NL1012716C2

NL1012716C2 - Zeilboot.

Info

Publication number: NL1012716C2
Application number: NL1012716A
Authority: NL
Inventors: Hubertus Adriaan Pothoven
Original assignee: Hubertus Adriaan Pothoven
Priority date: 1999-07-27
Filing date: 1999-07-27
Publication date: 2001-01-30
Also published as: EP1204548A2; AU6322400A; WO2001007314A3; WO2001007314A2

Description

Zeilboot

De uitvinding heeft betrekking op een zeilboot omvattend een onderwaterschip dat voorzien is van een kiel en tenminste een roer.

Een dergelijke zeilboot is algemeen bekend uit de 5 praktijk. Het ontwerpen van een dergelijke zeilboot is bijvoorbeeld beschreven in het boek "Principles of Yacht Design" van Lars Larsson en Rolf Eliasson, gepubliceerd in 1994, ISBN 0-7136-3855-9.

De bekende zeilboot is uitgerust met een kiel mid-10 scheeps en een roer of twee roeren aan de achterzijde van de boot. De taken die de kiel en het roer of de roeren hebben zijn gericht op koershandhaving en besturing. Het beperken van de zijwaartse drift van de zeilboot maakt van deze taken deel uit. De kiel is in de regel voorzien van ballast en 15 heeft bij voorkeur een grote diepgang teneinde de effectieve werking daarvan te ondersteunen. De ballast is bij voorkeur dan zover mogelijk van de romp van de zeilboot af geplaatst, teneinde bij helling van de zeilboot een groot koppel op te leveren ter verhoging van het richtend vermogen van de boot. 20 Het toepassen van een grote diepgang voor de kiel is onder andere bezwaarlijk doordat dit een sterke beperking oplevert ten aanzien van de wateren die bevaarbaar zijn. Bovendien dienen bij de bekende boot speciale maatregelen genomen te worden wanneer het water waarin de boot ligt droog 25 valt.

De uitvinding beoogt te voorzien in een oplossing voor deze nadelen en problemen.

Voorts is de uitvinding erop gericht de zeilboot zo uit te voeren dat de vaarweerstand van de zeilboot, het rich-30 tend vermogen daarvan, en tevens het zeilvoerend vermogen is verbeterd zodat hogere snelheden haalbaar zijn.

De zeilboot volgens de uitvinding is er daartoe door gekenmerkt dat de kiel in de zeilrichting van de boot gezien vooraan is geplaatst, en dat daarachter even voorbij mid-35 scheeps de boot aan weerszijden is voorzien van een kimroer.

Door de driepuntsplaatsing die dit oplevert zijn er 1012716 2 ten eerste geen problemen bij het droogvallen van het water waarin de boot ligt. De zeilboot kan dan eenvoudig rusten op de kiel en de beide kimroeren.

Doordat er sprake is van kimroeren en een vooraan de 5 boot geplaatste kiel wordt verder een gunstige invloed uitgeoefend op het richtend vermogen en daarmee het zeilvoerend vermogen van de boot, hetgeen de snelheid die haalbaar is met de zeilboot volgens de uitvinding, verhoogt.

Het richtend vermogen van de boot wordt met name 10 gunstig beïnvloed door een geschikte plaatsing en vormgeving van de kimroeren zoals hierna verder wordt toegelicht.

In een eerste voorkeursuitvoeringsvorm is de boot erdoor gekenmerkt dat ieder kimroer geleed is uitgevoerd met een vastgemonteerd eerste deel en een draaibaar met het 15 eerste deel gekoppeld tweede deel, waarbij het de voorkeur heeft dat het eerste deel is uitgevoerd als scheg, en het tweede deel een roerblad vormt.

Verder is gebleken dat ook de wijze van plaatsing van de kimroeren het richtend vermogen van de boot 20 beïnvloedt. Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de zeilboot volgens de uitvinding is erdoor gekenmerkt dat ieder kimroer vastgemonteerd is op of nabij de kim van de boot en daarvanaf enigszins schuin naar binnen is gericht, zodanig dat de onderkanten dichterbij elkaar staan dan de bovenkan-25 ten.

Verder is wenselijk dat de beide kimroeren met toespoor zijn uitgevoerd. Met deze maatregel wordt een sterk liftende werking aan de boot verschaft wanneer de zeilsnel-heid toeneemt, hetgeen daarbij verdere weerstandsvermindering 30 oplevert. Overigens wordt met de plaatsing van de kiel en de beide kimroeren bereikt dat de vortex die achter deze delen ontstaat wanneer de boot op snelheid ligt, elkaar niet storen, zodat ook hierdoor de vaarweerstand die de boot daarbij in het water ondervindt, relatief laag blijft. Dit heeft 35 uiteraard een positieve invloed op de met de boot maximaal te bereiken snelheid.

Het toespoor van de beide kimroeren kan eenvoudig worden gerealiseerd doordat de beide kimroeren scheef ten opzichte van de lengteas van de boot zijn geplaatst. Ook kan

10127 IR

3 eventueel in toevoeging daarop ieder kimroer zo zijn uitgevoerd dat deze een voorafbepaald a-symmetrisch profiel heeft. Daarbij is overigens mogelijk dat het toespoor varieert over de hoogte van de kimroeren, waarmee kan worden bereikt dat 5 het vaarkarakter van de boot zich aanpast aan de vaarcondi-ties en met name aan de actuele zeilsnelheid van de boot.

Een gunstig effect van de maatregelen van de uitvinding is verder dat de koersstabiliteit van de boot ten opzichte van een zeilboot uit de stand van de techniek is 10 verbeterd.

De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de tekening welke in fig. 1 de zeilboot volgens de uitvinding in schematisch en perspectivisch onderaanzicht toont.

15 Pig. 2 de zeilboot volgens de uitvinding in een schematisch vooraanzicht toont/ en in fig. 3 de zeilboot volgens de uitvinding in een schematisch onderaanzicht toont.

In de figuren gebruikte gelijke verwijzingscijfers 20 verwijzen naar dezelfde onderdelen.

In de figuren wordt met verwijzingscijfer 1 de zeilboot volgens de uitvinding aangeduid. Deze zeilboot 1 heeft een onderwaterschip 2, zoals getoond in fig. 2 dat ligt onder de waterspiegel 3. Er is daarbij voorzien in een kiel 4 25 die, in de zeilrichting van de boot gezien, vooraan is geplaatst hetgeen het duidelijkst zichtbaar is in fig. 1.

Achter de kiel 4 is even voorbij midscheeps de boot 1 aan weerszijden voorzien van een kimroer 5', 5'' (zie met name de figuren 1 en 2). Ieder kimroer 5', 5'' is vastgemonteerd 30 nabij de kim 6 van de boot, dat wil zeggen de (afgeronde) overgang tussen vlak en vrijboord. Ieder kimroer 5', 5'' omvat bij voorkeur (niet getoond) een scheg, en een draaibaar roerblad. Vanaf het onderwaterschip 2 verlopen de beide kimroeren 5', 5'' enigszins naar binnen gericht, zoals duide-35 lijk getoond in fig. 2. De beide kimroeren 5', 5'' zijn bij voorkeur met toespoor uitgevoerd hetgeen inhoudt dat de kimroeren 5', 5'' aan hun voorzijde, dat wil zeggen de zijde die het meest nabij de kiel 4 is geplaatst, onderling een geringere afstand innemen dan aan hun achterzijde. Dit kan 1012716 4 bijvoorbeeld worden gerealiseerd doordat de beide kimroeren 5', 5'' scheef ten opzichte van de lengteas van de boot zijn geplaatst. In fig. 1 is als alternatief of als additionele mogelijkheid getoond dat de beide kimroeren 5', 5'' bij 5 voorkeur ook een voorafbepaalde a-symmetrische vorm hebben.

Diverse varianten op het hiervoor besprokene en in de figuren getoonde uitvoeringsvoorbeeld zijn denkbaar. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk dat het toespoor van de kimroeren varieert over de hoogte daarvan.

10

1 01?71 R

Claims

1. Zeilboot (1) omvattend een onderwaterschip (2) dat voorzien is van een kiel en tenminste een roer, met het kenmerk, dat de kiel {4) in de zeilrichting van de boot gezien vooraan is geplaatst, en dat daarachter even voorbij 5 midscheeps de boot (1) aan weerszijden is voorzien van een kimroer (5', 5'') .

2. Zeilboot (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat ieder kimroer (5', 5'') geleed is uitgevoerd met een vastgemonteerd eerste deel en een draaibaar met het 10 eerste deel gekoppeld tweede deel.

3. Zeilboot (1) volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het eerste deel is uitgevoerd als scheg, en het tweede deel een roerblad vormt.

4. Zeilboot (1) volgens een der conclusies 1-3, met 15 het kenmerk, dat ieder kimroer (5', 5'') vastgemonteerd is op of nabij de kim van de boot en daarvanaf enigszins schuin naar binnen is gericht (fig. 2), zodanig dat de onderkanten dichterbij elkaar staan dan de bovenkanten.

5. Zeilboot (1) volgens een der conclusies 1-4, 20 met het kenmerk, dat de beide kimroeren (5', 5'') met toespoor zijn uitgevoerd.

6. Zeilboot (1) volgens een der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de beide kimroeren (5', 5'') scheef ten opzichte van de lengteas van de boot zijn geplaatst.

7. Zeilboot (1) volgens een der conclusies 1-6, met het kenmerk, dat ieder kimroer (5', 5'') een voorafbepaald a-symmetrisch profiel heeft.

8. Zeilboot (1) volgens een der conclusies 5-7, met het kenmerk, dat het toespoor varieert over de hoogte van 30 de kimroeren (5', 5''). 4 Λ 4 Λ-J 4 Λ