NL1018233C2

NL1018233C2 - Afgiftetuit- en dopsamenstel.

Info

Publication number: NL1018233C2
Application number: NL1018233A
Authority: NL
Inventors: Laurens Last
Original assignee: Itsac Nv
Priority date: 2001-06-07
Filing date: 2001-06-07
Publication date: 2002-12-10
Also published as: WO2002098756A2; WO2002098756A3

Description

Korte aanduiding: Afgiftetuit- en dopsamenstel.

De onderhavige uitvinding betreft volgens een eerste aspect daarvan een afgiftetuit- en dopsamenstel volgens de aanhef van conclusie 1.

Een dergelijk samenstel is bekend uit de stand van de 5 techniek. De dop dient enerzijds als betrouwbare afdichting en anderzijds verhindert de dop het binnendringen van vuil in het afgiftekanaal. Indien de houder in gebruik is genomen, verhindert de zelfafdichtende klep de ongewenste afgifte van vloeistof uit de houder, bijvoorbeeld als de houder met geopende 10 dop op zijn kant komt te liggen.

Door gebruik te maken van co-injectie van twee verschillende kunststof materialen kan een optimale materiaalkeuze worden bereikt voor de tuit, en eventueel de integraal aangespoten dop, enerzijds en voor de zelfafdichtende 15 klep anderzijds. Verder vormt co-injectie een efficiënte productiewijze, hetgeen bij dergelijke massaproducten van belang is.

Het eerste aspect van de onderhavige uitvinding beoogt een verbeterd samenstel te verschaffen.

20 De onderhavige uitvinding bereikt dit doel door een samenstel volgens de aanhef van conclusie 1 te verschaffen, dat is gekenmerkt doordat de tuit is voorzien van een bij de co-injectie gevormd ringvormig afdichtelement van het eerste thermoplastische materiaal, welk afdichtelement het met de dop 25 samenwerkende afdichtvlak van de tuit vormt.

Door de maatregel volgens de uitvinding wordt het mogelijk minder strenge eisen te stellen aan de passing tussen de samenwerkende afdichtvlakken van de dop en van de tuit dan indien het afdichtvlak van de tuit zou zijn vervaardigd uit het 30 tweede stijvere materiaal. Het gebruik van het zachtere eerste materiaal voor het door co-injectie verkregen afdichtelement van de tuit, laat in het bijzonder grotere toleranties toe, bijvoorbeeld wat betreft de maatvoering van de dop en de tuit.

-2-

Met name indien de dop scharnierbaar is bevestigd aan de tuit, zijn grotere toleranties betreffende de positionering en bewegingspaan van de dop ten opzichte van de tuit toelaatbaar zonder nadelige gevolgen voor de uiteindelijk te verkrijgen 5 afdichtende werking van de dop.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van het samenstel is het ringvormige afdichtelement van het eerste thermoplastische materiaal integraal met de zelfafdichtende klep, zodanig dat de binnenzijde van de tuit in het gebied tussen de klep en het 10 ringvormige afdichtelement geheel of gedeeltelijk bekleed is met het eerste thermoplastische materiaal. Door deze integrale uitvoering wordt het spuitgieten vergemakkelijkt en wordt tevens een betrouwbare hechting over een relatief groot oppervlak van het integrale deel van het eerste materiaal met het tweede 15 materiaal verkregen.

Bij voorkeur bevindt het ringvormige afdichtelement van het eerste thermoplastische materiaal zich aan de binnenzijde of aan de buitenzijde v.an de uit het stijvere tweede materiaal vervaardigde tuit. Hierdoor levert het stijvere materiaal van de 20 tuit als het ware een stabiele kraag waar het zachtere afdichtelement binnenin of omheen ligt. Hierdoor kan een optimale afdichtende werking van de dop worden bereikt.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van het samenstel volgens de uitvinding is erin voorzien dat aan de tuit, bij de 25 uitstroomopening, tijdens de co-injectie een zachte rand is gevormd van het eerste thermoplastische materiaal, welke zachte rand buiten het door het tweede stijvere materiaal gevormde deel van de tuit uitsteekt. Deze zachte rand is in het bijzonder van voordeel indien de houder een voor de menselijke consumptie 30 geschikte drank bevat, waarbij het dan de bedoeling is de tuit in de mond te nemen bij het drinken. De zachte rand verhindert dan dat de rand van het tweede stijver materiaal vervaardigde tuit tegen de tanden komt of scherp aanvoelt, een zogenaamd speen-effect. Bijvoorbeeld steekt deze zachte rand enkele 35 millimeters, bijvoorbeeld 5 millimeter, uit buiten het stijvere deel van de tuit.

-3-

Een dergelijke zachte rand is ook voordelig indien de houder bijvoorbeeld een medicament bevat dat in het oog of oor moet worden aangebracht.

Bij voorkeur is de bovengenoemde zachte rand integraal met 5 de zelfafdichtende klep en met het ringvormige afdichtelement.

In een verdere variant kan erin zijn voorzien dat de buitenomtrek van de tuit ten minste nabij de uitstroomopening is bekleed met het zachte eerste thermoplastische materiaal. De voordelen daarvan komen overeen met die van de eerder beschreven 10 zachte rand.

In een andere variant is de dop ingericht om de buitenomtrek van de tuit af te dichten en is erin voorzien dat het ringvormige afdichtelement van het eerste thermoplastische materiaal zich aan de buitenomtrek van de tuit bevindt.

15 Bij voorkeur is de dop via een scharnierverbinding bevestigd aan de tuit.

De zelfafdichtende klep heeft bij voorkeur een zich dwars over het afgiftekanaal uitstrekkend diafragma met een of meer insnijdingen daarin die de doorlaatorifice voor het product 20 vormen. De insnijdingen kunnen zich volledig door het diafragma uitstrekken. In een voordelige variant is erin voorzien dat de insnijding een zodanige diepte heeft dat het diafragma nog gesloten is, waarbij de insnijding dan een gemakkelijk verbreekbare zone in het diafragma definieert. Bij het eerste 25 gebruik kan een verbreking worden bewerkstelligd, bijvoorbeeld door de houder samen te knijpen of aan de tuit te zuigen. De druk op het diafragma leidt dan tot het verbreken van de zone. Voordeel van deze oplossing is dat het diafragma zolang mogelijk intact kan blijven en dus bijvoorbeeld kan bijdragen aan de 30 afscherming van het product ten opzichte van de buitenwereld.

Een tweede aspect van de onderhavige uitvinding betreft een werkwijze volgens conclusie 14. Door het aanbrengen van de al dan niet doorgaande insnijding of insnijdingen in het diafragma van de zelfafdichtende klep reeds te laten plaatsvinden op het 35 moment dat het samenstel zich nog in de spuitgietmatrijs bevindt, kan zeer doelmatig, met een korte cyclustijd, worden geproduceerd aangezien het niet nodig is de samenstellen eerst 1 ü 1 £ .133 ; -4- uit de spuitgietmatrijs te halen en dan aan een aparte snij-inrichting toe te voeren. Bij voorkeur geschiedt ook het sluiten van de dop nog terwijl het samenstel zich in de spuitgietmatrijs bevindt met behulp van een bij de spuitmatrijs behorend 5 dopsluitmechanisme.

Een derde aspect van de uitvinding betreft een samenstel volgens conclusie 16. Door het aanbrengen van snapmiddelen wordt gewaarborgd dat de dop geopend blijft. Indien de houder bestemd is voor een drank die wordt genuttigd door de tuit in de mond te 10 nemen, heeft het de voorkeur dat de scharnierverbinding een openingsbeweging van de dop over een hoek van ongeveer 180 graden toelaat en de dop in die geopende stand door de snapmiddelen wordt vastgehouden. Hierdoor zit de dop niet in de weg bij het drinken uit de houder.

15 De houder kan velerlei uitvoeringen hebben, bijvoorbeeld een flexibele zak of een inknijpbare kunststof houder met een zelfherstellende vorm, die na loslating weer zijn oorspronkelijke vorm aanneemt, of een houder met een stijve wand.

20 Het zal duidelijk zijn dat de genoemde aspecten van de uitvinding afzonderlijk maar ook in verschillende combinaties kunnen worden toegepast.

De diverse aspecten van de uitvinding zullen nu nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een 25 voorkeursuitvoeringsvorm van het samenstel volgens de uitvinding is getoond. In de tekening tonen:

Fig. 1 het samenstel in perspectief met de dop in geopende stand,

Fig. 2 het samenstel van figuur 1 in bovenaanzicht, 30 Fig. 3 het samenstel van figuur 1 in vooraanzicht,

Fig. 4 het samenstel van figuur 1 in doorsnede over de lijn IV- IV in figuur 3,

Fig. 5 het samenstel van figuur 1 met gesloten dop,

Fig. 6 het samenstel van figuur 5 in bovenaanzicht, 35 Fig. 7 het samenstel van figuur 5 in vooraanzicht,

Fig. 8 het samenstel van figuur 5 in doorsnede over de lijn VIII-VIII in figuur 7, en 1

Π 1 ΐ ' ' O

i ,.i-· · ;'' 5 -5-

Fig. 9 op grotere schaal in perspectief de snapverbinding voor het openhouden van de dop bij de samenstellen volgens de figuren 1-8.

De figuren 1-9 tonen afgiftetuit- en dopsamenstel 1 volgens de uitvinding, dat is bestemd om te worden gemonteerd op een houder gevuld met een vloeibaar product.

In het bijzonder is het getoonde samenstel 1 bestemd om op 10 de wijze zoals getoond in WO 00/66448 te worden gemonteerd in een vrouwelijk element dat is aangebracht aan de houder. Hierbij heeft het vrouwelijke element een lichaam met een zich daardoorheen uitstrekkende axiale boring. Deze boring strekt zich uit vanaf een insteekopening voor het samenstel 1 aan de 15 buitenzijde van de houder tot aan een zitting voor een stop, die zich in het inwendige van de houder bevindt.

Het samenstel 1 omvat een afgiftetuit 2 met een buisdeel 3 dat een afgiftekanaal 4 voor het product begrenst. Het kanaal 4 heeft een instroomopening 5 en een uitstroomopening 6 voor het 20 uit de houder af te geven product.

Het buisdeel 3 is in dit voorbeeld voorzien van twee axiaal voorbij de instroomopening uitstekende lippen 7, die zijn bestemd om op de stop aan te grijpen om deze uit zijn zitting te drukken, zoals beschreven is in WO 00/66448.

25 Verder heeft de tuit 2 een ovale kraagwand 8, die zich om het buisdeel 3 uitstrekt. Een ringvormige bovenwand 9 met ovale buitenomtrek verbindt de kraagwand 8 aan de bovenzijde met het buisdeel 3.

Op een afstand verwijderd van de uitstroomopening 6 van het 30 kanaal 4 is in het buisdeel 3 een zelfafdichtende klep 10 aanwezig voor het afsluiten van het afgiftekanaal 4. De klep 10 opent bij aanwezigheid van een drukverschil over de klep 10, welk drukverschil bijvoorbeeld kan worden verkregen door de houder samen te knijpen of aan de tuit 2 te zuigen.

35

De getoonde klep 10 is van een op zich bekend type met een flexibel diafragma, dat zich dwars over het afgiftekanaal , r- ' 1 n s w ^ -6- uitstrekt en met een of meer insnijdingen 10a daarin die de doorlaatorifice voor het product vormen. In dit voorbeeld is een kruisvormige snede 10a aangebracht.

De snede 10a strekt zich in dit voorbeeld volledig door het 5 diafragma uit. In een variant is de snede 10a niet volledig door en door en blijft ter plaatse van de snede 10a een verbreekbare zone over in het diafragma, welke zone kan worden verbroken door de houder onder druk te brengen (bijvoorbeeld samen te knijpen) of aan de tuit 2 te zuigen.

10

In een variant is de klep 10 bijvoorbeeld uitgevoerd als een duck-bill klep.

Het samenstel 1 omvat verder een dop 15 voor het afsluiten 15 van het afgiftekanaal 4 nabij de uitstroomopening. De dop 15 is via een filmscharnierverbinding 16 scharnierbaar bevestigd aan de tuit 2. De dop 15 heeft een ovale omtrekswand 17 en een bovenwand 18, die op de bovenrand van de omtrekswand 17 aansluit. Verder heeft de dop 15 een aan de onderzijde van de 20 bovenwand 18 een naar beneden uitstekende cilindrische ribbe 19, die aan zijn buitenomtrek een ringvormig afdichtvlak 20 van de dop vormt.

De dop 15 heeft verder diametraal tegenover het filmscharnier 16 een grendellip 21, die kan aangrijpen in een 25 bijbehorende grendelverdieping 22 van de tuit 2.

Het diafragma van de klep 10 sluit aan zijn buitenomtrek aan op een ringwand 11, die zich vanaf de klep 10 uitstrekt tot dicht onder het bovenste uiteinde van de het buisdeel 3. Aan 30 zijn van de klep 10 afgekeerde einde is de ringwand 11 voorzien van een naar binnen stekende ribbe 12, die een ringvormig afdichtvlak 13 van de tuit 2 vormt.

Aan de ringwand 11 is een naar buiten stekende axiale ribbe 14 voorzien die een bijbehorende spleet in de wand van het 35 buisdeel 3 opvult.

10" 2i :: 7 -7-

Het geheel van de zelfafdichtende klep 10 met de ringwand 11 en de ribbe 12 is vervaardigd uit een eerste thermoplastisch materiaal. Het geheel van de tuit 2 met in het bijzonder buisdeel 3 en met de dop 15 is vervaardigd uit een tweede 5 thermoplastisch materiaal, dat bij de normale gebruikstemperatuur, in beginsel kamertemperatuur, stijver is dan het eerste thermoplastische materiaal. Het eerste materiaal is dusdanig flexibel dat de klep 10 zijn zelfafdichtende werking vervult. Deze flexibiliteit brengt het voordelige effect met 10 zich mee dat de ribbe 12 ook flexibel is. Bij het sluiten van de dop 15 (zie figuur 8) drukt het afdichtvlak van de dop 15 tegen deze flexibele ribbe 12. De omringing van deze flexibele ribbe 12 door het stijvere materiaal van het buisdeel 3 draagt bij aan de betrouwbare afsluitende werking van de dop 15. Verder kan de 15 kracht die benodigd is om de dop 15 te openen en te sluiten op deze wijze gering worden gehouden.

De goede afdichting van de dop 15 is bijvoorbeeld van bel'ang indien bacteriële verontreiniging kan optreden en de dop 20 15 een dergelijke verontreiniging dient te voorkomen.

In plaats van een scharnierbare dop 15 zou ook een ander soort dop kunnen zijn voorzien, bijvoorbeeld een schroefdop, twistdop, etc.

25

De klep 10 ligt ten opzichte van de uitstroomopening 6 op een afstand naar binnen in het afgiftekanaal 4. Deze afstand is zodanig groot dat iemand die de tuit 2 in de mond neemt, niet met zijn tong bij de klep 10 kan komen. Hierdoor wordt voorkomen 30 dat de betreffende persoon onbedoeld het openen van de klep 10 blokkeert.

In een in figuur 10 getoonde variant 1' van het eerder beschreven samenstel 1 is aan de tuit 2 bij de uitstroomopening 35 een zachte rand 30 gevormd van het eerste thermoplastische materiaal, welke rand 30 buiten het door het tweede stijvere materiaal gevormde buisdeel 3 van de tuit 2 uitsteekt. Deze -8- zachte rand 30 is integraal met de zelfafdichtende klep 10 en met de ringwand 11. In deze variant is ook de buitenomtrek van de tuit ten minste nabij de uitstroomopening bekleed met het eerste thermoplastische materiaal.

5

Het is mogelijk het samenstel 1 en 1' te vervaardigen door eerst het samenstel 1,1' met de co-injectie techniek te vervaardigen in een geschikte spuitgietmatrijs en dan het samenstel uit de matrijs te halen om vervolgens met een snij-10 inrichting de snede 10a in het diafragma van de klep 10 aan te brengen. Voordeliger is het echter gebruik te maken van een matrijs die is voorzien van snijmiddelen voor het na het spuitgieten van het samenstel aanbrengen van een of meer snedes in het diafragma van de zelfafdichtende klep 10.

15 In een variant geschiedt het aanbrengen van de snede 10a in de klep 10 met een inrichting die tevens het sluiten van de dop 15 realiseert.

Aan de hand van figuur 9 zal hierna worden beschreven op 20 welke wijze de dop 15 in zijn geopende stand wordt gehouden.

In figuur 9 zijn snapmiddelen te herkennen die de dop 15 in de geopende stand vasthouden ten opzichte van de tuit 2.

25 De dop 15 is voorzien van een zich dwars op de scharnieras uitstrekkende ribbe 41, die ten opzichte van de omtrek van de dop 15 naar buiten steekt. Aan deze ribbe 41 zijn aan weerszijden nokken 42 aangevormd, die zijdelings uitsteken.

De tuit 2 is voorzien van twee zich dwars op de scharnieras 30 uitstrekkende ribben 42, 43, die ten opzichte van de omtrek van de tuit 2 naar buiten uitsteken. Aan deze ribben 42, 43 zijn naar binnen stekende snaporganen 44, 45 aangevormd.

De ribbe 41 van de dop 15 valt bij volledig geopende dop tussen de ribben 42, 43 van de tuit 2 en de nokken 42 liggen dan 35 achter de snaporganen 44, 45, zodat de dop 15 wordt opengehouden.

1 o 13233^ -9-

Indien de houder waar het samenstel 1 op wordt gemonteerd een flexibele zak is, treedt het effect op dat bij het onttrekken van het product aan de zak, via de klep 10 geen lucht in de zak hoeft te stromen hetgeen bij een houder met 5 vormherstellende wand wel noodzakelijk is.

1 0 i 8233*·

Claims

1. Afgiftetuit- en dopsamenstel omvattende: 5. een afgiftetuit, die monteerbaar is op een houder voor een vloeibaar product of integraal is met de houder, welke tuit een afgiftekanaal met een instroomopening en een uitstroomopening begrenst voor het uit de houder af te geven product, 10. een in het afgiftekanaal opgestelde zelf afdichtende klep voor het afsluiten van het afgiftekanaal, waarbij de zelfafdichtende klep en de afgiftetuit zijn vervaardigd door co-injectie van een eerste thermoplastisch 15 materiaal voor de klep en een tweede thermoplastisch materiaal voor de tuit, waarbij het tweede materiaal stijver is dan het eerste materiaal, en - een beweegbare dop voor het afsluiten van het afgiftekanaal 20 nabij de uitstroomopening, welke dop een ringvormig afdichtvlak heeft dat samenwerkt met een bijbehorend ringvormig afdichtvlak van de tuit, met het kenmerk, dat de tuit is voorzien van een bij de co-25 injectie gevormd ringvormig afdichtelement van het eerste thermoplastische materiaal, welk afdichtelement het met de dop samenwerkende afdichtvlak van de tuit vormt.

2. Samenstel volgens conclusie 1, waarbij het ringvormige 30 afdichtelement van het eerste thermoplastische materiaal integraal is met de zelfafdichtende klep en de binnenzijde van de tuit tussen de klep en het ringvormige afdichtelement bekleedt.

3. Samenstel volgens conclusie 1 of 2, waarbij het ringvormige afdichtelement van het eerste thermoplastische materiaal zich binnen de tuit bevindt. 1 01 8233 ' -11-

4. Samenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij aan de tuit bij de uitstroomopening een zachte rand is gevormd van het eerste thermoplastische materiaal, welke rand 5 buiten het door het tweede stijvere materiaal gevormde deel van de tuit uitsteekt.

5. Samenstel volgens conclusie 4, waarbij de zachte rand integraal is met de zelf afdichtende klep en met het ringvormige 10 afdichtelement.

6. Samenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de buitenomtrek van de tuit ten minste nabij de uitstroomopening is bekleed met het eerste thermoplastische 15 materiaal.

7. Samenstel volgens conclusie 1, waarbij het ringvormige afdichtelement van het eerste thermoplastische materiaal zich aan de buitenomtrek van de tuit bevindt. 20

8. Samenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de dop via een scharnierverbinding is bevestigd aan de tuit.

9. Samenstel volgens conclusie 8, waarbij snapmiddelen zijn voorzien die de dop in de geopende stand vasthouden ten opzichte van de tuit.

10. Samenstel volgens conclusie 9, waarbij de snapmiddelen een 30 aan de dop gevormde nok, die op een afstand van de door de scharnierverbinding gevormde scharnieras is opgesteld, en verder een aan de tuit gevormd flexibele snaporganen omvatten, waarbij de nok bij het volledig openen van de dop tussen de snaporganen komt en daardoor wordt vastgehouden. 35

11. Samenstel volgens conclusie 10, waarbij de dop is voorzien van een zich dwars op de scharnieras uitstrekkende ribbe, die 1018233¾ -12- ten opzichte van de omtrek van de dop naar buiten steekt, waarbij de nok is aangevormd aan de ribbe, en waarbij de tuit is voorzien van twee zich dwars op de scharnieras uitstrekkende ribben, die ten opzichte van de omtrek van de tuit naar buiten 5 uitsteken en waar de snaporganen zijn aangevormd, waarbij de ribbe van de dop bij volledig geopende dop tussen de ribben van de tuit valt en de snaporganen aangrijpen op de nok.

12. Samenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, 10 waarbij de tuit is ingericht om met een klikverbinding te worden vastgezet in de houder.

13. Samenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de zelfsluitende klep een diafragma heeft met een of 15 meer snedes daarin die de doorlaatorifice voor het product vormen.

14. Werkwijze voor de vervaardiging van een afgiftetuit- en dopsamenstel omvattende: 20 - een afgiftetuit, die monteerbaar is op een houder voor een vloeibaar product of integraal is met die houder, welke tuit een afgiftekanaal met een instroomopening en een uitstroomopening begrenst voor het uit de houder af te geven product, 25 - een in het afgiftekanaal opgestelde zelfafdichtende klep voor het afsluiten van het afgiftekanaal, welke zelfafdichtende klep een diafragma heeft dat zich over het afgiftekanaal uitstrekt, 30 waarbij de zelfafdichtende klep en de afgiftetuit worden vervaardigd door co-injectie in een geschikte spuitgietmatrijs van een eerste thermoplastisch materiaal voor de klep en een tweede thermoplastisch materiaal voor de tuit, waarbij het tweede materiaal stijver is dan het eerste materiaal, 35 met het kenmerk, dat gebruik wordt gemaakt van een matrijs met bijbehorende snijmiddelen voor het na het spuitgieten van het 10182:3 -13- samenstel aanbrengen van ten minste een insnijding in het diafragma van de zelfafdichtende klep terwijl het samenstel zich nog in de matrijs bevindt, welke insnijding de doorlaatorifice voor het product definieert. 5

15. Werkwijze volgens conclusie 14, waarbij de insnijding zodanig is dat het diafragma gesloten blijft en een verbreekbare zone wordt gevormd in het diafragma.

16. Afgiftetuit- en dopsamenstel omvattende: een afgiftetuit, die monteerbaar is op een houder voor een vloeibaar product of integraal is met de houder, welke tuit een afgiftekanaal met een instroomopening en een uitstroomopening 15 begrenst voor het uit de houder af te geven product, een beweegbare dop voor het afsluiten van het afgiftekanaal nabij de uitstroomopening, welke via een scharnierverbinding is bevestigd aan de tuit en welke dop een ringvormig afdichtvlak 20 heeft dat samenwerkt met een bijbehorend ringvormig afdichtvlak van de tuit, met het kenmerk, dat snapmiddelen zijn voorzien die de dop in de geopende stand vasthouden ten opzichte van de tuit.

17. Samenstel volgens conclusie 16, waarbij de snapmiddelen een aan de dop gevormde nok, die op een afstand van de door de scharnierverbinding gevormde scharnieras is opgesteld, en verder een aan de tuit gevormd flexibele snaporganen omvatten, waarbij de nok bij het volledig openen van de dop tussen de snaporganen 30 komt en daardoor wordt vastgehouden.

18. Samenstel volgens conclusie 17, waarbij de dop is voorzien van een zich dwars op de scharnieras uitstrekkende ribbe, die ten opzichte van de omtrek van de dop naar buiten steekt, 35 waarbij de nok is aangevormd aan de ribbe, en waarbij de tuit is voorzien van twee zich dwars op de scharnieras uitstrekkende ribben, die ten opzichte van de omtrek van de tuit naar buiten f01825 3~ -14- uitsteken en waar de snaporganen zijn aangevormd, waarbij de ribbe van de dop bij volledig geopende dop tussen de ribben van de tuit valt en de snaporganen aangrijpen op de nok. 1Q1 r r, 3 ,