NL1013700C2 - Trillingisolerend pijpbeugelsamenstel. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Trillingisolerend pijpbeugelsamenstel.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een trillingisolatieorgaan, dat is ingericht om te worden aangebracht tussen een pijp en een pijpbeugel voor bevestiging van de pijp aan een ondersteuning. Tevens heeft de onderhavige 5 uitvinding betrekking op een pijpbeugelsamenstel omvattende een pijpbeugel en een daarin ondergebracht trillingisolatieorgaan.

Uit de stand van de techniek zijn pijpbeugelsamenstellen bekend, waarbij de binnenzijde van het ringvormige metalen beugellichaam is bekleed met een laag elastisch schuimmateriaal, 10 welke laag elastisch schuimmateriaal een trillingisolatieorgaan volgens de aanhef van conclusie 1 vormt. De functie van het elastische schuimmateriaal is de overdracht van trillingen van de pijp naar het beugellichaam en dan naar de ondersteuning te reduceren.

15 Dezelfde reductie van de overdracht van trillingen tussen de pijp en het pijpbeugellichaam, wordt ook nagestreefd met trillingisolatieorganen die zijn vervaardigd uit een massieve elastomere rubber, welke isolatieorganen bijvoorbeeld uit EP 0 387 966 en uit DE 297 12 588 bekend zijn.

20 Uit proeven blijkt dat de trillingisolatie die wordt verkregen met de bekende trillingisolatieorganen gering is en dat er soms nagenoeg geen trillingisolatie wordt bereikt. Dit leidt ertoe dat trillingen in de pijp via de pijpbeugel worden overgedragen aan de ondersteuning, bijvoorbeeld de muur van een 25 gebouw. Die muur kan dan werken als akoestische straler en zo hinderlijke geluiden afgegeven.

De onderhavige uitvinding beoogt een trillingisolatieorgaan volgens de aanhef van conclusie 1 te verschaffen, dat een verbeterde trillingisolatie oplevert.

30 De onderhavige uitvinding verschaft daartoe een trillingisolatieorgaan volgens de aanhef van conclusie 1, dat is gekenmerkt doordat het lichaam van het trillingisolatieorgaan aan de pijpzijde een belastingverdelende laag omvat voor het verdelen van door de pijp uitgeoefende mechanische belastingen 35 en trillingen over de laag schuimmateriaal, welke 1 Π 1 Q7η n 2 belastingverdelende laag stijver is dan de laag schuimmateriaal en aan de laag schuimmateriaal is gehecht.

De laag schuimmateriaal kan een geschikte geschuimd (kunststof-)materiaal zijn, eventueel een geschuimde elastomere 5 rubber. De trillingisolerende laag schuimmateriaal is bij voorkeur relatief zacht, verend en samendrukbaar materiaal. De belastingverdelende laag kan bijvoorbeeld zijn vervaardigd van een massieve kunststof of metaal.

De verdeling van de door de pijp uitgeoefende belastingen, 10 die onder meer het gewicht van de pijp en van het daarin aanwezige medium omvatten, en van de trillingen van de pijp over de hele omtrek van de laag trillingisolerend schuimmateriaal maakt het mogelijk dat schuimmateriaal zacht en verend uit te voeren, hetgeen de trillingisolatie ten goede komt.

15 Doordat de belastingverdelende laag op een geschikte wijze aan het schuimmateriaal is gehecht, leidt een verplaatsing van de belastingverdelende laag onder invloed van daarop uitgeoefende statische en dynamische mechanische belastingen en met name van trillingen in de pijp tot een vervorming van 20 nagenoeg de hele omtrek van de laag schuimmateriaal. Door de hechting van de belastingverdelende laag aan het schuimmateriaal kan het schuimmateriaal niet alleen elastisch werken als gevolg van een samendrukking van het schuimmateriaal maar ook als gevolg van een uitrekking van het schuimmateriaal. Aldus vormt 25 de elastische schuimlaag in combinatie met de de massa van de pijp en de inhoud van de pijp een massaveersysteem. Daarbij is er met name in voorzien dat de wanden van de cellen van het schuimmateriaal onder invloed van de trillingen in de pijp elastisch vervormen.

30 Bij voorkeur is erin voorzien dat de laag schuimmateriaal ook aan de beugelzijde is gehecht aan een stijver onderdeel, zodat de trillingisolerende schuimlaag zich tussen twee stijvere delen in bevindt en aan elk daarvan is gehecht. Daarbij vormt de schuimlaag dan een trillingisolatie tussen die beide stijvere 35 delen.

In een praktisch voordelige uitvoering omvat het lichaam van het trillingisolatieorgaan aan de beugelzijde een 1 0137 nn 3 buitenlaag, welke buitenlaag stijver is dan de laag schuiiranateriaal en aan de laag schuimmateriaal is gehecht. De schuimlaag zou ook direct aan het stijvere beugellichaam van de pijpbeugel kunnen zijn gehecht. Dit kan reeds bij de productie 5 van de pijpbeugel geschieden.

Bij een uitvoering van het trillingisolatieorgaan als los onderdeel dat later in een pijpbeugel wordt gemonteerd, heeft het verder de voorkeur indien het trillingisolatieorgaan is voorzien van hechtmiddelen voor het hechten van de buitenomtrek 10 van het trillingisolatieorgaan aan de pijpbeugel. De hechtmiddelen kunnen allerlei uitvoeringen hebben en bijvoorbeeld een klikverbinding vormen of een lijmverbinding. Bijvoorbeeld zou het trillingisolatieorgaan kunnen zijn voorzien van zelfklevende tape aan de buitenomtrek, waarmee een 15 installateur het trillingisolatieorgaan in een pijpbeugel plakt.

In een praktisch voordelige uitvoering is het lichaam van het trillingsisolatieorgaan een buigzame strook, die in de pijpbeugel of om de pijp kan worden gelegd.

In een andere praktische uitvoering is het lichaam van het 20 trillingisolatieorgaan ringvormig met ten minste een deling om het trillingisolatieorgaan om de pijp te kunnen aanbrengen. Bij voorkeur is er daarbij in voorzien dat de belastingverdelende laag bij elke deling is voorzien koppelmiddelen voor het koppelen van de naburige einden van de belastingverdelende laag, 25 zodat de belastingverdelende laag tot een gesloten ring kan worden gevormd. De koppelmiddelen kunnen elke geschikte uitvoering hebben, bijvoorbeeld een haakkoppeling vormen of andere klikverbinding of bijvoorbeeld met kleefband zijn uitgevoerd.

30 Het orgaan volgens de uitvinding dat trillingisolatie mogelijk maakt, kan als los onderdeel worden vervaardigd of als integraal onderdeel van een pijpbeugelsamenstel.

Verdere voordelige uitvoeringsvormen van het trillingisolatieorgaan en het pijpbeugelsamenstel volgens de 35 uitvinding zijn beschreven in de conclusies en in de navolgende beschrijving aan de hand van de tekening. Daarbij toont: fig. 1 een eerste uitvoeringsvoorbeeld van het 1 o 137nn 4 pijpbeugelsaraenstel volgens de uitvinding, fig. 2 een tweede uitvoeringsvoorbeeld van het pijpbeugelsamenstel volgens de uitvinding, fig. 3 een derde uitvoeringsvoorbeeld van het 5 pijpbeugelsamenstel volgens de uitvinding, en fig. 4 een vierde uitvoeringsvoorbeeld van het pijpbeugelsamenstel volgens de uitvinding.

In de figuren 1-4 is bij wijze van voorbeeld telkens 10 dezelfde pijpbeugel 1 getoond voorzien van verschillende uitvoeringen van het trillingisolatieorgaan.

De pijpbeugel 1 heeft een uit twee metalen beugelhelften 2, 3 samengesteld beugellichaam. De beugelhelften 2,3 vormen elk ongeveer de helft van een cilindrische ring en zijn aan een 15 zijde via een scharnierkoppeling 4 scharnierbaar aan elkaar bevestigd. Aan de andere zijde zijn de beugelhelften 2,3 koppelbaar via verder niet getoonde koppelmiddelen. Bijvoorbeeld is een spanbout aanwezig waarmee de naar buiten gebogen flenzen 5, 6 van de beugelhelften 2,3 naar elkaar kunnen worden 20 getrokken.

De beugelhelft 2 is voorzien van een moer 7 waarmee de pijpbeugel 1 via een draadstang of dergelijke kan worden bevestigd aan een ondersteuning, bijvoorbeeld een wand of plafond van een gebouw. Het pijpbeugellichaam kan ook van een 25 andersoortig bevestigingsorgaan zijn voorzien om het pijpbeugellichaam aan een ondersteuning te bevestigen.

Het zal duidelijk zijn dat de hier getoonde pijpbeugel 1 slechts een voorbeeld is en op geen enkele wijze beperkend is voor de hierna toe te lichten uitvindingsgedachte. Zo zou de 30 pijpbeugel in plaats van de scharnierkoppeling ook kunnen zijn voorzien van een koppeling met een spanbout of zou het beugellichaam slechts een enkele deling kunnen hebben en zodanig buigzaam zijn dat de pijp in de beugel kan worden geplaatst. Verder zal duidelijk zijn dat het pijpbeugellichaam ook van 35 kunststof zou kunnen zijn vervaardigd en tevens een geheel andere uitvoering zou kunnen hebben dan hier getoond.

In de figuren 1-4 is een pijp 8 te herkennen. In die pijp 1 01 3700 5 8 heersen vaak trillingen, bijvoorbeeld veroorzaakt door een pomp waar de pijp 8 op is aangesloten. Die trillingen zijn waar te nemen als kleine radiale en/of axiale bewegingen van de pijp. Om de overdracht van die trillingen van de pijp 8 naar de 5 ondersteuning te reduceren dan wel op te heffen bevindt zich tussen de pijp 8 en het pijpbeugellichaam 2,3 telkens een trillingsisolatieorgaan volgens de uitvinding.

Het in figuur 1 getoonde trillingisolatieorgaan 10 heeft een ringvorm met een enkele deling 11 op dezelfde plaats als de 10 deling in het pijpbeugellichaam, zodat de pijp 8 vanaf de zijkant in de van het trillingsisolatieorgaan 10 voorziene pijpbeugel 1 kan worden gebracht. Het trillingisolatieorgaan 10 heeft hier een opbouw met meerdere, in dit geval drie, concentrische lagen 12, 13 en 14. Hierbij ligt de buitenlaag 14 15 aan tegen de binnenomtrek van het pijpbeugellichaam 2,3 en vormt de binnenomtrek van de binnenste laag 12 een inwendig vlak 15 die een opening begrenst waar de pijp 8 in ligt.

De middelste laag 13 is relatief gemakkelijk verend en samendrukbaar en bestaat uit elastisch schuimmateriaal met een 20 gesloten celstructuur, bijvoorbeeld van een geschikte kunststof schuim, zoals PU-schuim.

De binnenste laag 12 is een belastingverdelende laag. Deze laag 12 is van een stijver materiaal dan de trillingisolerende laag 13 en is aan de laag 13 gehecht. Bijvoorbeeld is de laag 12 25 van een massieve kunststof die aan het schuimmateriaal van de laag 13 is gehecht.

De belastingverdelende laag 12 dient voor het verdelen van de door de pijp 8 uitgeoefende mechanische belastingen en trillingen over het schuimmateriaal met gesloten celstructuur in 30 de laag 13.

De buitenlaag 14 strekt zich uit om de buitenomtrek van de laag 13 en is vervaardigd uit een stijver materiaal dan de laag 13, bijvoorbeeld van kunststof of metaal. De buitenlaag 14 is ook aan de laag 13 gehecht.

35 Door de belastingverdelende laag 12 wordt bereikt dat een door de pijp 8 op de trillingisolator 10 uitgeoefende statische en dynamische mechanische belastingen, met name trillingen, over 1 01 3700 6 een groter deel van de schuimlaag 13, gezien in omtreksrichting om de pijp 8, wordt verdeeld dan indien die belastingverdelende laag 12 zou ontbreken en de pijp 8 direct tegen de schuimlaag 13 zou liggen.

5 Stel bijvoorbeeld dat de beugel 1 aan een plafond hangt en de pijp 8 dus met zijn gewicht G aangrijpt op de trillingisolator 10. Zonder de laag 12 zou dan alleen het deel van de schuimlaag 13 dat zich in verticale richting beneden de pijp 8 bevindt worden belast met het gewicht van de pijp 8. Door 10 de belastingverdelende laag 12 wordt echter een deel van die last overgebracht naar de delen van de schuimlaag 13 die zich boven de grootste horizontale doorsnede van de pijp 8 bevinden, in de figuur 1 aangeduid bij 17. Het schuimmateriaal in die secties 17 wordt niet op samendrukking, zoals het 15 schuimmateriaal onder de pijp 8, maar op uitrekking belast.

Ook bij trillingen in de pijp 8 bewerkstelligt de laag 12 dat de schuimlaag 13 over zijn hele binnenomtrek verdeeld die bij de trillingen behorende kleine verplaatsingen ondervindt. De pijp 8 vormt dan met de daaromheen liggende schuimlaag 13 een 20 massaveersysteem dat overdracht van trillingen van de pijp 8 naar het pijpbeugellichaam 2,3 reduceert. Hierbij vangt de schuimlaag 13 niet alleen radiale componenten van de trillingen in de pijp 8 op maar ook axiale componenten. Eventueel is de pijp 8 ook in axiale richting (klemmend) vastgezet aan de 25 belastingverdelende laag 12.

In figuur 2 is een trillingisolator 20 getoond met in hoofdzaak dezelfde opbouw als is besproken aan de hand van figuur 1 met de deling 11 en de lagen 12, 13 en 14. Verschil is echter dat hier krachtoverbrengende koppelmiddelen zijn 30 voorzien, die de einden van de belastingverdelende laag 12 bij de deling 11 met elkaar verbinden. In dit voorbeeld zijn de koppelmiddelen uitgevoerd als een haakkoppeling met haakdelen 22, 23 die in elkaar grijpen bij het sluiten van de pijpbeugel. Door deze koppeling van de belastingverdelende laag 12 bij de 35 deling 11 wordt bereikt dat de belastingverdelende laag 12 een gesloten ring vormt rondom de pijp 8. Hierdoor, en omdat de laag 12 aan de laag 13 is gehecht, leidt een trilling in de pijp 8 1 01 37 00 7 aan een zijde tot een samendrukking van de schuimlaag 13 en aan de tegenover gelegen zijde tot een uitrekking van de schuimlaag 13. Zodoende wordt het schuimmateriaal van de laag 13 volledig benut om de trilling op te vangen.

5 Het zal duidelijk zijn dat het de voorkeur heeft de bij de belastingverdelende laag 12 behorende koppelmiddelen zo uit te voeren dat deze automatisch een koppeling bewerkstelligen bij het sluiten van de beugel. Het is echter ook denkbaar dat de koppeling tot stand wordt gebracht voor het sluiten van de 10 beugel 1. Ook is het denkbaar dat eerst de trillingisolator 20 om de pijp 8 wordt aangebracht voordat men de pijp 8 met trillingisolator 20 in de pijpbeugel 1 plaatst.

In figuur 3 is dezelfde trillingisolator 10 als in figuur 1 getoond, verschil is de plaats van de deling 11 die zich hier 15 nabij de moer 7 bevindt. Deze opstelling is bijvoorbeeld voordelig als de beugel 1 via de moer 7 aan een ondersteuning hangt. In dit geval is het denkbaar de isolator 10 eerst om de pijp 8 te bevestigen en dan in de beugel 1 te plaatsen. Eventueel is voorzien in een koppeling van de einden van de 20 buitenlaag 14 bij de deling 11, bijvoorbeeld met tape of met andere koppelmiddelen. Eventueel kan de trillingisolator worden vastgezet aan het beugellichaam, bijvoorbeeld op een plaats.

In figuur 4 is een trillingisolator 30 te herkennen, die wat zijn opbouw betreft grotendeels overeenkomt met de isolator 25 10. Verschil is dat de buitenlaag 14 is voorzien van een afschuining 31, zodat bij het sluiten van de beugel 1 de isolator 30 tussen de pijp 8 en de beugelhelft 2 schuift.

Het zal duidelijk zijn dat de functie van de buitenlaag 14 ook zou kunnen worden gerealiseerd middels het 30 pijpbeugellichaam. In een voordelige uitvoering zou dan de trillingisolator zelf dan alleen de schuimlaag 13 met gesloten celstructuur en de daaraan gehechte en/of daarin ingebedde belastingverdelende laag 12 omvatten, waarbij de buitenomtrek van de schuimlaag dan direct functioneel verbonden is met het 35 stijvere beugellichaam.

Met name bij de uitvoeringen waarbij de belastingverdelende laag geen gesloten ring vormt heeft het 1013700 8 voordeel indien de stand van het trillingisolatieorgaan ten opzichte van het pijpbeugellichaam instelbaar is.

Het trillingisolatieorgaan kan worden vervaardigd middels co-injectie of co-extrusie van geschikte (kunststof-)materialen, 5 bijvoorbeeld geschuimde elastomere rubber en een andere kunststof.

In een bijzondere variant zou de belastingverdelende laag kunnen vervaardigd uit een hard kunststof schuimmateriaal met gesloten celstructuur.

10 In een variant kan de belastingverdelende laag en/of de buitenlaag worden gevormd door het elastische kunststof schuimmateriaal met gesloten celstructuur aan een zijde of beide zijden te smelten en dan weer te laten stollen, zodat aan die zijde(n) de celstructuur geheel of gedeeltelijke verloren gaat 15 en een gestolde laag (lagen) wordt gevormd die een grotere stijfheid heeft (hebben) dan de rest.

In een andere variant kan het pijpbeugellichaam van kunststof zijn vervaardigd, bijvoorbeeld met twee ten opzichte van een aan een ondersteuning bevestigbare sokkel scharnierbare 20 beugelhelften, die via een haakverbinding aan elkaar koppelen bij het sluiten van de beugel. Daarbij kan de schuimlaag aan de beugelhelften zijn gevormd en aan de binnenzijde bekleed met de daaraan gehechte belastingverdelende laag. Hierdoor vormt het trillingisolatieorgaan dan een geheel met het kunststof 25 pijpbeugellichaam.

1 01 3700

Claims (16)

1. Trillingisolatieorgaan (10) aan te brengen tussen een pijp 5 (8) en een pijpbeugel (2,3) voor bevestiging van de pijp aan een ondersteuning, welk trillingisolatieorgaan (10) een lichaam heeft met een naar de pijp te keren pijpzijde en een naar de pijpbeugel te keren pijpbeugelzijde, welk lichaam is ingericht om zich om de pijp uit te strekken, waarbij het lichaam van het 10 trillingisolatieorgaan een laag elastisch schuimmateriaal (13) met een gesloten celstructuur omvat, welke laag (13) een reductie van de overdracht van trilling van de pijp naar de pijpbeugel bewerkstelligt, met het kenmerk, dat het lichaam van het trillingisolatieorgaan aan de pijpzijde een 15 belastingverdelende laag (12) omvat voor het verdelen van door de pijp (8) uitgeoefende mechanische belastingen en trillingen over de laag schuimmateriaal (13), welke belastingverdelende laag (12) stijver is dan de laag schuimmateriaal (13) en aan de laag schuimmateriaal is gehecht. 20

2. Trillingisolatieorgaan volgens conclusie 1, waarbij het lichaam van het trillingisolatieorgaan aan de beugelzijde een buitenlaag (14) omvat, welke buitenlaag (14) stijver is dan de laag schuimmateriaal (13) en aan de laag schuimmateriaal (13) is 25 gehecht.

3. Trillingisolatieorgaan volgens conclusie 1 of 2, waarbij het trillingisolatieorgaan is voorzien van hechtmiddelen voor het hechten van de buitenomtrek van het trillingisolatieorgaan 30 aan de pijpbeugel.

4. Trillingisolatieorgaan volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het lichaam van het trillingsisolatieorgaan een buigzame strook is, die om de pijp 35 kan worden gelegd.

5. Trillingisolatieorgaan volgens een of meer van de 1 0137 nn conclusies 1-3, waarbij het lichaam van het trillingisolatieorgaan een ring is, die om de pijp past.

6. Trillingisolatieorgaan volgens een of meer van de 5 conclusies 1-3, waarbij het lichaam van het trillingisolatieorgaan een van een of meer delingen voorzien ring is.

7. Trillingisolatieorgaan volgens conclusie 6, waarbij de 10 belastingverdelende laag (12) bij elke deling is voorzien van koppelmiddelen (22,23) voor het koppelen van de naburige einden van de belastingverdelende laag, zodat de belastingverdelende laag tot een gesloten ring kan worden gevormd.

8. Trillingisolatieorgaan volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het trillingisolatieorgaan is vervaardigd middels co-injectie of co-extrusie van geschikte materialen.

9. Trillingisolatieorgaan volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de belastingverdelende laag is vervaardigd uit gesloten cellig schuimmateriaal met een wezenlijk kleinere poriegrootte dan de daarbuiten liggende trillingisolerende laag schuimmateriaal of een laag gesmolten en 25 gestold schuimmateriaal.

10. Pijpbeugelsamenstel voor bevestiging van een pijp aan een ondersteuning, omvattende een pijpbeugel (2,3), waarbij in de pijpbeugel een trillingisolatieorgaan (10) volgens een of meer 30 van de voorgaande conclusies is ondergebracht.

11. Pijpbeugelsamenstel volgens conclusie 10, waarbij de laag schuimmateriaal van het trillingisolatieorgaan direct is gehecht aan de pijpbeugel. 35

12. Pijpbeugelsamenstel volgens conclusie 10, waarbij het 1013700 trillingisolatieorgaan een stijve buitenlaag omvat, die op ten minste een plaats is gehecht 'aan de pijpbeugel.

13. Pijpbeugelsamenstel volgens conclusie 10, waarbij de stand 5 van het trillingisolatieorgaan ten opzichte van de pijpbeugel instelbaar is.

14. Pijpbeugelsamenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies 10-13, waarbij de pijpbeugel van metaal is 10 vervaardigd.

15. Pijpbeugelsamenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies 10-13, waarbij de pijpbeugel van kunststof is vervaardigd. 15

16. Pijpbeugelsamenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies 10-15, waarbij de pijpbeugel een in hoofdzaak ringvormig beugellichaam heeft, dat op ten minste plaats is gedeeld, waarbij koppelmiddelen zijn voorzien bij elke deling 20 voor het koppelen van de einden van het beugellichaam. 1 1013700 In combinatie een pijpbeugel en een trillingisolatieorgaan volgens een of meer van de voorgaande conclusies.