NL1019332C2 - Onderleg- resp. gelijkmaaksysteem. - Google Patents

Onderleg- resp. gelijkmaaksysteem. Download PDF

Info

Publication number
NL1019332C2
NL1019332C2 NL1019332A NL1019332A NL1019332C2 NL 1019332 C2 NL1019332 C2 NL 1019332C2 NL 1019332 A NL1019332 A NL 1019332A NL 1019332 A NL1019332 A NL 1019332A NL 1019332 C2 NL1019332 C2 NL 1019332C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
wedge
wedges
groove
spring
cone
Prior art date
Application number
NL1019332A
Other languages
English (en)
Inventor
Michael M Ller
Original Assignee
Ahlmann Aco Severin
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ahlmann Aco Severin filed Critical Ahlmann Aco Severin
Application granted granted Critical
Publication of NL1019332C2 publication Critical patent/NL1019332C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D29/00Independent underground or underwater structures; Retaining walls
    • E02D29/12Manhole shafts; Other inspection or access chambers; Accessories therefor
    • E02D29/121Manhole shafts; Other inspection or access chambers; Accessories therefor characterised by the connection between shaft elements, e.g. of rings forming said shaft
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D29/00Independent underground or underwater structures; Retaining walls
    • E02D29/12Manhole shafts; Other inspection or access chambers; Accessories therefor

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Paleontology (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Underground Structures, Protecting, Testing And Restoring Foundations (AREA)
  • Mutual Connection Of Rods And Tubes (AREA)
  • Sewage (AREA)

Description

Korte aanduiding: Onderleg- resp. gelijkmaaksysteem.
De uitvinding heeft betrekking op een onderleg- resp. gelijkmaaksysteem, in het bijzonder voor een niveaugelijkmaking voor een schachtafdekking volgens de aanhef van conclusie 1, een wig volgens de aanhef van conclusie 16, een werkwijze voor een niveaugelijkmaking 5 voor een schachtafdekking volgens de aanhef van conclusie 17 alsmede de toepassing van een onderleg- resp. gelijkmaaksysteem volgens conclusie 19.
Onderleg- resp. gelijkmaaksystemen worden voor allerlei toepassingen gebruikt. Te noemen zijn hier bijvoorbeeld niveaugelijkmaak-10 systemen maar ook systemen door middel waarvan een bepaalde, bijvoorbeeld horizontale afstand tussen twee lichamen vastgelegd en gehouden wordt.
In de regel wordt hierbij een aanwezige spleet tussen deze lichamen zolang met een massa, lijsten, wiggen of dergelijke onderleg-15 resp. gelijkmaakmiddelen opgevuld, totdat de gewenste hoogte resp. zijafstand tussen de lichamen bereikt en opgevuld is.
Problematisch bij deze werkwijze is enerzijds de exacte af-standnauwkeurige opvulling van de spleet tussen de lichamen, alsmede de duurzaamheid daarvan bij belasting.
20 Bij rioolschachtafdekkingen vindt het in hoogte verplaatsen, resp. een niveaugelijkmaking met bijvoorbeeld een wegdek reeds lang in de regel plaats doordat een mortelvoeg onder een rioolschachtaf-dekkingsraamwerk opgevuld wordt. Dit geschiedt bijvoorbeeld met wiggen, die afzonderlijk of in combinatie in de mortelvoeg geplaatst 25 worden.
Om een exacte niveaugelijkmaking te bereiken, zijn hiertoe twee in langsrichting conusvormig uitgevoerde wiggen tegengesteld aangebracht en worden deze zo lang ten opzichte van elkaar verschoven, totdat de uit de beide wiggen resulterende gezamenlijke hoogte de 30 vereiste afstandsmaat bereikt heeft. Aansluitend worden de gaten tussen de wiggen opgevuld.
Hierbij is nadelig gebleken dat de wiggen gladde oppervlakken hebben en niet geborgd zijn tegen een ten opzichte van elkaar wegglijden, in het bijzonder tijdens het ten opzichte van elkaar ver-35 schuiven voor het aanpassen van de hoogte.
- 2 -
Bij een belasting, in het bijzonder indien deze terugkomend en ongelijkmatig op de schachtafdekking inwerkt, zoals dit bijvoorbeeld het geval is in het gebied van straten, parkeerplaatsen, maar ook bij voetgangers- en fietspaden, maken de wiggen zich uit hun voorbestemde 5 stand los, waarbij zij zijdelings wegglijden. In het extreme geval "lopen" de wiggen zover in de schacht naar binnen, dat zij in de schacht vallen. Een ondersteuning van de schachtafdekking is dan op die positie niet langer gewaarborgd. Het gevolg is dat de riool-schachtafdekking ongelijkmatig ondersteund is en bij het daaroverheen 10 rijden en/of gaan begint te kantelen resp. te klapperen. Hierdoor wordt een extra slijtage van de wiggen alsmede het deze omgevende vulmateriaal verhevigd, zodat zowel de wiggen als ook het vulmateriaal uit de mortelvoegen brokkelt en de rioolschachtafdekking zich verplaatst. Door het ontstane hoogteverschil tussen de rioolschacht-15 afdekking en het wegdek is een veilig rijden over de rioolschachtafdekking niet meer mogelijk. Bovendien ontstaat bij het daarover rijden resp. gaan een onvermijdelijke geluidsoverlast door klapperen.
Derhalve heeft de uitvinding tot doel, een onderleg- resp. ge-lijkmaaksysteem alsmede een werkwijze voor toepassing daarvan te ver-20 schaffen, dat de bovengenoemde nadelen ondervangt en een tevens onder belasting duurzame en gemakkelijk aan te brengen niveaugelijkmaking mogelijk maakt.
Dit doel wordt bereikt door een onderleg- resp. gelijkmaaksysteem volgens conclusie 1, door een wig volgens conclusie 16, door een 25 werkwijze volgens conclusie 17 alsmede door de toepassing van een onderleg- resp. gelijkmaaksysteem volgens conclusie 19.
In het bijzonder wordt het doel bereikt door een onderleg-resp. gelijkmaaksysteem, in het bijzonder voor een niveaugelijkmaking voor een schachtafdekking, bestaande uit ten minste twee in langs-30 richting conusvormig uitgevoerde wiggen, die tegengesteld en bij installatie met naar elkaar gerichte conuszijden verschuifbaar opgesteld zijn, waarbij elke wig ten minste één geleidingsinrichting heeft, door middel waarvan een zijdelingse positie van een wig ten opzichte van ten minste één andere wig is vastgelegd.
35 Een essentieel punt van de uitvinding ligt daarin, dat door middel van de geleidingsinrichting de relatieve zijdelingse positie van de wiggen ten opzichte van elkaar gefixeerd is, zodat een onbedoeld zijdelings wegglijden van de wiggen niet mogelijk is.
- 3 -
Volgens een eerste uitvoeringsvariant van de uitvinding is de geleidingsinrichting door ten minste één op de conusboven- en/of -onderzijde, zich in hoofdzaak in langsrichting van de wig uitstrekkende groef (20) en of veer (10) gevormd.
5 De groef en de veer zijn daarbij zo uitgevoerd, dat zij voor een geleiding van de wiggen in elkaar grijpen, waarbij de desbetreffende groef en veer elk op hun bijbehorende wig voorzien zijn, zodat telkens twee aan elkaar complementaire wiggen door middel van de geleiding zonder of met een begrensde zijdelingse speling ten opzichte 10 van elkaar verschuifbaar zijn. De geleiding van de wiggen ten opzichte van elkaar kan zo uitgevoerd zijn, dat ten minste één veer van een wig in één groef, in het bijzonder een groef die voor wat betreft een zijafstand van de conuslangsrand van de veer correspondeert, van ten minste één naastliggende wig aangrijpt.
15 In een variant op deze uitvoeringsvorm kunnen twee wiggen met elk een groef zodanig ten opzichte van elkaar zijn aangebracht, dat ten minste één lijf zowel in de groef van een wig, alsook in de groef van een andere wig aangrijpt. Hierbij is het mogelijk, de wiggen ten opzichte van elkaar op te stellen en aansluitend een lijf, bijvoor-20 beeld een lijst, in de gezamenlijk door d.e beide groeven gedefinieerde uitsparing van de beide wiggen aan te brengen.
Tevens is het mogelijk, het lijf eerst in een groef van een eerste wig te leggen en aansluitend de tweede wig op een aan de groef van de eerste wig rakend deel van het lijf te schuiven en/of te leg-25 gen.
Deze uitvoeringsvorm heeft het voordeel, dat slechts wiggen met een groef nodig zijn. De vervaardiging van wiggen met een veer is niet nodig.
Het lijf kan eendelig zijn of uit segmenten bestaan. Verder kan 30 het lijf star of flexibel uitgevoerd zijn.
Een flexibele en/of uit segmenten gevormde uitvoeringsvorm van het lijf heeft als voordeel, dat daarmee krommingen van "het groefkanaal" gelegd resp. nageschoven kunnen worden, terwijl een starre uitvoeringsvorm een hoge vastheid van de geleiding waarborgt.
35 Volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn per wig meerdere groeven naast elkaar voorzien, zodat naar wens een zijdelings verplaatsen van de beide corresponderende wiggen mogelijk is. Dit is bijvoorbeeld voordelig, indien de mortelvoeg ongelijkmatig uitgevoerd is. Op deze wijze kunnen de twee corresponderende wiggen - 4 - voor hun uiteindelijke fixering ten opzichte van elkaar exact uitgericht worden.
Volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn in twee corresponderende wiggen telkens meerdere groeven en/of veren 5 voorzien, zodat bij een geleiding door middel van een groef en een veer een zijdelings verplaatsen van de bij elkaar horende wiggen eveneens mogelijk is.
Hierbij kunnen hetzij twee soorten wiggen voorzien zijn, waarvan de ene soort groeven en de andere, aan de eerstgenoemde comple-10 mentaire soort, veren heeft, hetzij kan een enkel soort van wiggen voorzien zijn, die telkens zodanig om en om groef- en veerinrichtin-gen heeft, dat twee wiggen met of zonder een zijdelingse verplaatsing door middel van hun groef- en veerinrichtingen met elkaar in aangrij-ping kunnen komen en ten opzichte van elkaar in langsrichting van de 15 wig over elkaar verschuifbaar zijn.
Volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn af-sluitwiggen voorzien, die een buitenste, in hoofdzaak vlak werk-resp. oplegvlak hebben, waarop bijvoorbeeld een schachtraamwerk van een rioolschachtafdekking komt te liggen. Het tegenover het werkvlak 20 liggende vlak van de wigconus heeft dan de bovengenoemde groef- en/of veerinrichtingen.
Volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de wiggen als cirkelboogsegmenten uitgevoerd, zodat zij optimaal geschikt zijn voor inbouw in ronde rioolschachten resp. voor toepassing 25 bij ronde schachtraamwerken.
Bij voorkeur zijn de cirkelboogsegmenten aangepast aan de radius van het schachtraamwerk, met welke zij tezamen toegepast dienen te worden.
In een variant is het mogelijk de wiggen rechtlijnig uit te 30 voeren, zodat een toepassing geoptimaliseerd is voor rechtlijnige schachten en/of schachtraamwerken met rechtlijnige delen.
Volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de wiggen ook voor ten minste een deel van hun dwarsdoorsnede conusvormig uitgevoerd. Op deze wijze is de zijdelingse toepassing van een 35 wig of van een wigpaar in een mortelvoeg of een andere gelijk te maken spleet vereenvoudigd. Bij deze uitvoeringsvorm dient echter ook een toereikende breedte van het werkvlak in acht genomen te worden, die afhankelijk van de hardheid van de wig alsmede van het daaroplig-gende materiaal tussen een centimeter en de gezamenlijke wigbreedte - 5 - ligt, en bij voorkeur echter in het gebied van een derde tot tweederde van de wigbreedte ligt.
Twee aan elkaar complementaire wiggen zijn bij voorkeur zo uitgevoerd, dat zij aan elkaar evenwijdige buitenliggende werkvlakken 5 hebben, om een optimale en afstandsnauwkeurige aanbrenging daarvan mogelijk te maken. Vanzelfsprekend is het eveneens mogelijk, naar wens wigparen te voorzien, die onder een hoek ten opzichte van elkaar opgestelde buitenliggende werkvlakken hebben, indien deze werkvlakken afgeschuind zijn.
10 Bij een verdere uitvoeringsvorm is de geleidingsinrichting van de wiggen als vertanding uitgevoerd, waarbij de geleiding van de wiggen ten opzichte van elkaar in langsrichting van de wig plaatsvindt. Deze uitvoeringsvorm komt in hoofdzaak overeen met een om en om voorziene groef- en veerinrichting aan een wig, die echter een zeer fijne 15 aanpassing aan een eventueel noodzakelijk zijdelings verplaatsen van de wiggen ten opzichte van elkaar mogelijk maakt.
De niveaugelijkmaking door middel van de wiggen volgens de uitvinding vindt plaats doordat twee bij elkaar horende wiggen die met hun in tegengestelde richtingen wijzende conussen met een geleidings-20 inrichting geleid zijn, tegengesteld aan elkaar verschoven worden.
Een zijdelings verplaatsen tijdens het verschuiven is op grond van de geleidingsinrichting niet mogelijk.
Verder wordt het doel volgens de uitvinding bereikt door een wig, in het bijzonder voor een niveaugelijkmaking van een schachtaf-25 dekking, waarbij de wig ten minste een aan de conusboven- en/of -onderzijde, zich in hoofdzaak in langsrichting van de wig uitstrekkende groef en/of veer heeft.
Het wezenlijke voordeel van een zodanig uitgevoerde wig ligt erin, dat de groef en/of de veer als geleidingsinrichting dient. Dit 30 geldt in het bijzonder in combinatie met een tweede met de eerste corresponderend uitgevoerde wig.
Bij een dergelijk wigpaar is een verschuiven van de wiggen ten opzichte van elkaar in langsrichting mogelijk, terwijl een zijdelings wegglijden verhinderd wordt door de geleidingsinrichting.
35 Verder wordt het doel volgens de uitvinding bereikt door een werkwijze voor een niveaugelijkmaking voor een schachtafdekking, waarbij ten minste twee in langsrichting conusvormig uitgevoerde wiggen tegengesteld en bij installatie ten opzichte van elkaar verschoven worden, waarbij een wig ten opzichte van de andere wig langs ten - 6 - minste een aan elk van de wiggen voorziene geleidingsinrichting verschoven wordt.
Volgens een uitvoeringsvorm worden verder twee aan elkaar complementaire wiggen door middel van een groef en een veer met elkaar 5 in aangrijping gebracht, in een gelijk te maken spleet geplaatst en voor wat betreft hun wigvorm tegengestelde vorm ten opzichte van elkaar over elkaar verschoven, totdat een bepaalde afstand tussen de betreffende in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar voorziene oplegvlakken bereikt is.
10 Verder wordt het doel volgens de uitvinding bereikt door de toepassing van een onderleg- resp. gelijkmaaksysteem volgens één van de conclusies 1-15 of een wig volgens conclusie 16 voor een niveauge-lijkmaking van een schachtafdekking.
Het bijzondere voordeel van het onderleg- resp. gelijkmaaksys-15 teem volgens de uitvinding resp. de werkwijze voor de toepassing daarvan is daarin te zien, dat de wiggen volgens de uitvinding tijdens het inzetten axiaal geleid worden. Een uit elkaar schuiven resp. zich vastzetten van de wiggen vindt hierdoor aanzienlijk eenvoudiger plaats dan tot nu toe. Op de lange termijn gezien kunnen de afzonder-20 lijke wiggen op grond van de geleidingsinrichting volgens de uitvinding, door middel van groef en veer of de combinatie van twee groeven met een lijf resp. een lijst, niet meer naar binnen vallen, d.w.z. door de geleidingsinrichting is een horizontale zijdelingse verschui-vingsvrijheid van de wiggen ten opzichte van elkaar gewaarborgd.
25 Dit geldt in het bijzonder ook dan, indien tegen het gelijk- maaksysteem aanliggende lichamen eveneens een groef en/of veer hebben, die complementair met de groef (groeven) of veer (veren) van de wiggen in aangrijping staan. In dit geval is niet de toepassing van vlakke werkvlakken, maar van met groef en/of veer uitgevoerde conus-30 vlakken voorzien.
In het bijzonder bij toepassing van cirkelboogsegmentachtige wiggen voor ronde rioolschachtraamwerken is het mogelijk de totale omtrek van het rioolschachtraamwerk op te vullen met wiggen volgens de uitvinding. Op grond van de aan de wiggen aangebrachte geleidings-35 inrichtingen is een wegglijden resp. een naar binnen vallen van afzonderlijke wiggen praktisch niet meer mogelijk. Een langere levensduur van het gelijkmaaksysteem is derhalve bij ten opzichte van de stand van de techniek gelijk materiaalgebruik gewaarborgd. Een verder voordeel is de geringere tijdsbelasting tijdens inbouw, omdat niet - 7 - langer acht hoeft te worden geslagen op een zijdelings wegglijden van de wiggen dankzij de geleidingsinrichting. Bovendien is het bij toepassing van wiggen, die aan beide zijden, oftewel aan hun conusonderen -bovenzijde een geleidingsinrichting hebben, mogelijk een zelfdra-5 gende constructie, desgewenst ook vrijstaand, te vervaardigen.
Verdere uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn vastgelegd in de onderconclusies.
Hieronder wordt de uitvinding aan de hand van uitvoeringsvoor-beelden beschreven, die aan de hand van de tekening nader toegelicht 10 worden. Hierbij toont: fig. 1 een wigpaar volgens de stand van de techniek; fig. 2 een schematische weergave van een opbouwwig volgens de uitvinding; fig. 3 een schematische weergave van een afsluitwig volgens de 15 uitvinding.
In de nuvolgende beschrijving worden voor dezelfde en gelijk-werkende delen dezelfde verwijzingscijfers gebruikt.
Fig. 1 toont een wigpaar 1 volgens de stand van de techniek, dat de werking van een onderleg- resp. gelijkmaaksysteem met behulp 20 van twee wiggen duidelijk maakt. De beide gebruikte wiggen zijn elk cirkelboogsegmentvormig uitgevoerd en zodanig boven elkaar aangebracht, dat de afstand tussen hun buitenste werkvlakken door een in elkaar resp. uit elkaar schuiven van de wiggen in een langsrichting varieerbaar is. De oppervlakken van de wiggen zijn telkens glad uit-25 gevoerd; een beveiliging tegen verschuiven van de wiggen in een zijdelingse richting ten opzichte van elkaar is niet voorzien.
Daarentegen toont fig. 2 een schematische weergave van een opbouwwig met een veer 10 aan de bovenzijde daarvan en een groef 20 aan de onderzijde daarvan. De veer 10 en de groef 20 zijn hierbij zodanig 30 opgesteld, dat de veer 10 bij een gelijksoortig opgebouwde opbouwwig 2, die bijvoorbeeld op deze weergegeven opbouwwig 2 geplaatst wordt, in de groef 20 van de andere wig aangrijpt.
Hierbij wordt opgemerkt dat in plaats van één groef 20 en in plaat van één veer 10 meerdere groeven 20 en meerdere veren 10 kunnen 35 zijn voorzien. Er dient slechts acht geslagen te worden op het feit dat de groeven 20 en de veren 10 telkens zodanig opgesteld zijn, dat een aangrijping van de veren 10 in de groeven 20 van corresponderende wiggen mogelijk is.
- 8 -
Fig. 3 toont een verdere schematische uitvoeringsvorm van de uitvinding, waarbij een afsluitwig 3 weergegeven is. Kenmerkend voor een afsluitwig 3 is het vlakke werkvlak 30, door middel waarvan een optimale aanligging van een lichaam, bijvoorbeeld een schachtraam-5 werk, gewaarborgd is. In een variant is het vanzelfsprekend mogelijk, een lichaam, bijvoorbeeld een schachtraamwerk, op een bij voorkeur van een groef 20 voorzien werkvlak 3 te plaatsen. Ook de oplegging van een schachtraamwerk op een veer 10 is in principe mogelijk, echter dient in dit geval, afhankelijk van de hardheid van het lichaam 10 en van het toegepaste veermateriaal acht te worden geslagen op een niet te hoge belasting van de schachtafdekking.
Uit het voorgaande vloeit voort, dat de onderhavige uitvinding niet alleen een inrichting, maar ook een werkwijze voor een niveauge-lijkmaking, in het bijzonder voor een schachtafdekking, betreft.
15 Op deze plaats wordt er op gewezen, dat alle bovenbeschreven delen voor zichzelf alleen gezien en in elke combinatie, in het bijzonder de in de tekening weergegeven details als deel uitmakend van de uitvinding gezien dienen te worden. Variaties hierop zijn duidelijk voor de vakman.
20
Lijst van verwijzingscijfers 1 Wigpaar 2 Opbouwwig 3 Afsluitwig 25 10 Veer 20 Groef 30 Werkvlak

Claims (19)

1. Onderleg- resp. gelij kmaaksysteem, in het bijzonder voor een niveaugelijkmaking voor een schachtafdekking, omvattende ten minste twee in langsrichting conusvormig uitgevoerde wiggen, die tegengesteld en bij installatie met naar elkaar gerichte conuszijden ver- 5 schuifbaar opgesteld zijn, met het kenmerk, dat elke wig ten minste één geleidingsinrichting heeft, door middel waarvan een zijdelingse positie van een wig ten opzichte van ten minste één andere wig is vastgelegd.
2. Gelijkmaaksysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 10 de geleidingsinrichting door ten minste een op de conusboven- en/of -onderzijde, zich in hoofdzaak in langsrichting van de wig uitstrekkende groef (20) en of veer (10) gevormd is.
3. Gelijkmaaksysteem volgens één van de voorgaande conclusies, in het bijzonder volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat voor een 15 geleiding van de wiggen ten minste één veer (10) van een wig in ten minste een groef (20) van een naastliggende wig aangrijpt.
4. Gelijkmaaksysteem volgens één van de voorgaande conclusies, in het bijzonder volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat voor de geleiding van de wiggen ten minste één lijf zowel in de groef (20) 20 van een eerste wig als ook in de groef (20) van ten minste één extra wig aangrijpt.
5. Gelijkmaaksysteem volgens één van de voorgaande conclusies, in het bijzonder volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het lijf als een in een groef (20) van de wiggen inzetbare lijst is uitge- 25 voerd.
6. Gelijkmaaksysteem volgens één van de voorgaande conclusies, in het bijzonder volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat als geleidingsinrichting ten minste twee aan een eerste wig aangebrachte stiften voorzien zijn, die in ten minste één groef (20) van ten minste 30 een tweede wig aangrijpen.
7. Gelijkmaaksysteem volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ten minste één afsluitwig (3) voorzien is, die een buitenste in hoofdzaak vlak werkvlak (30) heeft.
8. Gelijkmaaksysteem volgens één van de voorgaande conclusies, 35 in het bijzonder volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de afsluitwig (3) aan zijn tegenover het vlakke werkvlak (30) liggende conuszijde ten minste één groef (20) en/of veer (10) heeft. - 10 -
9. Gelijkmaaksysteem volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ten minste één opbouwwig (2) voorzien is, die zowel aan de conusbovenzijde als ook aan de conusonderzijde ten minste één groef (20) en/of veer (10) heeft.
10. Gelijkmaaksysteem volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de wiggen als cirkelboogsegmenten zijn uitgevoerd.
11. Gelijkmaaksysteem volgens één van de voorgaande conclusies, in het bijzonder één van de conclusies 1-9, met het kenmerk, dat de 10 wiggen rechtlijnig uitgevoerd zijn.
12. Gelijkmaaksysteem volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de wiggen voor ten minste een deel van hun dwarsdoorsnede conusvormig zijn uitgevoerd.
13. Gelijkmaaksysteem volgens één van de voorgaande conclusies, 15 met het kenmerk, dat de geleidingsinrichting als vertanding is uitgevoerd .
14. Gelijkmaaksysteem volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat als geleidingsinrichting per conuszijde meerdere aan elkaar evenwijdige groeven en/of veren voorzien zijn.
15. Gelijkmaaksysteem volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een niveaugelijkmaking door een ten opzichte van elkaar tegengestelde verschuiving van twee voor wat betreft hun geleidingsinrichting bij elkaar horende wiggen instelbaar is.
16. Wig, in het bijzonder voor een niveaugelijkmaking van een 25 schachtafdekking, met het kenmerk, dat de wig ten minste één zich aan de conusboven- en/of -onderzijde, in hoofdzaak in langsrichting van de wig uitstrekkende groef (20) en/of veer (10) heeft.
17. Werkwijze voor een niveaugelijkmaking voor een schachtafdekking, waarbij ten minste twee in langsrichting conusvormig uitge- 30 voerde wiggen tegengesteld en bij installatie ten opzichte van elkaar verschoven worden, met het kenmerk, dat een eerste wig ten opzichte van een tweede wig langs ten minste één voor elke wig voorziene geleidingsinrichting verschoven wordt.
18. Werkwijze volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat twee 35 aan elkaar complementaire wiggen door middel van een groef (20) en een veer (10) in aangrijping gebracht worden en voor wat betreft hun wigvorm tegengestelde vorm ten opzichte van elkaar over elkaar verschoven worden, tot een bepaalde afstand van hun betreffende werkvlakken bereikt is. - 11 -m
19. Toepassing van een onderleg- resp. gelijkmaaksysteem volgens één van de conclusies 1-15 en/of een wig volgens conclusie 16 voor een niveaugelijkmaking voor een schachtafdekking.
NL1019332A 2000-11-10 2001-11-08 Onderleg- resp. gelijkmaaksysteem. NL1019332C2 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE10055746 2000-11-10
DE2000155746 DE10055746B4 (de) 2000-11-10 2000-11-10 Unterleg- bzw. Ausgleichssystem

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1019332C2 true NL1019332C2 (nl) 2002-05-14

Family

ID=7662821

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1019332A NL1019332C2 (nl) 2000-11-10 2001-11-08 Onderleg- resp. gelijkmaaksysteem.

Country Status (3)

Country Link
DE (1) DE10055746B4 (nl)
NL (1) NL1019332C2 (nl)
PL (1) PL195479B1 (nl)

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1900552A1 (de) * 1969-01-07 1970-11-26 Wachenfeld Teschner Fritz Vorrichtung zur stufenlosen Hoehenverstellung von aus Deckeln und Rahmen bestehenden Einbauteilen in Strassendecken,z.B.Schachtabdeckungen
DE2516129A1 (de) * 1975-04-12 1976-10-21 Ahrens Hoehenverstellbares stuetzelement
DK144280C (da) * 1976-03-19 1982-07-05 K Jensen Opklodsningskile
DE3229085A1 (de) * 1982-08-04 1984-02-09 Passavant-Werke AG & Co KG, 6209 Aarbergen Bausatz fuer die erneuerung des oberen abschnitts von in verkehrsflaechen liegenden schaechten

Also Published As

Publication number Publication date
PL195479B1 (pl) 2007-09-28
PL350152A1 (en) 2002-05-20
DE10055746A1 (de) 2002-06-06
DE10055746B4 (de) 2008-06-19

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US20180209104A1 (en) Finger joint with a bridging cover plate
CN100384711C (zh) 用于乘客输送机的输送带驱动装置
CA2041549C (en) Impact saddle for conveyor belts
JP4049677B2 (ja) リニアガイド
KR101355224B1 (ko) 승객 이송용 구동 시스템
CA2564577C (en) Support means system with drive pulley and support means as well as lift installation with such a support means system
ATE404489T1 (de) Ladefläche
US9285021B2 (en) Linear module with a support device
KR20170013235A (ko) 이동 보도 또는 에스컬레이터의 링크 체인
GB2442850A (en) Device for throwing a points blade
AU2016312906B2 (en) Belt roller for an elevator system
NL1019332C2 (nl) Onderleg- resp. gelijkmaaksysteem.
JP6718673B2 (ja) 無限軌道シャシおよびキャタピラ駆動部を有する作業機械
JP2005533710A (ja) 車両座席用の長手方向アジャスタ
WO2015029498A1 (ja) 内軌用の踏面摩擦制御レール、外軌用の踏面摩擦制御レール、及び軌道
KR100879501B1 (ko) 압연 장치
KR101641492B1 (ko) 슬라이딩구조체를 포함하는 신축이음장치
US8632134B2 (en) Carriage for a recovery plough
RU2623360C2 (ru) Роликовое устройство для перевода крестовины
JP3572114B2 (ja) 可変速型乗客コンベア
JP7442440B2 (ja) チェーン駆動ジョーシステム用の張力調整装置
US6196376B1 (en) Support device
AU2005331536B2 (en) Positive linear handrail drive with toothed belt
JP5489241B2 (ja) 自動沈下補正装置および自動沈下補正まくらぎ
CN101267754B (zh) 滑动支架的或者与其相关的改进

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20060601