waarin de houder een beeldschermhouder is.
13. Draagconstructie volgens een van de conclusies 1- 10 12, waarin de houder een voor het vasthouden van een telefoon, een computer (PC) of een persoonlijke digitale assistent (Personal Digital Assistent (PDA)) geschikte houder is.
14. Draagconstructie volgens een van de voorgaande 15 conclusies, waarbij de beugel is uitgevoerd om bij een botsing af te breken.
15. Kantelmechanisme voor het kantelbaar koppelen van een houder aan een beugel, waarbij het kantelmechanisme omvat: 20. een aan de beugel bevestigbaar stationair element; - een kantelbaar ten opzichte van het stationaire element aan te brengen kanteleenheid; - ten minste een rondom het stationaire element voorziene torsieveer voor het onder veerspanning houden van 25 het kantelbare element en de daaraan bevestigbare houder ten opzichte van het stationaire element.
16. Kantelmechanisme volgens conclusie 15, waarbij de torsieveer ten minste een einddeel omvat dat aangrijpt op de kanteleenheid en waarbij de torsieveer is uitgevoerd om in 30 een uitgangstoestand in hoofdzaak klemvast aan het stationaire element te zijn aangebracht voor het in een bepaalde stand onder veerspanning fixeren van de houder ten opzichte van de beugel en om in een toestand waarin op de 1027272 kanteleenheid een kantelkracht wordt uitgeoefend waarmee het deel van de torsieveer afgewikkeld wordt zodanig reduceren van de klemming van de torsieveer dat het kantelelement in de gewenste kantelrichting kantelbaar is.
17. Kantelmechanisme volgens conclusie 15 of 16, waarbij de torsieveer een tweede, tegenoverliggend einddeel omvat dat eveneens aangrijpt op de kanteleenheid voor het bij het uitoefenen van een tegenovergestelde kantelkracht zodanig reduceren van de klemming van de torsieveer dat hèt 10 kantelelement en de daaraan bevestigde houder in de tegenovergestelde kantelrichting kantelbaar is.
18. Kantelmechanisme volgens een van de conclusies 15-17, waarbij de torsieveer bij voldoende kantelkracht met het kanteldeel meebeweegt.
19. Kantelmechanisme volgens een van de conclusies 15-18, omvattende een eerste torsieveer en een tweede torsieveer', waarvan de respectievelijke eerste einddelen en tweede einddelen met elkaar verbonden zijn.
20. Kantelmechanisme volgens een van de conclusies 20 15-19 en een van de conclusies 1-14.
21. Voertuig voorzien van ten minste een draagconstructie volgens een van de conclusies 1-14.
22. Gebruik van een draagconstructie volgens een van de conclusies 1-14. 1027272
NL1027272A 2004-10-18 2004-10-18 Draagconstructie voor het in een voertuiginterieur vasthouden van een houder. NL1027272C1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1027272A NL1027272C1 (nl) 2004-10-18 2004-10-18 Draagconstructie voor het in een voertuiginterieur vasthouden van een houder.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1027272A NL1027272C1 (nl) 2004-10-18 2004-10-18 Draagconstructie voor het in een voertuiginterieur vasthouden van een houder.
NL1027272 2004-10-18

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1027272C1 true NL1027272C1 (nl) 2006-04-24

Family

ID=36648403

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1027272A NL1027272C1 (nl) 2004-10-18 2004-10-18 Draagconstructie voor het in een voertuiginterieur vasthouden van een houder.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1027272C1 (nl)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5667179A (en) Ratcheting articulable monitor support and presentation device
EP1889474B1 (en) Overhead display device for a vehicle
CA2214148C (en) Extendable rearview mirror
US7508656B2 (en) Display device having hinges with different torque characteristics
US20100232045A1 (en) Vehicle interior rearview mirror assembly with actuator
JP2003146134A (ja) インナーミラー装置
JP2004009796A (ja) 車両用チルト式ステアリングコラム装置
JPH1099157A (ja) シートリクライニング装置
US20040256523A1 (en) Monitor apparatus
NL1027272C1 (nl) Draagconstructie voor het in een voertuiginterieur vasthouden van een houder.
JP3098962B2 (ja) ディスプレイ駆動機構
US20110090411A1 (en) Deployable automotive video display
JP2003069920A (ja) パネル装置
WO2009098381A1 (fr) Terminal informatique pour vehicule.
US8436951B2 (en) LCD car monitor frame structure
EP1666307A1 (en) LCD car monitor frame structure
JP2935646B2 (ja) 電子機器のパネル回動装置
JP2002534320A (ja) ミラー回転装置
US5971550A (en) Automotive return rear view mirror
JPS6171244A (ja) 緩衝式ドアミラ−
JP3865549B2 (ja) メモリ機構付きチルトステアリング装置
JP2000000141A (ja) 無段階調整可倒式アームレスト装置
JPH0824077A (ja) アームレストの支持構造
EP1954520A1 (fr) Platine de porte avec fonction retroviseur integree
JP4572021B2 (ja) チルトスタンド

Legal Events

Date Code Title Description
V4 Lapsed because of reaching the maximum lifetime of a patent

Effective date: 20101018