NL1017192C2 - Rolstoel voorzien van een zwenkvoorziening nabij de knie van een gebruiker. - Google Patents

Rolstoel voorzien van een zwenkvoorziening nabij de knie van een gebruiker. Download PDF

Info

Publication number
NL1017192C2
NL1017192C2 NL1017192A NL1017192A NL1017192C2 NL 1017192 C2 NL1017192 C2 NL 1017192C2 NL 1017192 A NL1017192 A NL 1017192A NL 1017192 A NL1017192 A NL 1017192A NL 1017192 C2 NL1017192 C2 NL 1017192C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
wheelchair
seat
pivot axis
support
foregoing
Prior art date
Application number
NL1017192A
Other languages
English (en)
Inventor
Stefanus Theodorus Anth Beumer
Original Assignee
Revab Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Revab Bv filed Critical Revab Bv
Priority to NL1017192A priority Critical patent/NL1017192C2/nl
Priority to AT02075329T priority patent/ATE522197T1/de
Priority to EP02075329A priority patent/EP1226803B1/en
Priority to US10/171,800 priority patent/US7243935B2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1017192C2 publication Critical patent/NL1017192C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61GTRANSPORT, PERSONAL CONVEYANCES, OR ACCOMMODATION SPECIALLY ADAPTED FOR PATIENTS OR DISABLED PERSONS; OPERATING TABLES OR CHAIRS; CHAIRS FOR DENTISTRY; FUNERAL DEVICES
    • A61G5/00Chairs or personal conveyances specially adapted for patients or disabled persons, e.g. wheelchairs
    • A61G5/10Parts, details or accessories
    • A61G5/1056Arrangements for adjusting the seat
    • A61G5/107Arrangements for adjusting the seat positioning the whole seat forward or rearward
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61GTRANSPORT, PERSONAL CONVEYANCES, OR ACCOMMODATION SPECIALLY ADAPTED FOR PATIENTS OR DISABLED PERSONS; OPERATING TABLES OR CHAIRS; CHAIRS FOR DENTISTRY; FUNERAL DEVICES
    • A61G5/00Chairs or personal conveyances specially adapted for patients or disabled persons, e.g. wheelchairs
    • A61G5/10Parts, details or accessories
    • A61G5/1081Parts, details or accessories with shock absorbers or other suspension arrangements between frame and seat
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10STECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10S297/00Chairs and seats
    • Y10S297/04Wheelchair

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Handcart (AREA)

Description

Titel: Rolstoel voorzien van een zwenkvoorziening nabij de knie van een gebruiker.
De uitvinding heeft betrekking op een rolstoel, in het bijzonder een rolstoel waarvan een zitondersteuning tijdens gebruik zwenkbaar is rond een zich in hoofdzaak horizontaal, in hoofdzaak haaks op een hoofdrijrichting uitstrekkende zwenkas.
5 Rolstoelen waarvan de zitondersteuning zwenkbaar of kantelbaar is rond genoemde as zijn uit de praktijk bekend. Dergelijke kantelvoorzieningen bieden de mogelijkheid de stand van de zitondersteuning af te stemmen op een voor een bepaalde activiteit gewenste zithouding, zoals lezen, schrijven of rusten. Het lichaam van de 10 rolstoelgebruiker kan hierdoor steeds optimaal worden ondersteund, zodat de druk die door de zitondersteuning wordt uitgeoefend gelijkmatig over het lichaam wordt verdeeld. Bovendien kan hiermee de zithouding regelmatig worden gevarieerd, hetgeen bevorderlijk is voor de bloedsomloop en bij langdurig rolstoelgebruik decubitus helpt te verhinderen.
15 Uit de praktijk is een type rolstoel bekend, waarvan de zitondersteuning kantelbaar is rond een dwarsas, welke is gelegen onder een zitvlakondersteunend deel van de zitondersteuning, nabij een in rijrichting gezien achter gelegen rand daarvan. Een nadeel van deze bekende rolstoel is dat het aantal in te stellen zithoeken beperkt is tot een 20 aantal discrete standen, waardoor niet voor elke gewenste zithouding een optimale zitting haalbaar is. Bovendien verschuift bij een achterwaartse kanteling van de zitondersteuning het zwaartepunt van een in de rolstoel gezeten gebruiker relatief ver naar achteren, richting de as van de achterwielen of zelfs daar voorbij. Hierdoor krijgt de rolstoel een instabiele 25 wegligging en kan deze bijvoorbeeld door een geringe oneffenheid in de ondergrond of een onverwachtse beweging van de gebruiker achterover 1017192 2 kantelen. Gezien dit risico is de kantelvoorziening ongeschikt voor toepassing tijdens actief rolstoelgebruik.
Voorts is een type rolstoel bekend waarbij de zitondersteuning tijdens het kantelen simultaan in horizontale richting transleert, zodanig 5 dat het zwaartepunt van de rolstoelgebruiker bij benadering dezelfde positie behoudt en de rolstoel derhalve in balans blijft. Ook dit kantelmechanisme is slechts instelbaar in een beperkt aantal standen en bedoeld voor gebruik bij een stilstaande rolstoel. Bovendien is het kantelmechanisme constructief gecompliceerd en zwaar en daarmee storingsgevoelig en duur.
10 De uitvinding beoogt een rolstoel, waarbij genoemde nadelen zijn opgeheven, met behoud van de voordelen daarvan. Daartoe wordt een rolstoel volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 1.
Doordat ten minste de zitting van de zitondersteuning zwenkbaar 15 is kan de stand van de zitondersteuning, althans de zitting, zich voortdurend aanpassen of worden aangepast aan de zithouding van de rolstoelgebruiker. De relatief ver naar voren geplaatste zwenkas zorgt er daarbij voor dat de rolstoel tijdens het zwenken van de zitting in balans blijft. Immers, doordat de zwenkas vanuit de rijrichting gezien vóór het 20 zwaartepunt van een in de rolstoel gezeten gebruiker ligt, zal de zitting onder invloed van het gewicht van de gebruiker een achterwaarts kantelend moment ondervinden. Hierdoor wordt een stabiele, naar achter gekantelde zithouding verkregen, met een relatief laag, voor de wegligging van de rolstoel gunstig gelegen zwaartepunt. Bovendien zal genoemd zwaartepunt, 25 dat tijdens gebruik doorgaans ver naar achteren, nabij de achterwielen is gelegen, tijdens het achterwaarts kantelen van de zitting enigszins naar voren verplaatsen, hetgeen bijdraagt aan een nog stabielere wegligging. De rolstoelgebruiker kan derhalve zowel tijdens stilstand als actief rolstoelgebruik steeds goed en stabiel worden ondersteund, zodat een 30 rolstoel wordt verkregen met optimaal zit- en rijcomfort.
1 0 17 1 9 2 3
In een nadere uitwerking wordt een rolstoel volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen van de conclusies 5 en 6.
Door de koppelmiddelen zodanig in te richten dat de zwenkas bij benadering samenvalt met de knieën, althans het scharnierpunt daarvan, 5 van de rolstoelgebruiker, wordt het voordeel verkregen dat het bovenlichaam en de bovenbenen van deze gebruiker kunnen worden gekanteld zonder de stand van diens onderbenen te veranderen. De rolstoelgebruiker kan hierdoor tijdens het kantelen van zijn bovenlichaam zijn voeten aan de grond of op daartoe voorziene voetsteunen laten staan.
10 Dit verschaft hem een meer stabiel gevoel en vergemakkelijkt, na een voorwaartse kanteling, het overeind komen uit de stoel.
Voorts zal de positie van de knieën tijdens het zwenken tussen verschillende standen niet veranderen, hetgeen met name gunstig is wanneer de rolstoelgebruiker zich op een plaats bevindt met een beperkte 15 bewegingsvrijheid voor de knieën, bijvoorbeeld onder een tafelblad.
Overigens hoeft de zwenkas niet samen te vallen met een fysieke as. Een virtuele zwenkas biedt het voordeel dat deze, door een juist ontwerp van de koppelmiddelen, exact ter hoogte van het draaipunt van de knie of een andere gewenste positie kan worden geplaatst, zonder dat de gebruiker 20 hierdoor fysiek wordt gehinderd. De koppelmiddelen zelf kunnen op een plaats worden aangebracht waar zij de gebruiker niet in de weg zullen zitten, bijvoorbeeld onder de zitondersteuning.
In een voordelige uitvoeringsvorm wordt een rolstoel volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen van conclusie 7.
25 Door de koppelmiddelen te voorzien van ten minste een verend element kan het rijcomfort nog verder worden verhoogd. De door het ten minste ene verende element ondersteunde zitondersteuning vormt tezamen met de gebruiker een massaveersysteem dat externe schokken en trillingen als gevolg van onregelmatigheden in het wegdek omzet in een voor de 30 gebruiker comfortabele, gedempte zwenkbeweging. De veerstijfheid is bij 1 @ 1J Ή 2 4 voorkeur instelbaar, zodat de frequentie en slag van de zwenkende beweging kunnen worden afgestemd op kenmerken en wensen van de gebruiker, zoals diens lichaamsgewicht, rijstijl en persoonlijke voorkeur ten aanzien van de vering en demping.
5 In een voordelige uitvoeringsvorm wordt een rolstoel volgens de uitvinding verder gekenmerkt door de maatregelen van conclusie 8.
Door het voorspannen van het tenminste ene verende element kan een zitondersteuning worden verkregen waarvan ten minste de zitting in onbelaste stand enigszins voorover helt. Hierdoor wordt een zogenaamde in-10 en uitstap actieve zithoek verkregen. Een dergelijk zithoek vereenvoudigt het plaatsnemen in en het overeind komen uit de rolstoel. Immers, de gebruiker hoeft tijdens het instappen minder diep door zijn knieën te buigen alvorens het zitvlak te bereiken en bij het opstaan vanuit een minder diepe stand overeind te komen. Daarnaast kan deze ondersteuning de gebruiker 15 tijdens het op staan en plaatsnemen een gevoel van veiligheid verschaffen.
Bovendien heeft het zwaartepunt van de gebruiker bij de voorovergekantelde stand van de zitting alvast een iets hogere ligging, waardoor minder kracht nodig is voor het opstaan.
In een nadere uitwerking van een voorkeursuitvoering wordt een 20 rolstoel volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen van conclusie 12, 13 en 14.
Door gebruik te maken van een torsiestaaf als zwenkas, kan een constructief zeer eenvoudig kantelmechanisme worden gerealiseerd dat bovendien weinig ruimte in beslag neemt en derhalve nabij het draaipunt 25 van de knie van de gebruiker kan worden aangebracht, zonder deze fysiek te hinderen.
In een verdere voordelige uitvoeringsvorm wordt een rolstoel volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen van conclusie 17 of 18.
10 17 19 2 5
De rolstoel zitondersteuning wordt bij voorkeur uitgerust met een voetondersteunend element. Dit element kan zowel aan de zitondersteuning, in het bijzonder de zitting, als aan het onderstel worden bevestigd. In het eerste geval kunnen de onderbenen meekantelen met de 5 zitting, zodat de hoek tussen onder- en bovenbenen niet verandert en de kniegewrichten volledig worden ontlast. In het tweede geval kan een gebruiker zijn onderbenen tijdens het zwenken in een vaste positie laten staan, waardoor hij, zoals hiervoor reeds is aangegeven, tijdens het kantelen een stabiel gevoel behoudt en makkelijk overeind kan komen uit de stoel.
10 In de verdere volgconclusies worden nadere voordelige uitvoeringsvormen van een rolstoel volgens de uitvinding beschreven.
Ter verduidelijking van de uitvinding zal een uitvoeringsvoorbeeld van een rolstoel volgens de uitvinding worden beschreven aan de hand van de tekening. Daarin toont: 15 fig. 1 een rolstoel volgens de uitvinding in zijaanzicht; fig. 2 een uitvoeringsvorm van een torsiestaaf volgens de uitvinding, als toegepast in de rolstoel van fig. 1; fig. 3 een tweede uitvoeringsvorm van een rolstoel volgens de uitvinding voorzien van een virtuele zwenkas; 20 fig. 4 een derde uitvoeringsvorm van een rolstoel volgens de uitvinding voorzien van een virtuele zwenkas; en fig. 5 een constructie voor het horizontaal hóuden van een armlegger tijdens kantelen van de zitondersteuning in perspectivisch aanzicht.
25 Fig. 1 toont een rolstoel 1, omvattende een zitondersteuning 3, een onderstel 5 en koppelmiddelen 7. De koppelmiddelen 7 verbinden de zitondersteuning 3 zodanig met het onderstel 5 dat ten minste een deel van deze zitondersteuning zwenkbaar of kantelbaar is rond een horizontale, haaks op een met pijl A aangegeven hoofdrijrichting van de rolstoel 1.
30 Onder de hoofdrijrichting A wordt in deze verstaan, de rijrichting waarbij de 10 17 192 6 zwenkwielen en achterwielen in dezelfde richting rollen. Met kantelbaar of zwenkbaar wordt in deze in het bijzonder bedoeld een rotatie rond een vaste reële of virtuele as. De kantel- of zwenkhoek is in figuur 1 aangegeven door φ. De kantelbeweging kan naar wens een vrij zwenkende beweging zijn of 5 een instelbare beweging, in welk laatste geval de zitondersteuning onder een bepaalde hoek φ wordt gekanteld en vervolgens in die stand wordt vastgezet. Op de werking en voordelen van beide mogelijkheden wordt nog nader teruggekomen.
De zitondersteuning 3 omvat in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld 10 een zitting 14 welke het zitvlak en de bovenbenen van een rolstoelgebruiker ondersteunt en een rugleuning 15. De zitting 14 en de rugleuning 15 kunnen onderling een vaste zithoek β insluiten, maar zijn bij voorkeur zwenkbaar met elkaar verbonden door middel van een op zichzelf uit de praktijk bekend scharnier, zodat de zithoek β tussen beide delen kan 15 worden ingesteld. Deze zithoekinstelling kan onafhankelijk zijn van de zwenkhoek φ, of juist gedeeltelijk daaraan zijn gekoppeld, zodat bijvoorbeeld bij een achterwaartse kanteling van de zitting 14 de zithoek β toeneemt en bij een voorwaarts kanteling de zithoek β afneemt, tot bijvoorbeeld maximaal 90 graden.
20 De zitondersteuning 3 kan optioneel worden uitgebreid met een hoofdsteun 16, armleggers 17 en voetsteunen 18, als getoond in fig. 1. De armleggers 17 zijn bij voorkeur zwenkbaar of wegneembaar met de zitondersteuning 3 verbonden zodat zij bij het in en uit de rolstoel 1 helpen van een patiënt tijdelijk omhoog of opzij kunnen worden gezwenkt of 25 kunnen worden weggenomen. Hierop zal nog nader worden teruggekomen aan de hand van fig. 5. De voetsteunen 18 kunnen in plaats van onderdeel uit te maken van de zitondersteuning 3 ook aan het onderstel 5 worden bevestigd, op de voordelen waarvan nog wordt teruggekomen. De zitondersteuning 3 is bij voorkeur zelfdragend. Hieronder wordt verstaan 1017192 7 dat de zitondersteuning 3 op zichzelf voldoende stijf is om tijdens gebruik op deze zitondersteuning werkende krachten te weerstaan. Een dergelijke zelfdragende zitondersteuning kan bijvoorbeeld zijn opgebouwd uit een relatief stijve uit kunststof vervaardigde zitkuip, of een stijf frame van 5 kunststof of metaal, waarin zitkussens zijn opgehangen of waarover een flexibele bekleding is gespannen, zoals beschreven in de niet vóórgepubliceerde Nederlandse octrooiaanvrage van aanvraagster getiteld "Zelfdragende zitondersteuning en daarmee uitgeruste rolstoel", welke aanvrage hierin door referentie wordt geacht te zijn opgenomen.
10 Het onderstel 5 omvat een frame 11 waaraan twee achterwielen 9 en twee zwenkwielen 12 zijn opgehangen aan respectieve assen 10, 13. Het in fig. 1 getoonde onderstel 5 omvat relatief kleine achterwielen en is daardoor met name bedoeld om door een begeleider te worden voortgeduwd. Eventueel kan de rolstoel door een rolstoelgebruiker zelf worden 15 aangedreven door middel van bijvoorbeeld op de achterwielen 9 aangrijpende aandrijfstangen (niet getoond). De zwenkwielen 12 helpen daarbij de rolstoel stabiel te ondersteunen. De uitvinding is geenszins beperkt tot het getoonde type. Zo biedt de uitvinding, zoals hierna nog zal blijken, grote voordelen bij voor actief gebruik bestemde rolstoelen die zijn 20 voorzien van relatief grote achterwielen, die door de rolstoelgebruiker worden aangedreven. De uitvinding is tevens toepasbaar op bijvoorbeeld rolstoelen met drie wielen, rolstoelen met voorwiel aandrijving of elektrisch aangedreven rolstoelen.
De in fig. 1 getoonde koppelmiddelen 7 omvatten een in hoofdzaak 25 verend en een in hoofdzaak dempend element, in de vorm van respectievelijk een torsiestaaf 22 en een gasveer 25. De torsiestaaf 22 is aangebracht nabij een vanuit de rijrichting A gezien voorste rand van de zitting 14 en vormt ter plaatse een fysieke zwenkas 20. De gasveer 25 is met zijn einden zwenkbaar bevestigd tussen het onderstel 5 en de zitting 14, op 30 enige afstand achter de torsiestaaf 22.
1017192 8
Fig. 2 toont een deel van een torsiestaaf 22 in opengewerkt perspectivisch aanzicht. De torsiestaaf 22 omvat een buis 26, waarin een pakket bladveren 28 is onder gebracht. De buis 26 is aan weerszijden afsluitbaar met een deksel 27. Elk deksel 27 is aan de naar binnen gekeerde 5 zijde voorzien van een sleufvormige opnamevoorziening 33 waarin de bladveren 28 met uiteinden 32 liggen opgesloten. De deksels 27 van de torsiestaaf 22 kunnen met behulp van bouten 39 tussen twee zijframedelen 11 van een rolstoel 1 worden bevestigd op daartoe voorziene beugels 37. Deksel 27 en beugel 37 zijn beide langs hun omtrek voorzien van 10 bevestigingsgaten 34, 38 waarvan de onderlinge ligging zodanig is, dat de deksels 27 onder verschillende hoeken aan de zijframedelen 11 kunnen worden bevestigd, op het nut waarvan nog wordt teruggekomen. De torsiestaaf 22 kan verder met ten minste één bevestigingsplaat 35 en één bevestigingsbout 26 aan respectievelijk een zitting 14 en een onder de 15 zitting 14 gelegen framedeel 11 van de rolstoel 1 worden bevestigd.
De aldus verkregen torsiestaaf 22 is eenvoudig qua constructie, robuust en daardoor weinig storingsgevoelig. Bovendien kan de stijfheid van de torsiestaaf eenvoudig worden afgestemd op kenmerken en individuele wensen van een rolstoelgebruiker, door het aantal bladveren 28 en/of de 20 afzonderlijke stijfheden daarvan te variëren. Zo zal voor een relatief zware rolstoelgebruiker doorgaans een grotere torsiestijfheid worden ingesteld, door de torsiestaaf 22 te vullen met meer en/of stijvere bladveren. De torsiestijfheid is tezamen met onder andere het gewicht van de gebruiker van invloed op de frequentie en slag waarmee de zitondersteuning 3 tijdens 25 gebruik zal oscilleren.
Voorts kan een voorspanning van de torsieveer 22 worden ingesteld door de deksels 27 ten opzichte van elkaar en/of de framedelen 11 te verdraaien. Hierdoor worden de bladveren 28, welke met hun einden zijn ingeklemd tussen de opnamevoorzieningen 33 van de deksels 27, 30 getordeerd, waardoor een zekere voorspanning in de torsieveer 22 wordt 1017192 9 opgewekt. Deze voorspanning is onder andere van invloed op de kantelhoek van zitting 14 in onbelaste en statisch belaste toestand. Aangezien de deksels 27 onder verschillende hoeken op de beugels 37 kunnen worden vastgezet, op de hiervoor beschreven wijze, kunnen per gebruiker 5 verschillende voorspanningen worden ingesteld, waarbij een grotere ingestelde hoek zal corresponderen met een grotere voorspanning. De te behalen instelnauwkeurigheid is afhankelijk van het aantal en de onderlinge ligging van de gaten 34, 38. Naarmate het aantal gaten 34, 38 groter is, zal de stap tussen opeenvolgende in te stellen hoeken kleiner zijn 10 en een fijnere instelling van de voorspanning mogelijk worden. Voorts kan een fijnere instelmogelijkheid worden verkregen, door de paarsgewijs tegenover elkaar gelegen gaten 38 in de beugel 37 onder een van 90 graden afwijkende hoek ten opzichte van elkaar te plaatsen en de beugel 37 telkens met slechts twee tegenover elkaar gelegen bouten 39 aan het deksel 27 te 15 bevestigen.
De in fig. 2 getoonde torsiestaaf 22 geeft slechts één mogelijke uitvoeringsvorm weer. Vele andere zijn mogelijk. Zo kan een torsiestaaf worden gevormd door bijvoorbeeld een as met een spiraalveer, door een met een elastisch materiaal omklede klauwkoppeling of door een rubberen 20 trommel. Deze en vergelijkbare variaties worden alle geacht onder de aanduiding 'torsiestaaf te vallen.
De kantelbeweging van de zitondersteuning'3 werkt als volgt. Doordat de koppelmiddelen 7 zodanig zijn ingericht dat de zwenkas 20, gezien vanuit de rijrichting A, relatief ver naar voren ligt, in ieder geval 25 vóór het zwaartepunt van een tijdens gebruik in de rolstoel 1 gezeten persoon, zal genoemde persoon, althans zijn gewicht, een moment op de zitondersteuning 3 uitoefenen onder invloed waarvan ten minste de zitting 14 achterover kantelt. De zitting 14 kantelt tot een stand φ waarin evenwicht wordt bereikt tussen het door de gebruiker uitgeoefend moment 30 en een door de koppelmiddelen 7 uitgeoefend ondersteunend moment. De 1017192 10 veerstijfheid van de koppelmiddelen 7, in het bijzonder van de torsiestaaf 22, is bij voorkeur zodanig gekozen, dat genoemd evenwicht optreedt bij een stand φ waarin de zitting 14, enigszins achterwaarts is gekanteld. Hierdoor zal de gebruiker onder invloed van zijn eigen gewicht in de zitondersteuning 5 3 worden gedrukt, hetgeen hem een stabiel gevoel zal geven. Bovendien heeft het zwaartepunt van de gebruiker in deze stand een stabiele ligging, namelijk op geringe hoogte boven de grond en in bovenaanzicht gezien tussen de assen 10, 13 van respectievelijk de achter- en voorwielen 9, 12.
Wanneer de gebruiker zijn zithouding verandert, bijvoorbeeld door 10 achterover te leunen, zal ook zijn zwaartepunt verplaatsen. Hierdoor wordt het momentenevenwicht verstoord, en zal de zitting 14 zwenken naar een nieuwe stand waarin evenwicht wordt bereikt tussen het opwaarts gerichte moment van de ondersteunende koppelmiddelen 7 en het neerwaarts gerichte moment dat door het gewicht van de rolstoelgebruiker op de zitting 15 14 wordt uitgeoefend. Op deze wijze past de stand van de zitting 14 zich voortdurend aan aan de zithouding van de gebruiker en wordt deze steeds optimaal ondersteund.
De vrije zwenkvoorziening werkt voorts comfortverhogend tijdens actief rolstoelgebruik, doordat externe schokken en trillingen die als gevolg 20 van bijvoorbeeld onregelmatigheden in het wegdek op het onderstel 5 van de rolstoel werken, niet rechtstreeks worden doorgeleid naar de zitting 14, maar in plaats daarvan worden omgezet in een meer'comfortabele, bij voorkeur gedempte zwenkbeweging van de zitting 14 rond de zwenkas 20.
De zitondersteuning 3 vormt met de rolstoelgebruiker en de ondersteunende 25 koppelmiddelen 7 een massaveersyteem, dat onder invloed van genoemde externe krachten gaat oscilleren, waarbij de frequentie van de oscillerende beweging met name afhangt van de veerstijfheid van de koppelingsmiddelen 7 en het gewicht van de gebruiker en de amplitude van de oscillaties geleidelijk zal afnemen als gevolg van de in de koppelmiddelen 7 aanwezige 30 demping.
10 17 19 2 11
Dankzij de gunstige ligging van de zwenkas 20 ten opzichte van het zwaartepunt van de rolstoelgebruiker, blijft de rolstoel 1 ook tijdens de hierboven beschreven vrije zwenkbeweging bij actief rolstoelgebruik in balans. Immers het zwaartepunt zal tijdens het zwenken slecht in zeer 5 geringe mate in horizontale richting verplaatsen en derhalve binnen een door de assen 10, 13 van de achter- en voorwielen 9, 12 begrensd stabiel gebied blijven.
De zwenkas 20 kan een fysieke as zijn, zoals het geval is in figuur 1 waarin de zwenkas 20 samenvalt met de torsiestaaf 22. De zwenkas 20 10 kan evenwel ook virtueel zijn. Hiervan is een uitvoeringsvorm weergegeven in fig. 3. De in fig. 3 getoonde rolstoel 1 is qua opbouw vergelijkbaar met die uit fig. 2. Echter de koppelmiddelen 7 onder de zitondersteuning 3, in het bijzonder de zitting 14, omvatten in dit geval twee parallelle veren 40, 41. De stijfheid van de in rijrichting voorgelegen eerste veer 40 is hoger dan die 15 van de daarachter gelegen tweede veer 41. Hiermee wordt een virtuele zwenkas 20' gerealiseerd, die door een juiste keuze van de veerstijfheden en de onderlinge positie van de veren 40, 41 nabij het draaipunt van het kniegewricht van een in de zitondersteuning gezeten gebruiker kan worden geplaatst, zoals weergegeven in figuur 3. Voorts wordt bij voorkeur een 20 geleide-element 43 onder of naast de zitondersteuning 3 aangebracht, waarmee de baan en de zwenkas 20' van de zwenkende zitting 14 nauwkeurig kunnen worden vastgelegd.
Het voordeel van een virtuele zwenkas 20 is dat deze als zodanig geen fysieke ruimte inneemt en derhalve, door een juist ontwerp van de 25 koppelmiddelen 7, overal kan worden geplaatst, ongeacht de beschikbare ruimte. In bovenstaand voorbeeld kan daardoor de zwenkas 20' van de zitondersteuning 3 ter hoogte van het draaipunt van de knieën van een rolstoelgebruiker worden gesitueerd, zonder daarbij deze gebruiker te hinderen met de aanwezigheid van één of meer fysieke assen. Een met het 30 draaipunt van het kniegewricht samenvallende zwenkas 20' biedt het 1017192 12 voordeel, dat tijdens het kantelen van de zitondersteuning 3, het bovenlichaam en de bovenbenen van de rolstoelgebruiker kunnen meekantelen zonder de positie van de onderbenen te veranderen. Daarmee wordt de invloed van de onderbenen op de ligging van het zwaartepunt van 5 de gebruiker uitgeschakeld. Bovendien kan de gebruiker daardoor zijn voeten tijdens het kantelen aan de grond of op het onderstel 5 aangebrachte voetsteunen 18 laten rusten. Dit zal hem een meer stabiel gevoel verschaffen en helpen bij het overeind komen uit de rolstoel. Bij een met het draaipunt van de knie samenvallende zwenkas 20 zullen voorts de knieën 10 tijdens het kantelen van de zitondersteuning 3 minimaal verplaatsen, zodat de kantelvoorziening ook bruikbaar is wanneer de rolstoel zich gedeeltelijk onder een tafel bevindt of op een anderszins in hoogte beperkte locatie. In deze situatie kan het voorts voordelig zijn wanneer ook de armleggers 17 tijdens het kantelen van de zitondersteuning 3 een nagenoeg horizontale 15 stand behouden. Fig. 5a en b tonen een armleggerconstructie waarmee dit mogelijk is. De constructie omvat een armlegger 17, althans een zijplaat 50 daarvan, en een star met deze zijplaat 50 verbonden armleggerbuis 51. Armleggerplaat 50 en buis 51 zijn zwenkbaar verbonden met de rolstoelzitting 14, in het bijzonder een ondersteunend framedeel 52 20 daarvan, via een scharnier 54. De zitting 14 is kantelbaar rond een zwenkas 20, gevormd door bijvoorbeeld de hiervoor beschreven torsiestaaf 22. De armleggerconstructie omvat voorts een geleidestang 53, welke met een eerste einde aan de armleggerbuis 51 is bevestigd en met een tweede einde verschuifbaar is opgenomen in een geleidehuls 55. Deze geleidehuls 55 is 25 zwenkbaar met een bevestigingsplaat 56 verbonden, welke op zijn beurt met een framedeel 11 van het rolstoelonderstel 5 is verbonden. Wanneer de zitting 14 achterwaarts kantelt of wordt gekanteld als getoond in fig. 5b, zal de geleidestang 53, door de geleidehuls 55 gedwongen omlaag bewegen. Hierdoor zal de armlegger 17, welke via de armleggerplaat 50 en 101719? 13 armleggerbuis 51 is verbonden met de geleidestang 53 bij benadering horizontaal blijven.
In de getoonde armleggerconstructie zijn de geleidestang 53, de geleidehuls 55 en de bevestigingsplaat 56 losneembaar met het frame 11 en 5 de armleggerbuis 51 verbonden. Hierdoor kan de constructie desgewenst eenvoudig worden omgebouwd tot een constructie waarbij de armleggers wél kunnen meekantelen met de zitting 14. Daartoe hoeven slechts de geleidestang 53 en eventueel de geleidehuls 55 en bevestigingsplaat 56 te worden verwijderd en het scharnier 54 te worden geblokkeerd. Hierdoor 10 worden de armleggerbuis 51 en armplaat 50 star verbonden met de zitting 14 en zullen deze als één geheel met deze zitting 14 meekantelen. Voorts is bij de in fig. 5 getoonde armleggerconstructie de armleggerbuis 51 opgebouwd uit twee delen, welke losneembaar met elkaar zijn verbonden via een bout 58. Hierdoor kan het bovenste buisdeel 51' met de zijplaat 50 15 en de armlegger 17 eenvoudig worden verwijderd, hetgeen bijvoorbeeld gewenst kan zijn bij het in of uit de rolstoel helpen van een rolstoelgebruiker.
In de Japanse octrooiaanvrage 3-100920 van de aanvraagster wordt een alternatieve armleggerconstructie beschreven waarmee de 20 armleggers 17 horizontaal kunnen worden gehouden tijdens het achterwaarts kantelen van een zitondersteuning 3 of een deel daarvan.
Deze aanvrage wordt geacht hierin door referentie te*zijn opgenomen.
Fig. 4 toont nog een uitvoeringsvorm van een rolstoel 1 waarbij de zitondersteuning 3, in het bijzonder de zitting 14, zwenkbaar is rond een 25 virtuele zwenkas 20. De rolstoel 1 is qua opbouw wederom vergelijkbaar met de rolstoel uit fig. 1. De koppelmiddelen 7 omvatten in deze uitvoeringsvorm ten minste twee veren 45 en bij voorkeur één of meer dempende elementen (niet getoond), die tussen het frame 11 van het onderstel 5 en de achterwielen 9 zijn aangebracht. De zitting 14 en de 30 voorwielen 12 zijn verbonden met het frame 11, stijf of eventueel 1017192 14 beweegbaar met behulp van bijvoorbeeld een vier-stangen mechanisme (niet getoond) dat voor een verticale, althans voorafgekozen stand van de voorwieldragende framedelen zorgt, ongeacht de zwenking van de zitting 14. Wanneer een rolstoelgebruiker plaats neemt in de zitondersteuning 3 5 zal het door hem uitgeoefende moment de zitting 14 en het frame 11 achterwaarts doen kantelen rond een virtuele as 20'. Hierbij worden de veren 45 ingedrukt en verplaatsen bij genoemde stijve verbinding, de voorwielen 12 enigszins naar voren en/of de achterwielen 9 iets naar achteren. Bij deze uitvoeringsvorm gaat een achterwaartse kanteling 10 derhalve gepaard met een toename van de wielbasis W, de afstand tussen de assen 10, 13 van de voor- en achterwielen 9, 12, waardoor de rolstoel 1 een nog stabielere wegligging verkrijgt. De ligging van de virtuele as 20' wordt onder andere beïnvloed door de ligging van de veer 45, in het bijzonder het aangrijppunt daarvan op het frame 11.
15 De voorspanning en stijfheid van het of elk verend element van de koppelmiddelen 7 zijn bij voorkeur instelbaar, hetzij eenmalig bij aanschaf van de rolstoel, hetzij herhaald tijdens gebruik. Met de voorspanning kan de kantelhoek φ van de zitting 14 waarbij de door de koppelmiddelen 7 en de gebruiker op de zitting 14 uitgeoefende momenten in evenwicht zijn worden 20 beïnvloed. Zo kan bijvoorbeeld de voorspanning zodanig worden ingesteld, dat de zitting 14 in onbelaste toestand enigszins voorover helt. Een dergelijke in- en uitstap actieve zithoek vergemakkelijkt het plaatsnemen in en overeind komen uit de zitondersteuning 3, doordat de gebruiker minder diep door zijn knieën hoeft te buigen. Tevens kan worden verhinderd dat 25 bedoelde evenwichtsstand φ pas optreedt bij een relatief ver naar achteren gekantelde zitting 14.
Met de stijfheid van het verende element van de koppelmiddelen 7 kan de vrije zwenkbeweging tijdens actief rolstoelgebruik worden beïnvloed, met name de frequentie en slag daarvan, zodat deze optimaal kunnen 1017192 15 worden afgestemd op onder meer de te voorziene rijomstandigheden en de individuele kenmerken en wensen van een gebruiker.
Teneinde het uitdempen van de zwenkbeweging tijdens actief rolstoelgebruik te optimaliseren kunnen extra dempende middelen worden 5 voorzien. Zo kan bijvoorbeeld tussen een framedeel 11 van het onderstel 5 en de zitondersteuning 3 een al dan niet met lucht of vloeistof gevuld elastisch element worden geplaatst, bijvoorbeeld vervaardigd uit rubber of een ander uit de praktijk bekend dempend materiaal.
De koppelmiddelen 7 omvatten voorts een blokkeervoorziening, 10 waarmee de zitondersteuning 3 traploos in elke gewenste kantelstand kan worden vergrendeld, bijvoorbeeld in een achterover gekantelde ruststand.
Bij de in fig. 1 getoonde koppelmiddelen 7 wordt dit bereikt doordat de lengte 30 van de gasveer 25 kan worden geblokkeerd. Bij de in fig. 3 getoonde uitvoeringsvorm kan bijvoorbeeld het geleide-element 43 worden 15 voorzien van een langs dit geleide-element verschuifbaar blokkeerelement dat op een willekeurige positie van het geleide-element kan worden vastgeklemd, waarmee een verdere zwenkbeweging van de zitondersteuning 3 wordt tegengehouden. Verder kunnen de koppelmiddelen 7, in het bijzonder de torsiestaaf 22, zijn voorzien van een verstelmogelijkheid, 20 waarmee de ligging van de zwenkas 20 kan worden aangepast. Een dergelijke verstelmogelijkheid kan evenwel ook in het onderstel 5 worden aangebracht, bijvoorbeeld door middel van een telescbpisch uitschuifbaar framedeel 23, als getoond in figuur 1 of door verbussing van de voorwielen 12 of door meerdere gaten boven elkaar aan te brengen in de gaffel 24 25 waarin de zwenkwielen 12 zijn opgehangen. Een verschil tussen beide alternatieven is dat een aanpassing van de ligging van de zwenkas 20 door middel van een verstelmogelijkheid binnen de torsiestaaf 22 geen invloed zal hebben op de wielbasis W, terwijl een verstelmogelijkheid in het onderstel 5 dit doorgaans wel zal hebben.
1017192 16
De voetsteunen 18 kunnen bevestigd zijn aan het zwenkbare deel van de zitondersteuning 3, zodat zij bij zwenken daarvan meezwenken en de hoek tussen onder- en bovenbenen constant blijft. Het kan evenwel ook gunstig zijn om de voetsteunen te bevestigen aan het onderstel 5, zodat bij 5 kantelen van de zitondersteuning 3 de onderbenen op een vaste positie blijven staan, met de hiervoor genoemde voordelen van dien.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de in de beschrijving en de tekeningen getoonde uitvoeringsvoorbeelden. Vele variaties daarop zijn mogelijk binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding.
10 Zo kunnen de koppelmiddelen op vele manieren worden uitgevoerd.
In plaats van een gasveer kan bijvoorbeeld een hydraulische cilinder worden toegepast. In plaats van parallelle veren kan bijvoorbeeld een laag verend materiaal onder de zitting worden aangebracht, waarbij de veerstijfheid van deze laag geleidelijk toeneemt in de rijrichting. Ook kunnen koppelmiddelen 15 zonder verende elementen worden gerealiseerd, bijvoorbeeld met behulp van een of meerdere stangenmechanismen. Voorts kunnen ter verhoging van de demping bijvoorbeeld kunststof bladveren worden ingebouwd, of bijvoorbeeld met lucht of vloeistof gevulde dempende elementen, zoals luchtbalgveren. Verder kan het in bepaalde situaties voordelig zijn om juist 20 geen of minimale demping in te bouwen, zodat een vrij schommelende zitondersteuning wordt verkregen, welke reageert op minieme bewegingen van een inzittende. Uit de praktijk is gebleken dat een dergelijke schommelende zitondersteuning een therapeutische werking kan hebben voor patiënten met veel bewegingsonrust.
25 Voorts kan een bedieningsmechanisme zijn voorzien waarmee een begeleider eenvoudig de koppelmiddelen kan activeren, zodat de zitondersteuning in een gewenste stand kan worden gekanteld en eventueel in deze stand kan worden vastgezet. Een dergelijk bedieningsmechanisme kan bijvoorbeeld worden geïntegreerd in de duwbeugels waarmee de 30 begeleider de rolstoel voort duwt.
1017192 17
Deze en vele variaties worden geacht binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding te vallen.
1017192

Claims (21)

1. Rolstoel, omvattende een onderstel (5) en een zitondersteuning (3), waarbij het onderstel (5) van ten minste twee wielen is voorzien en de zitondersteuning (3) ten minste een zitting (14) omvat, waarbij de zitondersteuning (3) via koppelmiddelen (7) zodanig op het onderstel (5) is 5 bevestigd, dat ten minste de zitting (14) tijdens gebruik zwenkbaar is rond een zich in hoofdzaak horizontaal, in hoofdzaak haaks op een hoofdrijrichting (A) van de rolstoel (1) uitstrekkende zwenkas (20), welke zwenkas (20) in de hoofdrijrichting (A) gezien relatief ver naar voren ligt, in het bijzonder vóór het midden van de zitting (14).
2. Rolstoel, omvattende een onderstel (5) en een zitondersteuning (3), waarbij het onderstel (5) ten minste een frame (11) en twee wielen omvat en de zitondersteuning (3) ten minste een zitting (14) omvat, waarbij de zitondersteuning (3) met het frame (11) is verbonden en waarbij het frame (11) via koppelmiddelen 7 met het of elk achterwiel is verbonden, een en 15 ander zodanig dat tijdens gebruik de zitting (14) en althans een deel van het frame (11) tezamen zwenkbaar zijn rond een zich in hoofdzaak horizontaal, in hoofdzaak haaks op een hoofdrijrichting (A) van de rolstoel (1) uitstrekkende zwenkas (20), welke zwenkas (20) in de hoofdrijrichting (A) gezien relatief ver naar voren ligt, in het bijzonder vóór het midden van de 20 zitting (14).
3. Rolstoel volgens conclusie 1 of 2, waarbij de zwenkas (20) nabij een verticaal, zich haaks op de hoofdrijrichting (A) uitstrekkend vlak door een as (13) van een of elk voorste wiel (12) is gelegen.
4. Rolstoel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de 25 zwenkas (20) relatief hoog ligt, ten minste hoger dan een horizontaal vlak door een of elke hoogstgelegen wielas. 1017192
5. Rolstoel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de zwenkas (20) is gelegen nabij het scharnierpunt van de knieën van een tijdens gebruik in de rolstoel gezeten gebruiker, waarbij het bovenlichaam van de gebruiker, althans het zwaartepunt daarvan, in de hoofdrijrichting 5 (A) gezien achter de zwenkas (20) ligt.
6. Rolstoel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de koppelmiddelen (7) in hoofdzaak onder de zitting (14) zijn gelegen, onder vorming van een reële of, bij voorkeur, virtuele zwenkas (20).
7. Rolstoel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de 10 koppelmiddelen (7) tussen het onderstel (5) en de zitondersteuning (3) ten minste één verend element (22, 25) omvatten.
8. Rolstoel volgens conclusie 7, waarbij van het ten minste ene verende element (22, 25) een voorspanning zodanig instelbaar is, dat ten minste de zitting (14) van de zitondersteuning (3) in onbelaste toestand 15 enigszins voorover is gekanteld en in door een gebruiker belaste toestand horizontaal staat of enigszins naar achteren is gekanteld.
9. Rolstoel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de koppelmiddelen (7) ten minste één dempend element omvatten.
10. Rolstoel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de 20 koppelmiddelen (7) een blokkeervoorziening (30) omvatten waarmee ten minste de zitting (14) in een gewenste verzwenkte stand (cp) kan worden gefixeerd.
11. Rolstoel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de koppelmiddelen (7) zodanig zijn ingericht dat de ligging van de zwenkas (20) 25 instelbaar is.
12. Rolstoel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de zwenkas (20) wordt gevormd door een torsiestaaf (22).
13. Rolstoel volgens conclusie 12, waarbij van de torsiestaaf (22) een voorspanning instelbaar is. ί Θ 171 a 7.
14. Rolstoel volgens conclusie 12 of 13, waarbij de torsiestaaf (22) een buis (26) omvat, welke aan weerszijden is voorzien van een deksel (27), waarbij binnen de buis (26) ten minste één bladveer is opgenomen, waarvan de uiteinden (32) zijn opgesloten in een op elk deksel (27) voorziene 5 opnamevoorziening (33) en waarbij een voorspanning van de torsiestaaf (22) instelbaar is door verdraaiing van één of elk deksel (27).
15. Rolstoel volgens een van de conclusies 12-14, waarbij de zitondersteuning (3), in het bijzonder de zitting (14), op afstand van de zwenkas (20) wordt ondersteund door ten minste een dempend element.
16. Rolstoel volgens conclusie 15, waarbij het ten minste ene dempend element een met lucht of vloeistof gevuld elastisch element is, welk zwenkbaar met het onderstel (5) en de zitondersteuning (3), bij voorkeur de zitting (14), is verbonden en waarvan de lengte blokkeerbaar is.
17. Rolstoel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de 15 zitondersteuning (3) een met de zitting (14) meezwenkende beenondersteuning (18) omvat en bij voorkeur een rugleuning (15), hoofdsteun (16) en/of armleggers (17).
18. Rolstoel volgens een van de conclusies 1-16, waarbij het onderstel (5) is voorzien van een beenondersteuning (18).
19. Rolstoel volgens conclusie 17, waarbij de armleggers (17) zodanig zijn uitgevoerd dat deze tijdens het kantelen van de zitondersteuning (3) bij benadering horizontaal blijven.
20. Rolstoel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de zitondersteuning (3) een uit dubbelgekromde buizen gevormd frame omvat, 25 welk frame bespannen is met een relatief elastische bekleding.
21. Rolstoel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de zwenkas (20) zodanig is gelegen, dat bij een achterwaartse verzwenking van de zitting (14) rond deze zwenkas het zwaartepunt van een tijdens gebruik in de rolstoel gezeten gebruiker (20) naar voren, althans richting het of elk 30 voorste wiel verplaatst. 1017192
NL1017192A 2001-01-25 2001-01-25 Rolstoel voorzien van een zwenkvoorziening nabij de knie van een gebruiker. NL1017192C2 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1017192A NL1017192C2 (nl) 2001-01-25 2001-01-25 Rolstoel voorzien van een zwenkvoorziening nabij de knie van een gebruiker.
AT02075329T ATE522197T1 (de) 2001-01-25 2002-01-25 Rollstuhl mit einer schwenkachse neben dem knie des benutzers
EP02075329A EP1226803B1 (en) 2001-01-25 2002-01-25 Wheelchair having a pivot provision adjacent the knee of a user
US10/171,800 US7243935B2 (en) 2001-01-25 2002-06-14 Wheelchair having a pivot provision adjacent the knee of a user

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1017192 2001-01-25
NL1017192A NL1017192C2 (nl) 2001-01-25 2001-01-25 Rolstoel voorzien van een zwenkvoorziening nabij de knie van een gebruiker.
US10/171,800 US7243935B2 (en) 2001-01-25 2002-06-14 Wheelchair having a pivot provision adjacent the knee of a user
US17180002 2002-06-14

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1017192C2 true NL1017192C2 (nl) 2002-07-26

Family

ID=32179202

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1017192A NL1017192C2 (nl) 2001-01-25 2001-01-25 Rolstoel voorzien van een zwenkvoorziening nabij de knie van een gebruiker.

Country Status (3)

Country Link
US (1) US7243935B2 (nl)
EP (1) EP1226803B1 (nl)
NL (1) NL1017192C2 (nl)

Families Citing this family (29)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB0207144D0 (en) * 2002-03-27 2002-05-08 Specmat Ltd Wheelchairs
US20040135357A1 (en) * 2003-01-10 2004-07-15 Ferretti Chang Vehicle body of electric vehicle
US20060131833A1 (en) * 2003-03-27 2006-06-22 Specmat Limited Wheelchairs
EP1814502A1 (en) 2004-10-29 2007-08-08 R82 A/S Comfort wheelchair
CA2601470C (en) 2005-03-30 2014-09-23 Jaimie Borisoff A height adjustable wheelchair
US7455362B2 (en) * 2005-07-14 2008-11-25 Kids Up, Inc. Adjustable motion wheel chair
EP1900349A1 (en) * 2006-09-18 2008-03-19 Invacare International Sàrl Support device for wheelchair
US7871094B2 (en) 2007-08-14 2011-01-18 Pdg, Inc. Reconfigurable tilt wheelchair
US8944454B2 (en) 2007-10-01 2015-02-03 Pride Mobility Products Corporation Dual-track tilt mechanism
WO2009154670A2 (en) * 2008-05-06 2009-12-23 Steven Patmont Wheelchair having torsion-acting shock absorption and detachable drivetrain
ITPV20080009A1 (it) * 2008-08-06 2010-02-07 Bruno Gianini Dispositivo di sollevamento per sedie dette comode e carrozzine ad uso di persone diversamente abili ad avanzamento elettrico 12 v.
US20100038880A1 (en) * 2008-08-15 2010-02-18 Bagg Christian Peter Edward Modular and/or configurable wheelchair apparatus
US8011680B2 (en) * 2008-11-17 2011-09-06 Eric Mark Chelgren Wheelchair suspension system
US20120295778A1 (en) 2011-05-17 2012-11-22 Johansson Paul J Mobile rocking patient chair and method of use
US9010787B2 (en) 2013-03-04 2015-04-21 Ki Mobility Tilt-in-space wheelchair using multiple controlling paths
US9510981B2 (en) 2013-03-14 2016-12-06 Stryker Corporation Reconfigurable transport apparatus
US20140265502A1 (en) 2013-03-15 2014-09-18 Stryker Corporation Medical support apparatus
US10052247B2 (en) * 2015-08-24 2018-08-21 Dream Roller Mobility, LLC Wheelchair with four wheel independent suspension and modular seating
US11020295B2 (en) 2015-12-22 2021-06-01 Stryker Corporation Patient support systems and methods for assisting caregivers with patient care
US10813806B2 (en) 2016-05-24 2020-10-27 Stryker Corporation Medical support apparatus with stand assistance
US11147726B2 (en) 2016-08-01 2021-10-19 Stryker Corporation Person support apparatus system
US10154930B2 (en) 2016-08-01 2018-12-18 Stryker Corporation EMS backboard
US11020293B2 (en) 2016-08-01 2021-06-01 Stryker Corporation Multi-function person handling equipment
US10828213B1 (en) 2017-07-07 2020-11-10 Ki Mobility, LLC Foldable tiltable wheelchair and frame therefor
US10667969B2 (en) 2018-01-16 2020-06-02 Kinetic Innovative Seating System Llc Ergonomically designed seating apparatus
CN110150892A (zh) * 2019-06-21 2019-08-23 浙江孚邦科技有限公司 一种扶手可转动的座椅
PL3795128T3 (pl) 2019-09-17 2023-02-27 Mbl Poland Spółka Z Ograniczoną Odpowiedzialnością Wózek inwalidzki
JP7422422B2 (ja) 2021-07-07 2024-01-26 三和機電工業株式会社 車椅子の支持構造および車椅子
US11986428B2 (en) * 2021-10-01 2024-05-21 Rolapal Limited Wheelchair

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2203332A (en) * 1987-03-18 1988-10-19 Guthleben Pty Limited Demountable wheelchair
JPH03100920A (ja) 1989-09-12 1991-04-25 Fujitsu Ltd 磁気記録媒体の表面潤滑方法
EP0463652A1 (en) * 1990-05-02 1992-01-02 Revab B.V. Biomechanical body support
WO1997023187A1 (fr) * 1995-12-21 1997-07-03 Degonda-Rehab S.A. Dispositif de siege inclinable stationnaire ou roulant, notamment pour malade ou handicape
US5727802A (en) * 1994-07-14 1998-03-17 Everest & Jennings International Ltd. Suspension wheelchair and wheelchair frame
WO1998010730A1 (en) * 1996-09-12 1998-03-19 Mul Acquisition Corp. Ii Wheeled chair with dual pivots

Family Cites Families (31)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US521463A (en) * 1894-06-19 Invalid-chair
US3415531A (en) * 1966-09-09 1968-12-10 Louise A. Kiel Rocking wheel chair
US4078817A (en) * 1976-06-10 1978-03-14 Reme Enterprises, Inc. Shock absorber attachment for wheelchairs or the like
US4125269A (en) * 1977-03-21 1978-11-14 Kiel Louise A Recliner-rocker geriatric wheel chair
DE2733322C3 (de) * 1977-07-23 1980-08-07 Protoned B.V., Amsterdam Arbeitsstuhl
JPS5628714A (en) * 1979-08-20 1981-03-20 Tokico Ltd Locking chair
US4544200A (en) * 1983-06-02 1985-10-01 Philip Dunn Wheelchair with rocking seat and reclining back feature
US4572533A (en) * 1984-05-29 1986-02-25 Laura Ellis Wheelchair shock absorbing apparatus
US4597567A (en) * 1984-10-26 1986-07-01 Barry Wright Corporation Adjustable torsion spring
WO1986003954A1 (en) * 1985-01-12 1986-07-17 Voelkle Rolf Seating device with spring for the seat
US4641848A (en) * 1985-04-15 1987-02-10 Ayers Robert C Wheelchair with rocking seat assembly
US4648848A (en) * 1985-11-12 1987-03-10 Fluor Corporation Spar buoy fluid transfer system
US4707026A (en) * 1986-06-02 1987-11-17 Johansson Paul J Mobile rocking wheelchair with position locking means
US4889385A (en) * 1988-03-09 1989-12-26 American Seating Company Chair seat-and-back support
US4889384A (en) * 1988-07-10 1989-12-26 Leggett & Platt, Incorporated Knee-action chair control
US5004259A (en) * 1989-11-15 1991-04-02 Rx Rocker Corporation Rocking wheelchair
US5154438A (en) * 1991-09-30 1992-10-13 Barclay Hugh W Tilting and folding wheelchair
JP2919131B2 (ja) * 1991-10-22 1999-07-12 株式会社イトーキクレビオ 椅子の傾動制御装置
US5997021A (en) * 1994-12-28 1999-12-07 Sunrise Medical Hhg Inc. Adjustable seat back assembly for a wheelchair
US6276704B1 (en) * 1997-09-23 2001-08-21 Charles J. Suiter Adjustable wheelchair having a tilting and reclining seat
US5904398A (en) * 1997-10-23 1999-05-18 Farricielli; Susan Ergonomically designed seat assembly for a portable wheelchair
IT1308075B1 (it) * 1999-06-04 2001-11-29 Pro Cord Srl Sedia con sedile oscillante
NL1012548C2 (nl) * 1999-07-09 2001-01-10 Mediquip Holland B V Rolstoel.
GB0010238D0 (en) * 2000-04-28 2000-06-14 Northeastern Components Intern Locking mechanism for chair and pushbutton control therefor
US6419253B1 (en) * 2000-05-01 2002-07-16 Invacare Corporation Wheelchair having a double turnbuckle height adjustment
CA2311934C (en) * 2000-06-19 2012-08-21 Phil Mundy Wheelchair with tiltable seat
US6394476B1 (en) * 2000-08-10 2002-05-28 Invacare Corporation Wheelchair seat having adjustable telescoping assembly
NL1019017C2 (nl) 2001-09-24 2003-03-25 Revab Bv Zelfdragende zitondersteuning en daarmee uitgeruste rolstoel, alsmede een werkwijze voor het vervaardigen daarvan.
US6595584B1 (en) * 2002-01-16 2003-07-22 John W. Caldwell Seating for individuals and for groups of individuals with various degrees of accommodation and distraction
US8474848B2 (en) * 2003-03-31 2013-07-02 Sunrise Medical (Us) Llc Personal mobility vehicle with tiltable seat
US7014204B2 (en) * 2003-10-06 2006-03-21 Amg Medical Inc. Rocking wheelchair

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2203332A (en) * 1987-03-18 1988-10-19 Guthleben Pty Limited Demountable wheelchair
JPH03100920A (ja) 1989-09-12 1991-04-25 Fujitsu Ltd 磁気記録媒体の表面潤滑方法
EP0463652A1 (en) * 1990-05-02 1992-01-02 Revab B.V. Biomechanical body support
US5727802A (en) * 1994-07-14 1998-03-17 Everest & Jennings International Ltd. Suspension wheelchair and wheelchair frame
WO1997023187A1 (fr) * 1995-12-21 1997-07-03 Degonda-Rehab S.A. Dispositif de siege inclinable stationnaire ou roulant, notamment pour malade ou handicape
WO1998010730A1 (en) * 1996-09-12 1998-03-19 Mul Acquisition Corp. Ii Wheeled chair with dual pivots

Also Published As

Publication number Publication date
EP1226803A1 (en) 2002-07-31
EP1226803B1 (en) 2011-08-31
US7243935B2 (en) 2007-07-17
US20030230868A1 (en) 2003-12-18

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1017192C2 (nl) Rolstoel voorzien van een zwenkvoorziening nabij de knie van een gebruiker.
US6276704B1 (en) Adjustable wheelchair having a tilting and reclining seat
US5996716A (en) Adjustable wheelchair
AU2008278200B2 (en) Stand-up unit for stand-up wheelchairs and chairs, particularly therapy chairs
US6311999B1 (en) Wheelchair with a closed three-dimensional frame
JP7015849B2 (ja) 歩行補助用車椅子
US20120119550A1 (en) Mobile ergonomic rotating adjustable chair with lumbar support
US20090146389A1 (en) Wheelchair
EP1194103B1 (en) Wheel chair
EP2156766B1 (en) Chair (variants)
US20180185215A1 (en) Tilt-in-space wheelchair with dynamic tilt range
US5573260A (en) Sport wheelchair having a T-frame
US5172925A (en) Mobile prone stander with positioning chair
US7287815B2 (en) Ergonomic seating module and seat fitted with said module
WO1989009557A1 (en) An adjustable lumbar cushion used for chairs, arm-chairs and others
US7481494B2 (en) Adjustable chair arrangement
EP1295582B1 (en) Wheelchair with a self-supporting sitting support and method for manufacturing same
NL8102036A (nl) Montageinrichting voor een stoelzitting.
EP0761195B1 (en) Multifunctional wheelchair
NL8701561A (nl) Rolstoel.
EP0526088A1 (en) Wheelchairs
NL1034243C2 (nl) Rolstoel met anti tip beveiliging.
AU732719B2 (en) Wheeled chair with dual pivots
JPH09572A (ja) 車椅子
NL9400407A (nl) Stoel met een bekrachtigd schaarmechaniek.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
SD Assignments of patents

Owner name: LUDGERUS BEHEER B.V.

Effective date: 20050628

V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20130801