NL1013120C2 - Containerkraan voor zeecontainers. - Google Patents

Containerkraan voor zeecontainers. Download PDF

Info

Publication number
NL1013120C2
NL1013120C2 NL1013120A NL1013120A NL1013120C2 NL 1013120 C2 NL1013120 C2 NL 1013120C2 NL 1013120 A NL1013120 A NL 1013120A NL 1013120 A NL1013120 A NL 1013120A NL 1013120 C2 NL1013120 C2 NL 1013120C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
container
auxiliary frame
boom
container crane
jib
Prior art date
Application number
NL1013120A
Other languages
English (en)
Inventor
Evert Luttekes
Joannes Cornelis Rijsenbrij
Original Assignee
Univ Delft Tech
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Univ Delft Tech filed Critical Univ Delft Tech
Priority to NL1013120A priority Critical patent/NL1013120C2/nl
Priority to AU79705/00A priority patent/AU7970500A/en
Priority to PCT/NL2000/000683 priority patent/WO2001025131A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1013120C2 publication Critical patent/NL1013120C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B66HOISTING; LIFTING; HAULING
    • B66CCRANES; LOAD-ENGAGING ELEMENTS OR DEVICES FOR CRANES, CAPSTANS, WINCHES, OR TACKLES
    • B66C19/00Cranes comprising trolleys or crabs running on fixed or movable bridges or gantries
    • B66C19/002Container cranes

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Ship Loading And Unloading (AREA)
  • Leg Units, Guards, And Driving Tracks Of Cranes (AREA)

Description

Containerkraan voor zeecontainers.
De uitvinding heeft betrekking op een een containerkraan, omvattende: een giek opgebouwd uit een brugligger en een althans tijdens gebruik in het 5 verlengde van de brugligger liggende uithouder; tenminste één langs de giek verrrijdbare kat voorzien van hijsmiddelen voor het omhoog halen en laten zakken van zeecontainers; een zich langs de giek uitstrekkend hulpframe voorzien van een eerste railstelsel met ten minste één daarlangs verrijdbare containerwagen voor het verplaatsen van 10 zeecontainers.
Een dergelijke containerkraan is bekend uit het Duitse Offenlegungsschrift DE 19703284-A1. Deze containerkraan bestaat uit een in hoofdzaak boven de wal gelegen brugligger en een boven het te laden en/of te lossen schip liggende uithouder die vanuit de horizontale bedrijfstoestand naar een verticale stand omhoog is te zwenken teneinde 15 bij het afmeren en vertrekken van schepen niet in de weg te zitten. Bij het laden en lossen van zeeschepen is het algemene streven de schepen zoveel mogelijk in de vaart te hebben en zo min mogelijk in de havens te hebben om welke reden het laden en lossen van de containers liefst zo snel mogelijk moet gebeuren. DE 19703284 beoogt de snelheid van het laden en lossen te verhogen door te voorzien in twee tijdens bedrijf langs 20 de uithouder lopende scheepskatten en een aantal langs de brugligger lopende walkatten, welke beide typen katten zijn voorzien van hijsmiddelen voor het omhoog halen en laten zakken van de zeecontainers. Voor het overbrengen van de containers tussen de beide typen katten voorziet DE 19703284 in een vast aan de brugligger en uithouder bevestigd railstelsel waarlangs containerwagens heen en weer verplaatsbaar zijn om 25 containers vanaf het ene type kat naar het andere type kat over te brengen. Het railstelsel bestaat daarbij uit twee railbanen die naast elkaar liggen, waarbij de containerwagens langs de ene railbaan in de ene richting gaan en langs de andere railbaan in de andere richting, zodat een roulerend systeem van containerwagens ontstaat. De radwagens bestaan daarbij telkens uit twee onderling gescheiden armen die een container 30 vanaf de bovenzijde kunnen aanvatten om deze container al aan de armen hangend langs de brugligger en uithouder te kunnen verplaatsen. De armen grijpen daarbij aan op het kopse eindvlak van de respectieve container, hetgeen met zich mede brengt dat de spoorbreedte van het railstelsel en daarmee ook de breedte van de brugligger en in 1013 120 2 het bijzonder ook die van de uithouder ongeveer gelijk wordt aan de lengte van het grootste type zeecontainer dat met de betreffende containerkraan geladen en gelost moet kunnen worden. Deze bekende containerkraan heeft ten minste twee nadelen. Het eerste nadeel is dat de breedte van de uithouder het onmogelijk maakt om tegen de 5 scheepsopbouw of zeer dicht naast de scheepsopbouw geplaatste containers te lossen of zeer dicht tegen of naast de scheepsopbouw containers te plaatsen. Hierbij dient bedacht te worden dat de scheepsopbouw, in het bijzonder de zogenaamde brug waarin de vertrekken voor de bemanning en/of voor de bediening van het schip zich bevinden, hoog is, en wel zodanig hoog is dat deze tijdens het laden en lossen boven de uithouder 10 uit kan komen. Wanneer de containerkraan bijvoorbeeld is ontworpen om containers tot 45 voet te kunnen laden en lossen, dan zal volgens DE 19703284 de breedte van de uithouder ongeveer 45 voet zijn. Containers met een lengte van 20 voet (welke met een langsrichting evenwijdig aan de langsrichting van het schip zijn opgesteld of dienen te worden opgesteld) zijn dan dicht in de buurt van de scheepsopbouw met deze 15 containerkraan niet meer te laden en/of te lossen. Dit probleem speelt bij conventionele containerkranen niet, daar deze gebruik maken van een kat die de container op het schip oppakt en naar de wal brengt om hem daar neer te zetten of omgekeerd. Een dergelijke kat is naast de hijsmiddelen voorzien van een zogenaamde spreader die aan de lengte van de op te pakken container kan worden aangepast.
20 De onderhavige uitvinding heeft tot doel het verschaffen van een containerkraan waarmee enerzijds een grote laad- en loscapaciteit (in de zin van aantal te laden/lossen containers per tijdseenheid) realiseerbaar is en waarmee anderzijds ook dicht bij de scheepsopbouw geplaatste of te plaatsen containers gelost respectievelijk geladen kunnen worden.
25 Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat het hulpframe ten opzichte van de in gebruikstoestand verkerende uithouder beweegbaar is tussen een zich langs de uithouder uitstrekkende werkzame stand en een ruststand waarin het hulpframe zich in hoofdzaak boven de wal, althans buiten bereik van de opbouw van een te laden en/of te lossen schip, bevindt. Wanneer niet dicht bij de scheepsopbouw geladen en/of gelost 30 hoeft te worden dan kan het hulpframe in zijn uitgeschoven stand zijn geplaatst en als overbrengsysteem dienst doen voor het tussen de zich boven het schip bevindende scheepskat en de zich boven de wal bevindende walkat of eventuele een vaste walhijsinstallatie overbrengen van containers. Dit verhoogt op op zich bekende wijze 1013120 3 de capaciteit, daar de kat of respectieve katten dan kan respectievelijk kunnen volstaan met het oppakken van containers en verplaatsen daarvan tussen enerzijds het overbrengsysteem en anderzijds de wal of het schip. Wanneer dichtbij een scheepsop-bouw geladen en/of gelost moet worden dan kan het hulpframe buiten bereik van de 5 scheepsopbouw gebracht worden, waarna boven het schip een relatief smalle uithouder resteert. Met de langs de smalle uithouder en eventueel de brugligger verrijdbare kat kan dan, zoals op zich van de conventionele systemen bekend, geladen en gelost worden. Dit buiten bereik van de scheepsopbouw brengen van het hulpframe is bijvoorbeeld te realiseren door het hulpframe schamierbaar aan de containerkraan aan 10 te brengen en omhoog weg te klappen tot bijvoorbeeld meer dan 60% of een bij benadering vertikale stand. Bij voorkeur zal het hulpframe echter ten opzichte van de giek verschuifbaar zijn uitgevoerd en voor het buiten bereik brengen tot boven de kade of wal teruggetrokken worden. Een bijkomend voordeel van een ten opzichte van de giek verschuifbaar hulpframe is, dat het hulpframe ook in zijn ingetrokken stand 15 geplaatst kan worden voorafgaand aan het omhoog zwaaien van de uithouder, hetgeen met zich mede brengt dat het gewicht van de uithouder afneemt en hiervoor een relatief gering vermogen vereist is.
Volgens een volledige uitvoeringsvorm zal het hulpframe zich in de werkzame stand daarvan langs tenminste 50%, bij voorkeur ten minste 75, van de uithouder 20 uitstrekken. Met de meerste voorkeur zal het hulpframe zich in deze werkzame stand langs in wezen de gehele uithouder uitstrekken.
Zoals aangegeven, zal het hulpframe volgens de uitvinding bij voorkeur verschuifbaar ten opzichte van de giek zijn uitgevoerd. Dit laat zich volgens een voordelige uitvoeringsvorm realiseren door de uithouder en brugligger te voorzien van 25 een tweede railstelsel dat het hulpframe draagt op een langs de giek tussen de werkzame en ruststand in- en uitschuifbare wijze, waarbij de ruststand van het hulpframe een in hoofdzaak langs de brugligger gelegen ingetrokken stand is, en waarbij de werkzame stand van het hulpframe een uitgeschoven stand is.
Voor het verhogen van de laad- en loscapaciteit is het volgens een verdere uitvoe-30 ringsvorm van voordeel wanneer het tweede railstelsel twee langs elkaar verlopende railparen en een veelheid containerwagens omvat, en wanneer bij de van de wal afgekeerde einden van die twee railparen overzetmiddelen zijn voorzien om de container- 1013120 4 wagens van het ene op het andere railpaar te kunnen overzetten. Aldus is een circulerend systeem van containerwagens realiseerbaar.
Volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding is het van voordeel wanneer het hulpframe een in hoofdzaak vrije tussenruimte begrenst, die dwars op de 5 langsrichting van de brugligger en uithouder een breedte heeft groter dan de lengte van het langste type te laden en/of te lossen zeecontainer, zodanig dat een dwars op de brugligger en uithouder georiënteerde zeecontainer ten minste in verticale richting en bij voorkeur ook in horizontale richting door die tussenruimte verplaatsbaar is. Het in verticale richting door de tussenruimte heen verplaatsbaar zijn maakt het mogelijk om 10 over de gehele breedte van het schip een grijper, die is bevestigd aan een langs de eigenlijke uithouder lopende kat, door het hulpframe heen te laten zakken zonder tussentijds het hulpframe meer of minder ver te hoeven inschuiven of uitschuiven. Ook wordt het hierdoor mogelijk bij het laden of lossen gebruik te maken van twee scheepskatten waarvan de één aan bakboordzijde van het schip kan opereren terwijl de ander 15 aan stuurboordzijde van het schip kan opereren. Hierbij zal het van bijzonder voordeel zijn indien het eerste railstelsel is voorzien van besturingsmiddelen ingericht om een containerwagen een laad/loskat te laten passeren wanneer de grijper daarvan zich bevindt boven de horizontale verplaatsingsbaan van de containerwagen of de met die containerwagen te verplaatsen zeecontainer.
20 Alhoewel volgens de uitvinding ook containerwagens van het hangende type, zoals bijvoorbeeld bekend uit DE 19703284 (waar de containers aan de containerwagen, of althans de grijpers daarvan, hangen) kunnen worden gebruikt is het volgens de uitvinding van voordeel wanneer de containerwagen van het dragende type zijn, dat wil zeggen van het type zijn met een laadvlak waarop een met de containerwagen te verrij-25 den zeecontainer is te plaatsen. Een laadvlak dient hierbij ruim te worden opgevat als bijvoorbeeld ook omvattende twee balken aan de kopse einden van een containerwagen waarop de container wordt geplaatst. Het begrip laadvlak is hierbij dus zeer zeker niet bedoeld als beperkt zijn tot een soort laadvloer die een container over in wezen het gehele bodemvlak contacteert.
30 Teneinde de laad- en/of loscapaciteit verder te kunnen vergroten is het volgens de uitvinding van voordeel wanneer het hulpframe is voorzien van hoogteverstelmiddelen om althans het gedeelte daarvan met het eerste railstelsel in hoogte ten opzichte van de brugligger en uithouder te verstellen. Aldus is het mogelijk om de hoogte van het 1013120 5 hulpframe ten opzichte van het dek van het schip aan te passen al naar gelang de bela-dingstoestand van het schip teneinde de hoogte waarover de door de scheepskatten) te manipuleren zeecontainers verplaatst moeten worden te minimaliseren.
De laad- en/of loscapaciteit laat zich volgens de uitvinding verder verhogen, in 5 het bijzonder in combinatie met een in hoogte verstelbaar hulpframe, wanneer de containerkraan volgens de uitvinding verder omvat: een derde railstelsel dat zich uitstrekt evenwijdig aan en onder de brugligger en dat is ingericht voor het hierover heen en weer rijden van containerwagens, en liftmiddelen voor het overzetten van zeecontainers vanaf het eerste railstelsel naar het derde railstelsel en omgekeerd. De over dit derde 10 railstelsel heen en weer rijdende containerwagens kunnen dezelfde containerwagens zijn als die welke over het eerste railstelsel rijden. In dit geval zullen de liftmiddelen de container met containerwagen en al tussen het eerste en derde railstelsel overzetten. Het is ook denkbaar dat de over het derde railstelsel heen en weer rijdende containerwagens andere containerwagens zijn, eventueel zelfs containerwagens van een geheel ander 15 ontwerp zijn, dan de over het eerste railstelsel rijdende containerwagens. In dit geval zullen de liftmiddelen de containers vanaf een containerwagen op het eerste railstelsel overzetten op een andere containerwagen op het derde railstelsel zonder medeneming van deze containerwagen of omgekeerd. Ook dit derde railstelsel zal bij voorkeur bestaan uit twee langs elkaar verlopende railbanen, de ene baan voor verplaatsing van 20 de containerwagens in de ene richting en andere baan voor verplaatsing van de containerwagens in de tegenovergestelde andere richting. Belangrijk voordeel in samenhang met in het bijzonder het in hoogte verstelbare hulpframe is, dat door het derde railstelsel op een geschikt gekozen hoogte te plaatsen de voor de laad- en lossnelheid bepalende factor de hoogte wordt waarover de scheepskatten de container moeten ver-25 plaatsen terwijl de hoogte waarover de walkatten de container moeten verplaatsen hiervoor niet meer bepalend is. Bij voorkeur zal de spoorbreedte van het derde railstelsel groter zijn dan de lengte van het langste type te laden en/of te lossen zeecontainer. Aldus zal de walkat dan containers door dit railstelsel heen kunnen laten zakken of omhoog kunnen brengen.
30 Opdat de kraanmachinist een goed zicht heeft op de laad- en los werkzaamheden op het schip is het volgens de uitvinding van voordeel wanneer het hulpframe is voorzien van een cabinerailbaan met daarlangs een verplaatsbare bestuurderscabine van waaruit de langs de uithouder lopende kat en daaraan voorziene hijsmiddelen en grijper 1013120 6 zijn te bedienen. In het bijzonder is het hierbij van voordeel wanneer de bestuurdersca-bine aan de onderzijde van het hulpffame is gehangen. Dit daar het uitzicht voor de kraanmachinist dan zo min mogelijk belemmerd wordt.
Teneinde de laad- en loscapaciteit te verhogen is het volgens de uitvinding van 5 voordeel wanneer de containerkraan ten minste drie katten omvat, waarvan er ten minste twee langs de uithouder verrijdbaar zijn en waarvan er ten minste één, bij voorkeur ten minste twee, langs de brugligger verrijdbaar is respectievelijk zijn. Het wordt hierbij ook mogelijk om gelijktijdig middels één containerkraan zowel te laden als te lossen.
10 De onderhavige uitvinding zal in het navolgende aan de hand van een in de teke ning weergegeven uitvoeringsvoorbeeld nader worden toegelicht. Hierin toont:
Figuur 1 op schematische wijze een containerkraan volgens de uitvinding, waarbij figuur la een zij-aanzicht toont, waarbij een beladen schip in geschematiseerde doorsnede is weergegeven en waarbij figuur lb een kops aanzicht vanaf het water de 15 kade op toont, echter met weglating van het schip;
Figuur 2 dezelfde containerkraan volgens de uitvinding als in figuur 1 echter in een andere bedrijfstoestand, waarbij figuur 2a wederom een zij-aanzicht en figuur 2b een kops aanzicht vanaf het water de kade op met weglating van het in figuur 2a in doorsnede weergegeven schip; 20 Figuur 3 de containerkraan volgens figuren 1 en 2 in zogenaamde opslag of rust toestand, waarbij figuur 3a een zij-aanzicht en figuur 3b een kops aanzicht de kade opkijkend is en waarbij in figuur 3b de omhooggeklapte uithouder is weggelaten;
Figuur 4 een schematisch detail van een kops aanzicht op de uithouder van een containerkraan volgens de uitvinding; en 25 Figuur 5 een schematische weergave in zijaanzicht van een containerkraan volgens de uitvinding.
Verwijzend naar de figuren bestaat de als uitvoeringsvoorbeeld getoonde containerkraan volgens de uitvinding uit een portaal 2 opgebouwd uit landzijdepoten 3, waterzij depoten 4 en een aantal deze poten verbindende liggers 5. Het portaal draagt een 30 giek 6, welke is opgebouwd uit een in hoofdzaak boven de kade of wal liggende brugligger 7 en een in gebruikstoestand in hoofdzaak boven het water liggende uithouder 8. De uithouder 8 wordt op gebruikelijk wijze gedragen middels een torenconstructie 10 bestaande uit een opstaande kolom en een veelheid trekkabels en/of 1013120 7 trekstangen. De torenconstructie 10 bij de containerkraan volgens de figuren 1-4 is in tegenstelling tot de conventionele torenconstructies overeenkomstig een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding echter aan de landzijde voorzien van een of meer scharnierend uitgevoerde trekstangen 70 (fig.3a) en aan de waterzijde voorzien van in 5 hoofdzaak starre hangstangen 71 of kabels 71. Aldus wordt het mogelij om middels een relatief groot aantal hangstangen/kabels 71 de uithouder te ondersteunen op een relatief groot aantal punten en aldus de uithouder lichter van constructie uit te voeren dan conventioneel gebeurt. Over de uithouder loopt ten minste één scheepskat 11 en over de brugligger 7 loopt ten minste één walkat 12. Bij voorkeur zullen er twee of 10 meer scheepskatten 11 over de uithouder 8 lopen en twee of meer walkatten 12 over de brugligger 7. Het portaal 2 is evenwijdig aan het schip langs de kade verrijdbaar. De containerkraan als tot nu toe in de figuurbeschrijving beschreven is op de torenconstructie 10 na in wezen uit de stand van de techniek bekend. Het is uit de stand van de techniek bekend om tussen de scheepskat 11 en walkat 12 een overbreng-15 mechanisme te voorzien om containers vanaf de ene kat naar de andere kat over te brengen. Meer conventioneel is het echter om gebruik te maken van een, eventueel twee katten, die vanaf de wal een container oppakken en deze container ook zelf op het schip afzetten of omgekeerd een container vanaf het schip oppakken en deze ook zelf op de wal afzetten oftewel zonder daartussen een overbrengmechanisme te voorzien. 20 De containerkraan volgens de uitvinding is in staat om op deze wijze te functioneren. Het onderscheid tussen enerzijds scheepskat en anderzijds walkat is in dat opzicht dan niet meer nodig. De containerkraan volgens de uitvinding is in staat om met de katten 11 en 12 vanaf de wal respectievelijk het schip een container op te pakken, de katten vervolgens langs de giek 6 naar het schip respectievelijk de wal te verrijden en vervol-25 gens de door de katten meegnomen container op het schip respectievelijk de wal af te zetten. Dit is in het bijzonder van groot voordeel bij het overzetten van van zeecontainers afwijkende ladingen en bij het overzetten van zeecontainers of andere lading die dicht bij de scheepsopbouw geplaatst moet worden of dicht bij de scheepsopbouw opgepakt moet worden. De giek heeft namelijk een breedte B (fig. 4) die relatief smal is, 30 althans vergeleken met de over het algemeen op te pakken of af te zetten zeecontainers. De spreader 13 die van elke uit de stand der techniek of nog te ontwikkelen type kan zijn is in staat om zich aan de lengte van de op te pakken container aan te passen. Aldus 1013120 8 kan de giek, in het bijzonder de uithouder 8 daarvan, tot zeer dicht bij de scheepsopbouw komen zonder het gevaar dat de uithouder 8 hier tegen aan stoot.
De met de zojuist hiervoor besproken wijze van laden en lossen bereikbare laad/lossnelheid is beperkt doordat de betreffende kat telkens eerst een container moet 5 oppakken, vervolgens langs de giek verplaatst moet worden om daarna een container af te geven, waarna nog enige optimalisatie kan plaatsvinden door de desbetreffende kat alvorens deze weer langs de giek terug te voeren eerst weer een container te laten oppakken (waarbij dan dus als het ware een gecombineerd laden en lossen plaatsvindt). De beperkende factor is hierbij telkens het heen en weer voeren van de kat, wanneer de 10 kat namelijk heen en weer wordt gevoerd is deze ondertussen niet in staat om een volgende container op te pakken, waarbij bovendien meespeelt dat meerdere katten elkaar op de giek 6 moeilijk kunnen passeren.
De onderhavige uitvinding verschaft ten behoeve van het verhogen van de laad/loscapaciteit (of -snelheid) een overbrengsysteem dat containers overbrengt tussen 15 enerzijds een of meer walkatten of vaste walhijsinstallaties en anderzijds een of meer scheepskatten, welke scheepskatten in elk geval tijdens het laden/lossen min of meer permanent boven het schip hangen, althans bij gebruikmaking van het overbrengsysteem volgens de uitvinding.
Het overbrengsysteem volgens de uitvinding omvat in wezen een hulpframe 14 20 dat middels wielen 22 langs de giek 6 (de brugligger 7 en uithouder 8) verrijdbaar is. Het hulpframe 14 is opgebouwd uit een aantal V-vormige armen 23, welke de wielen 22 dragen en waaraan telkens een telescoperende arm 19 is bevestigd. Aan de ondereinden van de telescoperende armen 19 is een eerste railstelsel bevestigd dat omvat een bovenste railbaan 15 en een onderste railbaan 16. Over de onderste en bovenste 25 railbaan 16, 15 kunnen containerwagens 20 rijden. Van de onderste en bovenste railbaan zal er telkens één (15 of 16) voor verplaatsing van de containerwagens in de ene richting (bijvoorbeeld van de wal af) en de ander (16 of 15) voor verplaatsing van de containerwagens in de andere richting (bijvoorbeeld naar de wal toe) dienen. Beide railbanen 15 en 16 zijn als zodanig geschikt voor transport in beide richtingen, hetgeen 30 wanneer de containers altijd boven op de containerwagen geplaatst worden ook nodig zal zijn teneinde zowel te kunnen laden als lossen. Wanneer de containers zich echter ook aan de onderzijde van de containerwagens 20 laten hangen of wanneer de afstand tussen de onderste en bovenste railbaan 16 respectievelijk 15 groter dan de container- 10 13 1 2 0 9 hoogte gemaakt wordt, is het mogelijk om simultaan te laden en te lossen. De bovenste 15 en onderste 16 railbaan zijn bedoeld om onderling samen te werken zodat een roulatiesysteem voor de containerwagens 20 wordt verschaft. Langs de onderste railbaan 16 kunnen dan lege containerwagens worden aan- of afgevoerd, terwijl dan langs de 5 bovenste railbaan 15 beladen containerwagens kunnen worden afgevoerd respectievelijk aangevoerd. Aan het watereind 24 van de bovenste 15 en onderste 16 railbaan zijn niet weergegeven omzetmiddelen voorzien om de containerwagens vanaf de ene railbaan 15 of 16 op de andere railbaan 16 of 15 te kunnen omzetten. Dergelijke omzetmiddelen kunnen op velerlei uit de stand der techniek of nog te ontwikkelen manieren 10 worden gerealiseerd. De al besproken DE 19703284 openbaart bijvoorbeeld omzetmiddelen (zie kolom 1, regel 63 tot en met kolom 2, regel 26), echter dergelijke omzetmiddelen zijn ook uit andere gebieden van de techniek bekend. Gedacht kan bijvoorbeeld worden aan een hefsysteem dat de containerwagen vanaf de ene railbaan oppakt en van die railbaan losneemt om de containerwagen vervolgens op de andere railbaan te 15 zetten.
Het hulpframe, althans het eerste railstelsel daarvan, heeft een inwendige binnenbreedte C die groter is dan de langste zeecontainer welke met de. containerkraan volgens de uitvinding manipuleerbaar dient te zijn. Dit maakt het in de eerste plaats mogelijk om op de containerwagens 20 geplaatste zeecontainers 21 tussen het eerste 20 railstelsel door langs de giek te verplaatsen en maakt het anderzijds, wellicht nog belangrijker, mogelijk om de spreader 13 vanaf de over de uithouder 8 lopende scheepskat 11 via het hijssysteem 17 tussen het hulpframe door te laten zakken of omhoog te halen terwijl er een zeecontainer aan die spreader 13 hangt. Om hierbij een botsing tussen containerwagens 20 en een spreader 13 of hijsmiddelen 17 daarvan te 25 voorkomen is de containerkraan volgens de uitvinding verder voorzien van een besturingssysteem, dat de langs het hulpframe te verplaatsen containerwagens 20 zodanig aanstuurt dat deze enkel onder een scheepskat 11 door kunnen passeren wanneer deze de spreader 13 voldoende hoog boven de desbetreffende containerwagen met eventueel daarop staande containers opgetild is.
30 Daar het hulpframe volgens de uitvinding een breedte heeft in dezelfde orde van grootte als de langste met de containerkraan volgens de uitvinding te behandelen zeecontainer, zal dit hulpframe in de weg zitten indien zeecontainers dicht bij een scheeps-opbouw gemanipuleerd moeten worden. Bij een containerkraan volgens de onderhavige 1013 12 0 10 uitvinding zal in een dergelijk geval het hulpframe 14 tot in hoofdzaak boven de kade teruggetrokken kunnen worden, zoals in figuur 3 a is weergegeven. De in figuur 3a in omhoog geklapte toestand weergegeven uithouder zal in een dergelijk geval uiteraard niet omhoog geklapt zijn maar zich in een horizontale stand bevinden teneinde middels 5 de hierlangs lopende scheepskat 11 en eventueel ook de walkat 12 containers te kunnen lossen als eerder al beschreven.
Teneinde de hoogte waarover de scheepskatten 11 de containers moeten manipuleren te minimaliseren zijn de telescopische armen 19 van het hulpframe 14 van groot voordeel. Deze telescopische armen 19 maken het namelijk mogelijk om de onderste en 10 bovenste railbaan 16, 15 tot dicht boven het dek van het schip te brengen (bij ontbreken van deklading) of aan de hoogte van de deklading te kunnen aanpassen. Figuur 1 toont het hulpframe 14 in hoge stand en figuur 2 toont het hulpframe in een lage stand.
Het hulpframe 14 zou, verwijzend naar figuur la, verlengd kunnen worden om door te lopen tot aan de landzijdepoot 3 of eventueel ergens tussen de landzijdepoot 3 15 en waterzijdepoot 4, bijvoorbeeld halverwege deze poten. Dit betekent echter dat bij hoge deklading, zoals in figuur la is weergegeven, de walkat 12 de containers over een grote hoogte moet manipuleren, hetgeen relatief veel tijd vergt. Deze tijd kan aanzienlijk bekort worden door het tussen de landzijdepoten 3 en waterzijdepoten 4 gelegen deel van het hulpframe als het ware lager te plaatsen. Dit zich tussen de landzijdepoten 20 en waterzijdepoten bevindende gedeelte van het hulpframe kan dan geheel van de brugligger ontkoppeld worden en direct aan de landzijdepoten 3 en walzijdepoten 4 worden opgehangen. Dit gedeelte van het hulpframe hoeft dan alleen nog maar te bestaan uit een onderrailbaan en een bovenrailbaan, ook wel het derde railstelsel genaamd. Teneinde de containers vanaf het derde railstelsel naar het tweede aan het ei-25 genlijke hulpframe voorziene railstelsel te kunnen overbrengen, of omgekeerd, is tussen de waterzijdepoten 4 een liftinrichting 25 voorzien. Daar deze lift 25 geheel kan worden geautomatiseerd en langs een vaste baan op en neer kan gaan is de transportcapaciteit hiervan gelijk aan die van het hulpframe 14 of eventueel zelfs sneller te maken. De hoogte H van het derde railstelsel tot de kade zal volgens de uitvinding bij voorkeur 30 gelijk worden gekozen aan de laatste hoogte tot waarop men de bovenrailbaan 15 en onderrailbaan 16 middels de telescoperende armen kan laten zakken. In deze laagste stand, weergegeven in figuur 2, liggen het tweede railstelsel en het derde railstelsel dan in eikaars verlengde, in welk geval de lift 25 dan als een brug tussen de beide railstel- 10 13 12 0 11 seis in stil gezet kan worden. Deze laagste stand zal met name benut worden voor het laden en lossen van het ruim van een schip. De hoogte H wordt daarmee als het ware een voorafbepaalde vastliggende hoogte, welke door in de scheepvaart gehanteerde richtlijnen wordt bepaald.
5 Onder langs het hulpframe is volgens de uitvinding op voordelige wijze een extra rail, een cabinerail, voorzien waarlangs een bedieningscabine 28 met een kraanmachinist verplaatsbaar is. Een dergelijke cabine stelt de kraanmachinist in staat om een goed en onbelemmerd zicht te hebben op de met de scheepskat te verrichten manipulatiehan-delingen. Zoals in figuur 3 te zien zal het hulpframe 14, wanneer de containerkraan 10 zich in opslagtoestand (zogenaamde stowed position) bevindt tot in hoofdzaak onder de brugligger zijn teruggetrokken of althans meer in het bijzonder tot in hoofdzaak boven de kade 27 zijn teruggetrokken.
Figuur 5 toont in zijaanzicht een containerkraan die van die uit de figuren 1 t/m 4 verschilt in hoofdzaak doordat het derde railstelsel 26 ontbreekt en het 15 hulpframe 14 langer is uitgevoerd om zich bij volledig uitgeschoven toestand, d.w.z. in een werkzame toestand waarin deze de uithouder geheel overlapt, zich ook nog uit te strekken onder de brugligger. Ook de brugligger kan in verband met het langer zijn van het hulpframe 14 aan het achtereind, bij de zgn. 'back reach' nog verlengd zijn. Met streep-lijnen is in flg. 5 aan de linker zijde het 20 linker uiteinde van het frame 14 in ingetrokken stand aangeduid.
1013120

Claims (13)

1. Containerkraan omvattende: een giek opgebouwd uit een brugligger en een althans tijdens gebruik in het 5 verlengde van de brugligger liggende uithouder; tenminste één langs de giek verrrijdbare kat voorzien van hijsmiddelen voor het omhoog halen en laten zakken van zeecontainers; een zich langs de giek uitstrekkend hulpframe voorzien van een eerste railstelsel met ten minste één daarlangs verrijdbare containerwagen voor het verplatsen van 10 zeecontainers; met het kenmerk, dat het hulpframe ten opzichte van de in gebruikstoestand verkerende uithouder beweegbaar is tussen een zich langs de uithouder uitstrekkende werkzame stand en een ruststand waarin het hulpframe zich in hoofdzaak boven de wal, althans buiten bereik 15 van de opbouw van een te laden en/of te lossen schip, bevindt.
2. Containerkraan volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het hulpframe zich in de werkzame stand langs tenminste 50%, bij voorkeur tenminste 75% van de uithouder uitstrekt.
3. Containerkraan volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de uithouder 20 en brugligger zijn voorzien van een tweede railstelsel dat het hulpframe draagt op een langs de giek tussen de werkzame en ruststand in- en uitschuifbare wijze, waarbij de ruststand van het hulpframe een in hoofdzaak langs de brugligger gelegen ingetrokken stand is, en waarbij de werkzame stand van het hulpframe een uitgeschoven stand is.
4. Containerkraan volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het eerste railstelsel 25 twee langs elkaar verlopende railparen en een veelheid containerwagens omvat, en dat bij de van de wal afgekeerde einden van die twee railparen overzetmiddelen zijn voorzien om de containerwagens van het ene op het andere railpaar te kunnen overzetten.
5. Containerkraan volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat 30 het hulpframe een in hoofdzaak vrije tussenruimte begrenst, die dwars op de langsrich- ting van de giek een breedte heeft groter dan de lengte van het langste type te laden en/of te lossen zeecontainer, zodanig dat een dwars op de giek georiënteerde 101312 0 zeecontainer ten minste in verticale richting en bij voorkeur ook in horizontale richting door die tussenruimte verplaatsbaar is.
6. Containerkraan volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de containerwagens een laadvlak hebben waarop een hiermee te verrijden zeecontainer 5 is te plaatsen.
7. Containerkraan volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het hulpframe is voorzien van hoogteverstelmiddelen om althans het gedeelte van het hulpframe met het eerste railstelsel in hoogte ten opzichte van de giek te verstellen.
8. Containerkraan volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat 10 deze verder omvat: een derde railstelsel dat zich uitstrekt evenwijdig aan en onder de brugligger en dat is ingericht voor het hierover heen en weer rijden van containerwagens, en liftmiddelen voor het overzetten van zeecontainers vanaf het eerste railstelsel naar het derde railstelsel en omgekeerd.
9. Containerkraan volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de spoorbreedte van 15 het derde railstelsel groter is dan de lengte van het langste type te laden en/of te lossen zeecontainer.
10. Containerkraan volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het hulpframe is voorzien van een cabinerailbaan met daarlangs verplaatsbare bestuur-derscabine van waaruit de langs de uithouder lopende kat bestuurbaar is.
11. Containerkraan volgens een der voorgaande conclusies, omvattende ten minste drie van die katten, waarvan er ten minste twee langs de uithouder verrijdbaar zijn en ten minste één langs de brugligger verrijdbaar is.
12. Containerkraan volgens een der voorgaande conclusie, waarbij de uithouder voor optopping scharnierend aan de containerkraan is aangebracht en waarbij de 25 containerkraan is voorzien van een boven de giek gelegen torenstelsel voor ondersteuning van de uithouder in zijn horizontale stand, met het kenmerk, dat het torenstelsel, althans de kolom daarvan, ten opzichte van de uithouder gefixeerd is en bij het optoppen van de uithouder naar de brugligger toe neer klapt.
13. Containerkraan volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, 30 dat het hulpframe ten opzichte van de in gebruikstoestand verkerende uithouder omhoog klapbaar is uitgevoerd. 1013120
NL1013120A 1999-09-22 1999-09-22 Containerkraan voor zeecontainers. NL1013120C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1013120A NL1013120C2 (nl) 1999-09-22 1999-09-22 Containerkraan voor zeecontainers.
AU79705/00A AU7970500A (en) 1999-09-22 2000-09-22 Container crane for sea freight containers
PCT/NL2000/000683 WO2001025131A1 (en) 1999-09-22 2000-09-22 Container crane for sea freight containers

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1013120 1999-09-22
NL1013120A NL1013120C2 (nl) 1999-09-22 1999-09-22 Containerkraan voor zeecontainers.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1013120C2 true NL1013120C2 (nl) 2001-03-23

Family

ID=19769924

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1013120A NL1013120C2 (nl) 1999-09-22 1999-09-22 Containerkraan voor zeecontainers.

Country Status (3)

Country Link
AU (1) AU7970500A (nl)
NL (1) NL1013120C2 (nl)
WO (1) WO2001025131A1 (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1020675C2 (nl) * 2002-05-24 2003-11-25 Univ Delft Tech Portaalkraan voor het laden en/of lossen van zeecontainers, samenstel van twee van dergelijke brugkranen, alsmede gebruik van een portaalkraan of een dergelijk samenstel.
WO2007132416A2 (en) * 2006-05-15 2007-11-22 David Peter Dennison The displacement of containers with respect to a ship
WO2013079439A1 (en) 2011-11-29 2013-06-06 Apm Terminals Bv A crane
CN107140546A (zh) * 2017-06-13 2017-09-08 三海洋重工有限公司 一种门框结构及岸桥
CN111891931A (zh) * 2019-05-04 2020-11-06 华电重工股份有限公司 一种升级改造后的岸桥***及运行过程
CN113636464B (zh) * 2021-07-22 2023-12-12 中车长江车辆有限公司 装卸吊运装置、岸桥、轨桥一体捷运***及翻坝运输***

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL6714979A (nl) * 1966-11-04 1968-05-06
NL7411880A (nl) * 1974-09-06 1976-03-09 Stork Conrad Bv Overslaginrichting in het bijzonder voor containers of laadkisten.
DE4040072A1 (de) * 1990-12-14 1992-08-27 Technologiepark Clausthal Gmbh Schwerlast-transportwagen fuer eine schwerlast-verladebruecke
US5775866A (en) * 1994-05-20 1998-07-07 Tax Ingenieurgesellschaft Mbh Cargo loading crane

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL158459B (nl) * 1975-03-04 1978-11-15 Europ Container Terminus Overslagbrug voor containers.

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL6714979A (nl) * 1966-11-04 1968-05-06
NL7411880A (nl) * 1974-09-06 1976-03-09 Stork Conrad Bv Overslaginrichting in het bijzonder voor containers of laadkisten.
DE4040072A1 (de) * 1990-12-14 1992-08-27 Technologiepark Clausthal Gmbh Schwerlast-transportwagen fuer eine schwerlast-verladebruecke
US5775866A (en) * 1994-05-20 1998-07-07 Tax Ingenieurgesellschaft Mbh Cargo loading crane

Also Published As

Publication number Publication date
AU7970500A (en) 2001-05-10
WO2001025131A1 (en) 2001-04-12

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4750429A (en) Transportation systems
NL1005456C2 (nl) Spoorterminal voor containers en spoorwagon.
US5478181A (en) Method and apparatus for moving containers between a ship and a dock
JPH10503742A (ja) 荷物積載クレーン
WO2008058763A1 (en) Plant for transporting cargo and/or from a ship
US4749328A (en) Auxiliary hoist grapple
FI79510B (fi) Kajkran och saett foer flyttning av last mellan fartyg och kaj.
GB2052439A (en) Cantilever straddle carrier
NL1013120C2 (nl) Containerkraan voor zeecontainers.
CN114031004A (zh) 一种吊运机
CN212221792U (zh) 一种用于集装箱港口的输送装置
FI96197B (fi) Vaunu konttien poimimiseksi ja siirtämiseksi
CN211643944U (zh) 一种用于集装箱港口的输送装置
JPH09175781A (ja) コンテナクレーン
NL1009587C2 (nl) Schip en werkwijze voor het vervoeren van containers en dergelijke.
NL1022185C1 (nl) Werkwijze en inrichting voor het laden en lossen van een binnenschip.
JPH09315758A (ja) コンテナクレーン
NL1020675C2 (nl) Portaalkraan voor het laden en/of lossen van zeecontainers, samenstel van twee van dergelijke brugkranen, alsmede gebruik van een portaalkraan of een dergelijk samenstel.
JPH09315759A (ja) コンテナクレーン
JP2002167167A (ja) 自走式門型コンテナクレーン
CN113800407B (zh) 车载式起重设备及具有其的运输车
NL2020597B1 (nl) Inklapbaar werkplatform en werkwijze voor het in- of uitklappen daarvan
JPS6139749Y2 (nl)
JP2002145578A (ja) 橋形クレーン
NL2006132C2 (nl) Container terminal.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20040401