NL1011803C2 - Inrichting en werkwijze voor het bemesten van land. - Google Patents

Description

INRICHTING EN WERKWIJZE VOOR HET BEMESTEN VAN LAND

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor 5 het bemesten van land, voorzien van een houder voor in hoofdzaak vloeibare mest, een toevoerleiding voor het toevoeren van de mest uit de houder naar een verdeelinrichting en een aantal afvoerleidingen voor het afvoeren van de mest uit de verdeelinrichting naar 10 verscheidene uitlaatopeningen, welke verdeelinrichting is voorzien van een behuizing die aan een zijde begrensd is door een vlakke wand waarin gaten zijn aangebracht waarop de afvoerleidingen aansluiten, in welke behuizing een roteerbaar snij orgaan met messen aanwezig is dat in 15 een vlak evenwijdig aan de vlakke wand kan roteren zodat de messen langs de gaten bewegen.

Een dergelijke inrichting is bekend uit DE-A-4021266, waarbij het schijfvormige snij orgaan langs zijn omtrek 20 is voorzien van een aantal uitsparingen waarvan de randen de messen vormen die vaste delen in de mest tot kleinere stukken snijden.

De verdeelinrichting dient er in de eerste plaats voor 25 om de stroom mest gelijkelijk over de verschillende uitstroomopeningen te verdelen, zodat de mest in een aantal stroken, al of niet in vooraf gemaakte groeven of gleuven, op het land kan worden gebracht. Voorts dient de verdeelinrichting te voorkomen dat de 30 afvoerleidingen, die dunner zijn dan de toevoerleiding, verstopt raken. Daarom is het snijorgaan aanwezig, dat te grote vaste delen die in de mest aanwezig kunnen zijn tot kleinere delen kan reduceren. Wanneer daarbij het snijorgaan vastloopt wordt de draairichting van het 35 snijorgaan omgekeerd, zodat de snijwerking wordt voortgezet.

Een nadeel van een dergelijk snijorgaan is dat het »1011803 2 roterende snijorgaan de toegang tot de gaten telkens voor een korte tijd afsluit, zodat de doorstroming van de mest in een zekere mate wordt belemmerd.

5 De uitvinding beoogt een inrichting en een werkwijze voor het bemesten van land waarbij de doorstroming van mest door de verdeelinrichting kan worden vergroot of verkleind en/of waarbij de snijwerking van het snijorgaan kan worden geïntensiveerd of beperkt en/of 10 waarbij de verdeelinrichting efficiënter kan worden gebruikt.

Hiertoe zijn volgens de uitvinding een of meer van de messen verwijderbaar, en ook weer terug te plaatsen, 15 zonder het snijorgaan uit de behuizing te verwijderen. Wanneer er minder messen in de verdeelinrichting aanwezig zijn kan de mest gemakkelijker door de verdeelinrichting stromen, zodat een grotere hoeveelheid mest naar de afvoerleidingen kan worden geleid. In de 20 praktijk is, afhankelijk van de soort mest, het maximale aantal messen vaak niet vereist om voldoende snijwerking te verkrijgen. Derhalve kan de weerstand die de mest in de verdeelinrichting ondervindt in veel gevallen worden verkleind.

25

Bij voorkeur zijn meer dan acht, bij voorkeur meer dan tien, messen aanwezig en zijn twee of meer, bij voorkeur vier, messen verwijderbaar. In de praktijk zijn daarmee goede resultaten verkregen.

30

In een voorkeursuitvoering zijn de verwijderbare messen aan de van de vlakke wand afgekeerde zijde van het snijorgaan aan dat snijorgaan bevestigd door middel van bouten, bij voorkeur met twee bouten per verwijderbaar 35 mes. Nadat de behuizing van de verdeelinrichting is geopend kunnen de betreffende messen daardoor gemakkelijk worden verwijderd of worden terug geplaatst.

*1011803 3

Bij voorkeur is elk mes in tenminste twee standen aan het snij orgaan bevestigbaar, zodat de snij rand van het mes op meerdere plaatsen kan worden gebruikt. De messen kunnen daardoor langer worden gebruikt en de snijrand 5 kan doorgaans groter zijn dan nodig is voor een snijbewerking omdat het mes voldoende afmeting heeft.

Bij voorkeur bestaat een mes in hoofdzaak uit een ronde schijf met een afgeschuinde omtreksrand, zodat aan de 10 kant van de vlakke wand een snij rand is gevormd. Die ronde schijf kan dan in twee standen, geroteerd over een hoek van 180 graden, of in meer standen, geroteerd over een kleinere hoek, aan het snijorgaan kan worden vastgezet.

15

Uit EP-A-0520974 is een bemestigsinrichting bekend met een verdeelinrichting die is voorzien van ronde schijven, welke schijven echter vrij roteerbaar zijn zodat zij draaien tijdens het roteren van het 20 snijorgaan. In de praktijk is gebleken dat deze vrije roteerbaarheid een onregelmatige en ongecontroleerde slijtage van de messen tot gevolg heeft. Anders dan volgens EP-A-0520974, zijn volgens de uitvinding de messen juist vast ten opzichte van het snijorgaan 25 bevestigd.

Die uitvinding heeft voorts betrekking op een verdeelinrichting voor het verdelen van mest over een aantal afvoerleidingen, omvattende een behuizing die aan 30 een zijde begrensd is door een vlakke wand waarin gaten zijn aangebracht waarop de afvoerleidingen kunnen aansluiten, in welke behuizing een roteerbaar snijorgaan met messen aanwezig is dat in een vlak evenwijdig aan de vlakke wand kan roteren zodat de messen langs de gaten 35 bewegen, waarbij een of meer van de messen verwijderbaar zijn zonder het snijorgaan uit de behuizing te verwijderen.

*1011803 4

Voorts heeft de uitvinding betrekking op een verdeelinrichting voor het verdelen van mest over een aantal afvoerleidingen, omvattende een behuizing die aan een zijde begrensd is door een vlakke wand waarin gaten 5 zijn aangebracht waarop de afvoerleidingen kunnen aansluiten, in welke behuizing een roteerbaar snijorgaan met messen aanwezig is dat in een vlak evenwijdig aan de vlakke wand kan roteren zodat de messen langs de gaten bewegen, waarbij elk mes in tenminste twee standen aan 10 het snijorgaan bevestigbaar is, zodat de snij rand van het mes op meerdere plaatsen kan worden gebruikt. Bij voorkeur omvatten de messen in hoofdzaak ronde schijven met een afgeschuinde omtreksrand, zodat aan de kant van de vlakke wand een snij rand is gevormd.

15

De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het bemesten van land, waarbij uit een houder via een toevoerleiding vloeibare mest naar een verdeelinrichting wordt toegevoerd en via een aantal 20 afvoerleidingen mest uit de verdeelinrichting naar verscheidene uitlaatopeningen wordt afgevoerd, waarbij in de verdeelinrichting een snijorgaan met messen evenwijdig aan een vlakke wand van de verdeelinrichting roteert, in welke vlakke wand gaten zijn aangebracht 25 waarop de afvoerleidingen aansluiten, waarbij de messen langs de gaten bewegen, en waarbij het doorstroomvolume van de mest door de verdeelinrichting mede wordt geregeld door het aantal messen te variëren. 1 2 3 4 5 6 *1011803

Ook heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor 2 het bemesten van land waarbij uit een houder via een 3 toevoerleiding vloeibare mest naar een verdeelinrichting 4 wordt toegevoerd en via een aantal afvoerleidingen mest 5 uit de verdeelinrichting naar verscheidene 6 uitlaatopeningen wordt afgevoerd, waarbij in de verdeelinrichting een snijorgaan met messen evenwijdig aan een vlakke wand van de verdeelinrichting roteert, in 5 welke vlakke wand gaten zijn aangebracht waarop de afvoerleidingen aansluiten, waarbij de messen langs de gaten bewegen, waarbij elk mes in tenminste twee standen aan het snijorgaan bevestigbaar is, zodat de snij rand 5 van het mes op meerdere plaatsen kan worden gebruikt

Ter verduidelijking van de uitvinding zal, onder verwijzing naar de tekening, een uitvoeringsvoorbeeld van een verdeelinrichting voor een inrichting voor het 10 bemesten van land worden beschreven.

Figuur 1 is een bovenaanzicht van een snijorgaan in een verdeelinrichting; figuur 2 is een doorsnede volgens de lijn II-II in 15 figuur 1, en figuur 3 is een doorsnede volgens de lijn III-III in figuur 1.

De figuren zijn slechts schematische weergaven, waarbij 20 overeenkomende delen met gelijke verwijzingscijfers zijn aangegeven.

Figuur 1 toont een snijorgaan 11 met twaalf schijfvormige messen 12,22. Acht messen 12 zijn vast 25 bevestigd aan een plaatvormig deel 13 van het snijorgaan 11 en vier messen 22 zijn verwijderbaar bevestigd. Het snijorgaan 11 is daartoe voorzien van twaalf assen 14 die door een centraal in de messen 12,22 aangebracht gat reiken. Elk mes 12,22 is vast bevestigd door middel van 30 een bout 15.

Het snijorgaan 11 kan in een horizontaal vlak roteren, waartoe het in het middengedeelte 16 aan een niet weergegeven verticale as is bevestigd. Daardoor kan het 35 snijorgaan roteren tegen een vlakke wand 17 die bestaat uit een ringvormige vlakke schijf en die is voorzien van veertig gaten 18. De vlakke wand 17 is aangebracht in de »1011803 6 behuizing 19 van een verdeelinrichting.

De vloeibare mest wordt aan de bovenzijde centraal in de verdeelinrichting aangevoerd en verlaat de 5 verdeelinrichting aan de onderzijde door de gaten 18 om via afvoerleidingen 20 te worden afgevoerd naar de mondstukken die de mest op of in de grond brengen.

Figuur 2 toont in doorsnede hoe een verwijderbaar mes 22 10 aan het snijorgaan is bevestigd. Daartoe is een tussenstuk 23 door middel van twee bouten 24 vastgeschoefd op plaatvormig deel 13, aan welk tussenstuk 23 de as 14 is bevestigd. Bout 15 zorgt voor een vaste verbinding van het mes 22 en het tussenstuk 15 23.

Figuur 2 toont voorts een deel van de behuizing 19 van de verdeelinrichting, waarop afvoerleiding 20 aansluit. De ringvormige schijf die de vlakke wand 17 vormt is 20 zodanig in de behuizing 19 bevestigd dat telkens een gat 18 ter plaatse van een afvoerleiding 20 ligt.

Figuur 3 toont de bevestiging van een mes 12 aan het plaatvormige deel 13 van het snijorgaan 11. Daarbij is 25 de as 14 vastgezet in het plaatvormige deel 13, welke as 14 centraal door het mes 12 reikt. Het mes 12 is vast met het plaatvormige deel 13 verbonden door middel van bout 15. 1 2 3 4 5 6 »•1011803

De messen 12,22 omvatten een rond schijfvormig deel met 2 een afgeschuinde omtrek, zodat een snij rand 26 wordt 3 gevormd. In het in figuur 1 meest links weergegeven mes 4 22 is de afgeschuinde omtreksrand 27 in bovenaanzicht 5 weergegeven.

6

Door een, twee, drie of alle messen 22 te verwijderen kan het totale aantal messen 12,22 naar wens worden 7 verminderd, waarmee de doorstroming van de verdeelinrichting in een bepaalde mate wordt vergroot.

Elk mes 12,22 is voorzien van twee boutgaten 28 zodat 5 het mes 12,22 in twee standen kan worden bevestigd, waarbij in elke stand een ander deel van de snij rand over de gaten 18 wordt bewogen. Daardoor kunnen de messen 12,22 nadat ze in een stand bot zijn geworden opnieuw worden gebruikt in de andere stand.

10

De weergegeven uitvoeringsvorm moet slechts als voorbeeld worden beschouwd, ook andere uitvoeringen zijn mogelijk.

*1011803

Claims (9)

1. Inrichting voor het bemesten van land, voorzien van 5 een houder voor in hoofd2aak vloeibare mest, een toevoerleiding voor het toevoeren van de mest uit de houder naar een verdeelinrichting en een aantal afvoerleidingen voor het afvoeren van de mest uit de verdeelinrichting naar verscheidene 10 uitlaatopeningen, welke verdeelinrichting is voorzien van een behuizing die aan een zijde begrensd is door een vlakke wand waarin gaten zijn aangebracht waarop de afvoerleidingen aansluiten, in welke behuizing een roteerbaar snijorgaan met 15 messen aanwezig is dat in een vlak evenwijdig aan de vlakke wand kan roteren zodat de messen langs de gaten bewegen, met het kenmerk, dat een of meer van de messen verwijderbaar zijn zonder het snijorgaan uit de behuizing te verwijderen en dat elk mes in 20 tenminste twee standen aan het snijorgaan bevestigbaar is, zodat de snij rand van het mes op meerdere plaatsen kan worden gebruikt.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, 25 dat meer dan acht, bij voorkeur meer dan tien, messen aanwezig zijn en dat twee of meer, bij voorkeur vier, messen verwijderbaar zijn. 1 2 3 4 5 6 7 1011803 Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, 2 30 met het kenmerk, dat de verwijderbare messen aan de 3 van de vlakke wand afgekeerde zijde van het 4 snijorgaan aan dat snijorgaan zijn bevestigd door 5 middel van bouten, bij voorkeur met twee bouten per 6 verwijderbaar mes. 7 35

4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een mes in hoofdzaak bestaat uit een ronde schijf met een afgeschuinde omtreksrand, zodat aan de kant van de vlakke wand 5 een snij rand is gevormd.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de ronde schijf in twee standen, geroteerd over een hoek van 180 graden, of in meer standen, 10 geroteerd over een kleinere hoek, aan het snijorgaan kan worden vastgezet.

6. Verdeelinrichting voor het verdelen van mest over een aantal afvoerleidingen, omvattende een 15 behuizing die aan een zijde begrensd is door een vlakke wand waarin gaten zijn aangebracht waarop de afvoerleidingen kunnen aansluiten in welke behuizing een roteerbaar snijorgaan met messen aanwezig is dat in een vlak evenwijdig aan de 20 vlakke wand kan roteren zodat de messen langs de gaten bewegen, met het kenmerk, dat een of meer van de messen verwijderbaar zijn zonder het snijorgaan uit de behuizing te verwijderen. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 1011803

7. Verdeelinrichting voor het verdelen van mest over 2 een aantal afvoerleidingen, omvattende een 3 behuizing die aan een zijde begrensd is door een 4 vlakke wand waarin gaten zijn aangebracht waarop de 5 afvoerleidingen kunnen aansluiten in welke 6 behuizing en roteerbaar snijorgaan met messen 7 aanwezig is dat in een vlak evenwijdig aan de 8 vlakke wand kan roteren zodat de messen langs de gaten bewegen, met het kenmerk, dat elk mes in 10 tenminste twee standen aan het snijorgaan 11 bevestigbaar is, zodat de snijrand van het mes op meerdere plaatsen kan worden gebruikt. »

8. Verdeelinrichting volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat de messen in hoofdzaak ronde schijven omvatten met een afgeschuinde omtreksrand, zodat aan de kant van de vlakke wand een snijrand is 5 gevormd.

9. Werkwijze voor het bemesten van land waarbij uit een houder via een toevoerleiding in hoofdzaak vloeibare mest naar een verdeelinrichting wordt 10 toegevoerd en via een aantal afvoerleidingen mest uit de verdeelinrichting naar verscheidene uitlaatopeningen wordt afgevoerd, waarbij in de verdeelinrichting een snij orgaan met messen evenwijdig aan een vlakke wand van de 15 verdeelinrichting roteert, in welke vlakke wand gaten zijn aangebracht waarop de afvoerleidingen aansluiten, waarbij de messen langs de gaten bewegen, met het kenmerk, dat het doorstróomvolume van de mest door de verdeelinrichting mede wordt 20 geregeld door het aantal messen te variëren.

10. Werkwijze voor het bemesten van land waarbij uit een houder via een toevoerleiding in hoofdzaak vloeibare mest naar een verdeelinrichting wordt 25 toegevoerd en via een aantal afvoerleidingen mest uit de verdeelinrichting naar verscheidene uitlaatopeningen wordt afgevoerd, waarbij in de verdeelinrichting een snijorgaan met messen evenwijdig aan een vlakke wand van de 30 verdeelinrichting roteert, in welke vlakke wand gaten zijn aangebracht waarop de afvoerleidingen aansluiten, waarbij de messen langs de gaten bewegen, met het kenmerk, dat elk mes in tenminste twee standen aan het snijorgaan bevestigbaar is, 35 zodat de snij rand van het mes op meerdere plaatsen kan worden gebruikt f011803