NL1011668C2 - Scheerapparaat met een oscilleerbaar scheerhoofd, alsmede scheerhoofd en overbrengingselement voor toepassing in het scheerapparaat. - Google Patents

Description

Scheerapparaat met een oscilleerbaar scheerhoofd, alsmede scheerhoofd en overbrengingselement voor toepassing in het scheerapparaat.

5 BESCHRIJVING:

Gebied van de uitvinding.

De uitvinding heeft betrekking op een scheerapparaat met een oscilleerbaar 10 scheerhoofd dat om een excentrische as oscilleerbaar is en in een behuizing van het scheerapparaat is opgehangen, welk scheerhoofd een scheerblad omvat alsmede snij middelen die langs het scheerblad een heen en weer gaande beweging kunnen uitvoeren, waarbij zich in de behuizing aandrijfmiddelen bevinden en een overbrengingsmechanisme dat de aandrijfbe weging omzet in de heen en weer gaande beweging van de snij middelen 15 langs het scheerblad en in de oscillerende beweging van het scheerhoofd. Door de excentrische oscillatiebeweging van het scheerhoofd wordt tijdens het scheren de huid ten opzichte van de haren weggedrukt waardoor de haren dichter bij de wortel worden afgesneden dan bij afwezigheid van deze oscillatiebeweging.

20 Stand van de techniek.

Een dergelijk scheerapparaat is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 3.401.454 (waarvan de tekst en tekeningen door deze verwijzing in deze beschrijving zijn opgenomen). De ophanging van het scheerhoofd in de behuizing is bij dit bekende 25 scheerapparaat gevormd door een lagering ter plaatse van de oscillatie-as aan elke dwarszijde van het scheerhoofd. De lagering beslaat ruimte in lengterichting van het scheerhoofd waardoor de lengte van het effectieve deel van het scheerblad (dit is het deel waarachter de mesjes zich bevinden) beperkt wordt ten opzichte van de totale breedte van het scheerapparaat.

30

Samenvatting van de uitvinding.

1011668 2

Een doel van de uitvinding is een scheerapparaat van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen waarbij het scheeroppervlak groter is dan dat van het bekende scheerapparaat bij gelijkblijvende breedte van het scheerapparaat of een zelfde scheeroppervlak verkregen is als dat van het bekende scheepapparaat bij een kleinere 5 breedte van het scheerapparaat. Hiertoe is het scheerapparaat volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat de ophanging van het scheerhoofd in de behuizing aan elke dwarszijde van het scheerhoofd ten minste één sleuf omvat alsmede ten minste één pen, die zich althans gedeeltelijk in de sleuf uitstrekt, waarbij de pen en de sleuf ten opzichte van elkaar verplaatsbaar zijn, en waarbij de sleuf langs een cirkel is gebogen waarvan het middelpunt 10 zich bevindt op de oscillatie-as. Hierdoor kan de ophanging onder de snijmiddelen aangebracht worden in plaats van langs de snijmiddelen, waardoor de lengte van het effectieve scheeroppervlak niet beperkt wordt door de ophanging. Bij voorkeur omvat de ophanging aan elke dwarszijde van het scheerhoofd twee sleuven en twee pennen, waarbij de sleuven zich in het scheerhoofd bevinden en de pennen aan de behuizing zijn bevestigd. 15 Bij het bekende scheerapparaat is het gebruikelijk dat het scheerapparaat tegen de huid wordt gedrukt. Hierdoor wordt de huid ingedrukt waardoor het gunstige effect van het oscillerende scheerhoofd, zijnde het wegdrukken van de huid ten opzichte van de haren, beperkt wordt.

Een uitvoeringsvorm van het scheerapparaat volgens de uitvinding die dit 20 gunstige effect van het oscillerende scheerhoofd vergroot is gekenmerkt, doordat het scheerapparaat ten minste één steunelement omvat dat zich boven het scheerblad bevindt en zich in lengterichting daarvan uitstrekt en waarvan de positie langs het scheerblad instelbaar is. Tijdens het scheren wordt dit steunelement tegen de huid gedrukt en komt het scheerblad in contact met de huid waarbij de huid minder wordt ingedrukt dan bij 25 afwezigheid van het steunelement het geval zou zijn, waardoor de dieptewerking (dit is het onder de huid afsnijden van de haren) van de oscillerende beweging van het scheerhoofd toeneemt. Bij voorkeur omvat het steunelement een draaibare rol. Het steunelement kan worden versteld om afhankelijk van de huidconditie een optimale indrukking door het oscillerende scheerhoofd te verkrijgen, waardoor de haren op het diepste punt afgesneden 30 kunnen worden. Bij voorkeur heeft het scheerapparaat twee steunelementen aan elke zijde van het scheerhoofd één.

1011668 3

Opgemerkt wordt dat de uitvoeringsvormen met het steunelement ook los van de ophangconstructie met sleuven en pennen toegepast kan worden en ook los daarvan voordelen biedt en dat uitdrukkelijk de mogelijkheid opgehouden wordt deze uitvoeringsvorm afzonderlijk te beschermen, onafhankelijk van de voorgaande kenmerken 5 en uitvoeringsvormen, in een van de onderhavige octrooiaanvrage afgesplitste octrooiaanvrage.

De constructie van het aandrijfmechanisme van het bekende scheerapparaat is op tal van onderdelen onderhevig aan slijtage, waardoor speling ontstaat, hetgeen een verminderd scheerefïect tot gevolg heeft. Een verdere uitvoeringsvorm van het 10 scheerapparaat volgens de uitvinding waarbij dit nadeel niet aanwezig is, is gekenmerkt, doordat het overbrengingsmechanisme voor het omzetten van een roterende aandrijf beweging van de motor in een heen en weer gaande beweging van de snijmiddelen, een overbrengingselement omvat dat een langs een geleiding transleerbare drager omvat waaraan nabij elk uiteinde een, in lengterichting stijve en in een richting loodrecht op de 15 lengterichting flexibele, strip is bevestigd die zich uitstrekt in een richting naar het midden van de drager en met het andere einde tangentiaal is bevestigd aan een bus, waarin een met de aandrijfmiddelen gekoppelde excentrisch roteerbare pen draaibaar is. Hiermee is een voordelige constructie verkregen die niet of nauwelijks aan slijtage onderhevig is. Om de flexibiliteit in de aandrijving te vergroten zijn bij voorkeur aan de drager twee verdere 20 flexibele strippen bevestigd die met hun vrije uiteinden, bij voorkeur op flexibele wijze, met de snijmiddelen zijn gekoppeld. Voordeel van deze constructie is dat eventuele trillingen, veroorzaakt door de aandrijfmiddelen, door de verdere flexibele strippen worden geabsorbeerd.

Opgemerkt wordt dat de uitvoeringsvormen met het 25 overbrengingsmechanisme ook los van de ophangconstructie met sleuven en pennen en los van het steunelement toegepast kunnen worden en ook los daarvan voordelen bieden en dat uitdrukkelijk de mogelijkheid opgehouden wordt deze uitvoeringsvormen afzonderlijk te beschermen, onafhankelijk van de voorgaande kenmerken en uitvoeringsvormen, in een van de onderhavige octrooiaanvrage afgesplitste octrooiaanvrage.

30 Een verder nadeel van het bekende scheerapparaat is dat bij het scheren op gevoelige delen van de huid, bijvoorbeeld ter plaatse van een wondje, pijn veroorzaakt wordt door de oscillerende beweging van het scheerhoofd. Nog een verdere 1011668 4 uitvoeringsvorm van het scheerapparaat volgens de uitvinding waarbij dit nadeel voorkomen kan worden, is gekenmerkt, doordat het scheerapparaat een schakelaar omvat voor het in- en uitschakelen van de oscillatiebeweging van het scheerhoofd. Door de mogelijkheid de oscillatiebeweging uit te kunnen schakelen kunnen ook gevoelig delen van 5 de huid geschoren worden zonder dat daarbij door de oscillatiebeweging pijn veroorzaakt wordt. Bij voorkeur omvat het scheerapparaat een ontkoppelmechenisme dat met elkaar samenwerkende aandrijfelementen van de aandrijving voor de oscillatiebeweging kan ontkoppelen voor het uitzetten van de oscillatiebeweging van het scheerhoofd.

Ook hiervan wordt opgemerkt dat de uitvoeringsvormen met het in en uit 10 kunnen schakelen van de oscillatiebeweging los van de ophangconstructie met sleuven en pennen en los van het steunelement en het overbrengingsmechanisme toegepast kunnen worden en ook los daarvan voordelen bieden en dat uitdrukkelijk de mogelijkheid opgehouden wordt deze uitvoeringsvormen afzonderlijk te beschermen, onafhankelijk van de voorgaande kenmerken en uitvoeringsvormen, in een van de onderhavige 15 octrooiaanvrage afgesplitste octrooiaanvrage.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een scheerhoofd en een overbrengingselement voor toepassing in het scheerapparaat volgens de uitvinding.

Beknopte omschrijving van de tekeningen.

20

Hieronder zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van het scheerapparaat volgens de uitvinding. Hierbij toont:

Figuur 1 een doorsnede van een uitvoeringsvorm van het scheerapparaat 25 volgens de uitvinding;

Figuur 2 de ophanging en oscillatiebeweging van het scheerhoofd in het scheerapparaat; | Figuur 3 de steunelementen aanwezig in het scheerapparaat;

Figuur 4 een doorsnede van het overbrengingselement van het 30 scheerapparaat voor het omzetten van een roterende in een translerende beweging; en

Figuur 5 een onderaanzicht van het overbrengingselement.

1011668 5

Gedetailleerde omschrijving van de tekeningen.

In figuur 1 is een doorsnede van een uitvoeringsvorm van het scheerapparaat volgens de uitvinding weergegeven. Het scheerapparaat 1 heeft een behuizing 3 en een 5 scheerhoofd 5. Het scheerhoofd 5 kan een oscillatiebeweging 7 om een denkbeeldige excentrische as 9 uitvoeren (zie figuur 2). Het scheerhoofd 5 heeft een scheerblad 11 en snijmiddelen die gevormd worden door een aantal mesjes 13 aanwezig op een messendrager 14. De mesjes 13 kunnen langs het scheerblad 11 een heen en weer gaande beweging 15 uitvoeren. In de behuizing 3 bevinden zich aandrijfmiddelen gevormd door 10 een motor 17 en een overbrengingsmechanisme 19, dat de aandrijvende beweging van de motor 17 omzet in de heen en weer gaande beweging 15 van de mesjes 13 langs het scheerblad 11 en in de oscillatiebeweging 7 van het scheerhoofd 5. Het scheerhoofd 5 is via pen-sleuf constructies in de behuizing 3 opgehangen.

Deze ophanging 21 is meer in detail in figuur 2 weergegeven. In het 15 scheerhoofd 5 bevinden zich in elke dwarszijde twee sleuven 23 en 25. Deze sleuven 23 en 25 zijn langs cirkels gebogen waarvan het middelpunt zich bevindt in de as 9. De ophanging 21 omvat voorts aan elke dwarszijde van het scheerhoofd 3 twee pennen 27 en 29 die zich met hun uiteinden in de sleuven 23 en 25 bevinden. Het scheerhoofd 5 wordt via een aandrijfstang 61 van het overbrengingsmechanisme in oscillatie gebracht. Door de 20 excentrisch ten opzichte van het scheerhoofd aanwezige as 9 is het scheereffect langs de omtrek van het scheerblad 11 niet overal gelijk. De grootste oscillatie-bewegingsslag treedt op bij A en wel van punt A naar Al. Deze beweging vangt de langste baardharen op. De radiale component A1-A2 van deze beweging zal de huid enigszins indrukken. De huid wordt maximaal ingedrukt bij de verplaatsing van punt B naar BI en wel met een radiaal 25 effect van B1-B2. De huid wordt het minst ingedrukt van punt C naar Cl en wel met het radiaal effect van C1-C2, welke is aan te bevelen bij niet zachte ondergrond, zoals in het algemeen rond de kaak en kin.

Het scheerapparaat heeft voorts twee verplaatsbare steunelement, aan elke zijde van het scheerhoofd één zoals in figuur 3 is weergegeven. Elk steunelement 31, 32 30 heeft een roteerbare rol 33,34 die door middel van beugels 35,36 aan een strip 37,38 zijn bevestigd. De strippen 37 en 38 zijn verschuifbaar in geleidingen 39 en 40. Aan de strippen 1011668 6 37 en 38 bevinden zich bedieningsnokken 41 en 42 waarmee de strippen verschoven kunnen worden.

Het overbrengingsmechanisme 19, zie figuur 1, voor het omzetten van een roterende aandrijf beweging van de motor 17 in de heen en weer gaande beweging 15 van 5 de mesjes 13 omvat een langs een geleiding 50 transleerbaar overbrengingselement 43. Het overbrengingselement 43 heeft een drager 45 waaraan twee verticale strippen 47 en twee horizontale strippen 49 zijn bevestigd. De strippen 47 en 49 zijn stijf in lengterichting en flexibel in een richting loodrecht daarop. De horizontale strippen 49 zijn met him vrije uiteinden op flexibele wijze gekoppeld met de messendrager 14. De verticale strippen 47 10 zijn tangentiaal bevestigd aan een bus 51 waarin een pen draaibaar 53 aanwezig is. Deze pen 53 bevindt zich excentrisch op een motor-as 55 van de motor 17.

In de figuren 4 en 5 is het overbrengingselement 43 in doorsnede respectievelijk onderaanzicht meer in detail weergegeven. De pen 53 maakt een cirkelbeweging 57 ten opzichte van het overbrengingselement 43. Doordat de geleiding 50 15 (zie figuur 1) de bewegingsmogelijkheid van het overbrengingselement 43 beperkt, kan het geleidingselement enkel een translerende beweging 59 uitvoeren. Hierdoor buigen de strippen 47 in een richting loodrecht op de beweging 59 tijdens de cirkelbeweging 57 van de pen 53. Doordat de strippen 47 in lengterichting stijf zijn, wordt de cirkelbeweging 57 van de pen 53 omgezet in de translerende beweging 59 van het overbrengingselement. Met 20 dit overbrengingselement 43 is dus een voordelige constructie verschaft voor het omzetten van een continu roterende in een op en neer gaande translerende beweging.

De aandrijving van het scheerhoofd 5, waardoor deze een oscillerende beweging uitvoert, wordt nu nader toegelicht aan de hand van figuur 1. Het overbrengingsmechanisme 19 is voorzien van een aandrijfstang 61 die schamierbaar is 25 verbonden met het scheerhoofd 5. Deze aandrijfstang 61 maakt een heen en weer gaande beweging 63 en wordt hiertoe aangedreven door een excentrisch om een as 65 roterende pen 67. Deze as 65 loopt door een holle as 69 waarop zich een tandwiel 71 bevindt. De assen 65 en 69 kunnen met elkaar gekoppeld worden door schijven 73 en 75, die zich op ! de beide assen bevinden, onder druk van een veer 77 tegen elkaar aan te drukken. Het 30 tandwiel 71 is continu in ingrijping met een op een deel van de motor-as 55 aanwezige iï vertanding. In de weergegeven stand zijn de schijven 73 en 75 ontkoppeld van elkaar doordat de as 65 tegen de druk van de veer 77 in is weggedrukt. Hierbij is een 1011668 7 geleidingselement 79 op het uiteinde van de as 65 door een met een schakelaar 81 verbonden geleiding 83 weggedrukt. Met deze schakelaar 81 kan de oscillatiebeweging van het scheerhoofd 5 dus worden in- en uitgeschakeld . De schijven 73 en 75 vormen dus samen met de as 65 en veer 77 en met het geleidingselement 79 en geleiding 83 een 5 ontkoppelmechanisme dat de met elkaar samenwerkende aandrijfelementen van de aandrijving voor de oscillatiebeweging kan ontkoppelen voor het uitzetten van de oscillatiebeweging van het scheerhoofd.

Hoewel in het voorgaande de uitvinding is toegelicht aan de hand van de tekeningen, dient te worden vastgesteld dat de uitvinding geenszins tot de in de tekeningen 10 getoonde uitvoeringsvorm is beperkt. De uitvinding strekt zich mede uit tot alle van de tekeningen afwijkende uitvoeringsvormen binnen het door de conclusies gedefinieerde kader. Zo is het ook mogelijk om aan elke dwarszijde van het scheerhoofd slechts één sleuf en één pen aan te brengen waarbij het uiteinde van de pen dat zich in de sleuf bevindt dan niet rond is maar een gebogen vorm heeft dat glijdend in de sleuf opgesloten zit, waardoor 15 het scheerhoofd niet om de pen kan verdraaien maar enkel volgens de sleufbaan kan bewegen. Voorts kan het overbrengingselement ook zonder horizontale armen uitgevoerd zij n waarbij de drager dan rechtstreeks flexibel met de messendrager is gekoppeld. Ook kan slechts één steunelement toegepast worden en het andere weggelaten worden en hoeft het steunelement geen roteerbare rol te omvatten. Voorts kunnen de scheermesjes vervangen 20 worden door een snij blad dat vergelijkbaar is met het scheerblad doch waarvan de openingen scherpe randen hebben die als messen fungeren, waarbij het snijblad dan een heen en weer gaande snij beweging maakt langs het scheerblad.

1011668

Claims (10)

1. Scheerapparaat met een oscilleerbaar scheerhoofd dat om een excentrische as oscilleerbaar is en in een behuizing van het scheerapparaat is opgehangen, welk scheerhoofd een scheerblad omvat alsmede snijmiddelen die langs het scheerblad een heen 5 en weer gaande beweging kunnen uitvoeren, waarbij zich in de behuizing aandrij fmiddelen bevinden en een overbrengingsmechanisme dat de aandrij fbeweging omzet in de heen en weer gaande beweging van de snijmiddelen langs het scheerblad en in de oscillerende beweging van het scheerhoofd, met het kenmerk, dat de ophanging van het scheerhoofd in de behuizing aan elke dwarszijde van het scheerhoofd ten minste één sleuf omvat alsmede 10 ten minste één pen, die zich althans gedeeltelijk in de sleuf uitstrekt, waarbij de pen en de sleuf ten opzichte van elkaar verplaatsbaar zijn, en waarbij de sleuf langs een cirkel is gebogen waarvan het middelpunt zich bevindt op de oscillatie-as.

2. Scheerapparaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ophanging aan elke dwarszijde van het scheerhoofd twee sleuven en twee pennen omvat, waarbij de m 15 sleuven zich in het scheerhoofd bevinden en de pennen aan de behuizing zijn bevestigd.

3. Scheerapparaat volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk, dat het scheerapparaat ten minste één steunelement omvat dat zich boven het scheerblad bevindt j en zich in lengterichting daarvan uitstrekt en waarvan de positie langs het scheerblad 'i instelbaar is.

4. Scheerapparaat volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het steunelement een draaibare rol omvat.

5. Scheerapparaat volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het overbrengingsmechanisme voor het omzetten van een roterende aandrijf beweging van de motor in een heen en weer gaande beweging van de snijmiddelen, een t 25 overbrengingselement omvat dat een langs een geleiding transleerbare drager omvat waaraan nabij elk uiteinde een, in lengterichting stijve en in een richting loodrecht op de lengterichting flexibele, strip is bevestigd die zich uitstrekt in een richting naar het midden van de drager en met het andere einde tangentiaal is bevestigd aan een bus, waarin een met de aandrij fmiddelen gekoppelde excentrisch roteerbare pen draaibaar is.

6. Scheerapparaat volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat aan de drager twee verdere flexibele strippen zijn bevestigd die met hun vrije uiteinden met de snijmiddelen zijn gekoppeld. " 1011668 rrvm

7. Scheerhoofd voor toepassing in een scheerapparaat volgens één der voorgaande conclusies, welk scheerhoofd een scheerblad omvat alsmede snijmiddelen die langs het scheerblad een heen en weer gaande beweging kunnen uitvoeren, met het kenmerk, dat aan elke dwarszijde van het scheerhoofd ten minste één sleuf aanwezig is, 5 waarbij de sleuf langs een cirkel is gebogen waarvan het middelpunt zich bevindt op de oscillatie-as.

8. Scheerhoofd volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat aan elke dwarszij de van het scheerhoofd twee sleuven aanwezig zijn.

9. Overbrengingselement voor het omzetten van een roterende beweging in een 10 heen en weer gaande beweging voor toepassing in een scheerapparaat volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat het overbrengingsmechanisme een overbrengingselement omvat dat een langs een geleiding transleerbare drager omvat waaraan nabij elk uiteinde een, in lengterichting stijve en in een richting loodrecht op de lengterichting flexibele, strip is bevestigd die zich uitstrekt in een richting naar het midden van de drager en met het andere 15 einde tangentiaal is bevestigd aan een bus, waarin een excentrisch roteerbare pen draaibaar is.

10. Overbrengingselement volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat aan de drager twee verdere flexibele strippen zijn bevestigd voor koppeling met snijmiddel. 1011668