NL1023250C2 - Wisselinrichting voor een matrijs. - Google Patents

Description

Wisselinrichting voor een matrijs

Verticale vorminrichting omvattende een bovenmatrijs en een benedenmatrijs aangebracht in een frame, waarbij een van die matrijzen volgens een verticale hartlijn 5 ten opzichte van dat frame en die andere matrijs verplaatsbaar is, waarbij die andere matrijs opgenomen is in een drager, welke om een verticale schamieras, die op afstand ligt van die verticale hartlijn draaibaar is.

In DE 4213654 Al wordt een horizontaal sluitende spuitgietmatrijs beschreven waarbij een uitzwenkbare arm aanwezig is voor het verwijderen van gespoten schijven. 10 Deze arm is scharnierend aan een frame aangebracht. Dit frame bestaat uit een aantal kolommen die in verbinding van de boven- en benedenmatrijs voorzien alsmede het aandrijfmechanisme van een van de matrijzen voorziet. Voor het verwisselen van een stamper is een schuifladeconstructie aanwezig.

Uit EP0857558A1 is een horizontale spuitgietmachine bekend met een om een 15 horizontale as zwenkbare stamperwisselaar. Dit is een in verdergaande mate geautoma tiseerde wisselaar waarmee behalve de beweging in het verticaal vlak het ook mogelijk is een beweging in horizontale richting uit te voeren voor het in de matrijs inbrengen en verwijderen van een stamper.

Uit JP61246025A dat de stand der techniek vormt is een verticaal werkende 20 vorminrichting bekend met ondermatrijs die op een draaiplateau aangebracht is. Op dit zelfde draaiplateau is een verdere ondermatrijs aangebracht en door rotatie kan deze verdere ondermatrijs in plaats van de eerste ondermatrijs gepositioneerd worden.

Het is een doel van de onderhavige uitvinding in een constructie te voorzien met verplaatsbare matrijs waarbij de toegankelijkheid tot de vormholte in die verplaatsbare 25 matrijs vergroot wordt.

Dit doel wordt verwezenlijkt doordat de vorminrichting een verticale spuitgietinrichting omvat en dat die drager een arm omvat, welke voorziet in verbinding tussen dat scharnier en die bevestiging van die drager aan die matrijs, welke arm om een in hoofdzaak horizontale as draaibaar is.

30 Door draaiing om de in hoofdzaak horizontale as is het mogelijk zijdelings toe gang tot de matrijsholte te verkrijgen. Begrepen zal worden dat het voor de uitvinding niet essentieel is dat de as zuiver horizontaal is. Deze kan onder een aanzienlijke hoek ten opzichte van de horizontaal staan.

1023250 H Belemmering in bewegingsvrijheid door de kolommen is niet langer aanwezig H zodat de matrijs op eenvoudige wijze geïnspecteerd, onderhouden en schoongemaakt kan worden. Het wisselen van stampers of andere delen is bijzonder eenvoudig. Dit geldt in het bijzonder indien handmatig gewerkt wordt.

5 Volgens een bijzondere uitvoering van de uitvinding zijn die bovenmatrijs en benedenmatrijs van met elkaar samenwerkende centreermiddelen voorzien die bij het naderen van die matrijzen werkzaam worden.

Hoewel de hierboven beschreven constructie met naar buiten uitzwenkbare arm bijzonder nauwkeurig kan werken zal in bepaalde gevallen zoveel onnauwkeurigheid in 10 het stelsel van de twee matrijzen ten opzichte van elkaar geïntroduceerd worden door het beweegbaar met een drager uitvoeren van een matrijs, dat nadere maatregelen noodzakelijk zijn om juiste positionering van de matrijs te waarborgen. Door de matrij- zen van met elkaar samenwerkende centreermiddelen te voorzien en meer in het bij- zonder een van die matrijzen verplaatsbaar ten opzichte van het frame aan te brengen 15 kan zonder bezwaar een matrijsdeel met de drager weggezwenkt worden en weer teruggeplaatst worden zonder dat daarbij de onderlinge positioneringsnauwkeurigheid verloren gaat. Daardoor is het mogelijk in een inrichting te voorzien met bijzonder geringe bouwhoogte. Met name is dit van belang bij verticale spuitgietinrichtingen omdat daarbij het plafond van de ruimte waarin de inrichting opgesteld is vaak een 20 beperkende factor is. Vastzetten van het matrijsdeel ten opzichte van het frame vindt bij voorkeur met een snelwerkende automatische kleminrichting plaats.

Volgens een verdere van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding is de dra- ger met matrijs schamierbaar om een van de kolommen die het frame van de spuitgiet- inrichting vormen.

I 25 Het is met de onderhavige uitvinding zowel mogelijk de betreffende matrijs te I vervangen als een deel van de matrijs zoals de hierboven beschreven stamper.

I Volgens een verder van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding zijn de I boven- en benedenmatrijs voorzien van met elkaar samenwerkende klemmiddelen.

I Daardoor is het mogelijk in de gesloten toestand van de matrijzen deze met elkaar te I 30 verbinden. Door vervolgens de matrijs, die geen verbinding heeft met de drager, los te I koppelen van het frame of de verplaatsingsmiddelen ten opzichte van het frame, kan deze met de matrijs die verbonden is met de drager naar buiten bewogen worden en vervangen worden respectievelijk onderhouden worden. Daardoor is het niet langer 1023250 3 I noodzakelijk gebruik te maken van takels en andere verplaatsingsconstructies voor de I matrijzen.

I De uitvinding heeft eveneens betrekking op een spuitgietstelsel omvattende een I spuitgietinrichting zoals hierboven beschreven en alsmede daarmee samenwerkende I 5 wisselaarmiddelen voor het uit die andere matrijs verwijderen van een matrijsdeel. Met I behulp van deze constructie is het mogelijk om het wisselen van bijvoorbeeld stampers I bij het spuiten van optische informatiedragers aanzienlijk te vereenvoudigen. Immers in I de meest elementaire uitvoering van de onderhavige uitvinding zal bij het naar buiten I zwaaien van de matrijs dadelijk door een operator de betreffende stamper verwijderd I 10 dienen te worden en vervangen dienen te worden door een ander stamper. Volgens de I onderhavige uitvinding is het mogelijk dit proces te mechaniseren. Door een wisselaar I te combineren met de spuitgietinrichting volgens de onderhavige uitvinding kan dit I proces automatisch uitgevoerd worden d.w.z. kan door de operator de nieuwe stamper I klaargezet worden terwijl de oude stamper op automatische wijze verwijderd wordt en I 15 daarna de nieuwe stamper ingébracht wordt. Dit betekent dat de operator op een tijdstip I wanneer het hem uitkomt de nieuwe stamper klaar zet en tijdens het wisselen van de I stamper nauwelijks productietijdverlies optreedt.

I De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van een in de tekening afgebeeld I uitvoeringsvoorbeeld verduidelijkt worden. Daarbij tonen: I 20 Figuur 1 schematisch een spuitgietinrichting volgens de onderhavige uitvinding I in de positie waarin het vervaardigen van producten mogelijk is; I Figuur 2 een deel van de spuitgietinrichting bij het naar buiten bewogen zijn van I de bovenmatrijs; I Figuur 3 een verdere positie van de bovenmatrijs in de positie van het vervangen I 25 van een stamper; I Figuur 4 het vervangen van een stamper toont met behulp van een wisselaar; en I Figuren 5 en 6 het naar buiten bewegen van de gehele matrijs voor vervangen of onderhoud.

hl figuur 1 is schematisch met 1 een spuitgietinrichting aangegeven. Deze omvat I 30 een frame opgebouwd uit (drie) kolommen 2 met verticale hartlijn 4. Deze kolommen 2 I komen samen in een bovenplaat 5 waarin de toevoer 6 voor kunststof is aangebracht.

I Tegen de bovenplaat 5 rust een bovenmatrijssamenstel 7. Details van samenstel 7 blij- I ken uit figuur 2. Bovenmatrijssamenstel 7 is bevestigd aan een drager 11, die bestaat uit I 1023250 een arm 12 en een huls 13. De benedenmatrijs is met 9 aangegeven en kan met behulp van een niet nader afgebeeld bewegingsmechanisme in de richting van pijl 10 heen en H weer bewogen worden volgens de hartlijn 3. Bovenmatrijssamenstel 7 is voorzien van een aantal langs de omtrek aangebrachte centreerholten 19 terwijl centreermiddelen 24 5 in de benedenmatrijs 9 aanwezig zijn. Begrepen zal worden dat ook andere centreer- middelen aanwezig kunnen zijn. Voor de als voorbeeld getoonde spuitinrichting vol- H gens de onderhavige uitvinding is het kenmerkend dat de matrijzen 7 en 9 ten opzichte H van elkaar “zoekend” zijn, dat wil zeggen dat deze niet star ten opzichte van de hartlijn 3 in het uit kolommen 2 bestaande frame aangebracht zijn.

10 Huls 13 kan scharnieren volgens hartlijn 4 om kolom 2. Arm 12 kan draaien om de horizontale hartlijn 23.

Indien om enigerlei reden werkzaamheden aan bovenmatrijs 7 uitgevoerd moeten worden kan deze na losgekoppeld te zijn van bovenplaat 5 met behulp van drager 11 naar buiten gezwenkt worden zoals getoond is in figuur 2.

15 Een van die werkzaamheden kan zijn het vervangen van een in de bovenmatrijs aangebrachte stamper.

In de positie getoond in figuur 2 is het op eenvoudige wijze mogelijk de stamper uit de bovenste vormholte te verwijderen respectievelijk aan te brengen respectievelijk I te vervangen. Door rotatie om de as 23 komt vormholte 17 naar voren gericht te liggen I 20 en kan daar een stamper aangebracht, verwijderd en/of vervangen worden. Dit is sche- matisch in figuur 3 getoond. Vervolgens kan het matrijssamenstel weer terugbewogen I worden en kan de positie volgens figuur 1 bereikt worden waarna het proces van het I spuitgieten voortgezet wordt. In fig. 4 is op schematische wijze getoond de toepassing I van een stamperwisselaar 30. Deze is samen met de spuitgietinrichting volgens de on- I 25 derhavige uitvinding in bovenaanzicht getoond. De kopse einden van de wisselaar zijn I van centreermiddelen voorzien die samen kunnen werken met de centreerholten 19 in I het bovenmatrijssamenstel.

Deze is steeds 180° roteerbaar volgens pijl 31 om as 32 en verplaatsbaar in de richting van pijl 33. Deze is voorzien van holten 34 en 35 voor het opnemen van de 30 stamper al dan niet in combinatie met een in de stamper geplaatste houderbus die op eenvoudige wijze in de bovenmatrijs aangebracht kan worden. De aan de hand van fig.

4 getoonde constructie werkt als volgt: I 1023250 5

Op de wijze volgens fig. 3 wordt de bovenmatrijs naar buiten gezwaaid en om de horizontale as daarvan gezwenkt zodat de stamper zich in hoofdzaak verticaal bevindt. Vervolgens wordt de wisselaar 30 in de richting van pijl 33 naar de bovenmatrijs bewogen totdat de niet gevulde holte 34 voor de bovenmatrijs ligt. De stamper 16 wordt 5 overgebracht naar de holte 34. Vervolgens wordt de wisselaar 30 in de richting van de pijl 33 terug bewogen en roteert in de richting van pijl 31. Daardoor wordt de ruimte 35 die voorzien is van een andere stamper geplaatst voor de bovenmatrijs. Na het bewegen in tegen de bovenmatrijs kan de stamper (eventueel met houderbus) overgegeven worden aan de bovenmatrijs en kan de bovenmatrijs terugzwenken in de positie boven 10 de ondermatrijs.

Het is vanzelfsprekend eveneens mogelijk dat de hierboven beschreven stamper-wisselaar verticaal opgesteld is waardoor de kanteling van de horizontale naar verticale positie van de bovenmatrijs niet noodzakelijk is. Begrepen zal worden dat bij andere inbrengdelen dan de stamper, het met de hierboven beschreven wisselaar mogelijk is, 15 deze te vervangen.

In figuur 5 is de toestand getoond bij het bovenmatrijssamenstel 7 en de benedenmatrijs 9 tegen elkaar bewogen zijn. Op niet nader afgebeelde wijze vindt onderling vergrendeling plaats en wordt vervolgens de benedenmatrijs 9 op niet nader afgebeelde wijze losgekoppeld van de niet getoonde aandrijfiniddelen. Deze worden 20 iets terugbewogen waarna het mogelijk is om het bovenmatrijssamenstel samen met de benedenmatrijs naar buiten te scharnieren zoals in figuur 6 getoond is. Op deze wijze zijn er geen omslachtige handgrepen noodzakelijk voor het verwijderen van de benedenmatrijs 7.

Hoewel de uitvinding hierboven beschreven is aan de hand van vervangen van 25 een stamper dient begrepen te worden dat met de constructie volgens de onderhavige uitvinding eveneens op eenvoudige wijze onderhoud gepleegd kan worden en de bovenmatrijs respectievelijk het matrijssamenstel in het geheel vervangen kan worden. Deze en verdere varianten komen dadelijk op bij het lezen van bovenstaande beschrijving door degene bekwaam in de stand der techniek en liggen binnen het bereik van 30 bijgaande conclusies.

1023250

Claims (9)

1. 2. Spuitgietinrichting volgens conclusie 1 waarbij die bovenmatrijs (7) en benedenmatrijs (9) van met elkaar samenwerkende centreermiddelen voorzien zijn die bij het naderen van die matrijzen werkzaam worden.
2. 3. Spuitgietinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de verbinding van een van die matrijzen met het frame een loodrecht op de sluitrichting flexibele verbinding omvat.
3. 4. Spuitgietinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij dat frame een aantal verticale kolommen (2) omvat voor het mechanisch koppelen van die 20 bovenmatrijs en die benedenmatrijs, waarbij die drager om een van die kolommen schamierbaar is.
4. 5. Spuitgietinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die matrijzen voorzien zijn van met elkaar samenwerkende klemmiddelen.
5. 6. Spuitgietinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die 25 matrijzen uitgevoerd zijn voor het spuitgieten van schijfvormige informatiedragers.
6. 7. Spuitgietinrichting volgens conclusie 6, waarbij die andere matrijs (7) matrijsholte een opname (17) voor een stamper (16) omvat.
7. 8. Spuitgietinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die ene matrijs (9) de benedenmatrijs omvat.
8. 9. Spuitgietstelsel, omvattende een spuitgietinrichting volgens een van de voor gaande conclusies in combinatie met conclusie 7, alsmede daarmee samenwerkende wisselaarmiddelen voor het uit die andere matrijs verwijderen van een stamper. 1023250 ft
9. 10. Spuitgietstelsel volgens conclusie 9, waarbij die wisselaarmiddelen voorzien zijn van een opname voor een verder matrijsdeel. f023250