NL1015541C2 - Open-dakconstructie voor een voertuig. - Google Patents

Description

Open-dakconstructie voor een voertuig

De uitvinding heeft betrekking op een opendakconstructie volgens de kop van conclusie 1.

Een dergelijke open-dakconstructie is bijvoorbeeld bekend uit WO-A-99/55546 van aanvraagster. Bij deze bekende 5 open-dakconstructie is het onderste afsluitorgaan als zonnescherm uitgevoerd dat met behulp van speciale glijschoenen in groeven van de geleidingsrails wordt geleid. De glijschoenen staan onder veerdruk. In het geval van overmatige buitenwaartse krachten op het onderste afsluitorgaan, bijvoorbeeld in het 10 geval van een ongeluk, is de kans aanwezig dat het onderste afsluitorgaan naar buiten wordt gedrukt en loskomt omdat de veerdruk van de glijschoenen niet voldoende weerstand biedt.

De onderhavige uitvinding beoogt thans de opendakconstructie op dit punt te verbeteren.

15 Hiertoe bezit de open-dakconstructie volgens de uit vinding de kenmerken van het kenmerkende deel van conclusie 1. Voordelige uitvoeringen vormen het onderwerp van de afhankelijke conclusies.

De aangrijpmiddelen volgens de uitvinding vormen in 20 de genoemde extreme situatie een extra vasthoudmiddel tegen het loskomen van het onderste afsluitorgaan zonder dat deze tijdens de normale werking van de open-dakconstructie een nadelige invloed op deze werking hebben. Immers, de aangrijpmiddelen lopen vrij of nagenoeg vrij van de geleidingsrails, 25 waardoor geen invloed op de schuifweerstand van het onderste afsluitorgaan wordt ondervonden.

Bij voorkeur zijn de aangrijpmiddelen uitgevoerd met haakvormige organen. Deze haakvormige organen zullen bij voorkeur zodanig zijn gericht dat bij een overmatige bovenwaartse 30 belasting op het onderste afsluitorgaan in of achter een deel van de geleidingsrails zullen grijpen, waardoor een verder uitwijken van het onderste afsluitorgaan wordt verhinderd.

De uitvinding zal hierna verder worden toegelicht aan de hand van de tekeningen die ui tvoe rings voorbeelden van de

1 0 155M

2 open-dakconstructie volgens de uitvinding schematisch weergeven.

Fig. 1 is een zeer schematisch bovenaanzicht van een voertuigdak met het uitvoeringsvoorbeeld van de open-5 dakconstructie volgens de uitvinding.

Fig. 2 is een op grotere schaal weergegeven perspectivisch aanzicht van een gedeelte van de open-dakconstructie in de richting van de pijl II in fig. 1.

Fig. 3 toont hetzelfde gedeelte van de open-10 dakconstructie vanaf een andere zijde en zonder de geleidings-rail.

Fig. 4 is een bovenaanzicht van het onderwerp van fig. 3, op kleinere schaal.

Fig. 5 is een doorsnede volgens de lijn V-V in fig.

15 2.

Fig. 6 is een met fig. 5 overeenkomend aanzicht van een alternatieve uitvoeringsvorm van de open-dakconstructie volgens de uitvinding.

Fig. 1 toont een vast dak 1 van een motorvoertuig, in 20 dit geval een personenauto. Dit vaste dak 1 is ten behoeve van de montage van een open-dakconstructie voorzien van een dakopening 2 met een althans ongeveer rechthoekige vorm. De open-dakconstructie is voorzien van een stationair deel, in dit geval een frame 3 dat tegen de onderzijde van het vaste 25 dak 1 van het voertuig is bevestigd.

In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is de open-dakconstructie uitgevoerd als een zogenaamd schuifdak of hef-schuifdak dat is voorzien van een in dit geval meer of minder stijf, en bij voorkeur doorzichtig paneel 4 als bovenste af-30 sluitorgaan, dat naar keuze de dakopening 2 kan afsluiten of deze in meerdere of mindere mate kan vrijgeven. Hiertoe is het paneel 4 zijdelings ondersteund door bewegingsmechanismen 5 die verschuifbaar zijn opgenomen in geleidingsrails 6 welke op het frame 3 zijn gemonteerd of daar deel van uitmaken en in de 35 langsrichting aan weerszijden van de dakopening 2 en achterwaarts daarvan verlopen, evenwijdig aan elkaar. Deze bewegingsmechanismen 5 kunnen synchroon in geleidingsrails 6 worden verplaatst en daarmede het paneel niet alleen in de langsrichting, t 0 i ς h >, λ 3 doch ook in de hoogterichting verplaatsen. Hiertoe worden de bewegingsraechanismen 5 vanuit een aandrijfinrichting 7, zoals een elektromotor, via bijvoorbeeld trek- en drukkabels 8 bediend .

5 Behalve het paneel 4 omvat de open-dakconstructie te vens een onderste afsluitorgaan, in dit geval in de vorm van een zonnescherm 9, dat met zijn zijranden ten opzichte van ge-leidingsbanen 10 van de geleidingsrails 6 verschuifbaar is geleid. Het zonnescherm 9 kan bijvoorbeeld met de hand of automa-10 tisch voor- en achterwaarts worden verschoven of met behulp van het paneel 4 worden meegenomen. In dit uitvoeringsvoorbeeld zijn de geleidingsbanen 10 als geleidingsgroeven uitgevoerd.

Ten behoeve van de verschuiving van het zonnescherm 9 in de geleidingsgroeven 10, is het zonnescherm 9 uitgevoerd met 15 een aantal glij schoenen 11, in dit geval vier glij schoenen 11 aan elke zijrand van het zonnescherm 9.

De figuren 2-4 illustreren op grotere schaal de samenwerking tussen de twee glijschoenen 11 en de bijbehorende geleidingsgroef 10. De twee glijschoenen 11 zijn tot een een-20 heid samengevoegd en zijn elk met behulp van een langgerekt, flexibel verbindingsdeel 12 verbonden met een centrale hulp-glijschoen 13. Voorts grijpt in elke glijschoen 11 het uiteinde van een veerorgaan 14 dat verloopt vanaf een montage-orgaan 15. De glijschoenen 11 zijn symmetrisch aan weerszijden van het 25 montage-orgaan 15 en de hulpglij schoen 13 gelegen en de veeror-ganen 14 zijn in dit geval elk als platte getordeerde bladveer uitgevoerd die een vering in een horizontaal en vertikaal vlak toestaat. Deze glijschoeneenheden vormen op zichzelf geen onderdeel van de uitvinding, maar zijn gedetailleerd geopenbaard 30 in WO-A-99/55546, waarvan de inhoud hierin door verwijzing daarnaar is opgenomen.

In de figuren 2 - 4 is verder te zien dat de glij-schoeneenheid is uitgevoerd met een aangrijpmiddel 16 dat is voorzien van een plat plaatvormig bevestigingsdeel 17 en twee 35 daaraan uit één stuk gevormde haakvormige organen 18. Het bevestigingsdeel 17 bezit gaten voor bevestigingsmiddelen teneinde het aangrijpmiddel aan het zonnescherm 9 te bevestigen. De haakorganen 18 zijn aan weerszijden van de centrale hulpglij- 1 f)1 Ü 5 & 1 4 schoen 13 gepositioneerd en verlopen onder langs de verbindingsdelen 12. De verbindingsdelen 12 liggen dan als het ware in de kom van de haakorganen 18.

Fig. 5 toont dat de haakorganen 18 zodanig zijn gedi-5 mensioneerd en gepositioneerd, dat zij tijdens de normale werking vrij lopen van de geleidingsgroef 10 van de geleidingsrail 6 waarin de glijschoenen 11 lopen. Zodoende hebben de haakorganen 18 geen invloed op de normale werking van de opendakconstructie en in het bijzonder op de loop van het zonne-10 scherm 9. Fig. 5 toont verder dat in dit uitvoeringsvoorbeeld de haakorganen aan hun vrije uiteinde zijn voorzien van een min of meer scherpe punt 19 die in dit geval is aangebracht aan een eindgedeelte van het haakorgaan 18 dat schuin buitenwaarts omhoog verloopt.

15 In het geval van een bovenmatige bovenwaartse belas ting op het zonnescherm 9, zal het zonnescherm 9 omhoog worden gedrukt en zullen de veerorganen 14 en verbindingsdelen 12 vervormen, zodanig dat de scherpe punt 19 van de haakorganen 18 in aangrijping komen met een bovenste flens 20 van de geleidings-20 groef 10, waardoor het (stalen) aangrijpmiddel 16 zich vasthaakt in het aluminium van de geleidingsrail 6 en een verder ontwijken van het zonnescherm 9 wordt verhinderd.

Fig. 6 toont nog een uitvoeringsvariant van het aangrijpmiddel 16, respectievelijk van de daarmee samenwerkende 25 geleidingsrail 6. De bovenste flens 20 van de geleidingsgroef 10 van de geleidingsrail 6 is namelijk aan de vrije rand uitgevoerd met een benedenwaarts uitstekende rand 21. Verder zijn de haakorganen 18 aan het eindgedeelte schuin binnenwaarts en bovenwaarts gericht, zodanig dat bij een bovenwaartse belasting 30 op het zonnescherm 9 de scherpe punten 19 van de haakorganen 18 gemakkelijk achter de rand 21 van de geleidingsrails 6 grijpen en zodoende een nog zekerder vasthouden van het zonnescherm 9 in de geleidingsrails 6 bewerkstelligen.

Opgemerkt wordt dat de aangrijpmiddelen 16 nog kunnen 35 zijn uitgevoerd met aandrukmiddelen (niet weergegeven) die bij voorkeur nog enigszins buitenwaarts en benedenwaarts van de haakorganen 18 in de geleidingsgroeven 10 uitsteken. Bij een schuinsteling van het zonnescherm 9 (indien dit bol gaat staan f0 1 5 5 4 1 5 door de bovenwaarts gerichte kracht op het zonnescherm 9) komen de aandrukmiddelen met de onderste flens van de geleidingsgroe-ven 10 in aanraking waardoor de scherpe punt 19 van de haakor-ganen 18 bovenwaarts wordt belast en in de bovenste flens 20 5 van de geleidingsgroeven 10 wordt gedrukt om zodoende een nog steviger aangrijping te veroorzaken. Ook deze aandrukmiddelen komen in principe tijdens de normale werking van de opendakconstructie niet in contact met de geleidingsgroef 10 van de geleidingsrails 6. Het is uiteraard denkbaar dat deze aandruk-10 middelen dan wel de aangrijpmiddelen wel in aanraking zijn.

Uit het voorgaande zal duidelijk zijn dat de uitvinding een open-dakconstructie verschaft, die extra zekerheid verschaft tegen het naar buiten drukken van het zonnescherm of dergelijke bij uitzonderlijke situaties, zonder dat de normale 15 werking van de open-dakconstructie nadelig wordt beïnvloed.

De uitvinding is niet beperkt tot de in de tekening weergegeven en in het voorgaande beschreven uitvoeringsvoor-beelden die op verschillende manieren binnen het kader van de uitvinding kunnen worden gevarieerd. Zo is het mogelijk dat de 20 aangrijpmiddelen anders dan als haakorgaan zijn uitgevoerd zolang zij de vasthoudfunctie kunnen vervullen waardoor een los-komen van het onderste afsluitorgaan wordt verhinderd. Behalve als zonnescherm kan het onderste afsluitorgaan ook als isola-tiescherm of dergelijke zijn uitgevoerd.

25 1015541

Claims (10)

1. Open-dakconstructie voor een voertuig met een opening (2) in het vaste dak (1) , voorzien van een aan het dak te bevestigen stationair deel (3), een door het stationaire deel ondersteund, verstelbaar bovenste afsluitorgaan (4) , dat ver- 5 stelbaar is tussen een sluitstand waarin het de dakopening afsluit en een geopende stand waarin het de dakopening ten minste gedeeltelijk vrijgeeft, alsmede een een door het stationaire deel ondersteund, verschuifbaar onderste afsluitorgaan (9) , dat heen en weer verschuifbaar is en daartoe aan de randen is ge-10 leid in geleidingsrails (6) , met het kenmerk, dat het onderste afsluitorgaan (9) aan de genoemde randen is uitgevoerd met aan-grijpmiddelen (16) , welke in de bijbehorende geleidingsrails (6) grijpen en bij normaal gebruik van de open-dakconstructie in hoofdzaak vrijlopen van de geleidingsrails, doch bij overma-15 tige bovenwaartse belasting op het onderste afsluitorgaan (9) in ingrijping komen met de geleidingsrails (6) voor het vasthouden van het onderste afsluitorgaan.

2. Open-dakconstructie volgens conclusie 1, waarbij de aangrijpmiddelen (16) zijn uitgevoerd met haakorganen (18) .

3. Open-dakconstructie volgens conclusie 1 of 2, waar bij het onderste afsluitorgaan (9) in de geleidingsrails (6) is geleid met behulp van glij schoenen (11) die met de bijbehorende randen van het onderste afsluitorgaan (9) zijn verbonden, en waarbij bij voorkeur de aangrijpmiddelen (16) in de nabijheid 25 van de glijschoenen (11) zijn aangebracht.

4. Open-dakconstructie volgens conclusie 3, waarbij de geleidingsrails (6) zijn uitgevoerd met in de richting van het onderste afsluitorgaan (9) geopende groeven (10), welke bij voorkeur aan de bovenzijde (20) zijn uitgevoerd met een bene- 30 denwaarts uitstekende rand (21) waarachter de aangrijpmiddelen (16) kunnen grijpen.

5. Open-dakconstructie volgens conclusie 2 en 4, waarbij de haakorganen (18) zijn uitgevoerd als bovenwaarts gekromde haak met scherpe punt (19) welke naar de bovenzijde (20) van 1 ö 1 5 5 a 1 de betreffende groef (10) van de geleidingsrails (6) is gericht .

6. Open-dakconstructie volgens een der conclusies 3 -5, waarbij telkens een paar glijschoenen (11) als eenheid is 5 uitgevoerd, terwijl een aangrijpmiddel (16) tussen de glij-schoenen (11) van een paar is gepositioneerd.

7. Open-dakconstructie volgens , waarbij de glij -schoeneenheid met het paar glijschoenen (11) is voorzien van een centrale hulpglijschoen (13) , terwijl het aangrijpmiddel 10 (16) is uitgevoerd met twee haakorganen (18), elk tussen de hulpglij schoen (13) en één van de glijschoenen (11) .

8. Open-dakconstructie volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de aangrijpmiddelen (16) zijn voorzien van een plaatvormig bevestigingsdeel (17)dat op de bovenzijde van het 15 onderste afsluitorgaan (9) is bevestigd met behulp van bevestigingsmiddelen .

9. Open-dakconstructie volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het onderste afsluitorgaan (9) in de omgeving van de aangrijpmiddelen (16) is voorzien van aandrukmiddelen, 20 die onder de aangrijpmiddelen uitsteken en bij schuins tel ling van de aangrijpmiddelen in aanraking komen met de onderzijde van de geleidingsrail (10) en daarbij de aangrijpmiddelen in aangrijping met de geleidingsrail (6) dwingen.

10. Open-dakconstructie volgens een der voorgaande 25 conclusies, waarbij het bovenste afsluitorgaan (4) is uitgevoerd met ten minste een althans gedeeltelijk doorzichtig paneel, terwijl het onderste afsluitorgaan (9) is uitgevoerd als een zonnescherm. 1 Ω 1 5 A 1