NL1022584C2

NL1022584C2 - Plafondsysteem voor clean room.

Info

Publication number: NL1022584C2
Application number: NL1022584A
Authority: NL
Inventors: Alain Ferdinand Schaufeli
Original assignee: Alcoa Nederland Bv
Priority date: 2003-02-05
Filing date: 2003-02-05
Publication date: 2004-09-22
Also published as: NL1022584A1; WO2004070128A1

Description

Plafondsysteem voor clean room

De uitvinding betreft een plafondsysteem, bijvoorbeeld voor een zeer schone ruimte (clean room), omvattende een vakwerk uit dwars op elkaar verlopende, door 5 luchtdichte koppelingen aan elkaar gekoppelde profielen alsmede plafondpanelen die luchtdicht zijn ondersteund op de profielen, welke koppelingen elk een vulstuk omvatten dat aan een eind aansluit op de zijkant van een doorgaand profiel, en dat aan het andere eind aansluit op de kopkant van een onderbroken profiel dat dwars op het doorgaande profiel loopt.

10 Een dergelijk plafondsysteem is bekend uit DE-U-9102276. Vanwege het luchtdichte karakter van een dergelijk plafond is het bijzonder geschikt voor ruimten waaraan hoge eisen worden gesteld in verband met reinheid en hygiëne. Als voorbeelden worden genoemd de ruimten waarin halfgeleideiproducten worden vervaardigd, die zodanig kleine details bevatten dat ook zeer kleine stofdeeltjes het 15 optische vervaardigingsproces zouden verstoren. Een verder voorbeeld wordt gevormd I door de farmaceutische industrie, waarbij het handhaven van een hygiënische I omgeving van het grootste belang is. Kieren waarin zich verontreinigen zouden kunnen verzamelen moeten worden vermeden omdat die besmettingsgevaar meebrengen.

Volgens een bekende techniek worden de naden in het plafond afgedicht met een I 20 kit. Dat brengt echter verschillende problemen mee. Allereerst is het op deze wijze door middel van kit afdichten van alle naden arbeidsintensief. Een verder nadeel is dat het kitmateriaal op zich ook verontreinigingen meebrengt, zoals door ontgassing. Bij brand zijn de problemen nog ernstiger vanwege de als gevolg van verbranding van het kit- materiaal vrijkomende schadelijke verbrandingsproducten.

25 Volgens weer een andere bekende techniek worden in de plafonds vloeistof H afdichtingen toegepast. Ook daarvoor geldt dat het aanbrengen van een dergelijk pla- fond arbeidsintensief is.

H Doel van de uitvinding is daarom een plafondsysteem te verschaffen dat H luchtdicht is maar dat de hiervoor genoemde nadelen of in ieder geval in mindere mate 30 bezit. Dat doel wordt bereikt doordat zich tussen het vulstuk en de kopkant van het onderbroken profiel een pakking bevindt I 1022584 Η

Bij het plafondsysteem volgens de uitvinding worden de dwars ten opzichte van elkaar lopende profielen door middel van een vulstuk aan elkaar gekoppeld. Dat heeft het voordeel dat de profielen niet of nauwelijks bewerkt hoeven te worden in verband met het koppelen daarvan. Dat voordeel doet zich in het bijzonder voor indien de kop· 5 kant van het onderbroken profiel en van de tegenoverliggende kant van het vulstuk vlak zijn.

Het onderbroken profiel is hol, terwijl het vulstuk uitsteeksels heeft die nauwslui-H tend passen in de holte van het onderbroken profiel. Het doorgaande profiel en het ón- derbroken profiel hebben een identieke dwarsdoorsnede. De profielen kunnen allerlei 10 vormen bezitten. Bij voorkeur hebben de profielen in dwarsdoorsnede aan tenminste H een opstaande langszijde een uitstekende flens.

Tussen het vulstuk en de kopkant van het onderbroken profiel bevindt zich de pakking. Deze pakking is ingesloten tussen de kopkant van het onderbroken profiel en de langsrand van de flens van het doorgaande profiel. De pakking kan richels hebben 15 die passen in een holte van het vulstuk, en ook richels die zich uitstrekken over de flens van het doorgaande profiel.

Door het vulstuk kan zich een koppelpen uitstrekken die aan een eind is bevestigd aan het onderbroken profiel, en die aan het ander eind een kop heeft die is opgenomen in een ondersneden ruimte in de opstaande langszijde van het doorgaande profiel. Bij I 20 voorkeur is de kop van de koppelpen langwerpig, en is de breedte van die kop nage- noeg gelijk aan de breedte van de opening van de ondersneden ruimte zodanig dat de I kop door insteken en verdraaien haakbaar is in de ondersneden ruimte.

I De koppelpen kan aan het onderbroken profiel zijn bevestigd door middel van een spanverbinding. Het vulstuk kan verder uitsteeksels hebben die passen in de ope* 25 ning van de ondersneden ruimte. Door middel van deze uitsteeksels kan het vulstuk I onverdraaibaar worden gefixeerd ten opzichte van het doorgaande profiel.

Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de I figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

I Figuur 1 toont een aanzicht in perspectief van een gedeelte van een plafondsys- 30 teem met een koppeling volgens de uitvinding tussen een doorgaand en een onderbroken profiel.

Figuur 2 toont het onderbroken figuur zoals figuur 1 met een vulstuk.

3

Figuur 3 toont een aanzicht in perspectief van het onderbroken profiel met een pakking.

Figuur 4 toont een aanzicht in perspectief van de pakking.

I Het in figuur 1 weergegeven gedeelte van een plafondsysteem volgens de uitvin· I 5 ding toont een doorgaand profiel 1» waarop een onderbroken profiel 2 is aangesloten.

I Het plafondsysteem bevat een groot aantal van dergelijke koppelingen, waarbij het on- I derbroken profiel 2 aan de andere zijde van het doorgaande profiel 1 doorgezet kan zijn I door middel van een verder onderbroken profiel 2 (niet getoond).

I De koppeling, die in zijn geheel met 3 is aangeduid, omvat een vulstuk 4 alsmede I 10 een pakking 5. Deze pakking 5 is te zien in figuur 3 en figuur 4. Figuur 3 toont dat de I pakking 5 zich bevindt op de vlakke kopkant 6 van het onderbroken profiel 2.

I Zoals te zien is in figuur 1 zijn het doorgaande profiel 1 en het onderbroken pro- I fiel 2 identiek. Zij omvatten elk een kokergedeelte 7, aan de onderzijde waarvan zich I twee flenzen 8 naar buiten toe uitstrekken. Het vulstuk 3 bevindt zich tussen de koker- I 15 gedeelten 7 van de profielen 1,2. De flenzen 8 van die profielen 1,2 sluiten op elkaar I aan.

I Zoals te zien is in figuur 3 strekt zich over het kokergedeelte en over de flenzen 8 I de pakking 5 uit. De pakking 5 bezit daartoe een met de kokergedeelten 7 van de pro- I fielen 1, 2 overeenkomend kokergedeelte 9, alsmede twee met de flenzen 8 overeen- I 20 komende flensgedeelten 10.

I Het kokergedeelte 9 bezit aan weerskanten richels 11 die passen in het kokerge- deelte 7 van het onderbroken profiel 2, en ook in het overeenkomstig holle vulstuk 3.

I De flensgedeelten 10 van de pakking 5 bezitten aan weerszijden eveneens richels 12, die steken over de flenzen 8 van de profielen 1,2.

25 Vanwege de vlakke vorm van de pakking 2, van de kopkant 6 en van het onderbroken profiel 2, alsmede vanwege het feit dat de naar het onderbroken profiel 2 gekeerde kant van het vulstuk 3 in hetzelfde vlak ligt als de daarnaast liggende flens 8 van het doorgaande profiel 1, kan aldus een uitstekende luchtdichte afsluiting tussen de profielen 1,2 worden verkregen.

30 Op bekende wijze worden vervolgens plafondpanelen (niet getoond) geplaatst op de flenzen 8 van de profielen 1, 2, en door middel van op zich bekende luchtdicht af- sluitende middelen (niet getoond) eveneens luchtdicht aangesloten.

I 1022584 Η

Het vulstuk 3 is door middel van een koppelpen 13 vastgezet. Deze koppelpen 13 bevat een kop 14, die past in de ondersneden ruimte 14 in de opstaande zijwand 15 van het doorgaande profiel 1. De breedte van d kop is zodanig dat hij juist in de opening 16 van die ondersneden ruimte 14 past. Door verdraaiing kan hij vervolgens daarin worden 5 geblokkeerd.

Aan de andere kant is de koppelpen door middel van een spanverbinding 17 vast-gezet aan het onderbroken profiel 2.

Het vulstuk 3 is verder voorzien van uitsteeksels 18 die passen in de opening 16 van de ondersneden ruimte 14. Daardoor wordt een onverdraaibare bevestiging van het H 10 vulstuk 3 ten opzichte van het doorgaande profiel 1 verkregen.

I 1022584

Claims

1. Plafondsysteem, bijvoorbeeld voor een zeer schone ruimte (clean toorn), I omvattende een vakwerk uit dwars op elkaar verlopende, door luchtdichte koppelingen I 5 (3) aan elkaar gekoppelde profielen (1, 2) alsmede plafondpanelen die luchtdicht zijn I ondersteund op de profielen (1,2), welke, koppelingen (3) elk een vulstuk (4) omvatten I dat aan een eind aansluit op de zijkant van een doorgaand profiel (1), en dat aan het I andere eind aansluit op de kopkant (6) van een onderbroken profiel (2) dat dwars op het I doorgaande profiel (1) loopt, met het kenmerk dat zich tussen het vulstuk (4) en de I 10 kopkant (6) van het onderbroken profiel (2) een pakking (5) bevindt.

2. Plafondsysteem volgens conclusie 1, waarbij het doorgaande profiel (2) in dwarsdoorsnede aan tenminste een opstaande langszijde (15) een uitstekende flens (8) I heeft.

3. Plafondsysteem volgens conclusie 1 en 2, waarbij de pakking (5) is ingesloten tussen de kopkant (6) van het onderbroken profiel (2) en de langsrand van de flens (8) van het doorgaande profiel (1).

4. Plafondsysteem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de pakking (5) richels (11) heeft die passen in een holte van het vulstuk (4).

5. Plafondsysteem volgens conclusie 3 of 4, waarbij de pakking (5) richels (12) heeft die zich uitstrekken over de flens (8) van de profielen (1,2).

6. Plafondsysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de kopkant (6) van het onderbroken profiel (2) en van de tegenoverliggende kant van het vulstuk (4) vlak zijn.

7. Plafondsysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het onderbro- ken profiel (1) hol is, en het vulstuk (4) uitsteeksels heeft die passen in de holte van het onderbroken profiel (2). I 1022584 I.

8. Plafondsysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het doorgaande profiel (1) en het onderbroken profiel (2) een identieke dwarsdoorsnede hebben.

9. Plafondsysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij zich door het 5 vulstuk (4) een koppelpen (13) uitstrekt die aan een eind is bevestigd aan het onderbroken profiel (2), en die aan het ander eind een kop (19) heeft die is opgenomen in een ondersneden ruimte (14) in de opstaande langszijde (15) van het doorgaande profiel (1).

10. Plafondsysteem volgens conclusie 9, waarbij de kop (19) van de koppelpen 10 (13) langwerpig is, en de breedte van die kop (19) nagenoeg gelijk is aan de breedte van de opening (16) van de ondersneden ruimte (14) zodanig dat de kop (19) door insteken en verdraaien haakbaar is in de ondersneden ruimte (14).

11. Plafondsysteem volgens conclusie 9 of 10, waarbij de koppelpen (13) aan het 15 onderbroken profiel (2) is bevestigd door middel van een spanverbinding (17).

12. Plafondsysteem volgens conclusie 9, 10 of 11, waarbij het vulstuk (4) uitsteeksels (18) heeft die passen in de opening (16) van de ondersneden ruimte (14). 1022584