NL1020047C2 - Slotsamenstel. - Google Patents

Slotsamenstel. Download PDF

Info

Publication number
NL1020047C2
NL1020047C2 NL1020047A NL1020047A NL1020047C2 NL 1020047 C2 NL1020047 C2 NL 1020047C2 NL 1020047 A NL1020047 A NL 1020047A NL 1020047 A NL1020047 A NL 1020047A NL 1020047 C2 NL1020047 C2 NL 1020047C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
lock
bolt
latch
door
plate
Prior art date
Application number
NL1020047A
Other languages
English (en)
Inventor
Petrus Johannes Laurenti Praet
Johan Willem Siert Wolters
Original Assignee
Lips Nederland B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lips Nederland B V filed Critical Lips Nederland B V
Priority to NL1020047A priority Critical patent/NL1020047C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1020047C2 publication Critical patent/NL1020047C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05BLOCKS; ACCESSORIES THEREFOR; HANDCUFFS
    • E05B63/00Locks or fastenings with special structural characteristics
    • E05B63/16Locks or fastenings with special structural characteristics with the handles on opposite sides moving independently
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05BLOCKS; ACCESSORIES THEREFOR; HANDCUFFS
    • E05B55/00Locks in which a sliding latch is used also as a locking bolt
    • E05B55/06Locks in which a sliding latch is used also as a locking bolt the handle being disconnected

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Lock And Its Accessories (AREA)

Description

Slotsamenstel.
De uitvinding heeft betrekking op een slotsamenstel voor deuren, alsmede op een slotkast daarvoor.
Het is bekend om voordeuren van woningen te voorzien van slotsamenstellen met een slotkast voorzien 5 van een dagschoot en eventueel een nachtschoot, waarbij aan de binnenzijde van de deur een kruk is voorzien voor bediening van de dagschoot. Aan de buitenzijde is de deur voorzien van een vaste knop of beugel. De deur kan voorts voorzien zijn van een of meer bij zetschoten.
10 Een doel van de uitvinding is een slotsamenstel voor in het bijzonder voordeuren te verschaffen, dat aan de buitenzijde uitgerust kan zijn met een kruk voor bediening van het slot.
Een verder doel van de uitvinding is een slot-15 samenstel voor deuren te verschaffen met een verhoogd bedieningsgemak, in het bijzonder bij voordeuren.
Een ander doel van de uitvinding is een slotsamenstel voor deuren te verschaffen, dat aan de buitenzijde voorzien is van een bedieningskruk die blijvend 20 beweegbaar is.
Vanuit een aspect voorziet de uitvinding in een slotsamenstel voor deuren, omvattend een in de deurvleugel opgenomen slotkast met een dagschoot en een in het kozijn opgenomen sluitplaat met een opneemruimte voor de 2 dagschoot, waarbij op de slotkast een kruk is aangebracht die middels koppelmiddelen werkzaam verbonden is met de dagschoot voor intrekking daarvan, waarbij middelen voorzien zijn voor het bij het sluiten van de deur in ontkop-5 pelde toestand brengen van de koppelmiddelen, waarbij het slotsamenstel voorts voorzien is van bedienbare middelen voor het herstellen van de koppeling tussen dagschoot en kruk.
Wanneer men de buitendeur achter zich dicht doet 10 bij het naar buiten gaan, dan wordt automatisch de werking van de kruk opgeheven. Wenst men weer naar binnen te gaan, dan kan de koppeling kruk-dagschoot weer worden hersteld, bijvoorbeeld door bediening van een cilinderslot of iets dergelijks. De slotkasten kunnen nu met doorlopende kruk-15 gaten en doorlopende, tweezijdige krukstaven en twee krukken worden uitgevoerd. Extra installatiehandelingen voor het aanbrengen van een aparte buitenknop, zoals nu standaard, zijn overbodig geworden. Voorts behoeven geen voorzieningen voor het blokkeren van de kruk te worden 20 getroffen. De kruk kan beschikbaar blijven voor andere functies, bijvoorbeeld het in- danwel uitschakelen van een deurvergrendeling.
Bij voorkeur is de slotkast voorts voorzien van een hulpschoot, die door een eerste veerkracht gespannen 25 is naar een uitstaande stand, waarbij de sluitplaat ter hoogte van de hulpschoot voorzien is van middelen voor het in hoofdzaak in een in de slotkast ingetrokken stand houden van de hulpschoot, en waarbij de koppelmiddelen door de hulpschoot verplaatsbaar zijn voor ontkoppeling 30 van dagschoot en kruk in de ingetrokken stand van de hulpschoot en koppeling van dagschoot en kruk in de uitstaande stand van de hulpschoot.
Wanneer men de buitendeur achter zich dicht doet bij het naar buiten gaan, dan wordt de hulpschoot in-35 gedrukt en wordt daarmee automatisch de werking van de kruk opgeheven. Wenst men weer naar binnen te gaan, dan kan de koppeling kruk-dagschoot met nog ingetrokken 3 hulpschoot weer worden hersteld.
Opgemerkt wordt dat het bekend is om binnendraaiende buitendeuren van appartementgebouwen, welke buitendeuren aan de binnenzijde voorzien zijn van een kruk 5 en aan buitenzijde voorzien zijn van een vaste knop of beugel, te voorzien van slotkasten met een dagschoot en een hulpschoot. De hulpschoot wordt door de sluitplaat in het kozijn in de slotkast ingeduwd gehouden, en belemmert dan door een inwendige voorziening een intrekkende 10 beweging van de dagschoot. Hiermee moet voorkomen worden dat een inbreker door een dun voorwerp in de spleet tussen kozijn en deur in te voeren de dagschoot, die met de schuine zijde naar buiten gekeerd is, terug in de slotkast kan dwingen. Wanneer de kruk aan de binnenzijde bediend 15 wordt bewegen zowel de dagschoot als de hulpschoot naar binnen in de slotkast.
Een vergelijkbaar slotsamenstel wordt toegepast op deuren van kamers in studentengebouwen of hotels, waarbij de deur ook aan de buitenzijde voorzien is van een 20 kruk, die echter in de gesloten stand van de deur zelf ook vergrendeld is. Door bijvoorbeeld een sleutelkaart in het slot te steken wordt de vergrendeling van de kruk opgeheven, zodat de kruk bediend kan worden om de dagschoot en hulpschoot in te trekken. Een van de nadelen van dit 25 systeem is dat de vergrendelde kruk een vast aangrijppunt vormt voor breekgereedschap, althans daartoe uitnodigt.
Bij voorkeur zijn de koppelmiddelen veerbelast naar een koppelende stand, zodat koppeling gemakkelijk kan worden hersteld.
30 Op eenvoudige wijze kan de ontkop pel ing/koppeling worden uitgevoerd wanneer de kruk een verdraaibaar geheel vormt met een tuimelaar, waarbij op de kruk voorts een krukplaat is voorzien, die voorzien is van middelen voor het bij verdraaiing intrekken van de 35 dagschoot, waarbij in in ontkoppelde toestand van de koppelmiddelen de krukplaat en de tuimelaar ontkoppeld zijn.
10?' ' 4
Het heeft daarbij de voorkeur dat de tuimelaar een verplaatsbaar geheel vormt met een eerste schuifplaat, welke een eerste koppeldeel bezit, waarbij de koppelmid-delen een tweede koppeldeel omvatten, dat in en uit 5 koppelende aangrijping met het eerste koppeldeel bewogen kan worden, en een verplaatsbaar geheel vormt met de krukplaat. De eerste schuifplaat is bij voorkeur middels een tweede veer veerbelast is naar een de kruk in een uitgangspositie houdende positie. De schuifplaat benodigd 10 slechts weinig ruimte in de slotkast, en maakt een eenvoudige uitvoering van een koppeling mogelijk. De schuifplaat is bij voorkeur verticaal verplaatsbaar in de slotkast, waardoor meer vrijheid (meer lengte) aanwezig is in het kiezen van een koppelplaats.
15 In een uitvoering bepaalt het eerste koppeldeel een opening in de eerste schuifplaat en het tweede koppeldeel een lip die voor koppeling in de opening brengbaar is, waarbij de opening een eerste aanslag heeft voor de lip, welke aanslag gekeerd is naar de tuimelaar toe.
20 Indien de opening voorts een aan de eerste aanslag tegengesteld gekeerde tweede aanslag voor de lip bezit zal deze met de schuifplaat worden teruggevoerd bij teruggaande beweging van de schuifplaat onder invloed van de tweede veer, en blijft het tweede koppeldeel in een stand 25 beschikbaar voor een koppelbeweging.
Bij voorkeur is de hulpschoot aangebracht voor meegaande verplaatsing naar binnen met en door de dagschoot. Bij voorkeur is de hulpschoot daarbij als een verplaatsbaar geheel verbonden met een derde aanslag, die 30 veerbelast is tegen een vierde aanslag op de achterzijde van de dagschoot en met de dagschoot binnenwaarts in de slotkast verplaatsbaar is, waardoor een beweging van de dagschoot naar binnen de hulpschoot meevoert. Hierdoor wordt de dichtdoen van de deur bevorderd: de hulpschoot, 3 5 die ook af geschuind kan zijn, wordt dan niet alleen door aankomst tegen de vaste schampplaat aan het kozijn naar binnen gedwongen, maar ook indirect door de eveneens naar 5 binnen gedwongen dagschoot.
In een verdere uitvoering omvatten de koppelmid-delen een tussenplaat omvatten, waarop enerzijds de hulpschoot via een derde veer afgesteund is, en die ander-5 zijds voorzien is van middelen voor het, tegen de werking van de tweede veer in, uit ineengrijping met het eerste koppeldeel dwingen van het tweede koppeldeel. De tussenplaat maakt het mogelijk de benodigde bewegingsafstanden van de verschillende onderdelen van elkaar te laten 10 verschillen, waardoor de constructie eenvoudig en compact kan blijven.
De tussenplaat, die bij voorkeur verdraaibaar is, kan geplaatst zijn voor verplaatsende aangrijping door een in de slotkast opgenomen slotcilinder, en daarmee 15 aldus de eerder genoemde herstelmiddelen vormen.
Hierbij heeft het de voorkeur dat de tussenplaat bij aangrijping door het cilinderslot tegen de werking van de eerste veer naar de hulpschoot gedwongen wordt om het tweede koppeldeel naar koppeling met het eerste koppeldeel 20 te laten bewegen.
De slotcilinder kan aan een (binnen) eind voorzien zijn van een draaiknop voor bediening daarvan.
Bij voorkeur is het slotsamenstel voorzien van een nachtschoot, bij voorkeur in de slotkast, en van 25 middelen voor het uitzetten van de nachtschoot, welke uitzetmiddelen een aan de buitenzijde van de deur aangebrachte kruk omvatten. Aldus kan men aan de buitenzijde van de deur, na deze te hebben toegedaan, de vergrendeling in werking stellen, zonder dat daarvoor een sleutel 30 benodigd is.
De slotkast kan hiertoe voorzien zijn van een bedieningsplaat, die door schuiven de nachtschoten beweegt, en door een nok aan de met de kruk samen roteerbare tuimelplaat verplaatst kan worden, bij voorkeur door 35 opgaande verzwaaiing van de kruk.
Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een slotsamenstel voorts voorzien van een grendel- of 10 2.;'-'·» / 6 nachtschoot, die haakvormig is en om een pen draaibaar bevestigd is in de slotkast, waarbij tussen de pen en de betreffende wand of wanden van de slotkast een verzwakking aangebracht is, waarbij de slotkast voorts voorzien is van 5 hefboommiddelen die scharnierbaar gelegerd zijn in de slotkast en met een eerste arm in aangrijping zijn met de naar de sluitplaat gekeerde zijde van de pen en met een tweede, tegengestelde arm in aangrijping zijn met een naar de sluitplaat gekeerd aanslagvlak dat een verplaatsbaar 10 geheel vormt met de hulpschoot. Wanneer een inbreker met een wrikgereedschap in de spleet tussen deur en kozijn reikt om de spleet te vergroten teneinde de hulpschoot te laten uitsteken van de slotkast, zal de verbinding nacht-schootpen/slotkastwand bezwijken en zal de nachtschoot op 15 zijn plaats ten opzichte van de sluitplaat blijven. Door verplaatsing van de slotkast (door het wrikgereedschap) zal de hefboom verdraaien, waardoor de tweede arm een binnenwaartse kracht uitoefent op de hulpschoot, die daardoor meebeweegt met de slotkast.
20 Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een slotsamenstel, waarbij de sluitplaat in het kozijn ter hoogte van de baan van de hulpschoot voorzien is een tweede opneemruimte, bestemd voor de hulpschoot, en van middelen voor het afsluiten van de tweede opneemruimte, 25 waarbij het slotsamenstel voorzien is van middelen voor het bedienen van de af sluitmiddelen. Bij voorkeur zijn de bedieningsmiddelen elektromagnetisch werkzaam. Het heeft verder de voorkeur dat de bedieningsmiddelen op afstand activeerbaar zijn.
3 0 Hiermee kan een bewoner wanneer hij dat wil in gesloten toestand van de deur de hulpschoot van de slotkast laten uitstaan, waardoor de kruk aan de buitenzijde van de deur de dagschoot weer kan bedienen. Een buiten de deur staande persoon kan de deur dan bedienen om binnen te 35 komen. Deze voorziening kan nuttig zijn voor artspraktijkruimtes, maar bijvoorbeeld ook voor slecht ter been zijnde ouderen, die niet meer naar de voordeur behoeven te t 7 gaan, waardoor zorg- en hulpverleners gemakkelijker toegang krijgen tot de woning en de ouderen daardoor wellicht langer thuis kunnen blijven wonen. Voor deze voorziening zijn geen bijzondere aanpassingen in de slotkast nodig: 5 het slot zelf kan zuiver mechanisch blijven. De bijzondere voorzieningen kunnen in de vaste delen, zoals het kozijn worden aangebracht.
Vanuit een verder aspect verschaft de uitvinding een slotsamenstel voor deuren, omvattend een in de 10 deurvleugel opgenomen slotkast met een dagschoot en een in het kozijn opgenomen sluitplaat met een opneemruimte voor de dagschoot, waarbij op de slotkast een kruk is aangebracht die middels koppelmiddelen werkzaam verbonden is met de dagschoot voor intrekking daarvan, waarbij de kruk 15 een verdraaibaar geheel vormt met een tuimelaar, waarbij op de kruk voorts een krukplaat is voorzien, die voorzien is van middelen voor het bij verdraaiing intrekken van de dagschoot, waarbij in in ontkoppelde toestand van de koppelmiddelen de krukplaat en de tuimelaar ontkoppeld zijn, 20 en waarbij middelen voorzien zijn voor het bij gesloten deur automatisch in ontkoppelde toestand brengen van de koppelmiddelen.
Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een slotsamenstel voor deuren, omvattend een in de 25 deurvleugel opgenomen slotkast met een dagschoot en een in het kozijn opgenomen sluitplaat met een opneemruimte voor de dagschoot, waarbij de slotkast voorts voorzien is van een hulpschoot, die door een eerste veerkracht gespannen is naar een uitstaande stand, waarbij de sluitplaat ter 30 hoogte van de hulpschoot voorzien is van middelen voor het in hoofdzaak in een in de slotkast ingetrokken stand houden van de hulpschoot,voorts voorzien van een grendel-of nachtschoot, die haakvormig is en om een pen draaibaar bevestigd is in de slotkast, waarbij tussen de pen en de 35 betreffende wand of wanden van de slotkast een verzwakking aangebracht is, waarbij de slotkast voorts voorzien is van hefboommiddelen die scharnierbaar gelegerd zijn in de 8 slotkast en met een eerste arm in aangrijping zijn met de naar de sluitplaat gekeerde zijde van de pen en met een tweede, tegengestelde arm in aangrijping zijn met een naar de sluitplaat gekeerd aanslagvlak dat een verplaatsbaar 5 geheel vormt met de hulpschoot.
Vanuit een volgend aspect voorziet de uitvinding in een slotsamenstel voor deuren, omvattend een in de deurvleugel opgenomen slotkast met een dagschoot en een in het kozijn opgenomen sluitplaat met een opneemruimte voor 10 de dagschoot, waarbij op de slotkast een kruk is aan gebracht die werkzaam verbonden is of verbindbaar is met de dagschoot voor intrekking daarvan, waarbij de slotkast voorts voorzien is van een hulpschoot, die voorgespannen is naar een uitstaande stand, waarbij de sluitplaat ter 15 hoogte van de hulpschoot voorzien is van middelen voor het in hoofdzaak in een in de slotkast ingetrokken stand houden van de hulpschoot, waarbij de sluitplaat in het kozijn ter hoogte van de baan van de hulpschoot voorzien is een tweede opneemruimte, bestemd voor de hulpschoot, en 2 0 van middelen voor het afsluiten van de tweede opneem ruimte, waarbij het slotsamenstel voorzien is van middelen voor het bedienen van de afsluitmiddelen.
De uitvinding verschaft voorts een slotkast kennelijk geschikt en bestemd voor een slotsamenstel 25 volgens de uitvinding.
De uitvinding voorziet verder in een deur voorzien van een slotsamenstel volgens de uitvinding, in het bijzonder een voordeur, met aan de buitenzijde een kruk.
De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand 30 van een in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voor-beelduitvoering. Getoond wordt in:
Figuur 1 een voorbeelduitvoering van een slotkast volgens de uitvinding, opgenomen in een deur; figuur 2 de slotkast van figuur 1, met nog open 35 deur, met de kruk naar beneden bewogen; figuur 3 de slotkast van figuur 1, met gesloten deur, onvergrendeld; 9 figuur 4 de slotkast van figuur 1, in toestand tijdens het vergrendelen; figuur 5 de slotkast van figuur 1, in vergrendelde toestand; 5 figuur 6 de slotkast van figuur 1, met naar beneden bewogen kruk; figuur 7 de slotkast van figuur 1, in toestand gereed voor bediening; en figuur 8 een uitgenomen aanzicht is op een 10 samenstel van krukplaat en tuimelaar in het slotsamenstel van de voorgaande figuren.
In figuur 1 is deur 100 weergegeven, met daarin een slotkast 1 volgens de uitvinding, omvattende een huis met wanden 2, en een plaat 3, die in de deurrand is inge-15 laten.
De slotkast 1 is op gebruikelijke wijze voorzien van een dagschoot 4, bevestigd op een pen 5 die aan het binneneind voorzien is van een schouder 35. De schouder 35 kan in de richting C, en daarmee de dagschoot 4, bewogen 20 worden door te draaien in de richting B van een krukplaat 30, die voorzien is van een vinger 31 voor aankomst tegen schouder 35. Aan het andere eind is de krukplaat 30 voorzien van een nok 32, die een aanslag vormt voor een koppelplaat 16, die langwerpig is en aan het ondereind voor-25 zien is van een aanslagrand 19 en aan het boveneind voor zien is van een nok 18. Op de tekening gezien onder de krukplaat 30 bevindt zich (zie figuren 4 en 8) een tuimelaar 11, die als één roteerbaar geheel uitgevoerd is met vierkant gat 10 waarin de staaf van een kruk past. De 30 tuimelaar 11 is voorzien van een nok 12 en van een aanslag 300. Verwijzend naar figuur 8, tussen de krukplaat 30 en de tuimelaar 11 bevindt zich een tussenring 68. Beneden de tuimelaar 11 bevindt zich bedieningsring 14 voor een nachtschoot, welke ring is voorzien van een bedieningslip 35 15 met aanslagen 15a,b en van een aanslag 17, die zich in de baan van de aanslag 300 bevindt. Tussen de ring 14 en de wand 2 bevindt zich een tussenring 69.
lOi' /-41 10
Aan de verticale achterzijde van de behuizing 2 is verticaal verschuifbaar een schuifplaat 20 geplaatst, die voorzien is van een steunplaat 21, waartegen een drukveer 22 steunt, die anderzijds afsteunt tegen een 5 vaste steunplaat 23. Plaat 20 is bijgevolg naar boven toe voorgespannen. Plaat 2 0 is met langgat 29 geleid op vast punt 50 voor verschuiving in de richting A. Plaat 20 is voorts voorzien van een uitsparing 24, met een verdieping 25. De schuifplaat 20 is aan de onderzijde verlengd met 10 een strook 26, die een omgezette schouder 27 vormt en vlak daarboven een opening 28, waarin nok 12 grijpt. De verdieping 25 is naar boven toe begrensd door aanslagrand 80 en naar beneden toe door aanslagrand 81, die ook de begrenzing voor uitsparing 24 vormt. De nok 18 van de kop-15 pelplaat 16 past in de verdieping 25.
De achterzijde van de dagschoot 4 is voorzien van een aanslagrand 36, die aankomt tegen aanslagrand 41 van een schuifplaat 40, die voorzien is van langgat 42 voor geleidende opname van een vaste pen 52, en langgat 20 43, voor geleidende opname van een vaste pen 53. Tussen de vaste pen 53 en de koppelplaat 16 bevindt zich een trek- veer 46.
Op de schuifplaat 40 is bevestigd een hulpschoot 7, middels verbindingsstuk 44. Ter plaatse van de aanslui-25 ting verbindingsstuk 44 en schuifplaat 40 is een schouder 45 voorzien, waartegen een drukveer 49 steunt, die met het andere eind steunt tegen een plaat 63 die een geheel vormt met kantelplaat 60.
Kantelplaat 60 is voorzien van een gat 61, 30 waarin een vaste draailip 62 reikt, zodat de kantelplaat 60 kan kantelen in de richtingen P. De kantelplaat 60 is voorzien van een uitsparing 64, voor samenwerking met een tong van een cilinder van een in gat 70 te plaatsen cilinderslot. Merk op dat het gat 70 boven de opening 10 35 geplaatst is, zodat dit goed bereikbaar is.
Verder is weergegeven een draaibare nachtschoot 6, die gevormd is met een haak 48 met daartussen uitspa- 11 ring 47, en draaibaar is om een vaste pen 51, die aan de naar de deurrand gekeerde zijde omgeven is door een verzwakking 97 in de behuizing 2. Op de tekening gezien onder de draaibare, haakvormige nachtschoot 6 is geplaatst 5 een hefboom 90, die draaibaar is om kantelscharnier 54 en een eerste arm 91 en een tweede arm 92 omvat. De arm 91 komt aan tegen draaipen 51 en de arm 92 kan aankomen tegen de buitenzijde van de plaat 45 op de schuifplaat 40.
Wanneer in de toestand weergegeven in figuur 1 10 een kruk wordt aangevat en naar beneden wordt bewogen, zal de tuimelaar 11 gedraaid worden in de richting B. De nok 12 zal bij verdraaiing in gat 28 en tegen schouder 27 aankomen, waardoor de schuifplaat 20 in de richting A naar beneden zal worden bewogen. In de in figuur 1 weergegeven 15 toestand reikt de nok 18 in de verdieping 25, zodat ook de koppelplaat 16 neerwaarts wordt meebewogen. Door aankomst van onderrand 19 tegen de nok 32 wordt ook de krukplaat 30 verdraaid in de richting B, en zal de dagschoot 4 in de richting C bewogen worden, naar binnen in de slotkast 1. 2 0 Door aankomst van de aanslagrand 36 tegen de rand 41 van de schuifplaat 4 0 zal ook de hulpschoot 7 mee worden bewogen in de richting D in de slotkast 1.
Bij afgeschuinde vorm van dagschoot 4 en hulpschoot 7 kunnen deze ook door aankomst tegen de aan-25 slagrand aan het kozijn naar binnen worden gedwongen, waarbij de beweging van de dagschoot 4 de hulpschoot 7 zal meenemen.
Bij gesloten deur zal de dagschoot 4 in de daarvoor gemaakte opneemruimte 201 in de sluitplaat in het 30 kozijn 200 opgenomen zijn. Ter plaatse van de hulpschoot 7 bevindt zich een gesloten oppervlak 204, zodat de hulpschoot 7 in de in figuur 3 weergegeven stand ingedrukt zal blijven. De indrukkracht wordt via schuifplaat 40 en drukveer 45 overgedragen op kantelplaat 60, die aankomt 35 tegen de koppelplaat 16 en deze in de richting E naar rechts beweegt, zodat de nok 18 uit de verdieping 25 komt. Dit is de ontkoppelde toestand, waarin bij een 1 t 12 draaibeweging van de kruk naar beneden alleen de tuimelaar 11 verdraait, en niet de krukplaat 30. De dagschoot 4 blijft derhalve op zijn plaats in de opneemruimte 201. De kruk blijft echter beweegbaar, welke beweging benut kan 5 worden voor andere functies, zoals vergren- delen/ontgrendelen met een nachtschoot.
Men kan nu de nachtschoten 6 uitzetten (figuur 4), door verdraaiing in de richting F van de kruk, waarmee de tuimelaar 11 verdraaid wordt in de richting F, de 10 aanslag 300 aankomt tegen de lip 17 en daardoor de ring 14 verdraaid wordt. Hierdoor verdraait ook de nok 15, die met aanslagen 15a,b grijpt in uitsparing 96 op schuifplaat 95, die schuifplaat 95 naar beneden in de richting I dwingt. Op niet nader weergegeven wijze wordt hiermee de nacht- 15 schoot 6 verdraaid in de richting G, zodat de haak 48 uittreedt, en grijpt in een daarvoor geschikte inhaakope-ning 203 in/achter de sluitplaat 202 van het kozijn.
In de vergrendelde toestand kan men de kruk weer loslaten, zodat deze weer neutraal, in de uitgangsstand 2 0 komt te staan. Dan is de toestand weergegeven in figuur 5 bereikt. De dagschoot 4 en de nachtschoot 6 staan uit, en de hulpschoot 7 is ingedrukt, zodat met de kruk de dagschoot 4 niet bediend kan worden. Dit is weergegeven in figuur 6, waarin de kruk in richting B verdraaid is, en de 25 schuifplaat 20 in de richting A neerwaarts is geschoven, maar waarbij, doordat de nachtschoot 7 nog steeds in gedrukt is en via de veer 45 de kantelplaat 60 naar rechts is gedwongen, en daarmee ook de koppelplaat 16 naar rechts gedwongen is, zodat de nok 18 uit de baan van de ver-30 dieping 25 is, nok 18 langs de verdieping 25 is bewogen, in verdieping 24, en wordt nu er via/door de koppelplaat 16 geen neerwaartse kracht uitgeoefend op de krukplaat 30.
Wanneer men nu de woning weer wil binnentreden, steekt men de sleutel in het cilinderslot 71, en verdraait 35 men met de sleutel de cilindertong 72, die grijpt in uitsparing 64 van de kantelplaat 60, in de richting H te verdraaien, met als gevolg dat kantelplaat 60 naar links 1 0 7 . · 7 13 in de richting F kantelt (figuur 7) . De veer 45 verschaft hiervoor voldoende ruimte, ook bij nog steeds ingedrukte hulpschoot 7. Door de kanteling van de kantelplaat 60 komt de koppelplaat 16 weer vrij te liggen, en zorgt de veer 46 5 ervoor dat nok 18 in de richting van de verdieping 25 gedwongen wordt. Zoals in figuur 7 te zien is kan dit gebeuren in de onbelaste toestand van de kruk. De kop peling tuimelaar/krukplaat en daarmee dagschoot/kruk is dan weer hersteld, waarna de kruk gereed is om door 10 verdraaiing daarvan zowel tuimelaar 11 als krukplaat 30 te verdraaien, zodat de dagschoot 4 ook kan worden ingetrokken.
Door beweging in de richting B van de kruk zal via de nok 15 (figuur 4) die grijpt in de uitsparing 96 15 aan schuifplaat 95, schuifplaat 95 naar boven kunnen verplaatsen, waardoor de nachtschoot 6 weer wordt ingedraaid.
Met de besproken uitvoering van het slot volgens de uitvinding kan een deur aan de buitenzijde worden 20 gesloten en vergrendeld, zonder dat daarbij een sleutel benodigd is.
Aan de binnenzijde kan het cilinderslot 71 voorzien zijn van een op zich bekende draaiknop, waarmee van binnenuit de voornoemde koppeling weer kan worden 25 hersteld.
Indien men het buitenstaande derden mogelijk wil maken om de (voor)deur met kruk te bedienen, dan kan zulks eventueel op afstand geschieden, door op afstand bedienba-re wijze een de sluitplaat 202 opgenomen schuif 204 te 30 verplaatsen, waardoor een opneemruimte 205 voor de hulp-schoten 7 beschikbaar komt (figuur 7) . Door deze beweging naar buiten van hulpschoot 7 kan de kantelplaat 60 kantelen naar links, en kan, op eerder besproken wijze, de koppeling weer hersteld worden. De hiervoor benodigde 35 bedrading en andere elektrische voorzieningen kunnen eenvoudig worden opgenomen in het kozijn 70.
Wanneer men bij gesloten deur een wrikgereed- . 'f 14 schap zet tussen sluitplaat en slotkast 1, om een grote horizontale deze van elkaar verwijdende kracht uit te oefenen, dan zal ter plaatse van de verzwakking 97 de verbinding tussen pen 51 voor nachtschoot 6 en de behui-5 zing 2 bezwijken. Doordat de haak 48 plaatsvast aan de sluitplaat is en dus aan het kozijn, is de pen 51 dat ook. De behuizing 2 zal door het wrikgereedschap naar rechts worden gedwongen, en zal dan kantelscharnier 54 meenemen, waardoor er door pen 51 -relatief gezien- een naar links 10 gerichte kracht wordt uitgeoefend op hefboomarm 91. Hierdoor zal hefboomarm 92 naar rechts gedwongen worden (richting J), en daarmee een binnenwaartse kracht uitoefenen op de schouder 45 van de plaat 40 en daarmee op de hulpschoot 7, die daardoor in hoofdzaak in positie blijft, waardoor 15 de ontkoppeling tussen kruk en dagschoot 4 behouden blij ft.

Claims (30)

1. Slotsamenstel voor deuren, omvattend een in de deurvleugel opgenomen slotkast met een dagschoot en een in het kozijn opgenomen sluitplaat met een opneemruimte voor de dagschoot, waarbij op de slotkast een kruk is aan- 5 gebracht die middels koppelmiddelen werkzaam verbonden is met de dagschoot voor intrekking daarvan, waarbij middelen voorzien zijn voor het bij het sluiten van de deur in ontkoppelde toestand brengen van de koppelmiddelen, waarbij het slotsamenstel voorts voorzien is van bedienbare 10 middelen voor het herstellen van de koppeling tussen dagschoot en kruk.
2. Slotsamenstel volgens conclusie 1, voorts voorzien van een hulpschoot, die door een eerste veerkracht gespannen is naar een uitstaande stand, waarbij 15 de sluitplaat ter hoogte van de hulpschoot voorzien is van middelen voor het in hoofdzaak in een in de slotkast ingetrokken stand houden van de hulpschoot, en waarbij de koppelmiddelen door de hulpschoot verplaatsbaar zijn voor ontkoppeling van dagschoot en kruk in de ingetrokken stand 20 van de hulpschoot en koppeling van dagschoot en kruk in de uitstaande stand van de hulpschoot.
3. Slotsamenstel volgens conclusie 1 of 2, waarbij de koppelmiddelen veerbelast zijn naar een koppelende stand.
4. Slotsamenstel volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij de kruk een verdraaibaar geheel vormt met een tuimelaar, waarbij op de kruk voorts een krukplaat is voorzien, die voorzien is van middelen voor het bij verdraaiing intrekken van de dagschoot, waarbij in in 30 ontkoppelde toestand van de koppelmiddelen de krukplaat en de tuimelaar ontkoppeld zijn.
5. Slotsamenstel volgens conclusie 4, waarbij de V r.'. J w * i' tuimelaar een verplaatsbaar geheel vormt met een eerste schuifplaat, welke een eerste koppeldeel bezit, waarbij de koppelmiddelen een tweede koppeldeel omvatten, dat in en uit koppelende aangrijping met het eerste koppeldeel 5 bewogen kan worden, en een verplaatsbaar geheel vormt met de krukplaat, waarbij de eerste schuifplaat bij voorkeur verticaal verplaatsbaar is in de slotkast.
6. Slotsamenstel volgens conclusie 5, waarbij de eerste schuifplaat middels een tweede veer veerbelast is 10 naar een de kruk in een uitgangspositie houdende positie.
7. Slotsamenstel volgens conclusie 5 of 6, waarbij het eerste koppeldeel een opening bepaalt in de eerste schuifplaat en het tweede koppeldeel een lip die in voor koppeling in de opening brengbaar is, waarbij de 15 opening een eerste aanslag heeft voor de lip, welke aanslag gekeerd is naar de tuimelaar toe.
8. Slotsamenstel volgens conclusie 7, waarbij de opening voorts een aan de eerste aanslag tegengesteld gekeerde tweede aanslag voor de lip bezit.
9. Slotsamenstel volgens een der conclusies 2-8, waarbij de hulpschoot aangebracht voor meegaande verplaatsing naar binnen met en door de dagschoot, waarbij bij voorkeur de hulpschoot als een verplaatsbaar geheel verbonden is met een derde aanslag, die veerbelast is tegen 25 een vierde aanslag op de achterzijde van de dagschoot en met de dagschoot binnenwaarts in de slotkast verplaatsbaar is.
10. Slotsamenstel volgens een der conclusies 4-9, waarbij de koppelmiddelen een tussenplaat omvatten, 30 waarop enerzijds de hulpschoot via een derde veer afges-teund is, en die anderzijds voorzien is van middelen voor het tegen de werking van de tweede veer in uit ineengri j -ping met het eerste koppeldeel dwingen van het tweede koppeldeel.
11. Slotsamenstel volgens conclusie 10, waarbij de tussenplaat verdraaibaar opgesteld is.
12. Slotsamenstel volgens conclusie 10 of 11, ! ... * , ' ï J waarbij de tussenplaat geplaatst is voor verplaatsende aangrijping door een in de slotkast opgenomen slot-cilinder.
13. Slotsamenstel volgens conclusie 12, waarbij 5 de tussenplaat bij aangrijping door het cilinderslot tegen de werking van de eerste veer naar de hulpschoot gedwongen wordt om het tweede koppeldeel naar koppeling met het eerste koppeldeel te laten bewegen.
14. Slotsamenstel volgens een der voorgaande 10 conclusies, waarbij de kruk in de ontkoppelde toestand verdraaibaar blijft.
15. Slotsamenstel volgens conclusie 14, waarbij de kruk althans in ontkoppelde toestand voor bediening verbonden is met een of meer nachtschoten.
16. Slotsamenstel volgens conclusie 15, waarbij de kruk verbonden is met een of meer nachtschoten voor activering daarvan door verdraaiing in opwaartse richting van de kruk, in het bijzonder een kruk aan de buitenzijde van de deur.
17. Slotsamenstel volgens een der conclusies 2- 16, voorzien van een grendel- of nachtschoot, die haakvormig is en om een pen draaibaar bevestigd is in de slotkast, waarbij tussen de pen en de betreffende wand of wanden van de slotkast een verzwakking aangebracht is, 25 waarbij de slotkast voorts voorzien is van hefboommiddelen die scharnierbaar gelegerd zijn in de slotkast en met een eerste arm in aangrijping zijn met de naar de sluitplaat gekeerde zijde van de pen en met een tweede, tegengestelde arm in aangrijping zijn met een naar de sluitplaat gekeerd 30 aanslagvlak dat een verplaatsbaar geheel vormt met de hulpschoot.
18. Slotsamenstel volgens een der conclusies 2- 17, waarbij de sluitplaat in het kozijn ter hoogte van de baan van de hulpschoot voorzien is een tweede opneem- 35 ruimte, bestemd voor de hulpschoot, en van middelen voor het afsluiten van de tweede opneemruimte, waarbij het slotsamenstel voorzien is van middelen voor het bedienen van de afsluitmiddelen.
19. Slotsamenstel volgens conclusie 18, waarbij de bedieningsmiddelen elektromagnetisch werkzaam zijn.
20. Slotsamenstel volgens conclusie 18 of 19, 5 waarbij de bedieningsmiddelen op afstand activeerbaar zijn.
21. Slotsamenstel voor deuren, omvattend een in de deurvleugel opgenomen slotkast met een dagschoot en een in het kozijn opgenomen sluitplaat met een opneemruimte 10 voor de dagschoot, waarbij op de slotkast een kruk is aangebracht die middels koppelmiddelen werkzaam verbonden is met de dagschoot voor intrekking daarvan, waarbij de kruk een verdraaibaar geheel vormt met een tuimelaar, waarbij op de kruk voorts een krukplaat is voorzien, die 15 voorzien is van middelen voor het bij verdraaiing intrekken van de dagschoot, waarbij in in ontkoppelde toestand van de koppelmiddelen de krukplaat en de tuimelaar ontkoppeld zijn.
22. Slotsamenstel voor deuren, omvattend een in 20 de deurvleugel opgenomen slotkast met een dagschoot en een in het kozijn opgenomen sluitplaat met een opneemruimte voor de dagschoot, waarbij de slotkast voorts voorzien is van een hulpschoot, die door een eerste veerkracht gespannen is naar een uitstaande stand, waarbij de sluitplaat 25 ter hoogte van de hulpschoot voorzien is van middelen voor het in hoofdzaak in een in de slotkast ingetrokken stand houden van de hulpschoot,voorts voorzien van een grendel-of nachtschoot, die haakvormig is en om een pen draaibaar bevestigd is in de slotkast, waarbij tussen de pen en de 30 betreffende wand of wanden van de slotkast een verzwakking aangebracht is, waarbij de slotkast voorts voorzien is van hefboommiddelen die scharnierbaar gelegerd zijn in de slotkast en met een eerste arm in aangrijping zijn met de naar de sluitplaat gekeerde zijde van de pen en met een 35 tweede, tegengestelde arm in aangrijping zijn met een naar de sluitplaat gekeerd aanslagvlak dat een verplaatsbaar geheel vormt met de hulpschoot.
23. Slotsamenstel voor deuren, omvattend een in de deurvleugel opgenomen slotkast met een dagschoot en een in het kozijn opgenomen sluitplaat met een opneemruimte voor de dagschoot, waarbij op de slotkast een kruk is 5 aangebracht die werkzaam verbonden is of verbindbaar is met de dagschoot voor intrekking daarvan, waarbij de slotkast voorts voorzien is van een hulpschoot, die voorgespannen is naar een uitstaande stand, waarbij de sluitplaat ter hoogte van de hulpschoot voorzien is van 10 middelen voor het in hoofdzaak in een in de slotkast ingetrokken stand houden van de hulpschoot, waarbij de sluitplaat in het kozijn ter hoogte van de baan van de hulpschoot voorzien is een tweede opneemruimte, bestemd voor de hulpschoot, en van middelen voor het afsluiten van 15 de tweede opneemruimte, waarbij het slotsamenstel voorzien is van middelen voor het bedienen van de afsluitmiddelen.
24. Slotsamenstel volgens conclusie 23, waarbij de bedieningsmiddelen elektromagnetisch werkzaam zijn.
25. Slotsamenstel volgens conclusie 23 of 24, 20 waarbij de bedieningsmiddelen op afstand activeerbaar zijn.
26. Slotkast kennelijk geschikt en bestemd voor een slotsamenstel volgens een der voorgaande conclusies.
27. Deur, voorzien van een slotsamenstel volgens 25 een der conclusies 1-25.
28. Deur volgens conclusie 27, uitgevoerd als voordeur van een woninggebouw, voorzien van een kruk.
29. Slotsamenstel voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de 3. bij gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.
30. Slotkast voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij -gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen. -o-o-o-o-o-o-o-o- AF/MB $ i i f.· é
NL1020047A 2002-02-22 2002-02-22 Slotsamenstel. NL1020047C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1020047A NL1020047C2 (nl) 2002-02-22 2002-02-22 Slotsamenstel.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1020047A NL1020047C2 (nl) 2002-02-22 2002-02-22 Slotsamenstel.
NL1020047 2002-02-22

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1020047C2 true NL1020047C2 (nl) 2003-08-25

Family

ID=29244895

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1020047A NL1020047C2 (nl) 2002-02-22 2002-02-22 Slotsamenstel.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1020047C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2019151924A1 (en) * 2018-02-01 2019-08-08 Scania Cv Ab A locking arrangement and a vehicle comprising such a locking arrangement

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE4319325A1 (de) * 1993-06-11 1994-12-15 Wilka Schliestechnik Gmbh Mit Schließzylinder bestückbares Fallenschloß
EP0670404A1 (de) * 1994-03-04 1995-09-06 Fritz Fuss GmbH & Co. Selbstverriegelndes Schloss
US6138485A (en) * 1997-02-26 2000-10-31 Eff-Eff Fritz Fuss Gmbh & Co. Kommanditgesellschaft Auf Aktien Safety lock
EP1174570A1 (en) * 2000-07-21 2002-01-23 Harrow Products Inc. Mortise lockset with internal clutch

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE4319325A1 (de) * 1993-06-11 1994-12-15 Wilka Schliestechnik Gmbh Mit Schließzylinder bestückbares Fallenschloß
EP0670404A1 (de) * 1994-03-04 1995-09-06 Fritz Fuss GmbH & Co. Selbstverriegelndes Schloss
US6138485A (en) * 1997-02-26 2000-10-31 Eff-Eff Fritz Fuss Gmbh & Co. Kommanditgesellschaft Auf Aktien Safety lock
EP1174570A1 (en) * 2000-07-21 2002-01-23 Harrow Products Inc. Mortise lockset with internal clutch

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2019151924A1 (en) * 2018-02-01 2019-08-08 Scania Cv Ab A locking arrangement and a vehicle comprising such a locking arrangement

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7318632B2 (en) Storage cabinet with latching mechanism
US6813915B2 (en) Door lock
US7025394B1 (en) Lock system for integrating into an entry door having a vertical expanse and providing simultaneous multi-point locking along the vertical expanse of the entry door
US7788954B2 (en) Door panel integrated door stopper with operating mechanism integrated into the door lock housing
CN103827420B (zh) 具有顺序驱动的锁定元件的多点锁
EP1803875B1 (en) Locking arrangement for a door
EP1437466A1 (en) Safety door lock
NL1020047C2 (nl) Slotsamenstel.
KR101598958B1 (ko) 래치볼트 방향 설정 자동 변환 기능을 갖는 모티스락
JPH0726496B2 (ja) 安全装置の内設されたドア・ロック
JP4823874B2 (ja) 電気錠
NL1024736C2 (nl) Slotsamenstel.
KR20160016112A (ko) 로테이터블 래치볼트를 갖는 도어락
KR100530698B1 (ko) 자동잠금식 레버형 도어록
EP1126120A1 (en) Structure of strongbox, in particular suitable for being inserted in a piece of furniture
CN101743371A (zh) 用于强化门和类似门的锁的选择器
GB2429039A (en) Lock assembly with first and second return spring assemblies acting on handle
JP3110427U (ja) キャビネットの安全連鎖装置
JP7207729B2 (ja) 開き扉の施解錠機構
JP4765622B2 (ja) 引き戸用錠前
NL1022523C2 (nl) Slotsamenstel.
AU771114B2 (en) Door lock assembly
KR102647211B1 (ko) 안티패닉 기능을 갖는 방화문용 푸쉬풀 도어록
NL1019815C2 (nl) Universeelslot.
KR101887403B1 (ko) 도어잠금장치

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20060901