NL1022001C2 - Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van een langgerekt product met een langs- en versterkingswapening, alsmede een dergelijk product. - Google Patents

Description

Titel: Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van een langgerekt product met een langs- en versterkingswapening, alsmede een dergelijk product.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een langgerekt product uit viskeus, uithardend materiaal, zoals beton of soortgelijk materiaal, voorzien van een langswapening en althans plaatselijk een schroeflijnvormige versterkingswapening, waarbij op 5 een vorminrichting over de lengte van het te vervaardigen langgerekte product een langswapening wordt aangebracht, ten opzichte daarvan op een gewenste plaats en over een gewenste lengte de vanaf een invoerplaats toegevoerde versterkingswapening wordt gepositioneerd en het viskeuze, uithardende materiaal in de gewenste vorm op en om de wapening wordt 10 aangebracht vanuit een toevoerorgaan, dat stroomafwaarts op een afstand voor de invoerplaats wordt gehouden, waarbij aanbrengen van het viskeuze, uithardende materiaal wordt gestart nabij een eerste uiteinde van de langswapening en vervolgens wordt voortgezet in de richting van een tweede tegenover het eerste gelegen uiteinde van de langswapening. Tevens 15 heeft de uitvinding betrekking op een inrichting voor het vervaardigen van een dergelijk product alsmede dat product zelf.

Een werkwijze van de hierboven omschreven soort is bekend uit GB-A-1 454 050. Hierbij wordt de versterkingswapening gevormd op het buitenoppervlak van een buis, die zich vanaf de invoerplaats voor de 20 versterkingswapening uitstrekt tot in het toevoerorgaan voor het viskeuze uithardende materiaal en door welke buis heen zich de langswapening uitstrekt. Op het moment dat door middel van het vervormingsorgaan rondom de buis de gewenste lengte versterkingswapening is gevormd, wordt die lengte losgeknipt en is vervolgens met de hand over de buis te 25 verschuiven totdat het vooruiteinde van die lengte zodanig in het 1022001 2 toegevoerde viskeuze, uithardende materiaal is ingebed, dat bij verplaatsing van het toevoerorgaan die lengte niet wordt meegenomen, maar stationair in het verder toegevoerde materiaal blijft zitten. Het tijdens het in bedrijf zijn van de vorminrichting met de hand verplaatsen van een afgesneden 5 lengte versterkingswapening is een risicovolle handeling en kan verder de nauwkeurigheid van de positionering van de versterkingswapening ten opzichte van de langswapening nadelig beïnvloeden.

Omdat bedoelde lengte versterkingswapening tijdens het vormen rond de buis om die buis roteert, is die lengte beperkt tot de afstand van het 10 vervormingsorgaan tot de invoerplaats, omdat anders het vormen van het langgerekt product, zoals een heipaal, uit viskeus, uithardend materiaal zou worden verstoord. Dient de versterkingswapening te worden aangebracht over een lengte die langer is dan bedoelde maximale vervaardigingslengte, dan dient gebruik te worden gemaakt van twee achtereenvolgens te 15 vervaardigen lengtes versterkingswapening. De tweede lengte kan net als de eerste, en met alle nadelen van dien, met de hand worden verschoven en in de materiaal massa worden gedrukt. Deze handeling is nog moeizamer in verband met het zich daar ook bevinden achteruiteinde van de eerste lengte versterkingswapening. In GB-A-1 454 050 is dan ook voorgesteld het 20 vooruiteinde van de tweede lengte in het achteruiteinde van het eerste deel te schroeven, zodat de tweede lengte door de eerste, reeds ingebedde lengte op zijn plaats wordt gehouden. Dit betekent echter dat over de overlaplengte een dubbele hoeveelheid versterkingswapening aanwezig is, hetgeen onnodige materiaalkosten betekent. Tevens zullen er voorzieningen 25 aanwezig moeten zijn dat de overlapping plaatsvindt en wel ten minste over een minimale lengte. Bovendien kan het vasthouden van de tweede lengte door de eerste problemen met zich brengen, omdat het hier in feite veerkrachtige lichamen, te zien als veren, betreft, waarbij een lengte verandering door het eraan trekken kan resulteren in een vermindering van 30 de diameter, waardoor zich vastklemming op de buis zou kunnen voordoen.

3

Verder kan plaatselijk in elkaar grijpen scheef trekken en zodoende weer vastklemmen op de buis en verstoring van het vervaardigingsproces betekenen.

Met de uitvinding wordt beoogd de bovenomschreven problemen bij 5 het aanbrengen van de schroeflijnvormige versterkingswapening te elimineren en te voorzien in een werkwijze waarbij de schroeflijnvormige versterkingswapening op veilige en nauwkeurige wijze ten opzichte van de langswapening kan worden gepositioneerd en waarbij zonder overlappingen een uit delen samengestelde versterkingswapening over de gewenste totale 10 lengte efficiënt en met hoge productiecapaciteit is aan te brengen.

Dit wordt overeenkomstig de uitvinding bij een werkwijze van de in de aanhef omschreven soort bereikt, doordat de schroeflijnvormige versterkingswapening rechtstreeks op en rond de langswapening wordt gevormd en vastgezet. Door deze maatregel kan de versterkingwapening 15 onder optimale omstandigheden, dat wil zeggen in hoofdzaak voordat deze in contact met het viskeuze, uithardende materiaal, op de gewenste plaats ten opzichte van de langswapening worden gepositioneerd en vastgezet, waarna bij het verplaatsende toevoerorgaan de aldus samengestelde langs-en versterkingswapening met viskeus, uithardend materiaal wordt omhuld. 20 Aldus kan in feite zonder handmatig ingrijpen door het met de juiste snelheid toevoeren en op het juiste moment lossnijden van de ter plekke gevormde versterkingswapening snel en efficiënt een optimale configuratie van de wapening worden verkregen, welk voordeel des te meer spreekt als bedacht wordt, dat langgerekte producten als de onderhavige vaak in serie 25 achter elkaar liggend, op een uitgestrekte vorminrichting met bijvoorbeeld een lengte van 100 m of meer worden vervaardigd.

Het vastzetten van de versterkingswapening op de langswapening kan door middel van een klemwerking plaatsvinden, bijvoorbeeld door de schroeflijnvormige versterkingswapening uit te voeren met een 30 binnenomtrek die kleiner is dan de buitenomtrek van de langswapening. Dit 1022001 I zou minder gewenst kunnen worden geacht vanwege het tijdens het vormen I van een lengte versterkingswapening over en langs de langswapening I schuiven daarvan. Overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de I uitvinding wordt daarom voorgesteld, dat de schroeflijnvormige I 5 versterkingswapening wordt uitgevoerd met ten minste een windingsdeel I dat een kleinere diameter heeft dan een daaraan voorafgaand of daarop I volgend windingsdeel met daarbij een bijzondere voorkeur voor een uitvoering waarbij alleen een als laatste toegevoerd windingsdeel een I windingsdeel met kleinere diameter is. De versterkingswapening kan dan I 10 tijdens de vervaardiging soepel over en langs de langswapening schuiven, I waarbij het laatste windingsdeel na lossnijden door verend op de I langswapening aan te grijpen de versterkingswapening in een vooraf te I bepalen positie op de langswapening vastzet.

I In geval klemming niet voldoende zou worden geacht, wordt I 15 overeenkomstig een verdere uitwerking van de uitvinding voorgesteld, dat I de versterkingswapening op ten minste een plaats door een lijm-, druk-, I bind- of warmtebehandeling op de langswapening wordt vastgezet. Daarbij wordt er een bijzondere voorkeur voor uitgesproken, dat de I versterkingswapening op ten minste een plaats met een bindelement wordt I 20 vastgezet op de langswapening.

I Afhankelijk van het beoogde gebruik van het langgerekte product I kan het gewenst zijn op verschillende plaatsen de versterkingswapening in I verschillende mate aan te brengen. Gedacht kan daarbij worden aan het I plaatselijk ineenschroeven van lengten versterkingswapening.

I 25 Overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt er I evenwel een voorkeur voor uitgesproken, dat de schroeflijnvormige I versterkingswapening wordt toegevoerd met een spoed die over een H bepaalde lengte van de langswapening is afgestemd op een gewenste I hoeveelheid versterkingswapening over de bepaalde lengte. Op deze wijze I 30 kan op elke gewenste plaats in elke gewenste mate eenvoudig en efficiënt, 5 dat wil zeggen onder optimaal materiaal gebruik en minimale verstoring van het vormingsproces, een versterkingswapening worden aangebracht.

In het bijzonder bij het vervaardigen van langgerekte producten met grote lengte, en zeker bij het in serie na elkaar vervaardigen van 5 dergelijke producten kan de langswapening, ook als deze is voorgespannen, uitzakken. In die gevallen verdient het volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding de voorkeur, dat de langswapening in een gebied stroomopwaarts ten opzichte van de invoerplaats op onderling en ten opzichte van de vorminrichting gewenste standen wordt ge(her)positioneerd. 10 De uitvinding heeft tevens betrekking op een inrichting voor het vervaardigen van een langgerekt product uit een viskeus, uithardend materiaal, zoals beton of een soortgelijk materiaal, en voorzien van een langswapening en althans plaatselijk een versterkingswapening, welke inrichting is voorzien van een vorminrichting waarop over de lengte van het 15 te vervaardigen langgerekte product een langswapening en althans plaatselijk een versterkingswapening is aan te brengen alsmede van een toevoerorgaan voor het viskeuze, uithardende materiaal en vormmiddelen voor het op en om de wapening in de gewenste vorm brengen van het viskeuze, uithardende materiaal, waarbij het toevoerorgaan en een 20 vervormingsorgaan voor het in de gewenste vorm aanbrengen van de schroeflijnvormige versterkingswapening op afstand van elkaar verplaatsbaar in lengterichting van de vorminrichting zijn opgesteld. Een dergelijke inrichting is bekend uit het hierboven besproken GB-A-1 454 050, waarbij de versterkingswapening wordt vervaardigd op en rondom een buis 25 met alle besproken problemen van dien. Deze zijn overeenkomstig de uitvinding te elimineren door erin te voorzien, dat het vervormingsorgaan een uitlaat heeft die in open verbinding staat met een ruimte van de vorminrichting waarin de langswapening is aan te brengen. Aldus is op eenvoudige wijze de mogelijkheid gecreëerd de versterkingswapening 30 rechtstreeks op en om de langswapening te vormen en vast te zetten.

i η η o η n i H Het vastzetten is op uiterst betrouwbare doch tevens ook relatief eenvoudige wijze te bewerkstelligen, als overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding tussen het vervormingsorgaan en het toevoerorgaan ten minste een bindorgaan is opgesteld, waarmee een 5 borgelement kan worden aangebracht voor het onderling vast verbinden van de langs- en versterkingswapening.

Zoals reeds vermeld, is het vastzetten ook te realiseren door de versterkingswapening al dan niet plaatselijk op de langswapening vast te klemmen door de schroeflijnvormige versterkingswapening te voorzien van I 10 een binnenomtrek die kleiner is dan de buitenomtrek van de langswapening. Dit is overeenkomstig de uitvinding met relatief simpele maatregelen efficiënt te realiseren, als het vervormingsorgaan zodanig is uitgevoerd, dat de schroeflijnvormige versterkingswapening met I varieerbaar instelbare diameter is uit te voeren. Aldus is op elke gewenste I 15 plaats en over elke gewenste lengte een klemming tussen langswapening en I versterkingswapening te effectueren door dienovereenkomstige instelling van het vervormingsorgaan.

Indien het afhankelijk van het gebruik van het langgerekte product gewenst wordt geacht, dat op over althans een bepaalde lengte op 20 een bepaalde positie meer versterkingswapening aanwezig is dan op andere plaatsen, is dit overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding op relatief simpele doch efficiënte wijze te realiseren, als het vervormingsorgaan zodanig is uitgevoerd, dat de schroeflijnvormige versterkingswapening met varieerbaar instelbare spoed is uit te voeren.

25 Door tijdens het vormen van de versterkingswapening de spoed te verkleinen is de hoeveel versterkingswapening per lengte-eenheid te vergroten en omgekeerd.

Het vervormingsorgaan kan daarbij zodanig zijn ingericht, dat de ingebrachte versterkingswapening zowel een continu gebogen als een 30 veelhoekige vorm kan hebben en zowel plaatselijk in een vlak in hoofdzaak 7 loodrecht op de langsrichting van het langgerekte product zijn aangebracht als wel een schroeflijnvormige configuratie hebben. Daarbij kan het verder voordeelbiedend zijn, dat stroomopwaarts gezien voor het toevoerorgaan geleidingsmiddelen voor het positioneren van de versterkingswapening zijn 5 opgesteld, welke losneembaar zijn, waardoor de positionering van de versterkingswapening ten opzichte van de langswapening nog nauwkeuriger en betrouwbaarder tot stand kan worden gebracht.

Zeker bij grote lengten zoals genoemd, kan het zich voordoen, dat de langswapening op afstand van zijn bevestigingspunten aan de 10 vorminrichting, ook als die langswapening is voorgespannen, gaat doorhangen. Door de specifieke uitvoering van de inrichting volgens de uitvinding is de ruimte om en tussen de nog niet met beton omgeven langswapening alleen niet toegankelijk voor vaste, tussen de langswapening door reikende ondersteuningsmiddelen over de desgewenst klein te houden 15 afstand waarover de versterkingswapening wordt aangebracht, zodat het volgens de uitvinding op verder voordeelbiedende wijze mogelijk is, dat stroomopwaarts op geringe afstand voor het vervormingsorgaan geleidingsmiddelen voor het (her)positioneren van de langswapening zijn op gesteld, welke losneembaar zijn. Door deze maatregelen is door een steeds 20 optimale plaatsing van de wapening de productkwaliteit verder te verbeteren.

Het materiaal voor het maken van de versterkingswapening kan in een relatief grote voorraad worden aangehouden, bijvoorbeeld gewikkeld op een rol, als bij het vervormingsorgaan een kniporgaan is op gesteld, 25 waarmee een gerealiseerde, gewenste lengte versterkingswapening kan worden gescheiden van de voorraad materiaal.

Tot slot betreft de uitvinding ook een langgerekt product vervaardigd van een viskeus, uithardend materiaal, zoals beton of een soortgelijk materiaal, en voorzien van een wapening samengesteld uit een 30 langswapening bestaande uit een aantal onderling regelmatig verdeeld in 1 no?nm H een omtreksgebied aangebrachte al dan niet voorgespannen draden of staven en althans plaatselijk een versterkingswapening bestaande uit ten I minste een schroeflijnvormig gebogen om de langswapening heen lopende draad of staaf, die op de langswapening is vastgezet. Daarbij kan de 5 versterkingswapening een continu of veelhoekig gebogen vorm hebben met een windingsdeel dat een kleinere vrije doorlaat heeft dan een daaraan voorafgaand of een daarop volgend windingsdeel, waarbij het verder I mogelijk is, dat de schroeflijnvormige versterkingswapening over een zekere I lengte een kleinere spoed heeft dan een daaraan voorafgaand of een daarop 10 volgend deel.

I Onder verwijzing naar in de tekeningen weergegeven uitvoerings- I voorbeelden zullen de werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van I een langgerekt product alsmede dat product zelf, zij het uitsluitend bij wijze I van voorbeeld, nader worden toegelicht. Daarbij toont: 15 Fig. 1 schematisch in zijaanzicht een inrichting voor het vervaar- I digen van een hol, langgerekt product voorzien van een langswapening en I een versterkingswapening; I Fig. 2 op vergrote schaal het vormgedeelte van de inrichting I volgens Fig. 1; I 20 Fig. 3 op vergrote schaal de aandrijf- en vervormingsorganen; I Fig. 4 in zijaanzicht een deel van Fig. 3; en I Fig. 5 een geleidingsconstructie voor de wapeningen.

I De in Fig. 1 weergegeven inrichting is voorzien van een vast op een steunoppervlak opgesteld onderste vormdeel 1 van een vorminrichting en 25 een verplaatsbaar ten opzichte van het vormdeel 1 opgesteld toevoerorgaan in de vorm van een trechter 2 en een steundraagdeel 3, waarbij de trechter 2 en het steundraagdeel 3 vast ten opzichte van elkaar zijn opgesteld. Het steundraagdeel 3 draagt via niet-weergegeven, neerwaarts reikende delen een extrudersamenstel voorzien van een steunbuis 4, een transportorgaan 30 in de vorm van een wormdeel 5 en een buisdeel 6, een en ander zodanig dat 9 althans het wormdeel 5 roteerbaar rond zijn hartlijn is opgesteld. Op het steundraagdeel 3 is een voorraadrol 7 opgesteld, op welke rol een voorraad materiaal is gewikkeld voor het vervaardigen van een versterkingswape-ning 8. Afwikkelen van het draadvormige materiaal vindt plaats door mid-5 del van een aandrijfinrichting 9. Het afgewikkelde materiaal wordt in de gewenste vorm gebracht met behulp van een vervormingsorgaan 10 en op maat gesneden door een kniporgaan 11. De trechter 2 draagt aan zijn onderzijde een bovenste vormdeel 12, dat het buisdeel 6 op afstand overkoepelt en bij de onderuitloop van de trechter 2 voorzien is van een 10 opening 13 voor het in het vormdeel 12 kunnen brengen van een viskeus, uithardend materiaal, zoals bijvoorbeeld beton. Verder is het onderste vormdeel 1 voorzien van niet weergegeven middelen voor het aanbrengen van een voorgespannen langswapening 14, zoals getoond in Fig. 2.

Voor het vervaardigen van een hol, langgerekt product met langs-15 wapening 14 en een plaatselijke versterkingswapening 8, zoals bijvoorbeeld een holle, betonnen heipaal, kan als volgt te werk worden gegaan.

Eerst wordt op het onderste vormdeel 1 een langswapening 14 aangebracht en voorgespannen in een zodanige configuratie, dat die langswapening zich tijdens het latere vormingsproces om het extrudersamenstel 20 4, 5, 6 en door de ruimte omgeven door het bovenste vormdeel 12 en het onderste vormdeel 1 uitstrekt. Vervolgens worden de onderling vast verbonden trechter 2 en steundraagdeel 3 naar het begin van het vaste, onderste vormdeel 1 gebracht, waarna het extruderen van het langgerekte product kan worden gestart.

25 Wordt aan het eerst te vormen uiteinde van het langgerekte product een versterkingswapening 8 gewenst, dan wordt via de aandrijfinrichting 9 door afwikkelen draadvormig materiaal onttrokken aan de voorraadrol 7, welk draadvormig materiaal door het vervormingsorgaan 10 in een zodanig gewenste schroeflijnvorm wordt gebogen, dat het draad-30 vormige materiaal een versterkingswapening 8 gaat vormen die zich 1022001 ' I schroeflijnvormig op en langs de langswapening 14 uitstrekt. Bij het H bereiken van het wormdeel 5 wordt het kniporgaan 11 geactiveerd en de versterkingswapening 8 gescheiden van het draadvormige materiaal op de voorraadrol 7. Indien een versterkingswapening met een kortere lengte I 5 wordt gewenst, is dit te bereiken door eerder te knippen. Indien een I versterkingswapening 8 met een grotere lengte wordt gewenst, dan is dit te I realiseren door meteen na het knippen te beginnen met het vormen van een I nieuwe lengte versterkingswapening die direct op de eerste lengte verster- I kingswapening aansluit. De versterkingswapening 8 wordt ten behoeve van 10 het op zijn plaats houden vastgezet op de langswapening 14. Dit kan door het kiezen van een geschikte configuratie van de versterkingswapening een I klemmende vastzetting zijn. In plaats daarvan of in aanvulling daarop kan I gebruik worden gemaakt van bindelementen afkomstig uit bindorganen 15, zoals die in Fig. 2 zijn aangegeven. De bindorganen 15 zijn verplaatsbaar 15 opgesteld tussen de trechter 2 en het steundraagdeel 3. De bindelementen kunnen elke gewenste vorm en uitvoering hebben, zoals binddraden, verende klemmen, klemplaatjes, krammen e.d. en vervaardigd zijn van elk geschikt materiaal. Het vastzetten kan ook zijn gerealiseerd door het I uitvoeren van een lijm-, druk- of warmtebehandeling, wederom al dan niet I 20 in combinatie met een der bovenstaande vastzetmethoden.

I Ongeveer ten tijde van het de opening 13 naderen van het uiteinde I van de versterkingswapening 8 wordt het toevoeren van een viskeus materiaal, zoals beton, uit de trechter 2 via de opening 13 alsmede het I verplaatsen van de trechter 2, het steundraagdeel 3 en het bovenste I 25 vormdeel 12 over het onderste vormdeel 1 in de richting van het andere I uiteinde van de langswapening 14 gestart. Het viskeuze materiaal wordt I door het wormdeel 5 in de ruimte tussen het bovenste vormdeel 12, het I onderste vormdeel 1 en het buisdeel 6 gedrukt, waardoor de langswapening I 14 en versterkingswapening 8, die zich in die ringvormige ruimte bevinden, I 30 worden ingebed.

11

Op elke gewenste plaats in lengterichting van de langswapening 14 kan een versterkingswapening 8 worden aangebracht door het aldaar op de bovenomschreven wijze vormen van een versterkingswapening 8. Dit vormen kan geschieden zonder de verplaatsing van de trechter 2 over het 5 onderste vormdeel 1 te onderbreken. Dit omdat over de lengte van het vervormingsorgaan 10 tot het wormdeel 5 een versterkingswapening 8 kan worden gevormd zonder dat dit het extrusieproces verstoort. De snelheid waarmee een lengte versterkingswapening 8 wordt gevormd is af te stemmen op de verplaatsingssnelheid van de trechter 2 over het onderste 10 vormdeel 1. Is de vormsnelheid gelijk aan de verplaatssnelheid dan staat het tijdens het vormen roterende vooreinde van de versterkingswapening in lengterichting gezien stil ten opzichte van het onderste vormdeel 1. Op zijn laatst als de opening 13 van de trechter 2 het vooreinde van de versterkingswapening 8 bereikt, zoals is getoond in Fig. 2, dient het 15 kniporgaan 11 in werking te treden. Wordt er een versterkingswapening 8 met een grotere lengte gewenst, dan kan na het knippen meteen het vormen van een nieuwe lengte versterkingswapening 8 worden gestart.

Opgemerkt wordt, dat in plaats van een rol materiaal natuurlijk ook afgepaste lengten materiaal kunnen worden gebruikt. In dat geval zou 20 gedacht kunnen worden aan het weglaten van het kniporgaan 11. Dit zou echter de flexibiliteit van de inrichting verminderen en de complexibiliteit van de te verrichten handelingen vergroten; reden waarom er een voorkeur bestaat voor de in de tekeningen weergegeven vorminrichting.

De aandrijfinrichting 9 en het vervormingsorgaan 10 zijn in Fig. 3 25 en 4 nader gedetailleerd weergegeven.

De aandrijfinrichting 9 is voorzien van aan weerszijden op het draadvormige materiaal aangrijpende aandrijforganen, zoals bijvoorbeeld de in Fig. 3 weergegeven wielen 16, die door een rondsel 17 worden aangedreven. Omdat de aandrijving duwend niet alleen voor verplaatsing, 30 maar ook voor verbuiging zorg moet dragen, worden de aandrijfwielen 16 1022001 H door een aandrukorgaan 18 krachtig in contact gehouden met het draadvormige materiaal en wordt dit materiaal tussen de aandrijfmrichting 9 en het vervormingsorgaan 10 door een buis 19 geleid.

I Het vervormingsorgaan 10 is voorzien van twee buigwielen 20 5 alsmede een geleiding 21 voor het instellen van de spoed van de te vormen schroeflijnvormige versterkingswapening 8. De buigwielen 20 zijn ten I opzichte van elkaar instelbaar voor het kunnen wijzigen van de diameter I van de te vormen schroeflijnvormige versterkingswapening 8. Hierdoor kan de schroeflijnvormige versterkingswapening 8 enerzijds worden aangepast 10 aan het te vervaardigen langgerekt product, terwijl anderzijds en windingsdeel van de versterkingswapening 8 meer gekromd kan worden I uitgevoerd ten behoeve van het vastzetten van de versterkingswapening 8 I op de langswapening 14. Het verplaatsbaar opstellen van de geleiding 21 heeft dit effect op de spoed en zodoende op de hoeveelheid versterkings- 15 wapening 8 per lengte-eenheid.

I Met de bovenomschreven en in de tekening weergegeven inrichting I kunnen bijvoorbeeld langgerekte holle heipalen worden vervaardigd, waar- I bij er verder de voorkeur aan kan worden gegeven meerdere van die palen H opeenvolgend achter elkaar gelegen te vormen. Dit betekent dat de vorm- I 20 inrichting een lengte van bijvoorbeeld 100 m of meer kan hebben. Teneinde I daarbij doorzakken van de langswapening 14 te voorkomen is er, zoals in I Fig. 5 getoond, voorzien in geleidingsmiddelen 22 met uitsparingen 24, I eventueel versterkt met wapeningsgeleider 23 voor het ondersteunen van de I draden van de langswapening 14. Een geleidingsplaat 25 kan aanwezig zijn H 25 voor het op de gewenste, gecentreerde plaats houden van de I versterkingswapening 8. De geleidingsmiddelen 22 met wapeningsgeleider I 23 zijn stroomopwaarts gepositioneerd ten opzichte van het I vervormingsorgaan 10. De geleidingsplaat 25 is wegneembaar geplaatst tussen het vervormingsorgaan 10 en het wormdeel 5.

13

De diverse organen binnen de langs wapening 14 en de verster-kingswapening 8, zoals de steunbuis 4, het wormdeel 5 en het buisdeel 6, dienen te worden ondersteund. De langswapening 14 vormt daarbij geen probleem, omdat tussen de diverse draden zich over de volle lengte uitstrek-5 kende openingen aanwezig zijn, zodat binnen de wapening in lengterichting van het te vormen langgerekte product te verplaatsen organen alsmede delen zoals de geleidingsmiddelen 22 zonder problemen door met het steun-draagdeel 3 zijn te ondersteunen. Dit is niet het geval ter plaatse van de versterkingswapening 8. Daar deze zich echter over een relatief korte lengte 10 uitstrekt, hooguit de lengte van de steunbuis 4, zijn de organen binnen en stroomopwaarts van de versterkingswapening 8, zoals de steunbuis 4, het wormdeel 5 en het buisdeel 6 vrij eenvoudig en zonder problemen vrij dragend te ondersteunen vanaf een stroomopwaarts voorbij het vervormingsorgaan 10 gelegen plaats.

15 Het spreekt voor zich dat er binnen het kader van de uitvinding, zoals neergelegd in de bijgaande conclusies, nog vele wijzigingen en varianten mogelijk zijn naast de reeds in het voorgaande vermelde modificaties. Zo is in het voorgaande gesproken over het vormen van een holle paal. Het zal duidelijk zijn dat op deze wijze ook massieve lichamen waarin plaatselijk 20 een versterkingswapening dient te worden aangebracht te vervaardigen zijn, terwijl in plaats van extrusie ook een andere verdichtingsmethode voor het viskeuze, uithardende materiaal kan worden gekozen. Door toepassen van een daartoe geschikte methode kan ook de vorm van de versterkingswapening afwijkend zijn van die van een zuivere schroeflijnvorm.

Claims (15)

1. 2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de I schroeflijnvormige versterkingswapening wordt uitgevoerd met ten minste I een windingsdeel dat een kleinere diameter heeft dan een daaraan 20 voorafgaand of daarop volgend windingsdeel.
2. 3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat alleen een als I laatste toe gevoerd windingsdeel een windingsdeel met kleinere diameter is.
3. 4. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het I kenmerk, dat de versterkingswapening op ten minste een plaats met een I 25 bindelement wordt vastgezet op de langswapening.
4. 5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de versterkingswapening op ten minste een plaats door een lijm-, druk- of warmtebehandeling op de langswapening wordt vastgezet.
5. 6. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de schroeflijnvormige versterkingswapening wordt toegevoerd met een spoed die over een bepaalde lengte van de langswapening is afgestemd op een gewenste hoeveelheid versterkingswapening over de 5 bepaalde lengte.
6. 7. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de langswapening in een gebied stroomopwaarts ten opzichte van de invoerplaats op onderling en ten opzichte van de vorminrichting gewenste standen wordt ge(her)positioneerd.
7. 8. Inrichting voor het vervaardigen van een langgerekt product uit een viskeus, uithardend materiaal, zoals beton of een soortgelijk materiaal, en voorzien van een langswapening en althans plaatselijk een versterkingswapening, welke inrichting is voorzien van een vorminrichting waarop over de lengte van het te vervaardigen langgerekte product een 15 langswapening en althans plaatselijk een versterkingswapening is aan te brengen alsmede van een toevoerorgaan voor het viskeuze, uithardende materiaal en vormmiddelen voor het op en om de wapening in de gewenste vorm brengen van het viskeuze, uithardende materiaal, waarbij het toevoerorgaan en een vervormingsorgaan voor het in de gewenste vorm 20 aanbrengen van de schroeflijnvormige versterkingswapening op afstand van elkaar in lengterichting van de vorminrichting verplaatsbaar zijn opgesteld, met het kenmerk, dat het vervormingsorgaan een uitlaat heeft die in open verbinding staat met een ruimte van de vorminrichting waarin de langswapening is aan te brengen.
8. 9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat tussen het vervormingsorgaan en het toevoerorgaan ten minste een bindorgaan is op gesteld.
9. 10. Inrichting volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat het vervormingsorgaan zodanig is uitgevoerd, dat de schroeflijnvormige 30 versterkingswapening met varieerbaar instelbare diameter is uit te voeren. Λ Λ ΛΛ Λ 4 i Η 11. Inrichting volgens een der conclusies 8-10, met het kenmerk, dat H het vervormingsorgaan zodanig is uitgevoerd, dat de schroeflijnvormige H versterkingswapening met varieerbaar instelbare spoed is uit te voeren.
10. 12. Inrichting volgens een der conclusies 8-11, met het kenmerk, dat 5 stroomopwaarts gezien voor het toevoerorgaan geleidingsmiddelen voor het positioneren van de versterkingswapening zijn opgesteld, welke losneembaar zijn.
11. 13. Inrichting volgens een der conclusies 8-12, met het kenmerk, dat stroomopwaarts op geringe afstand voor het vervormingsorgaan 10 geleidingsmiddelen voor het (her)positioneren van de langswapening zijn opgesteld, welke losneembaar zijn.
12. 14. Inrichting volgens een der conclusies 8-13, met het kenmerk, dat bij het vervormingsorgaan een kniporgaan is opgesteld.
13. 15. Langgerekt product vervaardigd van een viskeus, uithardend I 15 materiaal, zoals beton of een soortgelijk materiaal, en voorzien van een wapening samengesteld uit een langswapening bestaande uit een aantal onderling regelmatig verdeeld in een omtreksgebied aangebrachte al dan I niet voorgespannen draden of staven en althans plaatselijk een I versterkingswapening bestaande uit ten minste een schroeflijnvormig 20 gebogen om de langswapening heen lopende draad of staaf, die op de I langswapening is vastgezet.
14. 16. Langgerekt product volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de I versterkingswapening een continu of veelhoekig gebogen vorm heeft met een windingsdeel dat een kleinere vrije doorlaat heeft dan een daaraan 25 voorafgaand of een daarop volgend windingsdeel.
15. 17. Langgerekt product volgens conclusie 15 of 16, met het kenmerk, dat de schroeflijnvormige versterkingswapening over een zekere lengte een kleinere spoed heeft dan een daaraan voorafgaand of een daarop volgend deel. 30