NL1017217C2 - Stofzuiger met een stof verzamelende inrichting van de cycloonsoort. - Google Patents

Description

Stofzuiger met een stof verzamelende inrichting van de cycloonsoort

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een stofzuiger omvattende: een stofzuigerlichaam met een motoraandrijfkamer en een stof verzamelende 5 kamer die in verbinding staat met de motoraandrijfkamer; een zuigborstel waardoorheen verontreinigingen en lucht naar binnen worden gezogen; en stof verzamelende middelen van de cycloonsoort die zijn aangebracht in de stof verzamelende kamer voor het scheiden van de verontreinigingen uit de lucht door een 10 centrifugering, waarbij de stof verzamelende middelen van de cycloonsoort omvatten: een hol cilindrisch cycloonlichaam met een open bovenzijde en een verontreinigingsuitlaat, waarbij het open boveneinde lucht en verontreinigingen toelaat in het cycloonlichaam, waarbij het cycloonlichaam de verontreinigingen uit de lucht scheidt door centrifugering, waarbij de verontreinigingsuitlaat de verontreinigingen die 15 door centrifugering zijn gescheiden van de lucht in staat stelt om te passeren, een verontreinigingsopnamehouder die de verontreinigingen verzamelt die worden afgevoerd door de verontreinigingsuitlaat heen, een deksel voor het bedekken van de bovenzijde van het cycloonlichaam, waarbij het deksel omvat een luchtinlaatkanaal, waardoorheen lucht en verontreinigingen die 20 naar binnen worden gezogen door de zuigborstel binnentreden in het cycloonlichaam, een luchtuitlaatkanaal waardoorheen de lucht wordt afgevoerd uit het cycloonlichaam, en een scheidend rooster voor verontreinigingen, waarbij het rooster zich naar beneden toe uitstrekt vanaf het luchtuitlaatkanaal en meerdere fijne gaten heeft.

Een dergelijke stofzuiger is bekend uit EP 928.594. In het algemeen hebben 25 stofzuigers zoals de rechtstandige soort, trommelsoort of dergelijke, een zuigborstel die is verbonden met het lichaam van de stofzuiger en beweegt over het reinigingsoppervlak. Het lichaam van de stofzuiger omvat een stof verzamelende kamer, waarin een stoffilter losneembaar is aangebracht, en een motoraandrijfkamer, waarin een motor voor het opwekken van de zuigkracht is aangebracht. De zuigkracht 30 trekt lucht en stof of vuil op het reinigingsoppervlak in het stofzuigerlichaam. De lucht wordt afgevoerd uit de stofzuiger na het passeren door het stoffilter, dat is aangebracht in de stof verzamelende kamer van het stofzuigerlichaam. De verschillende verontreinigingen in de lucht worden uitgefilterd door het stoffilter, terwijl de schone 1017217 2 lucht wordt afgevoerd naar de omgeving. Deze algemene stofzuiger heeft echter een constructie, waarin verontreinigingen worden gefilterd en verzameld door een vervangbaar stofFilter. Wanneer het stoffilter verstopt raakt met verontreinigingen moet het filter worden vervangen, en een gebruiker moet handmatig het gebruikte, vieze 5 filter verwijderen en een nieuwe inbrengen, wat zowel onhandig als onhygiënisch is.

Een doel van de onderhavige uitvinding is een stofzuiger te verschaffen die een stof verzamelende inrichting van de cycloonsoort heeft die in staat is tot het scheiden door centrifugale kracht en het verzamelen van stof of verontreinigingen van de lucht die door een zuigborstel naar binnen wordt gezogen, waarbij het rendement is 10 verbeterd.

Dit doel is volgens de uitvinding bereikt doordat het cycloonlichaam een gesloten bodem heeft, waarbij de verontreinigingsopnamehouder de bodem en een gedeelte van een buitenste oppervlak van het cycloonlichaam bedekt en een basisorgaan is voorzien dat schamierbaar is gekoppeld met de bodem van de verontreinigingsopnamehouder.

15 De uitvinding zal duidelijker worden na het lezen van de volgende gedetailleerde beschrijving in combinatie met de tekeningen, waarin: figuur 1 een aanzicht in perspectief is, waarbij een stofzuiger is getoond met een stof verzamelende inrichting van de cycloonsoort volgens de onderhavige uitvinding, figuur 2 een uiteengenomen aanzicht in perspectief is, waarbij de stof verzame-20 lende inrichting volgens figuur 1 is getoond; figuur 3 een aanzicht in doorsnede is, waarbij de stof verzamelende inrichting volgens figuur 2 is getoond in een samengevoegde toestand; en figuur 4 een aanzicht in dwarsdoorsnede is, die algemeen is genomen langs de lijn I-I van figuur 2.

25 De onderhavige uitvinding van een stofzuiger met een stof verzamelende inrich ting van de cycloonsoort zal hieronder meer in detail worden beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen.

Figuur 1 is een aanzicht in perspectief voor het schematisch tonen van een stofzuiger met de stof verzamelende inrichting van de cycloonsoort volgens de onderhavige 30 uitvinding.

Met verwijzing naar figuur 1 omvat de stofzuiger een lichaam 1, een zuigborstel 5 die is verbonden met het lichaam 1 door een verbindingsbuis 2 en een verbindings-slang 3, alsmede een stof verzamelende cyclooninrichting 7.

1017217 « 3

Het stofzuigerlichaam 1 omvat een stof verzamelende kamer la, waarin de stof verzamelende cyclooninrichting 7 wordt geplaatst en een motoraandrijfkamer (niet getoond) waarin een motor (niet getoond) wordt geplaatst. De motoraandrijfkamer en de stof verzamelende kamer la staan in verbinding met elkaar. De motor genereert een 5 sterke zuigkracht, die de zuigborstel 3 in staat stelt om verontreinigingen op het reini-gingsoppervlak naar binnen te zuigen. De zuigborstel 5 is via de verbindingsbuis 2 en de verbindingsslang 3 verbonden met de stof verzamelende inrichting, die zich in de stof verzamelende kamer la bevindt. In dit geval wordt een deksel 8 bevestigd op het stofzuigerlichaam 1 om de stof verzamelende cyclooninrichting 7 te bedekken wanneer 10 de stof verzamelende cyclooninrichting 7 zich in de stof verzamelende kamer 1 a bevindt. Het deksel 8 wordt geopend en gesloten.

De stof verzamelende cyclooninrichting 7 scheidt door centrifugale kracht en verzamelt verontreinigingen van de lucht die in de stofzuiger wordt gezogen door de zuigborstel 5 heen. De stof verzamelende cyclooninrichting 7 wordt losneembaar ge-15 plaatst in de stof verzamelende kamer 1 a. Zoals getoond in figuur 2,3 en 4 omvat de stof verzamelende cyclooninrichting 7 een cycloonlichaam 11, een verontreinigings-opnamehouder 13, een basisorgaan 15 en een deksel 17.

Het cycloonlichaam 11 heeft een in hoofdzaak holle cilindrische vorm met een vooraf bepaalde binnendiameter. Het cycloonlichaam 11 omvat een open boveneinde 20 11 a en een gesloten bodem 11b. Een handgreep 12 is gevormd op het buitenste opper vlak van het cycloonlichaam 11 en een verontreinigingsuitlaat 11c van een bepaalde grootte is gevormd op het onderste gedeelte van het cycloonlichaam 11. Overeenkomstig worden verontreinigingen in de lucht die in het bovenste gedeelte van het cycloonlichaam 11 worden gezogen, gescheiden van de lucht door centrifugering en afgevoerd 25 in de verontreinigingsopnamehouder 13 door de verontreinigingsuitlaat 11c heen.

De verontreinigingsopnamehouder 13 dient als een verzamelplaats voor de verontreinigingen die zijn afgevoerd door de verontreinigingsuitlaat 11c heen. Een dergelijke verontreinigingsopnamehouder 13 bedekt de bodem 11b van het cycloonlichaam 11 en omgeeft gedeeltelijk de buitenste omtrek van het cycloonlichaam 11. De veront-30 reinigingsopnamehouder 13 die in verbinding staat met het cycloonlichaam 11 uitslui tend door de verontreinigingsuitlaat 1 lc, heeft een open bodem 13a.

Het basisorgaan 15 wordt aangebracht op het onderste einde van de verontreinigingsopnamehouder 13 om de bodem 13a van de verontreinigingsopnamehouder 13 te 1017217 4 openen of te sluiten en verontreinigingen te verwijderen die zijn verzameld in de ver-ontreinigingsopnamehouder 13. Het basisorgaan 15 is op afstand geplaatst van de bodem 1 lb van het cycloonlichaam 11 met een vooraf bepaalde afstand. Overeenkomstig wordt een vooraf bepaalde ruimte bepaald tussen het basisorgaan 15 en het cycloon-5 lichaam 11. Een einde van het basisorgaan 15 wordt schamierbaar aangebracht op het onderste gedeelte van de verontreinigingsopnamehouder 13 door een schamieras 14. Als resultaat, teneinde de in de verontreinigingsopnamehouder 13 verzamelde verontreinigingen te verwijderen, wordt het basisorgaan 15 gescharnierd om de schamieras 14 om de bodem 13a van de verontreinigingsopnamehouder 13 te openen om de veront-10 reinigingen in staat te stellen om te worden verwijderd uit de verontreinigingsopnamehouder 13. Voor dit doel is ook een vergrendeldeel 18 voorzien voor het vergrendelen of ontgrendelen van het niet-schamierbare einde van het basisorgaan 15 teneinde het basisorgaan 15 in staat te stellen om selectief de bodem 13a van de verontreinigingsopnamehouder 13 te bedekken of open te laten.

15 Het vergrendeldeel 18 omvat een schamierorgaan 21 met een haak 21a voor het aanraken en steunen van het niet-schamierbare einde van het basisorgaan 15, en een veer 23. Het schamierorgaan 21 wordt schamierbaar aangebracht op de buitenste zijde van de verontreinigingsopnamehouder 13 en elastisch beïnvloed door de veer 23 op een zodanige wijze dat de haak 21a van het schamierorgaan 21 wordt geplaatst bij de 20 bodem 13a van verontreinigingsopnamehouder 13. Verder wordt de veer 23 aangebracht tussen verontreinigingsopnamehouder 13 en het schamierorgaan 21 om het andere einde van het schamierorgaan 21 te beïnvloeden. Overeenkomstig, zoals aangegeven met de streepstippellijnen in figuur 3, wordt het basisorgaan 15 vergrendeld in de haak 21a teneinde de bodem 13a van de verontreinigingsopnamehouder 13 te bedek-25 ken. Dit betekent dat het basisorgaan 15 wordt vergrendeld met de haak 21 a, en overeenkomstig de bodem 13a van de verontreinigingsopnamehouder 13 bedekt.

Het deksel 17 is verbonden met en bedekt de bovenzijde 1 la van het cycloonlichaam 11. Het deksel 17 omvat een luchtinlaatkanaal 17a, een luchtuitlaatkanaal 17b en een scheidend rooster voor verontreinigingen 17c, welke alle in verbinding staan 30 met het cycloonlichaam 11. Het luchtinlaatkanaal 17a voert lucht, die door de zuig- borstel 5, de verbindingsbuis 2 en de verbindingsslang 3 heen naar binnen wordt gezogen het cycloonlichaam 11 in. Het luchtinlaatkanaal 17a strekt zich uit naar het inwendige van het cycloonlichaam 11 om een wervel te genereren uit de lucht die in het 1017217 5 cycloonlichaam 11 wordt gezogen. Nadat de lucht en de verontreinigingen door het luchtinlaatkanaal 17a heen zijn gezogen en de verontreinigingen door centrifugering van de lucht zijn gescheiden, wordt de schone lucht afgevoerd door het luchtuitlaatka-naal 17b. Het luchtuitlaatkanaal 17b wordt gevormd in het middelste gedeelte van het 5 deksel 17. Het scheidend rooster voor verontreinigingen 17c strekt zich naar beneden toe uit vanaf het luchtuitlaatkanaal 17b over een vooraf bepaalde diepte in het cycloonlichaam 11. Het scheidend rooster voor verontreinigingen 17c heeft meerdere kleine gaten voor het vermijden van de af voer van stof of verontreinigingen.

Ondertussen verdient het de voorkeur dat een filterdeel 19 verder is voorzien voor 10 het filteren van de lucht die door het luchtuitlaatkanaal 17b blaast naar de motoraan- drijfkamer lb. Het filterdeel 19 omvat een luchtfilter 31, een filterhuis 33 en een luchtkanaal 35. Het filterhuis 33, die het luchtfilter 31 opneemt, omvat een luchtinlaat 33a en een luchtuitlaat 33b. De lucht die wordt afgevoerd uit het luchtuitlaatkanaal 17b van het cycloonlichaam 11 stroomt door de luchtinlaat 33a, die wordt gevormd in het 15 bovenste gedeelte van het filterhuis 33. Het luchtfilter 31 wordt verwijderbaar ingébracht in het filterhuis 33 door het luchtinlaatkanaal 33a. Het luchtuitlaatkanaal 33b is gevormd op de zijde van het filterhuis 33 die naar de motoraandrijfkamer lb is gekeerd, wanneer het filterhuis 33 wordt aangebracht in de stof verzamelende kamer la. Het luchtkanaal 35 verbindt het luchtuitlaatkanaal 17b met de luchtinlaat 33a van het filter-20 huis 33. Zoals getoond in figuur 1 wordt het luchtkanaal 35 gevormd op de deur 8. Overeenkomstig kan het luchtkanaal 35 door het sluiten of openen van de deur 8 respectievelijk worden verbonden met of losgemaakt van het luchtuitlaatkanaal 17b en de luchtinlaat 33a.

De werking van de stof verzamelende inrichting van de cycloonsoort volgens de 25 onderhavige uitvinding zal hieronder worden beschreven.

Eerst, wanneer de stofzuiger aan is, genereert de motor een sterke zuigkracht bij de zuigborstel 5. Deze zuigkracht trekt lucht en verontreinigingen op het reinigingsop-pervlak naar binnen door de zuigborstel 5, verbindingsbuis 2 en verbindingsslang 3 en in het cycloonlichaam 11. Lucht wordt schuin in het cycloonlichaam 11 gezogen door 30 middel van het luchtinlaatkanaal 17a en daalt naar beneden in het cycloonlichaam 11 terwijl een wervel wordt gevormd. Overeenkomstig worden verontreinigingen gescheiden van de lucht door de centrifugale kracht van de wervel, dalen deze naar beneden in het inwendige van het cycloonlichaam 11 en worden afgevoerd naar de verontreini- 1017217 6 gingsopnamehouder 13 door de verontreinigingsuitlaat 11c heen. In dit geval wordt, omdat de in de verontreinigingsopnamehouder 13 afgevoerde verontreinigingen opeen-hopen onder het onderste gedeelte van het cycloonlichaam 11 de terugstroming van de verontreinigingen in het cycloonlichaam 11 door de verontreinigingsuitlaat 11c heen, 5 die wordt gevormd in het bovenste gedeelte van de verontreinigingsopnamehouder 13, vermeden.

Ondertussen wordt, nadat de verontreinigingen zijn gescheiden van de lucht, de schone lucht afgevoerd door de fijne gaten van het rooster 17c en het luchtuitlaatkanaal 17b, en wordt in het filterhuis 33 gezogen door het luchtkanaal 35 heen. De lucht wordt 10 vervolgens gefilterd als deze door het luchtfilter 31 gaat. Overeenkomstig worden zelfs minuscule verontreinigingen, die niet kunnen worden gescheiden door de centrifugering, gevangen door het luchtfilter 31. De gefilterde lucht wordt vervolgens afgevoerd naar de omgeving na het passeren door de motoraandrijfkamer lb.

Wanneer de verontreinigingsopnamehouder 13 is gevuld met verontreinigingen, 15 opent de gebruiker de deur 8 op het stofzuigerlichaam 1. Het luchtkanaal 35, dat is gevormd in de deur 8, komt los van het luchtuitlaatkanaal 17b van het deksel 17 en het filterhuis 33. In deze los gemaakte toestand kan de gebruiker toegang krijgen tot de cyclooninrichting 7 in de stof verzamelende kamer la. Door op het einde van de schar-nierhefboom 21 te drukken, komt de haak 21a los van het einde van het basisorgaan 15 20 en, zoals getoond in figuur 3, is het basisorgaan 15 vrij om te openen, waarbij de bodem 13a van de verontreinigingsopnamehouder 13 wordt blootgesteld. Met de bodem 13a van de verontreinigingsopnamehouder 13 open, kunnen de verontreinigingen worden verwijderd die bijeen zijn gebracht in de verontreinigingsopnamehouder 13. Na het uitbrengen van de verontreinigingen kan de verontreinigingsopnamehouder 25 13 worden gesloten door het basisorgaan 15 tot op de bodem 13a van de verontreini gingsopnamehouder 13 te drukken. Het basisorgaan 15 wordt op zijn plaats gehouden door het opnieuw vergrendelen van de haak 21a.

Het luchtfilter 31 kan ook worden vervangen door het verwijderen van het oude luchtfilter en het inbrengen van een nieuwe door de open luchtinlaat 33a van het filter-30 huis 33.

Hoewel de voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding een stofzuiger van de trommelsoort toont (zie figuur 1), zal duidelijk worden begrepen dat de stof verzamelende inrichting van de cycloonsoort volgens de onderhavige uitvinding 1017217 7 ook kan worden toegepast in andere soorten stofzuigers, zoals de stofzuigers van de rechtstandige soort of dergelijke.

Zoals hierboven beschreven kunnen in de stof verzamelende inrichting van de cycloonsoort volgens de onderhavige uitvinding de verontreinigingen die zijn afge-5 voerd in de verontreinigingsopnamehouder 13 niet terugstromen in het cycloonlichaam 11, omdat de verontreinigingsopnamehouder zich onder het onderste gedeelte van het cycloonlichaam 11 bevindt.

Bovendien verbetert de onderhavige uitvinding het reinigingsrendement van de stofzuiger door het verschaffen van een verontreinigingsscheidingsproces in twee stap-10 pen. De verontreinigingen worden eerst gescheiden van de lucht door centrifugering in het cycloonlichaam 11. Hierna worden minuscule verontreinigingen die niet werden gescheiden tijdens het centrifugeringsproces, gevangen door het filtergedeelte 19.

10 1721.1

Claims (6)

1. 4 1.Stofzuiger omvattende: een stofzuigerlichaam met een motoraandrijfkamer en een stof verzamelende 5 kamer die in verbinding staat met de motoraandrijfkamer; een zuigborstel waardoorheen verontreinigingen en lucht naar binnen worden gezogen; en stof verzamelende middelen van de cycloonsoort die zijn aangebracht in de stof verzamelende kamer voor het scheiden van de verontreinigingen uit de lucht door een 10 centrifugering, waarbij de stof verzamelende middelen van de cycloonsoort omvatten: een hol cilindrisch cycloonlichaam met een open bovenzijde en een verontreinigingsuitlaat, waarbij het open boveneinde lucht en verontreinigingen toelaat in het cycloonlichaam, waarbij het cycloonlichaam de verontreinigingen uit de lucht scheidt door centrifugering, waarbij de verontreinigingsuitlaat de verontreinigingen die 15 door centrifugering zijn gescheiden van de lucht in staat stelt om te passeren, een verontreinigingsopnamehouder die de verontreinigingen verzamelt die worden afgevoerd door de verontreinigingsuitlaat heen, een deksel voor het bedekken van de bovenzijde van het cycloonlichaam, waarbij het deksel omvat een luchtinlaatkanaal, waardoorheen lucht en verontreinigingen die 20 naar binnen worden gezogen door de zuigborstel binnentreden in het cycloonlichaam, een luchtuitlaatkanaal waardoorheen de lucht wordt afgevoerd uit het cycloonlichaam, en een scheidend rooster voor verontreinigingen, waarbij het rooster zich naar beneden toe uitstrekt vanaf het luchtuitlaatkanaal en meerdere fijne gaten heeft, met het kenmerk, dat het cycloonlichaam (11) een gesloten bodem (1 lb) heeft, 25 waarbij de verontreinigingsopnamehouder (13) de bodem (1 lb) en een gedeelte van een buitenste oppervlak van het cycloonlichaam (11) bedekt en een basisorgaan (15) is voorzien dat schamierbaar is gekoppeld met de bodem (13a) van de verontreinigingsopnamehouder (13).
2. 2. Stofzuiger volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze filtermiddelen (19) omvat voor het filteren van de lucht die wordt afgevoerd door de luchtuitlaat (17b) heen. 1017217 ê
3. 3. Stofzuiger volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de filtermiddelen (19) omvatten: een luchtfïlter (31); een filterhuis (33) waarin het luchtfilter is opgenomen, waarbij het filterhuis (33) 5 een luchtinlaat (33a) en een luchtuitlaat (33b) heeft, waarbij de luchtuitlaat (33b) in verbinding staat met de motoraandrijfkamer, waarbij het filterhuis (33) is aangebracht in de stof verzamelende kamer (la); en een luchtkanaal (33) voor het verbinden van het luchtuitlaatkanaal (17b) met de luchtinlaat (33a) van het filterhuis (33). 10
4. 4. Stofzuiger volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het luchtkanaal (35) is gevormd in een deur (8) van de stofzuiger, waarbij de deur (8) schamierbaar is verbonden met het stofzuigerlichaam (1) voor het openen of sluiten van de stof verzamelende kamer (la), waarbij het luchtkanaal (35) wordt losgemaakt van of verbonden met 15 respectievelijk het luchtuitlaatkanaal (17b) en de luchtinlaat (33a) wanneer de deur respectievelijk wordt geopend of gesloten.
5. 5. Stofzuiger volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een einde van het basisorgaan (15) schamierbaar is verbonden aan een onderste einde van de verontreinigings- 20 opnamehouder (13), terwijl het andere einde van het basisorgaan (15) is verbonden met de verontreinigingsopnamehouder (13) door vergrendelmiddelen (18), waardoor de bodem (13a) van de verontreinigingsopnamehouder (13) wordt gesloten of geopend door respectievelijk het vergrendelen of ontgrendelen van het basisorgaan (15).
6. 6. Stofzuiger volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de vergrendelmiddelen (18) omvatten: een schamierorgaan (21) dat schamierbaar is gevormd op een buitenste zijde van de verontreinigingsopnamehouder (13), waarbij het schamierorgaan (21) een haak (21a) heeft die is gevormd op een einde voor het vermijden van een vrije val van het 30 einde van het basisorgaan (15); en een veer (23) voor het beïnvloeden van het schamierorgaan (21) op een zodanige wijze, dat de haak (21a) het basisorgaan (15) steunt. 1017217