NL1017041C2 - Optrekbare tochtstrip. - Google Patents

Optrekbare tochtstrip. Download PDF

Info

Publication number
NL1017041C2
NL1017041C2 NL1017041A NL1017041A NL1017041C2 NL 1017041 C2 NL1017041 C2 NL 1017041C2 NL 1017041 A NL1017041 A NL 1017041A NL 1017041 A NL1017041 A NL 1017041A NL 1017041 C2 NL1017041 C2 NL 1017041C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
door
closing
sealing strip
strip
sill
Prior art date
Application number
NL1017041A
Other languages
English (en)
Inventor
Simon Hindriks
Original Assignee
Simon Hindriks
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Simon Hindriks filed Critical Simon Hindriks
Priority to NL1017041A priority Critical patent/NL1017041C2/nl
Priority to EP02075005A priority patent/EP1221529A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1017041C2 publication Critical patent/NL1017041C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B7/00Special arrangements or measures in connection with doors or windows
    • E06B7/16Sealing arrangements on wings or parts co-operating with the wings
    • E06B7/22Sealing arrangements on wings or parts co-operating with the wings by means of elastic edgings, e.g. elastic rubber tubes; by means of resilient edgings, e.g. felt or plush strips, resilient metal strips
    • E06B7/23Plastic, sponge rubber, or like strips or tubes
    • E06B7/2316Plastic, sponge rubber, or like strips or tubes used as a seal between the floor and the wing
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B7/00Special arrangements or measures in connection with doors or windows
    • E06B7/16Sealing arrangements on wings or parts co-operating with the wings
    • E06B7/18Sealing arrangements on wings or parts co-operating with the wings by means of movable edgings, e.g. draught sealings additionally used for bolting, e.g. by spring force or with operating lever
    • E06B7/20Sealing arrangements on wings or parts co-operating with the wings by means of movable edgings, e.g. draught sealings additionally used for bolting, e.g. by spring force or with operating lever automatically withdrawn when the wing is opened, e.g. by means of magnetic attraction, a pin or an inclined surface, especially for sills
    • E06B7/215Sealing arrangements on wings or parts co-operating with the wings by means of movable edgings, e.g. draught sealings additionally used for bolting, e.g. by spring force or with operating lever automatically withdrawn when the wing is opened, e.g. by means of magnetic attraction, a pin or an inclined surface, especially for sills with sealing strip being moved to a retracted position by elastic means, e.g. springs

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Specific Sealing Or Ventilating Devices For Doors And Windows (AREA)

Description

Titel: Optrekbare tochtstrip
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting volgens de aanhef van conclusie 1.
Een dergelijke inrichting is uit de praktijk bekend; hierbij is in de onderzijde van een deur in de lengterichting van die onderzijde een sleuf 5 aangebracht waarin een afsluitelement rechtstandig op en neer kan bewegen. In geopende toestand van de deur is het afsluitelement opgetrokken, en bij het sluiten van de deur wordt het afsluitelement omlaag bewogen om bij een volledig gesloten deur aan te sluiten op de onderdorpel.
Met deze bekende afsluiting kan een redelijk afdoende tochtwering 10 worden verkregen. Nadelig hierbij is echter dat bij toepassing voor buitendeuren die naar binnen toe open gaan veelvuldig lekkageproblemen optreden als regen onder invloed van wind tegen de deur slaat. Onderdruk in het de woning of in het gebouw ondersteunt daarbij het binnentreden van water.
15 Verder zijn uit de praktijk naar buiten openende deuren en ramen bekend die zijn voorzien van een afdichtstrip onderlangs de buitenzijde van de deur of het raam, welke afdichtstrips bij het sluiten van de deur of het raam eenvoudigeweg met de deur of het raam mee bewegen totdat deze tegen de buitenzijde van een onder de deur of het raam gelegen oppervlaksge-20 deelte van het kozijn stuiten. Ook bij deze uitvoering van een afdichting doen zich regelmatig het lekkageproblemen voor.
De uitvinding heeft tot doel deze problemen op te lossen door een afsluiting te verschaffen waarmee beter waterkerende afsluiting langs een onder onderzijde van een deur of een raam kan worden verkregen.
25 Hiertoe voorziet de uitvinding in een afsluiting volgens conclusie 1.
Doordat bij de afsluiting volgens de uitvinding de ten opzichte van de onderrand van de deur of het raam beweegbare afsluitstrip bij het sluiten van de 1 01704 1 2 deur of het raam over de buitenkant van de dorpel reikt wordt een betrouwbare waterkering langs de onderzijde van de deur verkregen. De uitvinding kan tevens zijn belichaamd in een deur volgens conclusie 12 alsook in een raam volgens conclusie 13.
5 De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoerige beschrijving van een aantal uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding aan de hand van de tekening. Hierin toont: fig. 1 een zijaanzicht in dwarsdoorsnede van een onderrand van een deur met een afsluitinrichting volgens de uitvinding in geopende toe-10 stand, fig. 2 een zijaanzicht in dwarsdoorsnede van een onderrand van een deur en onderdorpel met een afsluitinrichting volgens de uitvinding in fig. 3 een zijaanzicht in dwarsdoorsnede van een onderrand van 15 een deur met een andere afsluitinrichting volgens de uitvinding in geopende toestand, fig. 4 een zijaanzicht in dwarsdoorsnede van fig. 3 in gesloten toestand, fig. 5 een vooraanzicht van een deur voorzien van een afsluitinrich-20 ting volgens de uitvinding, fig. 6 een zijaanzicht in dwarsdoorsnede van een onderrand van een deur met een afsluitinrichting volgens de uitvinding, fig. 7 een zijaanzicht in dwarsdoorsnede van een onderrand van een deur met een afsluitinrichting volgens de uitvinding, 25 fig. 8 een zijaanzicht in dwarsdoorsnede van een onderrand van een deur met een afsluitinrichting volgens de uitvinding, en fig. 9 een zijaanzicht in dwarsdoorsnede van een onderrand van een deur met een afsluitinrichting volgens de uitvinding.
In fig. 5 is een deur 2 getoond die is opgenomen in een deurkozijn 30 50 met een onderdorpel 3. Opgemerkt wordt, dat het onderdeel 2 ook een 1017041 3 raam kan zijn en dat de onderdorpel 3 ook gevormd kan worden door een kozijngedeelte onder dat raam. In de navolgende beschrijving wordt kortheidshalve steeds uitgegaan van een afdichting aan een onderzijde van een deur. Aan de onderzijde van de deur 2 is een afsluitinrichting 1 volgens de 5 uitvinding aangebracht zoals getoond in fig. 1. De deur 2 heeft een voorzijde 6 en een achterzijde 7. Aan de onderzijde van de deur 2 is op het ondervlak 5 een langgerekt profiel 10 aangebracht, dat zich over de gehele breedte van de deur 2 uitstrekt. Het profiel 10 heeft een hol en in dwarsdoorsnede rechthoekig deel 13 waar vanaf zich een uitstekend deel 11 uitstrekt. Het 10 van het rechthoekige deel 13 afgekeerde uiteinde van het uitstekende deel 11 is voorzien van klauwen 12 die een halfronde ruimte begrenzen. In de door de klauwen omgrensde ruimte 12 is een halfronde scharnierpen 32 opgesloten. Aan de scharnierpen 32 is een afsluitdeel 31 verbonden. De klauwen 12 en de scharnierpen 32 vormen een scharnier zodanig dat het afsluit-15 deel 31 rond de scharnierpen 32 ten opzichte van het profiel 10 kan scharnieren, in de richting aangegeven met de pijl B in fig. 1.
Het afsluitdeel 31 is uitgevoerd als een langgerekt profiel. Aan een van de deur 2 afgerichte rand 34 is het afsluitdeel 31 aan de naar het scharnier gekeerde zijde voorzien van een houderprofiel 35 waarin een af-20 sluitrubber 36 is aangebracht. Het afsluitrubber 36 loopt aaneengesloten langs de gehele rand 34 van het afsluitdeel 31. Aan de naar de deur 2 toegekeerde rand 33 is het afsluitdeel 31 over de gehele lengte van de rand 33 voorzien van een rubber rand 33.
Aan de binnenzijde 7 is de deur 2 voorzien van een tochtprofiel 20 25 dat is aangebracht op de het profiel 10. Een bovengelegen uiteinde van het tochtprofiel 20 is voorzien van een zich langs de gehele rand van het tochtprofiel 20 uitstrekkende rubber rand 21. In gemonteerde toestand sluit de rubber rand 21 de ruimte tussen het profiel 10 en de onderzijde 5 van de deur 2 tochtdicht af. Verder is het tochtprofiel 20 aan een onderste rand 1017041 4 voorzien van een rubber rand 22 die in de getoonde uitgangstoestand tot onder de deur 2 uitstrekt.
In fig. 1 is de afsluitinrichting 1 getoond in de uitgangsstand waarbij het afsluitdeel 31 zodanig gekanteld is dat het uiteinde 34 van het af-5 sluitdeel 31 zich in dit voorbeeld hoger dan de onderste rand 11 van het profiel 10 bevindt. Overigens is de uitvinding niet beperkt tot een dergelijke hoogte, volgens de uitvinding volstaat het dat het afsluitdeel zich voldoende hoog bevindt ten opzichte van een ondergelegen dorpel dat het afsluitdeel bij het sluiten van de deur over de dorpel verplaatsbaar is, waarbij desge-10 wenst contact tussen het afsluitdeel en de dorpel mogelijk is.
De afsluitinrichting 1 is voorzien van een veerinrichting die is ingericht om door middel van een veerkrachtig element de afsluitinrichting in de open stand, zoals getoond in fig. 1T te dwingen.
Bij het sluiten van de deur, waarbij de deur in de richting aange-15 geven met een pijl A in fign. 1 en 2 wordt bewogen, wordt de afsluitinrichting 1 tot over een bij de deuropening behorende dorpel 3 bewogen. Het kozijn van de deur 2 is voorzien van een pen die aangrijpt op een naar het kozijn gekeerd deel van het sluitdeel 31. Hierdoor wordt het sluitdeel 31 tegen de veerdruk in, in de richting aangeduid met B in fig. 3 gezwenkt.
20 Tijdens het sluiten van de deur 2 zwenkt het sluitdeel 31 zover door dat in de volledig gesloten toestand van de deur 2, zoals getoond in fig. 2, het rubber 36 aansluit op een buitenste rand 8 van een opstaande rand 8’ van de onderdorpel 3. Deze opstaande rand 8’ wordt ook wel klik genoemd. In deze gesloten stand van het sluitdeel 31 ligt de rubber rand 33 van het 25 sluitdeel 31 aan tegen de onderzijde 5 van de deur 2.
In gesloten toestand wordt een goed afsluiting van de onderzijde van de deur verkregen doordat het sluitdeel 31, middels het rubber 36, de ruimte onder de deur en boven de dorpel afsluit van de buitenzijde van de deur, zodat tocht en vocht niet kunnen binnendringen. Bij voorkeur is het 30 rubber 36 zodanig uitgevoerd dat in gesloten toestand het rubber 36 zodanig 1D17C4I' 5 vervormd in contact met de rand 8 dat een waterkerende afsluiting wordt verkregen. Doordat ook het rubber 33 aanligt tegen de onderzijde van de deur wordt een verdere afsluiting tegen tocht en vocht van de ruimte onder de deur verkregen. Hierdoor wordt tevens bereikt dat geen vuil kan binnen-5 dringen in de sluitdeelconstructie.
Door middel van het zwenken van het sluitdeel kan een relatief grote verticale afstand tussen de onderdorpel en de deur overbrugt worden door de afsluitinrichting in gesloten toestand, terwijl in geopende toestand de in de verticale richting voor de afsluitinrichting benodigde ruimte gering 10 is.
In gesloten toestand ligt het rubber 22 aan tegen de achterzijde van de dorpel 2, waardoor een verdere afsluiting van de ruimte onder de deur wordt verkregen.
In fign. 3 en 4 is een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een afslui-15 tinrichting volgens de uitvinding getoond. Een met de deur 2 uit het vorige voorbeeld overeenkomende deur 2’ heeft een voorzijde 6’ en een achterzijde 7’. Aan de onderzijde van de deur 2 is op het ondervlak 5’ een langgerekt profiel 110 aangebracht, dat zich over de gehele breedte van de deur 2 uitstrekt. Het profiel 110 komt overeen met het profiel 10 uit het voorgaande 20 uitvoeringsvoorbeeld, en is overeenkomstig voorzien van een hol en in dwarsdoorsnede rechthoekig deel 113 waar vanaf zich een uitstekend deel 111 uitstrekt. Het van het rechthoekige deel 113 afgekeerde uiteinde van het uitstekende deel 111 is voorzien van klauwen 112 die een halfronde ruimte begrenzen. In de door de klauwen omgrensde ruimte 112 is een half-25 ronde scharnierpen 132 opgesloten. Aan de scharnierpen 132 is een afsluit-deel 131 verbonden. De klauwen 112 en de scharnierpen 132 vormen een scharnier zodanig dat het afsluitdeel 131 rond de scharnierpen 132 ten opzichte van het profiel 110 kan scharnieren, in de richting aangegeven met de pijl B’ in fig. 3.
1 01704 1 6
Het afsluitdeel 131 is uitgevoerd als een langgerekt profiel. Vanaf het afsluitdeel 131 strekt zich in van de deur 2’ afgerichte zijde een afsluit-rubber 136 uit. Het afsluitrubber 136 is om dit voorbeeld relatief dun en soepel. Het afsluitrubber 136 loopt aaneengesloten langs het gehele afsluit-5 deel 131.
Aan de binnenzijde 7’ is de deur 2’ voorzien van een tochtprofiel 120 dat is aangebracht op de het profiel 110. Een bovengelegen uiteinde van het tochtprofiel 120 is voorzien van een zicht langs de gehele rand van het tochtprofiel 120 uitstrekkende rubber rand 121. In gemonteerde toestand 10 sluit de rubber rand 121 de ruimte tussen het profiel 110 en de onderzijde 5’ van de deur 2’ tochtdicht af. Verder is het tochtprofiel 120 aan een onderste rand voorzien van een rubber rand 122 die in de getoonde uitgangstoestand
De onderdorpel 3’ is op het bovenvlak voorzien van een slijtplaat 15 108. Op de naar de buitenzijde gekeerde bovenrand van de onderdorpel 3’ is een profiel 109 aangebracht dat zich over de gehele lengte van de onderdorpel 3’ uitstrekt. In dwarsdoorsnede is het profiel 109 in hoofdzaak U vormig met een naar beneden gerichte rand 109”. De rand 109” is aangebracht op een opstaande rand van de onderdorpel 3’, zodanig dat een middendeel 109’ 20 van de U-vorm van het profiel nabij een rand van de onderdorpel 3’ is gelegen.
Aan de onderzijde van de deur 2’ is aan de buitenzijde 6’ een wel-dorpel 106 aangebracht. Deze weldorpel 106 strekt zich over de breedte van de deur uit. Dergelijke weldorpels zijn als zodanig bekend en dienen voor 25 het tegengaan van het toetreden van water onder de deur.
In fig. 3 is de afsluitinrichting 101 getoond in de uitgangsstand waarbij het afsluitdeel 131 zodanig gekanteld is dat het uiteinde 134 van het afsluitdeel 131 zich in dit voorbeeld hoger dan de onderste rand 111 van het profiel 110 bevindt. Overigens is de uitvinding niet beperkt tot een der-30 gelijke hoogte, volgens de uitvinding volstaat het dat het afsluitdeel zich 1 017041 7 voldoende hoog bevindt ten opzichte van een ondergelegen dorpel dat het afsluitdeel bij het sluiten van de deur over de dorpel verplaatsbaar is, waarbij desgewenst contact tussen het afsluitdeel en de slijtplaat op de dorpel mogelijk is. Onder dorpel of dorpelsamenstel wordt in het kader van deze 5 uitvinding de dorpel inclusief mogelijk aanwezige slijtplaten of ander beslag aangebracht op de dorpel zoals bijvoorbeeld het profiel 109.
De afsluitinrichting 101 is evenals het de hiervoor beschreven uitvoering voorzien van een veerinrichting die is ingericht om door middel van een veerkrachtig element de afsluitinrichting in de open stand, zoals ge-10 toond in fig. 3, te dwingen.
Bij het sluiten van de deur, waarbij de deur in de richting aangegeven met een pijl A’ in fign. 3 en 4 wordt bewogen, wordt de afsluitinrichting 101 tot over een bij de deuropening behorende dorpel 3’ bewogen. Het kozijn van de deur 2’ is voorzien van een pen die aangrijpt op een naar het 15 kozijn gekeerd deel van het sluitdeel 131. Hierdoor wordt het sluitdeel 131 tegen de veerdruk in, in de richting aangeduid met B’ in fig. 3 gezwenkt.
Tijdens het sluiten van de deur 2’ zwenkt het sluitdeel 131 zover door dat in de volledig gesloten toestand van de deur 2’, zoals getoond in fig. 4, de rubberrand 136 aansluit op het U-vormige deel 109’ van het profiel 20 109 op de onderdorpel 3. Hierbij kan de rubberrand 136 enigszins opbollen en de uiteinde van de rubberrand tegen het profiel 109 vouwen dat op als zodanig bekende wijze een waterkerende afsluiting wordt verkregen.
In gesloten toestand wordt een goed afsluiting van de onderzijde van de deur verkregen doordat het sluitdeel 131, middels het rubber 136, de 25 ruimte onder de deur en boven de dorpel afsluit van de buitenzijde van de deur, zodat tocht en vocht niet kunnen binnendringen. Bij voorkeur is het rubber 136 zodanig uitgevoerd dat in gesloten toestand het rubber 136 zodanig vervormd in contact met het U-vormige deel 109’ dat een waterkerende afsluiting wordt verkregen. De weldorpel 106 zorgt ervoor dat bij een ge- ✓5 ·' ·*' ·’· f. 4 i \) i 1 4 8 sloten deur 2’ geen water dat langs de buitenzijde van de deur 2’ loopt direct op de afsluitinrichting 101 kan lopen.
In gesloten toestand ligt het rubber 122 aan tegen de achterzijde van de dorpel 2’, waardoor een verdere afsluiting van de ruimte onder de 5 deur wordt verkregen.
In fig. 6 is een nadere uitvoeringsvariant volgens de uitvinding getoond. De afsluitinrichting 200 omvat een afsluitstrip 250 die door middel van een koppelstuk 210 met een bedieningsstructuur 220 is verbonden. De bedieningsstructuur 220 heeft een aansluitgebied 230 voor aansluiting op 10 een ondergedeelte 245 van een deur 240 en gekoppeld met de afsluitstrip 250. De bedieningsstructuur 220 is uit de stand der techniek bekend en is ingericht om translerend omhoog te bewegen in de richting aangegeven met D. bij het openen van de deur en omlaag te bewegen bij het sluiten van de _________ deur. In de fig. 6 is de inrichting getoond in de gesloten stand, waarbij de 15 afsluitstrip 250 afsluitend aanligt tegen een bij de deur behorende onder-dorpel 260. Bij het openen van de deur in de richting aangegeven met C, beweegt de bedieningsstructuur 220, in reactie op het sluiten van de deur, de afsluitstrip van de gesloten stand naar een althans gedeeltelijk ingetrokken stand waarbij de afsluitstrip wordt vrijgehouden van de onderdorpel. De 20 afsluitstrip steekt ten minste in de gesloten stand, horizontaal en in een richting dwars op de afsluitstrip uit ten opzichte van het aansluitgebied van de aansluitstructuur zodat de afsluitstrip aan een buitenzijde van de onderdorpel voorbij een bovenzijde van de onderdorpel uitsteekt. Hierdoor wordt een efficiënte waterkerende afsluiting tussen onderdorpel en deur verkregen 25 bij een gesloten deur.
In fig. 7 is een nadere uitvoeringsvariant volgens de uitvinding getoond. De afsluitinrichting 300 omvat een afsluitstrip 350 die door middel van een koppelstuk 310 met een bedieningsstructuur 320 is verbonden, stand. De afsluitstrip 350 is in dit voorbeeld uitgevoerd als een, in gebruiks-30 toestand beschouwd, in horizontale richting veerkrachtige lip. De lip is ge- 1017041 9 plaatst onder een hoek van 30°-60° en bij voorkeur 40°-50° met de verticaal. De bedieningsstructuur 320 heeft een aansluitgebied 330 voor aansluiting op een ondergedeelte 345 van een deur 340 en gekoppeld met de afsluitstrip 350. De bedieningsstructuur 320 is uit de stand der techniek bekend en is 5 ingericht om translerend omhoog te bewegen in de richting aangegeven met D, bij het openen van de deur en omlaag te bewegen bij het sluiten van de deur. In de fig. 7 is de inrichting getoond in de gesloten stand, waarbij de afsluitstrip 350 afsluitend aanligt tegen een bij de deur behorende onder-dorpel 360. Bij het openen van de deur in de richting aangegeven met C, 10 beweegt de bedieningsstructuur 320, in reactie op het sluiten van de deur, de afsluitstrip van de gesloten stand naar een althans gedeeltelijk ingetrokken stand waarbij de afsluitstrip wordt vrijgehouden van de onderdorpel. De afsluitstrip steekt ten minste in de gesloten stand, horizontaal en in een richting dwars op de afsluitstrip uit ten opzichte van het aansluitgebied van 15 de aansluitstructuur zodat de afsluitstrip aan een buitenzijde van de onderdorpel voorbij een bovenzijde van de onderdorpel uitsteekt. Het oppervlak in het gebied waar de onderdorpel en de afsluitstrip tegen elkaar aanliggen maakt in gebruikstoestand een hoek van 30°-60° en bij voorkeur 40°-50° met de verticaal. Door deze hoek wordt met een relatief geringe verticale 20 verplaatsing een snelle vrijgave van de dorpel verkregen, terwijl toch een goede afsluiting gewaarborgd blijft.
In fig. 8 is een nadere uitvoeringsvariant volgens de uitvinding getoond. Aan de onderzijde van een deur 402 is een afsluitinrichting 401 volgens de uitvinding aangebracht. In tegenstelling tot de voorgaande voor-25 beelden gaat de deur 402 ten opzichte van de dorpel 3 naar buiten open in de richting aangegeven met de pijl X. De deur 402 heeft een voorzijde 6 en een achterzijde 7. Aan de voorzijde 6 is een weldorpel 406 aangebracht. Aan de onderzijde van de deur 2 is op het ondervlak een langgerekt profiel 110 aangebracht, dat zich over de gehele breedte van de deur 402 uitstrekt. Het 1017041 10 profiel 110 komt overeen met de variant getoond in de fign. 1-4, en heeft een hol en in dwarsdoorsnede rechthoekig deel 13 waar vanaf zich een uitstekend deel 11 uitstrekt. Op met het voorbeeld uit fig. 1 overeenkomstige wijze is een afsluitdeel 431 op het uitstekende deel 11 aangebracht, waarbij het 5 afsluitdeel 431 kan zwenken ten opzichte van het deel 11. Aan de achterzijde is het profiel 110 voorzien van een extra het tochtprofiel 420 waarvan de functie overeenkomt met de afdichting 20 uit de voorgaande voorbeelden.
Het afsluitdeel 431 is voorzien van een afsluitrubber 436, overeenkomend met het hiervoor beschreven afsluitrubber 36, dat in gesloten toe-10 stand zoals getoond in fig. 8, aanligt op de dorpel 3. Bij het openen van de deur, waarbij deze in de richting X beweegt zorgt een bedieningsinrichting, gelijk aan die van het eerste uitvoeringsvoorbeeld, ervoor dat het afsluitdeel 431 kan desgewenst over de gehele lengte van de rand 433 voorzien van een 15 rubber rand, die in gesloten toestand zorgt voor een extra afdichting, overeenkomstig de rand 33 uit het eerste uitvoeringsvoorbeeld.
Een nadere uitvoeringsvorm van een afsluitinrichting 501 volgens de uitvinding met een naar buiten openende deur wordt getoond in fig. 9. Hierbij zijn de deur 402 en dorpel 3 gelijk aan het uitvoeringsvoorbeeld van 20 fig. 8, evenals het profiel 110 en het tochtprofiel 420. In plaats van een wel-dorpel is een afdekprofiel 506 aangebracht dat inwatering tegengaat.
Het profiel 110 komt overeen met de variant getoond in de fign. 1-4, en heeft een hol en in dwarsdoorsnede rechthoekig deel waar vanaf zich een uitstekend deel uitstrekt. Op met het voorbeeld uit fig. 1 overeenkom-25 stige wijze is een afsluitdeel 531 op het uitstekende deel aangebracht, waarbij het afsluitdeel 531 kan zwenken ten opzichte van het deel. In dit voorbeeld is de zwenkas gelegen bij een rand van het afsluitdeel; hierdoor ontbreekt een rand 33, 433, zoals in voorgaande voorbeelden getoond. Het aanbrengen van de zwenkas nabij de rand van het afsluitdeel heeft tot 30 voordeel dat de inbouwhoogte beperkt kan blijven. Ter verbetering van de 1 017041 11 zwenkende beweging van het afsluitdeel kan een verende element, zoals bijvoorbeeld een spiraal- of torsieveer zijn aanbracht rond de rotatieas van het afsluitdeel 53. Aan de achterzijde is het profiel 110 voorzien van een extra het tochtprofiel 420 waarvan de functie overeenkomt met de afdichting 5 20 uit de voorgaande voorbeelden.
Het afsluitdeel 531 is voorzien van een afsluitrubber 436, overeenkomend met het hiervoor beschreven afsluitrubber 36, dat in gesloten toestand aanligt op de dorpel 3, zoals getoond in fïg. 9. Bij het openen van de deur, waarbij deze in de richting X beweegt, zorgt een bedieningsinrichting, 10 gelijk aan die van het eerste uitvoeringsvoorbeeld, ervoor dat het afsluitdeel omhoog zwenkt.
Hoewel in de getoonde voorbeelden de afsluitinrichting is getoond voor een deur in samenwerking met een kozijn, kan de inrichting volgens de uitvinding ook worden toegepast bij andere gevelopeningen met een kozijn 15 en beweegbaar afsluitdeel zoals bijvoorbeeld ramen en luiken.
1017041

Claims (13)

1. Inrichting voor het afsluiten van een spleet tussen een onderdorpel (3, 3’, 260, 360) en een gesloten deur (2, 2’, 240, 340) of raam, omvattende een afsluitstrip (31, 131, 210, 310) en een bedieningsstructuur met een aan-sluitgebied voor aansluiting op een ondergedeelte van een deur (2, 2’, 240, 5 340) of raam en gekoppeld met de afsluitstrip (31, 131, 210, 310) voor het, in reactie op het sluiten van de deur of het raam, bewegen van de afsluitstrip (31, 131, 210, 310) van een eerste, althans gedeeltelijk ingetrokken stand voor het vrij houden van de afsluitstrip (31, 131, 210, 310) van de onderdorpel (3, 3’, 260, 360) naar een tweede, ten opzichte van de eerste stand meer 10 omlaag uitstekende stand voor het afsluitend aan doen liggen van de af-sluitstrip (3Ï, Ï3Ï, 210, 310) tegen de onderdorpel (3, 3’, 26Ö, 36Ö) en voor het, in reactie op het openen van de deur of het raam terug bewegen van de afsluitstrip (31, 131, 210, 310) van genoemde tweede stand naar genoemde eerste stand, met het kenmerk, dat de afsluitstrip (31, 131, 210, 310) ten 15 minste in genoemde tweede stand, in gebruikstoestand beschouwd, horizontaal en in een richting dwars op genoemde afsluitstrip (31, 131, 210, 310) uitsteekt ten opzichte van genoemd aansluitgebied van genoemde bedieningsstructuur voor het aan een buitenzijde van de onderdorpel (3, 3’, 260, 360) voorbij een bovenzijde van de onderdorpel (3, 3’, 260, 360) doen uitste-20 ken van de afsluitstrip (31, 131, 210, 310).
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de afsluitstrip en de bedieningsstructuur zodanig zijn uitgevoerd, dat een vrije rand van de afsluitstrip bij bewegen van genoemde tweede stand naar genoemde eerste stand beweegt met een richtingscomponent horizontaal van genoemd aansluitge- 25 bied af. 1D17 0 4 1
3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij de afsluitstrip ten opzichte van de bedieningsstructuur tussen genoemde eerste stand en genoemde tweede stand zwenkbaar is om een as evenwijdig aan de afsluitstrip.
4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de afsluitstrip en de bedie-5 ningsstructuur zodanig zijn uitgevoerd, dat bij zwenken van de afsluitstrip van genoemde eerste stand naar genoemde tweede stand een rand van de afsluitstrip, in gebruikstoestand beschouwd, omhoog beweegt voor het afdichten aansluiten tegen een omlaag gekeerd oppervlak onder de deur of het raam.
5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de zwenkas van de afsluitstrip op afstand onder de deur of het raam is gelegen.
6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, verder omvat tende een veer die de afsluitstrip naar genoemde eerste of tweede stand beweegt.
7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een randdeel van de afsluitstrip is voorzien van een rubberelement.
8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de afsluitstrip is samengesteld uit tenminste een langwerpig profieldeel en een rubber afdichtrand langs een langsrand daarvan waarbij een verdere langs- 20 rand van het profieldeel voorts een in de lengterichting van het profieldeel gerichte scharnieras vormt.
9. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de afsluitstrip translerend heen en weer beweegbaar is tussen genoemde eerst stand en genoemde tweede stand.
10. Inrichting volgens conclusie 9, verder omvattende een afdichtpro- fiel met in gebruikstoestand beschouwd, een in horizontale richting veerkrachtige lip.
11. Inrichting volgens conclusies 9 of 10, verder omvattende tenminste een oppervlak in het gebied waar de onderdorpel en de afsluitstrip tegen el- i 0 i ; 0 kaar aanliggen dat in gebruikstoestand een hoek van 30°-60° en bij voorkeur 40°-50° met de verticaal maakt.
12. Deur voorzien van een inrichting volgens een der conclusies 1-11.
13. Raam voorzien van een inrichting volgens een der conclusies 1-11. 10Π041
NL1017041A 2001-01-05 2001-01-05 Optrekbare tochtstrip. NL1017041C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1017041A NL1017041C2 (nl) 2001-01-05 2001-01-05 Optrekbare tochtstrip.
EP02075005A EP1221529A1 (en) 2001-01-05 2002-01-07 Retractable sealing for a slit under a door or a window

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1017041A NL1017041C2 (nl) 2001-01-05 2001-01-05 Optrekbare tochtstrip.
NL1017041 2001-01-05

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1017041C2 true NL1017041C2 (nl) 2002-07-08

Family

ID=19772689

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1017041A NL1017041C2 (nl) 2001-01-05 2001-01-05 Optrekbare tochtstrip.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP1221529A1 (nl)
NL (1) NL1017041C2 (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US7644539B2 (en) * 2005-06-21 2010-01-12 Stephen Marshall Baxter Automatic door bottom and sill assemblage
PL2261453T3 (pl) * 2009-06-10 2013-09-30 Josef Rolf Okno albo drzwi
US8196992B2 (en) * 2010-07-26 2012-06-12 GM Global Technology Operations LLC Retracting seal surface enabling independent action of opposing hinged vehicle doors
JP6463148B2 (ja) * 2015-01-27 2019-01-30 日本フネン株式会社 ドアセット
CN110397375A (zh) * 2019-07-05 2019-11-01 广东怡发门窗科技有限公司 一种抗风压门窗

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2802247A (en) * 1956-07-06 1957-08-13 Thomas W Anderson Weather strip for hinged doors
WO1994017276A1 (de) * 1993-01-30 1994-08-04 Firma F. Athmer Bodenseitige dichtungsvorrichtung für türen

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US115625A (en) * 1871-06-06 Improvement in weatherstrips for doors
DE29610748U1 (de) * 1996-06-19 1996-08-29 Metallbauwerk Tegtmeier GmbH & Co KG, 32584 Löhne Türsockel mit Sockel- oder Schwellendichtung

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2802247A (en) * 1956-07-06 1957-08-13 Thomas W Anderson Weather strip for hinged doors
WO1994017276A1 (de) * 1993-01-30 1994-08-04 Firma F. Athmer Bodenseitige dichtungsvorrichtung für türen

Also Published As

Publication number Publication date
EP1221529A1 (en) 2002-07-10

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4831779A (en) Self-draining panel threshold combination
US9874054B2 (en) Entryway with articulating threshold
US4417419A (en) Window assembly for automotive vehicles
US20150308180A1 (en) Door bottom system for an entryway system
US20210079717A1 (en) Threshold and threshold cap
NL1017041C2 (nl) Optrekbare tochtstrip.
EP2468552B1 (en) Sealing structure of weather strip for retractable roof vehicles
US11085229B2 (en) Threshold and threshold cap assembly
US20080283204A1 (en) Door having interconnected upper and lower sashes
US5469665A (en) Threshold system
JPS58156684A (ja) 自動車用フラツシユガラス窓構造
US7320199B2 (en) Seal structure for a vehicle
JP5337444B2 (ja) 車両の排水構造
US4122632A (en) Draught and weather sealing arrangements
US20130097936A1 (en) Door weatherstrip
JP6960346B2 (ja) 自動車用ドアウエザーストリップ
CN211081522U (zh) 一种隐藏排水式折叠门
AU717270B2 (en) A hinged panel assembly
WO2008061853A1 (en) Draught excluder
KR100792532B1 (ko) 차량용 선루프 웨더스트립 조립구조
EP1533435A2 (en) Top covering for window
JPH082389Y2 (ja) シャッターの下部構造
CA2629887A1 (en) Fitting for a turning window
JP3706528B2 (ja) 自動車バックドアの排水構造
JP2003138861A (ja) シャッタカーテンの構造

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
SD Assignments of patents

Owner name: VRIESERVICE BEHEER B.V.

Effective date: 20070227

VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20090801