NL1025938C2

NL1025938C2 - Wonddrainage-inrichting.

Info

Publication number: NL1025938C2
Application number: NL1025938A
Authority: NL
Inventors: Jacob Korf
Original assignee: Broockeville Corp N V
Priority date: 2003-09-17
Filing date: 2004-04-13
Publication date: 2005-03-18
Also published as: WO2005025666A2; JP2007505678A; WO2005025666A3; US20060271018A1; EP1663373A2

Description

* t

Korte aanduiding: Wonddrainage-inrichting

De uitvinding heeft betrekking op een wonddrainage-inrichting voor het met behulp van onderdruk afvoeren van uit een wond afkomstig exsudaat, welke inrichting een behuizing omvat, die een vacuümkamer omvat voor het opnemen van een verzamelhouder met een toevoeropening 5 voor het verzamelen van het exsudaat, en middelen voor het opwekken van een onderdruk in de ruimte tussen de wand van de vacuümkamer en een daarin tijdens bedrijf opgenomen verzamelhouder.

Een dergelijke wonddrainage-inrichting is uit DE-A-21 27 764 bekend. Dit bekende systeem omvat een pneumatische zuiginrichting 10 voor het af zuigen van exsudaat uit een wond. De inrichting omvat een behuizing met daarin een onder onderdruk te plaatsen kamer. In deze kamer is een wegwerpbare flexibele zak met afzuigslang voor koppeling aan de in of op een wond te plaatsen drain als verzamelhouder opgesteld. De middelen voor het opwekken van onderdruk omvatten een 15 gasstraalpomp, die enerzijds met een eveneens in de behuizing opgenomen uitwisselbare gascilinder is verbonden en anderzijds met de ruimte tussen genoemde vacuümkamer en de verzamelhouder. Met deze bekende wonddrainage-inrichting wordt onder meer beoogd het gebruiksgemak voor bedieningspersoneel te vergroten, ook op moeilijk 20 toegankelijke plaatsen in noodgevallen.

Gebleken is echter dat deze inrichting vanwege de aanwezigheid van de gascilinder en de gasstraalpomp relatief zwaar is. Dit belemmert de mobiliteit van patiënten, en tast de hanteerbaarheid aan. De gascilinder is de enige gasbron voor het opwekken van 25 onderdruk, zodat deze frequent moet worden vervangen.

Verder is een wonddrainage-inrichting uit US-A-4,004,590 bekend, waarbij de onderdruk op diverse wijzen kan worden opgewekt. Deze bekende inrichting omvat daartoe enerzijds een afzuigpomp met motor, en anderzijds een aansluiting voor koppeling aan een externe 30 vacuumbron. Ook bij deze bekende inrichting is het gewicht van de pomp en motor nadelig voor de hanteerbaarheid, en dus voor de mobiliteit van de patiënt.

Bij deze bekende inrichting evenals in veel andere bekende systemen wordt gebruik gemaakt van elektriciteit, in welke vorm dan 35 ook, om een vacuümpomp aan te drijven. Het gebruik van elektriciteit in een vochtige omgeving komt de veiligheid van het 1025931

- 2 - I

wonddrainagesysteem, en dus van de te behandelen patiënt, niet ten I

goede. I

Een soortgelijke wonddrainage-inrichting is ook uit DE-U-29 I

619 523 bekend. Dit bekende systeem omvat een vacuümdicht vat met I

5 deksel. In dit vat is een opvangzak voor exsudaat geplaatst, die via I

een zuigleiding, die door een boring in het deksel gaat, is verbonden I

met een drain. Door het creëren van onderdruk in het vat wordt via de I

opvangzak een zuigkracht op de wond uitgeoefend, en zodoende daaruit I

wondvocht afgevoerd. Deze onderdruk in het vat kan worden opgewekt I

10 via een zuiger/cilindersamenstel, dat met de ruimte tussen het vat en I

de opvangzak is verbonden. Het deksel, zuigleiding en opvangzak I

vormen een uitwisselbare en steriele eenheid. Bij deze bekende I

wonddrainage-inrichting kan de druk, die in het vat heerst, worden I

aangeduid met een veer, die in een cilinder is opgenomen, welke via I

15 een kleine boring in verbinding staat met het inwendige van het vat. I

Een nadeel van dit bekende systeem is dat voor het opwekken I

van het benodigde vacuüm in het vat mankracht nodig is om het I

zuiger/cilindersamenstel te bedienen, die in vele gevallen niet door I

de patiënt zelf kan worden geleverd. Daarvoor dient het verplegend I

20 personeel te worden ingeschakeld. Deze handbediende wonddrainage- I

inrichting is in het algemeen slechts geschikt voor lagedruk I

toepassingen. I

De onderhavige uitvinding heeft ten doel een draagbare I

wonddrainage-inrichting te verschaffen, die aan patiënten een grote I

25 mate van bewegingsvrijheid geeft. I

Verder heeft de uitvinding ten doel een wonddrainage- I

inrichting te verschaffen, die een groot gebruiksgemak heeft, voor I

zowel patiënt als bedieningspersoneel. I

Nog een ander doel van de uitvinding is om een veilige I

30 wonddrainage-inrichting te verschaffen, waarin nauwelijks of geen I

gebruik gemaakt wordt van elektriciteit. I

Nog een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van I

een wonddrainage-inrichting die eenvoudig is te vervaardigen. I

Bij de wonddrainage-inrichting volgens de uitvinding omvatten I

35 daartoe genoemde middelen voor het opwekken van een onderdruk I

gasomvormmiddelen voor het onder gebruikmaking van onder druk staand I

gas vormen van onderdruk, die aan de drukzijde in verbinding staan I

met een drukbestendig gascompartiment en aan de vacuumzijde met de I

vacuümkamer, waarbij het gascompartiment in de behuizing is voorzien I

40 en een koppeling voor aansluiting op een uitwendige gasbron heeft. I

1025938 I

f , - 3 -

Bij de inrichting volgens de uitvinding is een drukbestendig gascompartiment in de behuizing zelf voorzien, dat met van een externe gasbron, zoals perslucht, afkomstig gas kan worden gevuld, via genoemde koppeling. Dit gascompartiment staat via de 5 gasomvormmiddelen ook in verbinding met de ruimte tussen de binnenwand van de vacuümkamer en de buitenwand van de verzamelhouder. Aldus is de inrichting volgens de uitvinding "oplaadbaar" of "hervulbaar", zonder dat het gascompartiment zelf moet worden uitgewisseld. Eenvoudige koppeling op een centraal 10 persluchtleidingstelsel, dat in een ziekenhuis en vele andere zorginstellingen nagenoeg op elke zaal en/of kamer een of meer aansluitpunten bezit, is gemakkelijk, zodat de mobiele patiënt dit zelf kan uitvoeren, wanneer dat nodig is. Ook gebruik in een thuissituatie is mogelijk, wanneer de wonddrainage-inrichting op de 15 perszijde van een compressor wordt aangesloten om het gascompartiment te vullen. Omdat geen relatief zware uitwisselbare drukcilinder in de inrichting volgens de uitvinding is voorzien, noch een pomp met motor is het gewicht van de inrichting laag in vergelijking met de stand van de techniek. Dit relatief lage gewicht van minder dan 6 kg 20 verhoogt de mobiliteit van de patiënt. Ook het gebruiksgemak voor de gebruiker, patiënt en verplegende of verzorgend personeel, is hoog.

De wonddrainage-inrichting volgens de onderhavige uitvinding kan onafhankelijk van een centraal vacuümsysteem worden toegepast. De wonddrainage-inrichting volgens de uitvinding geeft zodoende aan een 25 patiënt een grote mobiliteit. Bijvoorbeeld kan een geopereerde patiënt op het wonddrainagesysteem volgens de uitvinding worden aangesloten op de operatiekamer, en vervolgens via de verkoeverkamer naar de verpleegafdeling worden gebracht, waarbij de wonddrainage-inrichting steeds kan blijven functioneren. Ook voor toepassingen in 30 de thuiszorg is het wonddrainagesysteem volgens de uitvinding geschikt vanwege het gebruiksgemak voor patiënt en bedieningspersoneel. Een mobiele patiënt kan de wonddrainage-inrichting volgens de uitvinding bijvoorbeeld aan een gordel dragen, of hangend aan een verrijdbaar statief meenemen. Met behulp van 35 geschikte ophangmiddelen kan het systeem ook aan het bed worden toegepast.

De wonddrainage-inrichting volgens de uitvinding is in beginsel volledig mechanisch. Een elektriciteitsbron, hetzij uitwendig, hetzij inwendig, is niet vereist, zodat de wonddrainage-40 inrichting volgens de uitvinding veilig is, ondanks de aanwezigheid 1025938

- 4 - I

Η

van vocht tijdens gebruik. Bij de wonddrainage-inrichting volgens de I

uitvinding worden gasomvormmiddelen toegepast, in het bijzonder een I

zogeheten persluchtomvormer, voor het opwekken van vacuüm met behulp I

van onder druk staand gas. Dergelijke gasomvormniiddelen zijn in de I

5 handel verkrijgbaar. Voorbeelden daarvan omvatten een Venturi-buis en I

zuiger-cilindersamenstellen. Uit het oogpunt van geluidsreductie I

heeft een Venturibuis de voorkeur omdat deze geen bewegende I

onderdelen omvat in tegenstelling tot de zuiger-cilindersamenstellen. I

Opgemerkt dient te worden dat het gebruik van een persluchtomvormer I

10 op zich reeds is voorgesteld in NL-C-1006001. I

Teneinde de op de wond uitgeoefende onderdruk (bijv. 140 cm I

H20) constant te houden wordt de actuele druk gemeten, en een op I

basis van een voorafgaande ijking gebaseerd stuursignaal afgegeven I

aan de gasomvormmiddelen. I

15 De drukbestendigheid van het gascompartiment (maximale druk is

ca. 15 bar) stelt geen extra eisen aan de materialen van de I

inrichting. Kunststofmaterialen worden met voordeel toegepast, omdat I

bij overbelasting deze materialen zwichten en derhalve het I

explosiegevaar gering is. Bovendien dragen de kunststofmaterialen bij I

20 aan het relatief lage totaalgewicht van de inrichting. De inrichting I

volgens de uitvinding kan een of meer gascompartimenten omvatten. De I

gascompartimenten kunnen parallel of serieel ten opzichte van elkaar I

zijn geschakeld en met de gasomvormmiddelen zijn verbonden. I

Met voordeel zijn de omvormmiddelen ook direct aan te sluiten

25 op een externe gasbron, zodat in geval van niet-functioneren van een I

gascompartiment, bijv. bij lekkage of ander defect, de wonddrainage- I

inrichting wel gebruikt kan worden, en het afzuigen van exsudaat niet

onderbroken behoeft te worden. Bij een voorkeursuitvoeringsvorm is I

daartoe de koppeling selectief verbindbaar met een gascompartiment of

30 de omvormmiddelen. Bijvoorbeeld staat daartoe de koppeling via een I

kanaal in verbinding met een gascompartiment, welk kanaal is voorzien I

van een zij kanaal, dat in verbinding staat met de gasomvormmiddelen,

waarbij het kanaal is voorzien van een afsluiter, zoals een I

driewegkraan. Een nevenvoordeel van deze voorziening is dat de inhoud I

35 van een gascompartiment kan worden gespaard, wanneer de inrichting op I

een centrale gasbron wordt aangesloten. I

Desgewenst kan de persluchtomvormer geschikt zijn om op I

verschillende bereiken van de vacuumdruk worden ingesteld, voor laag I

vacuum, midden vacuum en hoog vacuum. Welk systeem door een I

40 behandelend arts wordt gekozen voor het afvoeren van exsudaat, hangt I

1025938 I

r - 5 - mede af van de te verzorgen wond. Bij hoog vacuüm is de zuigkracht groot, waardoor bij bepaalde wondtypen beschadiging van het weefsel kan optreden. Het is derhalve voordelig wanneer de onderdruk in de opvangzak, en derhalve het vacuüm op de wond, op reproduceerbare 5 wijze kan worden ingesteld en/of kan worden gemeten. Daartoe zijn in het vak reeds drukbewakings- en regelsystemen voor wonddrainage-inrichtingen bekend, doch deze zijn in het algemeen slechts geschikt voor één bepaald type druk, hetzij hoog, hetzij laag, hetzij midden. Teneinde mogelijke fouten door de patiënt te voorkomen is deze 10 instellingsverandering met voordeel alleen door daartoe geautoriseerde personen uit te voeren. Met voordeel kan de wonddrainage-inrichting slechts op een of meer vaste waarden van de onderdruk, bijv. 150 cm waterkolom voor gewone wonddrainage en 80 cm waterkolom voor retransfusie, ingesteld worden zoals door middel van 15 een standenregelknop en is de inrichting vooraf geijkt, zodat bij meting van de onderdruk een geschikt stuursignaal aan de gasomvormmiddelen wordt toegevoerd. Met voordeel is de inrichting daartoe voorzien van een drukmeter van de onderdruk.

De combinatie van gascompartimenten en gasomvormmiddelen, 20 zoals toegepast bij de wonddrainage-inrichting volgens de uitvinding, is van zichzelf niet geschikt voor een thoraxfunctie, waarbij een minimale stroomsnelheid van ca. 20 1/min nodig is. Bij een voorkeursuitvoeringsvorm van de wonddrainage-inrichting volgens de uitvinding is derhalve een afsluitbare, directe aansluiting voor 25 koppeling aan een hoogvacuumsysteem met grote flow voorzien.

Teneinde een laag verbruik van de gasvoorraad in de gascompartimenten toe te laten omvatten de gasomvormmiddelen met voordeel twee dubbel werkende zuigercilindersamenstellen, een werkcilinder en een vacuumcilinder, waarvan de zuigers op een 30 gemeenschappelijke zuigerstang zijn voorzien. Verplaatsing van de zuiger in de werkcilinder onder invloed van de druk van het onder overdruk staande gas brengt een overeenkomstige verplaatsing van de zuiger in de vacuumcilinder te weeg, en aldus een opwekking van vacuum aan de onderdrukzijde daarvan in de vacuumcilinder. Bij 35 omkering van de bewegingsrichting van de zuiger in de werkcilinder ontstaat aan de andere zijde van de zuiger in de vacuumcilinder vacuum. De onderdrukzijde van de zuiger in de vacuumcilinder is telkens verbonden met een vacuumcompartiment, dat op zijn beurt in verbinding staat met de ruimte tussen de opvanghouder en de wand van 40 de vacuümkamer. Met voordeel is de diameter van de vacuumcilinder 102 5938

-6-· I

groter dan, bijvoorbeeld tweemaal, de diameter van de werkcilinder, I

zodat slechts een kleine hoeveelheid perslucht nodig is om een I

relatief groot vacuum op te wekken. De aandrijving van de I

werkcilinder is gebaseerd op een stuursignaal van de drukmeter, die I

5 het opgewekte vacuum meet, zodat de werkcilinder discontinu bediend I

kan worden. Met andere woorden alleen wanneer het gemeten vacuum I

onvoldoende is. Hierdoor kan de gasvoorraad in de gascompartimenten I

op effectieve wijze worden benut. I

Bij een alternatieve uitvoeringsvorm wordt een Venturibuis I

10 toegepast als gasomvormmiddelen, die ten opzichte van I

zuiger/cilindersamenstellen van zichzelf veel minder lawaai I

produceert. Dit lawaai in de vorm van een sissend geluid van de I

uitstromende lucht kan bovendien verder doelmatig worden gereduceerd I

door kleine geluidsadsorberende dempers, bijvoorbeeld uit voor gas I

15 doorlaatbaar kunststofschuira, bij de uitlaat van de Venturibuis. I

Teneinde in het geval van schade aan de verzamelhouder, I

bijvoorbeeld een kunststof opvangzak, niet de gehele wonddrainage- I

inrichting te moeten schoonmaken en steriliseren is met voordeel in I

de vacuümkamer een verwijderbare binnenhouder opgesteld, en staan de I

20 gasomvormmiddelen in verbinding met de ruimte tussen deze I

binnenhouder en de verzamelhouder. I

Met voordeel is de verzamelhouder wegwerpbaar en losneembaar I

uit de vacuümkamer. Aldus is er geen contact tussen het exsudaat en I

de overige delen van de inrichting, hetgeen voor het personeel en de I

25 inrichting veilig is. I

Met het oog op een eenvoudige assemblage van de wonddrainage- I

inrichting volgens de uitvinding heeft deze bij voorkeur een I

modulaire opbouw. Met voordeel omvat deze modulaire opbouw een I

tweedelige behuizing, in het bijzonder een frontdeel en een rugdeel I

30 uit kunststof, ten minste een gas compartiment, een vacuümkamer in het I

bijzonder een vacuumbeker, en een (kunststof) steunplaat waarop ten I

minste de gasomvormmiddelen zijn gemonteerd. I

Volgens een verder aspect heeft de uitvinding betrekking op I

een samenstel van een wonddrainage-inrichting volgens de uitvinding I

35 en een verzamelhoudervoor het verzamelen van uit een wond afkomstig I

exsudaat, omvattende een flexibele opvanghouder, die in verbinding I

staat met een toevoer voor het transporteren van exsudaat vanaf de I

wond naar de opvanghouder. I

Bij een voorkeursuitvoeringsvorm is de vacuümkamer voorzien I

40 van een opening, en omvat de verzamelhouder een deksel voor het I

10 2 59 3 8 I

- 7 - afsluiten van de opening. Bij deze uitvoeringsvorm wordt door het positioneren van het deksel op de opening de verzamelhouder zelf, zoals een flexibele opvangzak, in een juiste positie gehouden in de vacuümkamer.

5 Teneinde een juist positioneren van het deksel te verzekeren omvat het deksel met voordeel een sluitrand, zodanig dat het deksel slechts op een enkele wijze op de opening van de vacuümkamer is te plaatsen. Bij voorkeur heeft de sluitrand een ellipsvorm, die is samengesteld uit twee op elkaar aansluitende ellipsdelen met 10 onderscheiden excentriciteit. De opening is dan voorzien van een qua vorm overeenkomstige sluitrand. Vanwege de verschillende radii van de ellipsdelen, waaruit de sluitrand is samengesteld,· kan het deksel slechts op een manier op de vacuümkamer worden gepositioneerd. Deze ellipsvorm is daarnaast voordelig, daar tijdens draineren de 15 opvanghouder, gezien in doorsnede, in het algemeen een ellipsvorm aanneemt. De opvanghouder is zelf uit flexibel materiaal vervaardigd teneinde onder het op de buitenzijde van de opvanghouder uitgeoefende vacuum te vervormen, en aldus zelf vacuum op de wond uit te oefenen. De vacuümkamer, met voordeel een losneembare vacuumbeker in verband 20 met de modulaire opbouw,heeft derhalve bij voorkeur eveneens een overeenkomstige ellipsvormige doorsnede. De vacuümkamer en/of de verzamelhouder is met voordeel voorzien van een een schaalaanduiding voor het volume verzameld exsudaat. Tesamen vormen de sluitrand en het deksel een vacuumdichte sluiting van de vacuümkamer. Teneinde het 25 vacuum gemakkelijk te kunnen verbreken zijn met voordeel een of meer lippen aan het deksel voorzien. De onderzijde van het deksel is bij voorkeur voorzien van een aantal verstevigingsribben teneinde te voorkomen dat het deksel, dat met het oog op de vacuumafdichting aan de rand uit buigzaam en relatief slap materiaal bestaat, niet onder 30 invloed van het vacuum in de vacuümkamer wordt gezogen. Een balans tussen deze tegengestelde eisen wordt bereikt door het deksel als zodanig enigszins een bolle bovenzijde (al dan niet bereikt door de verstevigingsribben) te geven.

Bij een volgende uitvoeringsvorm is het deksel voorzien van 35 een afsluitbare toevoeropening voor het toevoeren van hulpstoffen, welke toevoeropening in verbinding staat met de opvanghouder. Dergelijke hulpstoffen kunnen bijvoorbeeld nodig zijn, indien het verzamelde exsudaat aan de patiënt wordt teruggevoerd. Dergelijke retransfusie is voordelig omdat daardoor infectiegevaar wordt 40 beperkt. De afsluitbare toevoeropening kan ook worden benut voor het 102 5938

I - 8 - I

I nemen van monsters uit het verzamelde exsudaat teneinde daaraan I

onderzoek te verrichten. Met voordeel is een septum of vergelijkbare I

I afdichting in de aanvullende toevoeropening voorzien. In verband met I

I steriliteit is bij voorkeur een afbreekbare dop of vergelijkbare I

I 5 bescherming over de toevoeropening geplaatst. Indien gewenst, kan de I

I de verzamelhouder voorzien zijn van een dop zodat hersluiten van de I

I toevoeropening mogelijk is. I

I De toevoerleiding van exsudaat vanaf de drain naar de I

I opvanghouder is met voordeel voorzien van een terugslagklep teneinde I

I 10 het terugstromen van verzameld exsudaat naar de wond, bijvoorbeeld in I

I het geval van onverwachts falen van de inrichting, te voorkomen. I

I Met het oog op retransfusie is de toevoer van exsudaat aan de I

I opvanghouder bij voorkeur voorzien van een afsluiter, en is de I

I opvanghouder voorzien van een afvoer voor het verwijderen van I

I 15 exsudaat uit de opvanghouder, welke afvoer is voorzien van een I

I afsluiter. Tijdens drainage zal de toevoer geopend zijn, en de afvoer I

gesloten. Voor retransfusie wordt de toevoer gesloten en de afvoer I

geopend. Met voordeel zijn de toevoer en afvoer aan tegenover elkaar I

gelegen zijden van de opvanghouder aangebracht, zodat eenvoudige I

I 20 doorstroming mogelijk is. I

I Eveneens met het oog op retransfusie of ander hergebruik van I

I het verzamelde exsudaat, in het bijzonder bloed, is de verzamelhouder I

I met voordeel voorzien van een filter, in het bijzonder tussen de I

I toevoerleiding en de opvanghouder. Een dergelijk filter verwijdert I

I 25 bijvoorbeeld huidcellen, bloedstolsels en dergelijke uit het I

I toegevoerde exsudaat, die anders een voor retransfusie toegepaste I

I injectienaald zouden kunnen verstoppen of anderszins ongewenst zijn. I

I Teneinde beschadiging van bloedcellen te voorkomen wordt geen I

I zogeheten scherp filter toegepast, maar een filter met ronde mazen. I

I 30 Omdat bij het draineren van een wond soms lucht wordt aangezogen, die I

I zich eveneens in de opvanghouder verzamelt en aldus het nuttige I

I volume voor exsudaat reduceert, is met voordeel de opvanghouder I

I voorzien van een filter, dat de binnenzijde van de opvanghouder met - I

I tijdens gebruik - de vacuümkamer verbindt, zodat ook het opwekken van I

I 35 het vacuum op de wond eenvoudig is. Aldus wordt bereikt dat de zich I

I in de opvanghouder verzamelende lucht wordt verwijderd door I

I aanzuiging vanaf de vacuümkamer door dit filter heen. Bij voorkeur is I

I het filter van een type, dat bij contact met vocht opzwelt en de I

I poriën van het filter dichtdrukt, zodat dit filter dan fluïdumdicht I

I 40 is. I

I 1025938 I

- 9 -

De uitvinding heeft tevens betrekking op een vcrzamelhouder voor het verzamelen van uit een wond afkomstig exsudaat, kennelijk bedoeld voor een wonddrainage-inrichting en/of samenstel volgens de uitvinding, omvattende een flexibele opvanghouder, die in verbinding 5 staat met een toevoer voor het transporteren van exsudaat vanaf de wond naar de opvanghouder, alsmede een deksel, omvattende een sluitrand zodanig dat het deksel slechts op een enkele wijze op de opening is te plaatsen. Vanwege deze unieke positionering is juiste plaatsing van de verzamelhouder gewaarborgd. Bij voorkeur heeft de 10 sluitrand een ellipsvorm, die is samengesteld uit twee op elkaar aansluitende ellipsdelen met onderscheiden excentriciteit.

Verder heeft de uitvinding betrekking op een verzamelhouder voor het verzamelen van uit een wond afkomstig exsudaat, in het bijzonder volgens de hierboven beschreven deksel omvattende 15 uitvoeringsvorm volgens de uitvinding, omvattende een flexibele opvanghouder, die in verbinding staat met een toevoer voor het transporteren van exsudaat vanaf de wond naar de opvanghouder, welke toevoer is voorzien van een afsluiter, alsmede een afvoer voor het verwijderen van exsudaat uit de opvanghouder, welke afvoer is 20 voorzien van een afsluiter. Deze verzamelhouder volgens de uitvinding is bijzonder geschikt voor retransfusie, waarbij tijdens wonddrainage in de opvanghouder opgevangen exsudaat vervolgens opnieuw in een patiënt wordt ingebracht via de afvoer, die bijvoorbeeld via een geschikte leiding is gekoppeld aan een infuusnaald. Als afsluiters 25 kunnen bijvoorbeeld conventionele kranen toegepast worden.

Bij voorkeur zijn de toevoer en afvoer aan tegenover elkaar liggende zijden van de opvanghouder voorzien, in het bijzonder ligt de toevoer aan de bovenzijde en de afvoer aan de onderzijde, zodat de opvanghouder steeds in een nagenoeg verticale positie kan worden 30 gehouden. Teneinde tijdens het ledigen van de opvanghouder het vacuumzuigen van de opvanghouder te vermijden is met voordeel een beluchtingsventiel voorzien, bij voorkeur aan de tegenover de afvoer gelegen zijde van de opvanghouder.

Bij een voorkeursuitvoeringsvorm van de verzamelhouder volgens 35 de uitvinding is deze voorzien van een filter, meer bij voorkeur in de opvanghouder, teneinde binnenstromend exsudaat te filtreren.

De verzamelhouder is met voordeel voorzien van een ophangoog, zoals bijvoorbeeld een ophangoog van het deksel volgens de hiervoor besproken verzamelhouder volgens de uitvinding. Ook de eerder 102S938

- 10 - I

besproken voordelige kenmerken van de verzamelhouder bij het I

samenstel zijn op de verzamelhouder op zich van toepassing. I

De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van de I

bijgevoegde tekening, waarin: I

5 Fig. 1 is een schematisch aanzicht in perspectief van een I

uitvoeringsvorm van een wonddrainage-inrichting volgens de I

uitvinding; I

Fig. 2 is een doorsnede van de in fig. 1 weergegeven I

inrichting; I

10 Fig. 3 is een bovenaanzicht van een detail van een I

uitvoeringsvorm van een verzamelhouder volgens de uitvinding; I

Fig. 4 is een aanzicht van een andere uitvoeringsvorm van een I

verzamelhouder volgens de uitvinding; I

Fig. 5 is een opengewerkt vooraanzicht van een andere I

15 uitvoeringsvorm van een wonddrainage-inrichting volgens de I

uitvinding; en I

Fig. 6 toont schematisch een uitvoeringsvorm van de modulaire I

opbouw van een wonddrainage-inrichting volgens de uitvinding.. I

In de verschillende figuren zijn overeenkomstige onderdelen I

20 met gelijke verwijzingscijfers aangeduid. I

De wonddrainage-inrichting volgens de uitvinding is in de I

figuren in zijn geheel met verwijzingscijfer 10 aangeduid. De I

inrichting 10 omvat een tweedelig huis 12 uit kunststof, waarin een I

aantal compartimenten zijn voorzien. Bij deze uitvoeringsvorm vormt I

25 een vacuümkamer 14 een integraal onderdeel van de behuizing 12, I

waarin een losneembare flexibele opvangzak 16 (zie fig. 2) voor I

exsudaat is opgenomen. Bij andere uitvoeringsvormen is de vacuümkamer I

als een losse beker uitgevoerd. Aan weerszijden van de vacuümkamer 14 I

zijn losneembare drukbestendige gascompartimenten 18 uit kunststof I

30 opgesteld. Aan de achterzijde bevindt zich een I

verbindingscompartiment 20, waarin nog nader te noemen onderdelen I

zijn opgesteld. Gezien de betrekkelijk lage druk (tot 12 bar) die in I

de gascompartimenten 18 heerst, is het voldoende om de I

gascompartimenten te voorzien van een aantal verstevigingsribben I

35 teneinde de vereiste sterkte te bereiken. Bij deze uitvoeringsvorm I

vormen de gascompartimenten eveneens een integraal onderdeel van de I

behuizing. Deze behuizing is bijvoorbeeld in twee delen spuitgegoten. I

Een frontdeel 12a met alle compartimenten, en een in hoofdzaak vlak I

rugdeel 12b. In dit geval staan de gascompartimenten 18 met elkaar in I

40 verbinding via een verbindingskanaal 22. Een externe koppeling 24 is I

102 6938 I

- 11 - voorzien voor het aansluiten van de wonddrainage^inrichting 10 op een uitwendige gasbron, in het bijzonder een persluchtleiding of compressor. De koppeling 24 met niet-weergegeven afsluiter staat in verbinding met een van de gascompartimenten 18. Een van de 5 gascompartimenten 18 is aan de bovenzijde daarvan aangesloten op de perszijde van een persluchtomvormer 30, zoals een Venturi-omvormer, voor het met behulp van perslucht (of ander onder overdruk staand gasvormig medium) opwekken van vacuum. De zuig- of vacuumzijde van de persluchtomvormer 30 staat in verbinding met de ruimte 32 tussen 10 opvangzak 16 en de binnenwand van de vacuümkamer 14. De opvangzak 16 staat via een afzuigleiding 28 in verbinding met een niet-weergegeven drain, die op een wond van een patiënt kan worden aangebracht. Desgewenst kan in de vacuümkamer 14 een wegwerpbare binnenhouder (niet weergegeven) zijn voorzien tussen de binnenwand van de 15 vacuümkamer 14 en de opvangzak 16, welke de vacuümkamer 14 beschermt bij eventuele lekkage of beschadiging van de opvangzak 16. De vacuümkamer 14 is voorzien van een venster 34 met schaalaanduiding, zodat van buitenaf het vloeistofniveau in de opvangzak 16 kan worden gecontroleerd. In plaats van een schaalaanduiding op het venster 34 20 kan ook de opvangzak daartoe voorzien zijn van een maataanduiding voor de inhoud. Bij deze uitvoeringsvorm is bovenop de inrichting 10 een schakelaar 36 voorzien voor het bedienen van de inrichting. De waarde van het vacuum kan op een manometer 38 worden afgelezen. Controle op de drukwaarde generereert een besturingssignaal voor de 25 persluchtomvormer 30. De inrichting omvat tevens een directe verbinding 40 tussen de externe koppeling 24 en de persluchtomvormer 30. Fig. 2 toont een dwarsdoorsnede van de inrichting 10.

Fig. 3 toont een bovenaanzicht van een deksel 50 voor toepassing bij een wegwerpbare verzamelhouder volgens de uitvinding. 30 Het in hoofdzaak platte deksel 50 heeft een opstaande sluitrand 52 met in doorsnede een omgekeerde U-vorm, met in bovenaanzicht een ellipsvorm. De ellipsvormige opsluitrand 52 is samengesteld uit twee verschillende ellipsdelen 53 met verschillende excentriciteit. M.a.w. de sluitrand beschrijft een continue kromme. Aan de langsuiteinden 35 van het deksel 50 zijn lippen 54 voor het aangrijpen van het deksel 50 voorzien. In het midden van het deksel 50 bevindt zich een opstaand ophangoog 56. Twee boringen 58 zijn in de lengteas van de ellips voorzien. Een voor een flexibele slang voor verbinding met de feitelijke drain, en een voor het toevoegen van hulpstoffen of nemen 40 van monsters. De laatste kan met behulp van een dop 60 worden 1025938

I - 12 - I

I afgesloten, welke dop desgewenst met behulp van een flexibele binding I

62 aan het deksel 50 is bevestigd. De opvangzak zelf (in dit I

I bovenaanzicht niet weergegeven) is met behulp van geschikte I

I bevestigingsmiddelen, bijvoorbeeld lijm, aan de onderzijde van het I

I 5 deksel 50 bevestigd. Desgewenst kan een pakking zijn voorzien. I

I Fig. 4 toont een andere uitvoeringsvorm van een verzamelhouder I

I volgens de uitvinding. De verzamelhouder omvat een opvangzak 16 uit I

I een flexibel materiaal, die aan de bovenzijde is voorzien van een I

I toevoer 70, die via kraan 72 in verbinding staat met een aan de drain I

I 10 te koppelen flexibele slang 28. Bij deze uitvoeringsvorm is een I

I filter 74 in de vorm van gaas met ronde mazen in de opvangzak 16 I

I direct onder de toevoer 70 opgesteld teneinde het toestromende I

I exsudaat te filteren. Aan de onderzijde is de opvanghouder voorzien I

I van een afvoer 76, die eveneens voorzien is van een kraan 78. Een I

I 15 beluchtingsventiel 80 is in een hoek van de bovenzijde van de I

I opvanghouder 16 voorzien. Een voor lucht doorlaatbaar filter 82 is I

I voorzien in de wand van de opvangzak 16, waardoor tijdens drainage in I

I de opvangzak 16 verzamelde lucht kan worden afgezogen. I

I Fig. 5 toont een aanzicht van een andere uitvoeringsvorm van I

I 20 een wonddrainage-inrichting volgens de uitvinding, waarvan een I

I frontdeel van de behuizing is verwijderd. Rugdeel 12a van de I

I behuizing omvat een aantal schroefgaten 90 voor het bevestigen I

I daarvan aan het frontdeel met behulp van schroeven. Voor het gemak I

I van de hanteerbaarheid is in de behuizing een handvat 92 I

I 25 geïntegreerd. Bij deze uitvoeringsvorm zijn naast de vacuümkamer 14 I

I afzonderlijke cilindervormige gascompartimenten 18 opgesteld, die in I

I verbinding staan met elkaar via leiding 22 en ook met koppeling 24. I

I Bij het linkergascompartiment 18 staat de leiding in verbinding met I

I manometer 38. Schakelaar 36 en persluchtomvormer 30 zijn bij het I

I 30 rechtergascompartiment opgesteld. Zoals blijkt uit deze fig. is het I

I deksel 50 aan de onderzijde voorzien van verstevigingsribben. Vanaf I

I elke boring 58 strekken zich telkens twee (slechts een zichtbaar in I

I dit aanzicht) schuin aflopende, radiale ribben 94a in de richting van I

I de sluitrand uit. Tussen de boringen 58 is een verdere centrale I

I 35 verstevigingsrib 94b voorzien. In de rechterboring 58 is een septum I

I 96 voorzien. De rechterboring 58 is voorzien van een afbreekbare I

I beschermdop 60. I

I Fig. 6 toont schematisch een uitvoeringsvorm van een I

I wonddrainage-inrichting met modulaire opbouw. Een kunststof rugdeel I

I 40 12a met geïntegreerde handgreep 92 is voorzien van een directe I

I 1025938 I

- 13 - aansluiting 98 voor aansluiting op een extern vacuümsysteem voor de thoraxfunctie. Een kunststof montageplaat 100 kan in het midden van het rugdeel 12a worden bevestigd, bijvoorbeeld met schroeven, nadat op de montageplaat 100 componenten, zoals drukregelaars 102 voor 5 verschillende bereiken van de onderdruk en Venturi 30 zijn voorgemonteerd. Vanwege de eenvoud zijn alle verbindingen niet weergegeven. Vervolgens kunnen gascompartimenten 18 uit kunststof, slechts een weergegeven, aan weerszijden van de montageplaat 100 worden geplaatst en met de overige componenten worden gekoppeld, 10 bijvoorbeeld met flexibele kunststofleidingen. De vacuumbeker 14 wordt in het frontdeel 12b van de behuizing geplaatst, waarna het frontdeel 12b met vacuumbeker 14 aan het rugdeel 12a wordt bevestigd, bijvoorbeeld met schroeven. Bij deze uitvoeringsvorm zijn in het frontdeel 12b uitsparingen 104 voorzien voor het opnemen van 15 schakelaar 36 en manometer 38.

1025938

Claims

1. Wonddrainage-inrichting voor het met behulp van onderdruk I afvoeren van uit een wond afkomstig exsudaat, welke inrichting een I behuizing omvat, die een vacuümkamer voor het opnemen van een I verzamelhouder met een toevoeropening voor het verzamelen van I 5 exsudaat omvat, en middelen voor het opwekken van een onderdruk in de I ruimte tussen de binnenwand van de vacuümkamer en een tijdens bedrijf I daarin opgenomen verzamelhouder, met het kenmerk dat genoemde I middelen voor het opwekken van een onderdruk gasomvormmiddelen (30) I voor het onder gebruikmaking van onder druk staand gas vormen van I 10 onderdruk omvatten, die aan de drukzijde in verbinding staan met een I drukbestendig gascompartiment (18) en aan de vacuumzijde met de I vacuümkamer (14), waarbij het gascompartiment (18) in de behuizing I (12) is voorzien en een koppeling (24) voor aansluiting op een I uitwendige gasbron heeft. I

2. Wonddrainage-inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk I dat de koppeling (24) selectief verbindbaar is met een I gascompartiment (18) en de gasomvormmiddelen (30). I

3. Wonddrainage-inrichting volgens één van de voorgaande I conclusies, met het kenmerk dat in de vacuümkamer (14) een I verwijderbare binnenhouder (32) is opgesteld, en de gasomvormmiddelen I (22) in verbinding staan met de ruimte tussen de binnenhouder (32) en I een tijdens bedrijf in de binnenhouder (32) geplaatste verzamelhouder I 25 (16). I

4. Wonddrainage-inrichting volgens een van de voorgaande I conclusies, mat het kenmerk dat de wonddrainage-inrichting een I modulaire opbouw bezit. I

30 I

5. Wonddrainage-inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk I dat de modulaire opbouw een tweedelige behuizing (12a, 12b), ten I minste een gascompartiment (18), een vacuümkamer (14) en een I steunplaat (100) met ten minste de gasomvormmiddelen (30) als samen I 35 te stellen componenten omvat. I 102 593 8 I - 15 -

6. Samenstel van een wonddrainage-inrichting volgens een van de voorgaande conclusies 1-5 en een verzamelhouder voor het verzamelen van uit een wond afkomstig exsudaat, omvattende een flexibele opvanghouder (16), die in verbinding staat met een toevoer (70) voor 5 het transporteren van exsudaat vanaf de wond naar de opvanghouder (16).

7. Samenstel volgens conclusie 6, met het kenmerk dat de vacuümkamer (14) is voorzien van een opening, en de verzamelhouder 10 (16) een deksel (50) omvat voor het afsluiten van de opening.

8. Samenstel volgens conclusie 7, met het kenmerk dat het deksel (50) een sluitrand (52) omvat, zodanig dat het deksel (50) op een unieke wijze op de opening van de vacuümkamer (14) te plaatsen is.

9. Samenstel volgens conclusie 8, met het kenmerk dat de sluitrand (52) een ellipsvorm heeft, die is samengesteld uit twee op elkaar aansluitende ellipsdelen (53) met onderscheiden excentriciteit. 20

10. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies 7-9, met het kenmerk dat het deksel (50) is voorzien van een afsluitbare toevoeropening (58) voor het toevoeren van hulpstoffen, welke toevoeropening (58) in verbinding staat met de opvanghouder (16). 25

11. Samenstel volgens conclusie 10, met het kenmerk dat in de toevoeropening (58) een septum (96) is voorzien.

12. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies 10-11, met 30 het kenmerk dat een dop (60) is voorzien voor het hersluiten van de toevoeropening (58).

13. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies 10-11, met het kenmerk dat een afbreekbare dop (60) is voorzien voor het 35 beschermen van de toevoeropening (58).

14. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies 6-13, met het kenmerk dat de toevoer (70) is voorzien van een afsluiter (72), en de opvanghouder (16) is voorzien van een afvoer (76) voor het 102 69 3 8

14. I CONCLUSIES I

15. Samenstel volgens conclusie 14, nat het kenmerk dat de toevoer I 5 (70) en afvoer (76) aan tegenover elkaar liggende zijden van de I opvanghouder (16) zijn voorzien. I

15 I

16. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies 6-15, met I het kenmerk dat de verzamelhouder (16) een filter (74) omvat. 10

16. I verwijderen van exsudaat uit de opvanghouder (16), welke afvoer (76) I is voorzien van een afsluiter (78) . I

17. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies 6-16, eet I het kenmerk dat de wand van de verzamelhouder (16) een voor lucht I doorlaatbaar filter (82) omvat. I

18. Verzamelhouder voor het verzamelen van uit een wond afkomstig I exsudaat, kennelijk bedoeld voor een wonddrainage-inrichting volgens I een van de voorgaande conclusies 1-5 of het samenstel volgens een van I de conclusies 6-17, omvattende een flexibele opvanghouder (16), die I in verbinding staat met een toevoer (70) voor het transporteren van 20 exsudaat vanaf de wond naar de opvanghouder (16), alsmede een deksel I (50), omvattende een sluitrand (52) zodanig dat het deksel (50) op I een unieke wijze op een opening van een vacuümkamer (14) te plaatsen I is. I

19. Verzamelhouder volgens conclusie 18, met het kenmerk dat de I sluitrand (52) een ellipsvorm heeft, die is samengesteld uit twee op I elkaar aansluitende ellipsdelen (53) met onderscheiden I excentriciteit. I

20. Verzamelhouder voor het verzamelen van uit een wond afkomstig I exsudaat, in het bijzonder volgens een van de voorgaande conclusies I 18-19, kennelijk bedoeld voor een wonddrainage-inrichting volgens een I van de voorgaande conclusies 1-5 of het samenstel volgens een van de I conclusies 6-17, omvattende een flexibele opvanghouder (16), die in I 35 verbinding staat met een toevoer (70) voor het transporteren van I exsudaat vanaf de wond naar de opvanghouder (16), welke toevoer (70) I is voorzien van een afsluiter (72), alsmede een afvoer (76) voor het I verwijderen van exsudaat uit de opvanghouder (16), welke afvoer (76) I is voorzien van een afsluiter (78) . I 1025838 I - 17 -

21. Verzamelhouder volgens conclusie 20, met het kenmerk dat de toevoer (70) en afvoer (76) aan tegenover elkaar liggende zijden van de opvanghouder (16) zijn voorzien. 5

22. Verzamelhouder volgens een van de voorgaande conclusies 18-21, met het kenmerk dat de verzamelhouder een filter (74) omvat.

23. Verzamelhouder volgens een van de voorgaande conclusies 18-22, 10 met het kenmerk dat de wand van de verzamelhouder een voor lucht doorlaatbaar filter (82) omvat.

24. Verzamelhouder volgens een van de voorgaande conclusies 18-23, met het kenmerk dat het deksel (50) is voorzien van een afsluitbare 15 toevoeropening (58) voor het toevoeren van hulpstoffen, welke toevoeropening (58) in verbinding staat met de opvanghouder (16).

• 25. Verzamelhouder volgens conclusie 24, met het kenmerk dat in de toevoeropening (58) een septum (96) is voorzien. 20

26. Verzamelhouder volgens een van de voorgaande conclusies 24-25, met het kenmerk dat een dop (60) is voorzien voor het hersluiten van de toevoeropening (58).

27. Verzamelhouder volgens een van de voorgaande conclusies 24-25, met het kenmerk dat een afbreekbare dop (60) is voorzien voor het beschermen van de toevoeropening (58). 1025938