NL1020580C2 - Beugel. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Beugel

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een aan een profiel te bevestigen beugel voor een buis of dergelijke, in het bijzonder een afwateringsbuis, waarbij de beugel een in hoofdzaak ringvormig beugellichaam heeft voor het daarin opnemen van de buis 5 of dergelijke en waarbij de beugel is voorzien van klemmiddelen voor het vastklemmen van de beugel op het profiel.

Uit EP 0 274 760 is een beugel bekend voor het aan een profiel bevestigen van een afwateringsbuis. De krachten die met name in een aan een ondersteuning, in het bijzonder een wand of een plafond, 10 bevestigde afwateringsbuis kunnen optreden zijn relatief groot. Het is daarom van belang een dergelijke buis stevig te bevestigen aan de ondersteuning.

In de praktijk is gebleken dat het direct aan de ondersteuning bevestigen van de afwateringsbuis door middel van beugels resulteert 15 in (te) grote trillingen van de buis of dergelijke ten opzichte van de ondersteuning. Om dergelijke trillingen te neutraliseren wordt een profiel aan de ondersteuning aangebracht, waaraan vervolgens een aantal beugels worden bevestigd, die een ringvormig lichaam voor het daarin opneraen van de buis of dergelijke vormen. Door het gebruik van 20 een dergelijk relatief dichtbij gelegen, evenwijdig aan de buis of dergelijke lopend profiel, worden deze trillingen afdoende opgevangen.

De bekende beugel heeft een deel dat het profiel aan drie zijden omgeeft en wordt door middel van een spie, die door tegenover 25 elkaar liggende openingen in de beugel kan worden gestoken, op het profiel vastgeklemd.

Een nadeel van deze bekende beugel is dat de maatvoering van het profiel, de beugel en de spie nauwkeurig moet zijn om de beugel betrouwbaar aan het profiel te bevestigen. Is dit niet het geval, dan 30 is het bijvoorbeeld mogelijk dat door de krachten en bewegingen die de buis bijvoorbeeld tijdens een regenbui op de beugel uitoefent respectievelijk maakt, de spie los trilt uit de daarvoor voorziene 1 nonnon - 2 - openingen, waardoor als gevolg de beugel niet meer vastgeklemd is op het profiel.

Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een verbeterde beugel die het bovengenoemde nadeel opheft.

5 Het doel wordt bereikt door een beugel volgens de aanhef van conclusie 1, die is gekenmerkt doordat de klemmiddelen twee ten opzichte van elkaar beweegbare klemorganen omvatten die zijn ingericht om aan tegenoverliggende zijden tegen het profiel aan te liggen, waarbij de klemmiddelen verder zijn ingericht om de 10 klemorganen ten opzichte van elkaar te kunnen bewegen zodanig dat de ten minste twee klemorganen vast te klemmen zijn op het profiel.

Door het verschaffen van een beugel met twee klemorganen die ten minste aan tegenoverliggende zijden van het profiel aanliggen, kan de beugel eenvoudig op het profiel worden gemonteerd. Door de 15 klemorganen naar elkaar toe te bewegen door middel van de klemmiddelen worden de klemorganen vastgeklemd op het profiel, waardoor er een stevige verbinding ontstaat tussen het profiel en de beugel.

De maatvoering van het profiel en de beugel behoeft bij een 20 dergelijke constructie door de beweegbaarheid van de klemorganen minder nauwkeurig te zijn uitgevoerd. Hierdoor is ook de kans dat de beugel loskomt van het profiel door bijvoorbeeld het bewegen van de afwateringsbuis, verminderd.

Een verder voordeel van de beugel volgens de uitvinding is dat 25 de beugel eenvoudig vanaf een zijde te monteren is. Dit kan in het bijzonder praktisch zijn wanneer het profiel dichtbij de ondersteuning is aangebracht. Door het gebruik van de klemorganen is het niet nodig om de beugel bij montage over het profiel te brengen, maar kunnen de klemorganen vanaf een zijde aan weerszijden van het 30 profiel worden gebracht en vervolgens worden vastgeklemd op het profiel.

Bij het bevestigen van het profiel aan de ondersteuning, bijvoorbeeld aan een plafond, behoeft er derhalve bij gebruik van beugels volgens de uitvinding geen extra ruimte vrij te worden 35 gelaten voor het aanbrengen van de beugels.

Bij voorkeur is ten minste een van de uiteinden van de klemorganen omgebogen om in een opening van het profiel te grijpen of in een andere uitvoeringsvorm om om een rand van het profiel te 107. 05 8 0 - 3 - grijpen. Met een dergelijke uitvoeringsvorm is de beugel beter op het profiel te klemmen, aangezien de beugel dan een betere grip heeft op het profiel.

In het bijzonder is het voordelig dat het omgebogen uiteinde 5 van de klemorganen in een opening van het profiel grijpt, waarbij de opening het omgebogen uiteinde ten minste aan een zijde axiaal begrenst. Hierdoor wordt het respectieve klemorgaan axiaal gelagerd in het profiel. Bij voorkeur is de afmeting van de opening zodanig dat het klemorgaan in beide richtingen axiaal gelagerd is, d.w.z. dat 10 het omgebogen klemorgaan aan beide axiale zijden tegen een rand van de opening aanligt.

De klemmiddelen omvatten voordeligerwijs ten minste een schroefbout, bout-moer combinatie, schroef of dergelijke die het eerste klemorgaan met het tweede klemorgaan verbindt om de 15 klemorganen ten opzichte van elkaar te kunnen laten bewegen.

In een uitvoeringsvorm kan het profiel zijn voorzien van in lijn liggende openingen, waarbij de klemorganen zijn voorzien van overeenkomstige in lijn liggende openingen. De klemorganen kunnen dan door middel van een bout en moer, waarbij de bout door de openingen 20 steekt op het profiel worden vastgeklemd.

In een bijzondere voorkeursuitvoeringsvorm zijn de klemorganen ingericht om op eenzelfde grijpzijde van het profiel in een opening of om een rand van het profiel te grijpen, waarbij de klemorganen door middel van de schroefbout, bout-moer combinatie, schroef of 25 dergelijke zijn verbonden aan de van deze grijpzijde afgekeerde kant van het profiel. Zo ontstaat er een soort van scharnierklem, waarbij door het aandraaien van de bout of schroef of dergelijke een zeer stevige klemverbinding tussen de beugel en het profiel wordt verkregen.

30 Verdere voordelen en kenmerken van de uitvinding zullen hiernavolgend aan de hand van de tekening verder worden toegelicht. Hierin toont:

Figuur 1 een perspectivisch aanzicht van een gemonteerde beugel volgens de uitvinding, en 35 Figuur 2 een zijaanzicht van de beugel volgens figuur 1.

In de figuren 1 en 2 wordt een beugel volgens de uitvinding getoond in het geheel aangeduid met het verwijzingscijfer 1. De beugel vormt een in hoofdzaak ringvormig beugellichaam, waarin een < n ) Γ' : o n - 4 - buis 2 is opgenomen. De beugel 1 is verder vastgeklemd op het profiel 3.

Het in de tekening getoonde profiel 3 is een zogenoemd C-profiel. Een dergelijk profiel 3 heeft een rechthoekige of vierkante 5 basisdoorsnede, waarbij het profiel 3 aan een zijde over de gehele lengte is voorzien van een langssleuf 6 (in de tekening de onderzijde) en aan de tegenoverliggende zijde van een aantal gaten 7, die in de langsrichting op regelmatige afstand van elkaar zijn aangebracht.

10 Het profiel kan echter bijvoorbeeld ook een kokerprofiel zijn dat bij voorkeur is voorzien van in de langsrichting op regelmatige afstand van elkaar aangebrachte openingen, waarbij de klemorganen eventueel zijn ingericht om met een omgebogen uiteinde ervan in de openingen te grijpen. Het is ook mogelijk een U-profiel toe te 15 passen, waarbij de klemorganen kunnen zijn ingericht om om de randen van het U-profiel te grijpen.

Het profiel 3 is in de langsrichting aan een ondersteuning, in het bijzonder een wand of plafond, bevestigd door middel van daarvoor geschikte bevestigingsmiddelen.

20 De beugel 1 is bevestigd aan het profiel 3 door middel van een tweetal klemorganen 4, 5,. die aan tegenoverliggende zijden tegen het profiel 3 aanliggen, waarbij de klemorganen 4, 5, door middel van verdere klemmiddelen, hier in de vorm van een schroefbout 8 op het profiel 3 zijn vastgeklemd. De klemorganen 4, 5 zijn voorzover zij 25 het profiel 3 omgeven C-vormig en spiegelbeeldvormig uitgevoerd. In plaats van een schroefbout 8 kan een willekeurig ander bevestigingsmiddel worden gebruikt dat de klemorganen 4, 5 naar elkaar toe kan bewegen zodanig dat de klemorganen worden vastgeklemd op het profiel 3. Bij voorkeur is de bevestiging van het 30 bevestigingsmiddel losneembaar.

In de getoonde uitvoeringsvorm grijpen omgebogen uiteinden van de klemorganen 4, 5 aan de bovenzijde van het profiel 3 in de opening 7. De schroefbout 8 verbindt de klemorganen 4, 5 aan de van deze bovenzijde afgekeerde kant van het profiel 3, d.w.z. in de getoonde 35 constructie aan de onderzijde van het profiel 3. Door een dergelijke uitvoering ontstaat een soort van scharnierklem die de beugel stevig op het profiel bevestigd.

1 Λ Λ r 6 Λ - 5 -

Het wordt hierbij opgemerkt dat het ook mogelijk is dat de omgebogen uiteinden van de klemorganen 4, 5 om de rand van de langssleuf 6 van het profiel 3 grijpen, bijvoorbeeld indien het profiel 180 graden wordt gedraaid. Verder is het mogelijk om in 5 plaats van een schroefbout een bout-moer combinatie of een ander geschikt verbindingsmiddel te gebruiken.

In de in de tekening getoonde voorkeursuitvoeringsvorm van de beugel 1 volgens de uitvinding is deze samengesteld uit een drietal langwerpige beugelelementen 9, 10 en 11. Het eerste beugelelement 9 10 heeft een eerste uiteinde dat het eerste klemorgaan 4 vormt en een tweede uiteinde dat een gedeelte van het in hoofdzaak ringvormige beugellichaam vormt.

Het tweede beugelelement 10 heeft een eerste uiteinde dat het tweede klemorgaan 5 vormt en een tweede uiteinde dat een scharnier 12 15 vormt voor de scharnierbare verbinding met het derde beugelelement 11. Het derde beugelelement 11 vormt een gedeelte van het in hoofdzaak ringvormige beugellichaam, waarbij het derde beugelelement 11 zwenkbaar is aangebracht ten opzichte van het scharnier 12 om het aanbrengen van een buis 2 in de beugel mogelijk te maken.

20 Het scharnier 12 wordt gevormd door een rondgebogen en versmald tweede uiteinde van het tweede beugelelement 10. In het derde beugelelement 11 is aan een eerste uiteinde een opening voorzien die om het rondgebogen en versmalde uiteinde van het tweede beugelelement 10 is aangebracht. Aan het tweede uiteinde van het derde 25 beugelelement 11 is een schroefbout 13 aangebracht waarmee dit tweede uiteinde van het derde beugelelement 11 kan worden bevestigd aan het tweede uiteinde van het eerste beugelelement 9.

Met voordeel vormt het eerste beugelelement ten minste 181 graden van de in de beugel op te nemen buis of dergelijke. Hierdoor 30 blijft de buis na het aanbrengen ervan in de beugel zitten, zonder dat het derde beugelelement 11 is aangebracht. Dit heeft als voordeel dat bij het sluiten van de beugellichaam door het bevestigen van het derde beugelelement 11 de buis niet afzonderlijk hoeft te worden vastgehouden.

35 In de hierboven beschreven uitvoeringsvormen van de beugel 1 volgens de uitvinding bevindt het profiel 3 zich boven de buis 2 die door de beugel 1 wordt gedragen. Het zal voor de vakman duidelijk zijn dat deze oriëntatie niet noodzakelijk is voor de uitvinding. Het -βίε bijvoorbeeld ook mogelijk dat de beugel 1 zo is uitgevoerd c.q. wordt toegepast dat het profiel 3 zich onder of naast de buis 2 bevindt.

1 f o neon

Claims (12)

1. Aan een profiel te bevestigen beugel voor een buis of dergelijke, waarbij de beugel een in hoofdzaak ringvormig beugellichaam heeft voor het daarin opnemen van de buis of dergelijke en waarbij de beugel is voorzien van klemmiddelen voor het 5 vastklemmen van de beugel op het profiel, met het kenmerk, dat de klemmiddelen twee ten opzichte van elkaar beweegbare klemorganen omvatten die zijn ingericht om aan tegenoverliggende zijden tegen het profiel aan te liggen, waarbij de klemmiddelen 10 verder zijn ingericht om de klemorganen ten opzichte van elkaar te kunnen bewegen zodanig dat de ten minste twee klemorganen vast te klemmen zijn op het profiel.

2. Beugel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat ten minste een 15 van de uiteinden van de klemorganen is omgebogen om in een opening van het profiel te grijpen.

3. Beugel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat ten minste een van de uiteinden van de klemorganen is omgebogen om om een rand van 20 het profiel te grijpen.

4. Beugel volgens een of meer van de conclusies 1-3, met het kenmerk dat de klemmiddelen een schroefbout, bout-moer combinatie, schroef of dergelijke omvatten die het eerste klemorgaan met het 25 tweede klemorgaan verbindt om de klemorganen ten opzichte van elkaar te kunnen laten bewegen.

5. Beugel volgens een of meer van de conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de klemorganen aan een uiteinde ervan zijn omgebogen om 30 op eenzelfde grijpzijde van het profiel in een opening of om een rand van het profiel te grijpen, waarbij de klemorganen door middel van de schroefbout, bout-moer combinatie, schroef of dergelijke zijn verbonden aan de van deze grijpzijde afgekeerde kant van het profiel. ί π v n s a n - 8 -

6. Beugel volgens een of meer van de conclusie 1-5, waarbij de twee klemorganen voorzover deze aanliggen tegen het profiel in hoofdzaak C-vormig en spiegelbeeld-vormig zijn uitgevoerd.

7. Beugel volgens een of meer van de conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de beugel een eerste langwerpig beugelelement omvat, waarvan een eerste uiteinde het eerste klemorgaan en een tweede uiteinde een gedeelte van het in hoofdzaak ringvormige beugellichaam 5 vormt.

8. Beugel volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de beugel een tweede langwerpig beugelelement heeft, waarvan een eerste uiteinde een tweede klemorgaan vormt en een tweede uiteinde een scharnier 10 vormt voor de scharnierbare verbinding met een derde beugelelement, dat een gedeelte van het in hoofdzaak ringvormige beugellichaam vormt en waarvan een eerste uiteinde zwenkbaar is verbonden met het tweede beugelelement.

9. Beugel volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat het tweede uiteinde van het derde beugelelement te bevestigen is aan het tweede uiteinde van het eerste beugelelement.

10. Beugel volgens een of meer van de conclusies 7-9, met het 20 kenmerk, dat het eerste beugelelement ten minste 181 graden vormt van de in de beugel op te nemen buis of dergelijke.

11. Bevestigingssysteem voor het bevestigen van een buis of dergelijke aan een ondersteuning, in het bijzonder een wand of 25 plafond, omvattende een aan de ondersteuning te bevestigen profiel, en meerdere beugels die bevestigbaar zijn aan het profiel en die elk een in hoofdzaak ringvormig beugellichaam hebben voor het daarin opnemen van de buis of dergelijke, waarbij de beugels zijn uitgevoerd volgens een van de conclusies 1-10. 30

12. Bevestigingssysteem volgens conclusie 11, waarbij het profiel een rechthoekige of vierkante basisdoorsnede heeft, waarbij aan een zijde over de gehele lengte een langssleuf is voorzien en aan de n > n c o n - 9 - tegenoverliggende zijde een aantal gaten zijn voorzien, die in de 35 langsrichting op regelmatige afstand van elkaar zijn aangebracht. 1 i. v f;o n