NL1013366C2 - Reinigingsvoertuig met zuigslanggeleidingsconstructie. - Google Patents

Description

995171/RR/MMA

Korte aanduiding: Reinigingsvoertuig met zuigslanggeleidings- constructie.

De uitvinding heeft betrekking op een reinigingsvoertuig voor het afzuigen van media, waarbij het voertuig in het bijzonder bestemd is voor het reinigen van riolen en putten.

Een door aanvraagster tot nu toe veel gebruikt reinigingsvoer-5 tuig omvat een op een chassis geplaatste opslagtank, die door middel van een vacuümpomp vacuüm kan worden gezogen. De opslagtank is aan de achterzijde voorzien van een aansluitnippel, waaraan een of meerdere zuigs langs tukken gekoppeld kunnen worden. Tijdens gebruik parkeert een chauffeur het voertuig bijvoorbeeld bij een rioolput 10 en sluit handmatig de een of meerdere zuigslangstukken aan op de opslagtank. Het vrije zuigslangeinde wordt vervolgens in de rioolput geleid, waarna de vacuüminstallatie wordt ingeschakeld en de put kan worden leeggezogen. De afgezogen slurry, die voornamelijk uit modder en water bestaat, komt terecht in de tank, waar de vaste 15 deeltjes kunnen bezinken. Het vloeibare deel kan gefilterd worden en desgewenst geschikt worden gemaakt voor verder hergebruik, bijvoorbeeld voor het onder hogedruk spuiten in riolen en putten.

Nadelig bij dit bekende voertuig is dat de zuigslangstukken handmatig aangekoppeld en verplaatst moeten worden, hetgeen gezien 20 het grote gewicht zeer zwaar en onhandig werk is. Verder is het nadelig dat er vaak knikken in de zuigslang komen te zitten, bijvoorbeeld over de rand van de rioolput. De zuigslang kan hierdoor beschadigen, terwijl er tijdens bedrijf veelvuldig verstoppingen optreden ter plaatse van de knikken of andere scherpe bochten in de 25 zuigslang. De verstoppingen kunnen bijvoorbeeld worden veroorzaakt door takken of andere langwerpige voorwerpen die in de rioolput terecht zijn gekomen. Als gevolg van drukveranderingen die optreden bij het ontstaan en verdwijnen van verstoppingen kan de zuigslang gevaarlijke klappen opzij en omhoog maken.

30 Teneinde het verplaatsen van de zware zuigslangstukken te ver lichten is een reinigingsvoertuig bekend met een takel die aan een achter het voertuig uitstekende arm is voorzien. Het zal duidelijk 1013366 - 2 - zijn dat het knik- en verstoppingsgevaar niet ondervangen wordt met de takel.

Ook zijn er varianten bekend van reinigingsvoertuigen met een bovenop de opslagtank voorziene haspelinrichting waarop meerdere 5 meters zuigslang zijn gewikkeld. Tijdens gebruik kan een bediener een gewenst aantal meters zuigslang van de haspelinrichting afwikkelen. Een verplaatsen van afzonderlijke zware zuigslangstukken is hierdoor niet langer nodig. Nadelig is echter dat tijdens gebruik altijd over de volledige lengte van de zuigslang moet worden afge-10 zogen, ook indien slechts een zeer kleine lengte benodigd is. Hierdoor is een relatief zware en dure vacuüminstallatie vereist. Het -verstoppingsgevaar van objecten in de zuigslang is groot. Indien hardnekkige verstoppingen optreden, dan zijn deze met name ter plaatse van de wikkelingen op de haspel zeer moeilijk en soms niet 15 te verwijderen.

DE-A-41 14 837 openbaart een reinigingsvoertuig volgens de aanhef van conclusie 1, waarbij bovenop een opslagtank van een reinigingsvoertuig een op en neer schamierbare en rondom het voertuig zwenkbare uithouder met zuigslang is voorzien. De uithouder omvat 20 aan zijn uiteinde een boogvormige zuigslangsteun, die ten opzichte van de uithouder in- en uitgeschoven kan worden.

Nadelig bij dit bekende reinigingsvoertuig is dat in de praktijk gebleken is dat er regelmatig verstoppingen optreden in de zuigslang, met name ter plaatse van de boogvormige zuigslangsteun. 25 Verder is de uithouder met zuigslangsteun duur, storingsgevoelig en neemt deze veel ruimte in beslag. De middelen voor het scharnieren en zwenken van de uithouder moeten relatief zwaar worden uitgevoerd. Het aankoppelen van extra zuigslangstukken is nog steeds zwaar werk.

30 De onderhavige uitvinding heeft tot doel de bovengenoemde na delen te ondervangen, en in het bijzonder een reinigingsvoertuig met een compacte zuigslanggeleidingsconstructie te verschaffen, die aan alle gebruikerseisen en -wensen voldoet.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt door een reini-35 gingsvoertuig volgens conclusie 1. Het voertuig omvat hierbij een zuigslanggeleidingsconstructie met een gesegmenteerd armsamenstel.

1013366 - 3 -

Het armsamenstel omvat twee of meer scharnierend met elkaar verbonden armsegmenten. De armsegmenten definiëren tezamen een boogvorm, waaroverheen een deel van een zuigslang verschuifbaar ondersteund is. De zuigslang volgt hierbij in hoofdzaak de door de armsegmenten 5 gedefinieerde boogvorm. De armsegmenten kunnen via bedienbare eerste bewegingsmiddelen ten opzichte van elkaar scharnieren. Een bediening heeft tot gevolg dat de armsegmenten in een andere stand ten opzichte van elkaar komen te liggen, waardoor de kromming van de zuigslang ten minste ter plaatse van het scharnierpunt tussen de 10 twee onderling bewogen armsegmenten vergroot dan wel verkleind wordt. De onderlinge beweegbaarheid van de armsegmenten is beperkt door de maximale bewegingsslag die de eerste bewegingsmiddelen kunnen maken. De bedienbare instelbaarheid van de armsegmenten heeft een aantal belangrijke voordelen. Mocht er een verstopping ontstaan 15 in het boogvormig ondersteunde zuigslangdeel, dan is het met voordeel mogelijk om de verstopping door middel van een geschikte bediening van de eerste bewegingsmiddelen los te schudden in de zuigslang. De bewegingsmiddelen kunnen hierbij schokkerig en/of snel heen en weer gaand worden bediend, hetgeen zich voortzet in schok-20 kerige en/of snelle zuigslangbewegingen. Een enkele bewegingsslag zal echter vaak al volstaan. Doordat tijdens het bewegen de kromming van de zuigslang kleiner en groter wordt, is de kans groot dat een vastzittend obstakel zodanig vervormd of kapot gemaakt wordt dat het daarna zonder problemen kan passeren. De bedienbare instel-25 baarheid van de armsegmenten maakt het verder mogelijk om het vrije zuigslangeinde in positie en in hoogte te verstellen. Hierdoor kan de zuigslang of een daaraan gekoppeld hulpzuigslangstuk nauwkeurig in een af te zuigen ruimte worden gemanoeuvreerd. Ook is het hierdoor mogelijk om het vrije zuigslangeinde tot dichtbij een aan te 30 koppelen hulpzuigslangstuk te positioneren, dat daardoor slechts weinig hoeft te worden verplaatst en/of opgetild. Dit alles verlicht de werkzaamheden van een bediener. De zuigslang of een daaraan gekoppeld hulpzuigslangstuk komt vanaf het einde van het armsamenstel vrij naar beneden in een af te zuigen ruimte te hangen.

35 Knikvorming ter plaatse van de omtreksrand van de ruimte kan hierdoor eenvoudig worden vermeden. Tot slot wordt de zuigslang voor 1013366 - 4 - een belangrijk deel betrouwbaar ondersteund over de armsegmenten en kan daardoor in het werkgebied tussen het voertuig en het afzuig-punt bij plotselinge drukveranderingen geen grote gevaarlijke klappen maken. Het gesegmenteerd armsamenstel is compact uit te voeren 5 en goedkoop te vervaardigen.

Met voordeel is het gesegmenteerde armsamenstel zwenkbaar rondom een in hoofdzaak verticale zwenkas verbonden met het voertuig. Voor het rondom de zwenkas verdraaien van het armsamenstel zijn bedienbare tweede bewegingsmiddelen voorzien. De zwenkbaarheid 10 verschaft een extra bewegingsvrijheid aan het armsamenstel, die het tezamen met de onderlinge schamierbaarheid van de armsegmenten mogelijk maakt om het vrije zuigslangeinde zeer nauwkeurig te positioneren waar dat gewenst is.

In het bijzonder is het gesegmenteerde armsamenstel verbonden 15 met de achterzijde van het voertuig, bijvoorbeeld met een beweegbare achterklep van de opslagtank daarvan. Hierdoor kan met voordeel worden bereikt dat het armsamenstel niet of nauwelijks boven het voertuig uitsteekt, hetgeen het mogelijk maakt om lage voertuigen te bouwen. De lage voertuigen vangen weinig rijwind, en kunnen ook 20 op moeilijk bereikbare plaatsen komen. Indien het gesegmenteerde armsamenstel verbonden is met de beweegbare achterklep, dan kan de opslagtank leeggestort worden zodra de achterklep geopend is. Het armsamenstel beweegt zich hierbij tezamen met de achterklep uit de stortbaan van de opslagtank, en hoeft niet eerst afzonderlijk weg-25 gemanoeuvreerd te worden zoals bijvoorbeeld bij DE-A-41 14 837.

Meer in het bijzonder is het gesegmenteerde armsamenstel zwenkbaar verbonden met de achterzijde van het voertuig. Het is dan mogelijk om het armsamenstel naar een ingeklapte stand tegen de achterzijde van het voertuig te zwenken. Doordat bovendien de arm-30 segmenten ten opzichte van elkaar enigszins ingeklapt kunnen worden, kan een vervoersstand worden ingesteld waarbij noch de zuig-slang noch de armsegmenten buiten de contouren van de dwarsdoorsnede van het voertuig uitsteken.

Verdere voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding zijn 35 vastgelegd in de overige onderconclusies.

1013366 - 5 -

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening, waarin: fig. 1 een schematisch zijaanzicht toont van een voorkeursuitvoeringsvorm van een reinigingsvoertuig volgens de uitvinding met 5 een naar achteren toe uitgeklapt gesegmenteerd armsamenstel; fig. 2 een achteraanzicht toont op vergrootte schaal van fig.

1 met een ingeklapt in een vervoerstand gebracht armsamenstel; fig. 3 een aanzicht toont overeenkomstig fig. 1 tijdens het aankoppelen van een extra zuigslangstuk; 10 fig. 4 een aanzicht toont overeenkomstig fig. 1 met een in een verhoogde stand gebracht armsamenstel; fig. 5 een aanzicht toont overeenkomstig fig. 1 van een reinigingsvoertuig tijdens het leegzuigen van een rioolput; en fig. 6 een aanzicht toont overeenkomstig fig. 2 met een zij-15 waarts uitgeklapt armsamenstel.

Het reinigingsvoertuig in fig. 1 omvat een opslagtank 1 met een daarop aangesloten zuigslang 2. De zuigslang 2 kan bijvoorbeeld een diameter tot 200 mm en een wanddikte tot 10 mm hebben. De zuigslang 2 is over zijn gehele lengte enigszins flexibel, en zwaar en 20 nauwelijks handmatig te hanteren. Het voertuig omvat verder een va-cuüminstallatie 3 voor het op een onderdruk brengen van de opslagtank 1 en de daarop aangesloten zuigslang 2. De zuigslang 2 wordt ondersteund door een zuigslanggeleidingsconstructie met een gesegmenteerd armsamenstel 5. Het armsamenstel 5 omvat twee rondom een 25 scharnierpunt 6 scharnierbaar met elkaar verbonden armsegmenten 7, 8. Tussen de beide armsegmenten 7, 8 is een hydraulisch bedienbare cilinder 10 (eerste bewegingsmiddelen) voorzien, waarmee de onderlinge hoek tussen de armsegmenten 7, 8 verkleind dan wel vergroot kan worden. De zuigslang 2 is verschuifbaar over de armsegmenten 7, 30 8 geleid. De armsegmenten 7, 8 definiëren tezamen een boogvorm via welke de zuigslang 2 van een in hoofdzaak horizontale stand geleidelijk naar een in hoofdzaak verticale stand geleid wordt.

Door een geschikte bediening van de cilinder 10 kan de kromming van de zuigslang 2 ter plaatse van het scharnierpunt 6 naar 35 wens veranderd worden, en kan het vrije zuigslangeinde 11 naar beneden of naar boven en naar voren of naar achteren worden bewogen.

1013366 - 6 -

Het armsamenstel 5 is zwenkbaar rondom een verticale zwenkas 14 verbonden met een achterklep 15 van de opslagtank 1. Tussen de achterklep 15 en het armsamenstel 5 is een hydraulisch bedienbare cilinder 16 (tweede bewegingsmiddelen) voorzien, waarmee het arrasa-5 menstel 5 rondom de zwenkas 14 kan worden verdraaid over een hoek van circa 180° tussen een volledig ingeklapte stand (fig. 2) en een volledig uitgeklapte stand (fig. 6). Daartussenin kan het armsamenstel 5 elke gewenste stand innemen.

Het armsamenstel 5 is verder rondom een horizontale schar-10 nieras 20 verdraaibaar verbonden met het voertuig. Hierbij is een hydraulisch bedienbare cilinder 21 (derde bewegingsmiddelen) voorzien voor het rondom de scharnieras 20 verdraaien van het armsamenstel 5. De scharnieras 20 is verbonden met een rondom de zwenkas 14 verdraaibaar zwenkdeel 23 van de zuigslanggeleidingsconstructie. De 15 cilinder 21 is aangebracht tussen het armsegment 7 en het zwenkdeel 23. Het armsamenstel 5 kan rondom de scharnieras 20 omhoog (fig. 4) en naar beneden (fig. 3) worden verdraaid. Hiermee kan het vrije zuigslangeinde 11 grote hoogteverschillen van meerdere meters overwinnen .

20 In fig. 2 is te zien dat het armsamenstel 5 in de volledig in geklapte stand nergens buiten de contouren van het voertuig uitsteekt . Dit wordt met voordeel bereikt doordat de zwenkas 14 aan de linkerzijde op de achterklep 15 gemonteerd is, het gehele armsamenstel 5 rondom de scharnieras 20 naar beneden verdraaibaar is, en 25 het armsegment 8 ten opzichte van het armsegment 7 naar binnen toe verdraaibaar is. In deze zogenaamde vervoerstand kan het voertuig zonder gevaar voor beschadiging aan de zuigslanggeleidingsconstructie worden verreden. Tijdens bedrijf, en in het bijzonder tijdens afzuigen, worden de armsegmenten 7, 8 ten opzichte van elkaar en 30 ten opzichte van de scharnieras 20 bij voorkeur in een zodanige zuigstand gebracht, dat de kromming van de zuigslang 2 optimaal is om verstoppingen te voorkomen. In de praktijk komt dit neer op een mooie geleidelijke boogvorm met een grote kromming, waarbij de krommingstraal in de zuigstand groter kan zijn dan die van de hier 35 cilindrisch uitgevoerde opslagtank 1.

1013366 - 7 -

Zowel het armsegment 7 als het armsegment 8 wordt gevormd door een ononderbroken boogvormige goot. Teneinde te voorkomen dat de zuigslang 2 uit de goot kan vallen, wordt de zuigslang 2 naar boven toe begrensd door niet weergegeven lusvormige begrenzingsorganen.

5 De begrenzingsorganen staan hierbij niet in de weg aan een verschuiving van de zuigslang 2 in de goot.

Het vrije zuigslangeinde 11 is voorzien van koppelmiddelen 24 voor het daaraan koppelen van hulpzuigslangstukken 25. Deze hulp-zuigslangstukken 25 bevinden zich aan een zijkant van de opslagtank 10 1. Een geschikte bediening van de cilinders 10, 16, 21 maakt het met voordeel mogelijk om het vrije zuigslangeinde 11 in de richting van de hulpzuigslangstukken 25 te bewegen. In fig. 3 is duidelijk te zien dat een bediener tijdens een aankoppelingshandeling slechts een hulpzuigslangstuk 25 een stuk naar achteren toe hoeft uit te 15 trekken en het vrije zuigslangeinde 11 daarnaartoe hoeft te manoeuvreren Vervolgens kan koppeling eenvoudig tot stand worden gebracht. Na het aankoppelen wordt het armsamenstel 5 rondom de scharnieras 20 omhoog verdraaid, waarbij het aangekoppelde hulpzuigslangstuk 25 volledig uit zijn ondersteuning naast de opslag-20 tank 1 wordt getrokken en vrij onder de zuigslang 2 komt te hangen. Een extra omhoog bewegen van het zuigslangstuk 25 kan nog worden bereikt door het armsegment 8 ten opzichte van het armsegment 7 omhoog te verdraaien.

In fig. 5 is te zien dat het hulpzuigslangstuk 25 vanuit de 25 verhoogde stand in fig. 4 in een rioolput 30 is neergelaten. Indien gewenst kunnen meerdere hulpzuigslangstukken 25 worden tussengevoegd, waardoor het mogelijk wordt om zeer diepe punten te bereiken. Het neerlaten vindt plaats door een geschikte bediening van de cilinders 21 en/of 10. De armsegmenten 7, 8 bewegen hierdoor teza-30 men met de zuigslang 2 en het daaraan gekoppelde hulpzuigslangstuk 25 naar beneden. Zodra de gewenste indringdiepte bereikt is, kan de vacuüminstallatie 3 worden ingeschakeld en de rioolput 30 worden leeggezogen. Indien tijdens het zuigen voorwerpen vast komen te zitten in de zuigslang 2 ter plaatse van de boogvorm, dan is het 35 met voordeel mogelijk om deze verstopping los te maken door de armsegmenten 7, 8 een of meerdere keren rondom het scharnierpunt 6, de 1013366 - 8 - scharnieras 20 en/of de zwenkas 14 te verdraaien. Het uit de riool-put 30 trekken van de zuigslang 2 en de daaraan gekoppelde hulp-zuigslangstukken 25 vindt in omgekeerde volgorde plaats.

In fig. 6 is te zien dat het armsamenstel 5 in de volledig 5 uitgeklapte stand een ruimte vrijlaat tussen het voertuig en de zuigslang 2. Aldus is het mogelijk om over obstakels, zoals vangrails, heen te reiken, en ook daar een rioolput af te zuigen.

Naast de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm zijn vele varianten denkbaar. Zo kunnen de bewegingsmiddelen bijvoorbeeld ook worden 10 gevormd door pneumatisch bedienbare cilinders of schroefvijzeis. In plaats van ononderbroken boogvormige armsegmenten kunnen ook meer open geconstrueerde steunarrasegmenten worden toegepast. Desgewenst kunnen in de armsegmenten wri jvingsverminderende middelen zoals ge-leidingsrollen worden aangebracht. In plaats van twee armsegmenten 15 kan het armsamenstel ook uit drie of meer armsegmenten zijn opgebouwd. Hierbij dienen overeenkomstig extra bedienbare bewegingsmiddelen te worden voorzien.

Een ander aspect van de uitvinding heeft betrekking op de aansluiting van de zuigslang 2 op de opslagtank 1. De aansluiting is 20 zo geconstrueerd dat deze geen scherpe bocht meer omvat. Stokken en andere grote voorwerpen verdwijnen zonder te kunnen blijven hangen in de tank 1. De aansluiting omvat een langwerpige rechthoekige in-laatbak 40 die op een kops einde gekoppeld is met de zuigslang 2, en die aan de onderzijde in open verbinding staat met de tank 1 25 (zie fig. 1) . Het tegenover de zuigslangaansluiting gelegen kopse einde van de inlaatbak 40 is voorzien van een verwisselbare dikke slijtplaat waar de afgezogen mediumstroom met snelheden tot 200 km/u tegen aan botst. De inlaatbak 40 is aan het voorste deel van de tank 1 voorzien. De tank 1 wordt hierdoor meer naar voren bela-30 den, hetgeen gunstig is voor de verdeling van het gewicht van het afgezogen vaste mediumdeel over de wielassen van het voertuig. Doordat de inlaatbak 40 bovendien zijdelings van de bovenzijde van de cilindrische opslagtank 1 zit, verhoogt hij het voertuig niet.

De inlaatbak is met voordeel ook toepasbaar in combinatie met an-35 dersoortige zuigslanggeleidingsconstructies.

1 013366 - 9 -

Aldus is volgens de uitvinding een reinigingsvoertuig met een zuigslanggeleidingsconstructie verschaft die de werkzaamheden van een bediener aanzienlijk verlicht en bovendien.een veiliger werken mogelijk maakt, zonder afbreuk te doen aan de positioneerbaarheid 5 van de zuigslang. Verstoppingen in de zuigslang treden nauwelijks meer op en kunnen op eenvoudige wijze worden losgemaakt door middel van een geschikte bediening van de diverse bewegingsmiddelen van het gesegmenteerde armsamenstel.

1013366

Claims (9)

1. Reinigingsvoertuig voor het af zuigen van media, in het bijzonder bestemd voor het reinigen van riolen en putten, omvattende: 5. een vacuüminstallatie (3); een opslagtank (1) ; een zuigslang (2) met een vrij einde en met een einde dat op de opslagtank (1)aansluit, welke zuigslang (2) middels de vacuüminstallatie (3) op een onderdruk kan worden gebracht; 10. een zuigslanggeleidingsconstructie voor het positioneerbaar ondersteunen van een deel van de zuigslang (2); en - bedienbare positioneermiddelen voor het positioneren van het vrije zuigslangeinde (11) door middel van een beweging van de ge-leidingsconstructie; 15 met het kenmerk, dat de zuigslanggeleidingsconstructie een gesegmenteerd armsamen-stel (5) omvat dat ten minste twee scharnierend met elkaar verbonden armsegmenten (7, 8) heeft, welke armsegmenten (7, 8) tezamen een boogvorm definiëren en de zuigslang (2) in een bepaalde krom- 20 ming ondersteunen, waarbij de zuigslang (2) verschuifbaar over de armsegmenten (7, 8) geleid is, en waarbij eerste bewegingsmiddelen (10) zijn voorzien voor het ten opzichte van elkaar kunnen verdraaien van de armsegmenten (7, 8) voor het ter plaatse van een scharnierpunt (6) verkleinen c.q. vergroten van de kromming van het 25 daaroverheen geleide zuigslangdeel.

2. Reinigingsvoertuig volgens conclusie 1, waarbij het gesegmenteerde armsamenstel (5) rondom een in hoofdzaak verticale zwenkas (14) zwenkbaar verbonden is met het voertuig, en tweede bewegings- 30 middelen (16) zijn voorzien voor het rondom de zwenkas (14) verdraaien van het armsamenstel.

3. Reinigingsvoertuig volgens conclusie 1 of 2, waarbij het gesegmenteerde armsamenstel (5) verbonden is met de achterzijde van 35 het voertuig. 1013366 φ - 11 -

4. Reinigingsvoertuig volgens conclusie 2 en 3, waarbij het gesegmenteerde armsamenstel (5) naar een ingeklapte stand tot tegen de achterzijde van het voertuig kan worden gezwenkt, en de armseg-menten {7, 8) ten opzichte van elkaar naar een vervoerstand kunnen 5 worden verdraaid, waarin de bochtkromming kleiner of gelijk is aan de buitenste contouren van de dwarsdoorsnede van het voertuig.

5. Reinigingsvoertuig volgens conclusie 4, waarbij het gesegmenteerde armsamenstel (5) verbonden is met een zijkant van de achter- 10 zijde van het voertuig.

6. Reinigingsvoertuig volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het gesegmenteerde armsamenstel (5) rondom een in hoofdzaak horizontale scharnieras (20) scharnierbaar verbonden is met het 15 voertuig, en derde bewegingsmiddelen (21) zijn voorzien voor het rondom de scharnieras (20) verdraaien van het armsamenstel (5).

7. Reinigingsvoertuig volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij elk armsegment (7, 8) een de zuigslang (2) in hoofdzaak 20 ononderbroken ondersteunde gootvorm omvat.

8. Reinigingsvoertuig volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het vrije zuigslangeinde (11) is voorzien van koppelmidde-len (24) voor het daaraan koppelen van hulpzuigslangstukken(25) . 25

9. Reinigingsvoertuig volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de bewegingsmiddelen (10, 16, 21) hydraulisch of pneumatisch bedienbare cilinders omvatten. 1013366