NL1011298C2 - Stelsel voor overdracht tussen voortbewegende objecten en vaste stations. - Google Patents

Stelsel voor overdracht tussen voortbewegende objecten en vaste stations. Download PDF

Info

Publication number
NL1011298C2
NL1011298C2 NL1011298A NL1011298A NL1011298C2 NL 1011298 C2 NL1011298 C2 NL 1011298C2 NL 1011298 A NL1011298 A NL 1011298A NL 1011298 A NL1011298 A NL 1011298A NL 1011298 C2 NL1011298 C2 NL 1011298C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
message
receiver
transmitter
station
coupled
Prior art date
Application number
NL1011298A
Other languages
English (en)
Inventor
Alfons Marie Bervoets
Frans Hin
Original Assignee
Amb It Holding
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Amb It Holding filed Critical Amb It Holding
Priority to NL1011298A priority Critical patent/NL1011298C2/nl
Priority to AU26991/00A priority patent/AU2699100A/en
Priority to PCT/NL2000/000086 priority patent/WO2000048132A1/en
Priority to CA002362256A priority patent/CA2362256A1/en
Priority to US09/913,191 priority patent/US6583732B1/en
Priority to EP00905456A priority patent/EP1151416A1/en
Priority to JP2000598978A priority patent/JP2002536936A/ja
Application granted granted Critical
Publication of NL1011298C2 publication Critical patent/NL1011298C2/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G07CHECKING-DEVICES
    • G07BTICKET-ISSUING APPARATUS; FARE-REGISTERING APPARATUS; FRANKING APPARATUS
    • G07B15/00Arrangements or apparatus for collecting fares, tolls or entrance fees at one or more control points
    • G07B15/06Arrangements for road pricing or congestion charging of vehicles or vehicle users, e.g. automatic toll systems
    • G07B15/063Arrangements for road pricing or congestion charging of vehicles or vehicle users, e.g. automatic toll systems using wireless information transmission between the vehicle and a fixed station
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01SRADIO DIRECTION-FINDING; RADIO NAVIGATION; DETERMINING DISTANCE OR VELOCITY BY USE OF RADIO WAVES; LOCATING OR PRESENCE-DETECTING BY USE OF THE REFLECTION OR RERADIATION OF RADIO WAVES; ANALOGOUS ARRANGEMENTS USING OTHER WAVES
    • G01S13/00Systems using the reflection or reradiation of radio waves, e.g. radar systems; Analogous systems using reflection or reradiation of waves whose nature or wavelength is irrelevant or unspecified
    • G01S13/74Systems using reradiation of radio waves, e.g. secondary radar systems; Analogous systems
    • G01S13/76Systems using reradiation of radio waves, e.g. secondary radar systems; Analogous systems wherein pulse-type signals are transmitted
    • G01S13/765Systems using reradiation of radio waves, e.g. secondary radar systems; Analogous systems wherein pulse-type signals are transmitted with exchange of information between interrogator and responder
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01SRADIO DIRECTION-FINDING; RADIO NAVIGATION; DETERMINING DISTANCE OR VELOCITY BY USE OF RADIO WAVES; LOCATING OR PRESENCE-DETECTING BY USE OF THE REFLECTION OR RERADIATION OF RADIO WAVES; ANALOGOUS ARRANGEMENTS USING OTHER WAVES
    • G01S13/00Systems using the reflection or reradiation of radio waves, e.g. radar systems; Analogous systems using reflection or reradiation of waves whose nature or wavelength is irrelevant or unspecified
    • G01S13/74Systems using reradiation of radio waves, e.g. secondary radar systems; Analogous systems
    • G01S13/76Systems using reradiation of radio waves, e.g. secondary radar systems; Analogous systems wherein pulse-type signals are transmitted
    • G01S13/78Systems using reradiation of radio waves, e.g. secondary radar systems; Analogous systems wherein pulse-type signals are transmitted discriminating between different kinds of targets, e.g. IFF-radar, i.e. identification of friend or foe

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Radar, Positioning & Navigation (AREA)
  • Remote Sensing (AREA)
  • Computer Networks & Wireless Communication (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Business, Economics & Management (AREA)
  • Finance (AREA)
  • Mobile Radio Communication Systems (AREA)
  • Communication Control (AREA)
  • Small-Scale Networks (AREA)

Description

Stelsel voor dataoverdracht tussen voortbewegende objecten en vaste stations
De uitvinding heeft betrekking op een stelsel voor het realiseren van dataoverdracht tussen een of meer langs een traject voortbewegende objecten en een of meer 5 langs dit traject geplaatste vaste communicatiestations.
Dergelijke stelsels zijn op zichzelf reeds bekend, bijvoorbeeld uit US-5406275, US-5347274, US-4501958 en DE-4331286.
In US-5406275 wordt een .stelsel beschreven dat in hoofdzaak bestemd is voor het detecteren van voertuigen ten behoeve van het heffen van tol van deze voertuigen 10 als vergoeding voor het gebruik van bepaalde weggedeelten. De weggedeelten, waarvoor tol moet worden betaald zijn gemarkeerd met communicatiestations, die passerende voertuigen herkennen op grond van de door deze voertuigen uitgezonden iden-titeitscodes. Zijn de voertuigen herkend, dan kan op de een of andere wijze tol worden geheven.
15 In US-5347274 wordt een stelsel beschreven voor het bewaken van speciale transporten, bijvoorbeeld transporten van chemisch afval of dergelijke. Daartoe zijn langs de routes, die de betreffende voertuigen moeten volgen, communicatiestations aangebracht. Bij passeren van een voertuig wordt in elk geval de identiteitscode van het voertuig in het station herkend en daarmee vastgesteld dat het betreffende voer-20 tuig dit station heeft gepasseerd. Op deze wijze kan een voertuig langs zijn gehele route worden gevolgd en gecontroleerd.
In US-4501958 wordt een stelsel beschreven dat bestemd is om tol te heffen van voertuigen die van bepaalde weggedeelten gebruik maken. Ook hier worden identiteitscodes uitgewisseld tussen het bewegende object en de vaste communicatie-25 stations om aan de hand daarvan de voertuigen te kunnen herkennen en de tolheffing te kunnen realiseren. .
In alle bekende stelsels wordt onderscheid gemaakt tussen perioden waarin de afstand tussen een voortbewegend object en een communicatiestation te groot is om dataoverdracht te kunnen realiseren en een periode waarin het voortbewegende object 30 zich in de directe nabijheid van een communicatiestation bevindt en er derhalve wel dataoverdracht zou kunnen worden gerealiseerd. In de eerstgenoemde periode is de zender/ontvangercombinatie van het object zodanig geactiveerd, dat de zender is uitgeschakeld, terwijl de ontvanger continu luistert en wacht op ontvangst van een 1011298 2 activatiesignaal. Verder zijn de zender-ontvangercombïnaties van de communicatiestations gedurende deze perioden zodanig geactiveerd, dat de ontvanger is uitgeschakeld, terwijl de zender telkens met tussenpozen een activatiesignaal uitzendt. Komt nu een van de voortbewegende objecten binnen het bereik van een communicatiestation dan 5 zal de ontvanger van dit object het activatiesignaal van het station ontvangen. De ontvanger zal de bijbehorende zender activeren die vervolgens de identiteitscode, opgeslagen in de identiteitscodegenerator, gaat uitzenden. De ontvanger in het station, die telkens na uitzending van elk activatiesignaal wacht op eventuele responses, zal deze identiteitscode ontvangen en doorsturen naar de codeherkenningseenheid. Wordt 10 de code in deze herkenningseenheid herkend, dan kan vervolgens een boodschapgene-rator worden geactiveerd om vast te stellen of deze generator een boodschap bevat bestemd voor het object dat bij deze code behoort. Is dat het geval, dan zal deze boodschap vervolgens, gemoduleerd op het activatiesignaal of daaraan toegevoegd, worden uitgezonden naar het voortbewegende object, waarin deze boodschap wordt 15 ontvangen en toegevoerd aan de dataverwerkingseenheid.
In al deze bekende stelsels wordt er dus vanuit gegaan dat het voortbewegende object in feite passief is zolang er geen dataoverdracht kan worden gerealiseerd en dat de vaste communicatiestations continu activatiesignalen staan uit te zenden. Aanvraagster heeft onderkend dat dit in feite een tijdrovend systeem is. Dat kan leiden tot 20 ernstige nadelen indien er slechts een zeer beperkte tijd ter beschikking is voor het realiseren van de dataoverdracht.
Indien de objecten zich bijvoorbeeld voortbewegen met een snelheid van 360 km/u = 100 m per seconde en indien de antennes van de vaste communicatiestations bestaan uit lussen die in het wegdek zijn ingebracht, waarbij er alleen een dataover-25 drachtmogelijkheid bestaat indien het voertuig zich bevindt binnen een strook van bijvoorbeeld I m, gemeten in de voortbewegingsrichting, dan is er slechts 1/100 seconde de tijd om een volledige dataoverdracht te realiseren.
Gebleken is nu dat een significante tijdwinst kan worden geboekt indien, in tegenstelling tot alle bekende stelsels, de zender-ontvangercombinaties van elk voort-30 bewegend object althans in de nabijheid van de stations continu actief zijn en met tussenpozen hun identiteitscodes uitzenden, terwijl de zender-ontvangercombinaties van de stations continu passief geschakeld zijn, dat wil zeggen dat de zenders zijn uitgeschakeld en de ontvangers wachten tot ze een identificatiesignaal ontvangen.
1011298 i 3
De uitvinding verschaft in dit verband nu een stelsel voor het realiseren van dataoverdracht tussen een of meer langs een traject voortbewegende objecten en een of meer langs dit traject geplaatste vaste communicatiestations, met het kenmerk, dat elk object voorzien is van_een zender die gekoppeld is met een identiteits-5 codegenerator, dat elk communicatiestation voorzien is van een ontvanger die gekoppeld is met een identiteitscodeherkermingseenheid, waarbij de zender van elk object althans in de nabijheid van een communicatiestation continu geactiveerd is zodanig dat achtereenvolgens in een afwisselende 10 reeks van eerste en tweede perioden de zender in een eerste periode een identiteitsco-de afkomstig van de identiteitscodegenerator uitzendt en in een tweede periode de zender niets uitzendt, en waarbij de ontvanger van elk station continue is geactiveerd totdat een identi-teitscode is ontvangen, welke code door de herkenningseenheid wordt herkend.
15 In het volgende zal aan de hand van de figuren verklaard worden dat met dit stelsel een significante tijdwinst kan worden geboekt in vergelijking met stelsels volgens de stand der techniek.
In veel gevallen zal het uitsluitend overdragen van een identificatiecode als te beperkt worden ervaren en bestaat de wens om meer data te kunnen overdragen.
20 Een voorkeursuitvoeringsvorm van het stelsel komt hieraan tegemoet. Deze uitvoeringsvorm heeft het kenmerk, dat elk object voorzien is van een boodschapge-nerator en dat elk station voorzien is van een boodschapontvanger, waarbij de boodschap door de zender van het object telkens in serie met de identi-teitscode wordt uitgezonden en dat in het station, dat eerst de identiteitscode heeft 25 ontvangen, de daaropvolgende boodschap naar de boodschapontvanger wordt geleid en opgeslagen. Daarmee is het mogelijk om meer data dan alleen de identificatiecode over te dragen tussen een object en een station.
Een beperking die kleeft aan beide boven omschreven uitvoeringsvormen berust op het feit dat alleen transmissie van een object naar een station mogelijk is en 30 niet in tegengestelde richting.
Een uitvoeringsvorm waarmee bidirectionele transmissie mogelijk is heeft het kenmerk dat naast de zender elk object voorzien is van een ontvanger die gekoppeld is met een boodschapontvanger, 101 1298 4 dat naast de ontvanger elk communicatiestation voorzien is van een zender die gekoppeld is met een boodschapgenerator, waarbij, nadat in een communicatiestation een identiteitscode is ontvangen en door de herkenningseenheid is herkend, de boodschapgenerator en de zender worden geacti-5 veerd teneinde een eventuele voor het betreffende object bestemde boodschap uit te zenden, en waarbij de ontvanger van elk object in elke tweede periode gereed is voor ontvangst van eventuele responsies en doorgifte daarvan naar de boodschapontvanger.
Met deze uitvoeringsvorm is tweerichtingsverkeer mogelijk. Een nadeel schuilt 10 nog in het feit dat voor transmissie van een boodschap van object naar station minder tijd ter beschikking staat dan in tegengestelde richting omdat een deel van de beschikbare tijd moet worden gebruikt voor overdracht van de identificatiecode.
Een uitvoeringsvorm die dit nadeel niet heeft draagt het kenmerk dat elk object voorzien is van een boodschapgenerator gekoppeld met de zender en dat elk commu- 15 nicatiestation voorzien is van een boodschapverwerkingseenheid gekoppeld met de ontvanger waarbij, nadat de boodschapontvanger in het object heeft ontvangen dan wel na een vooraf bepaalde wachtperiode na het uitzenden van de identificatiecode de zender en de boodschapgenerator in het object worden geactiveerd teneinde een eventuele boodschap uit te zenden 20 en de ontvanger in het station na het uitzenden van een boodschap naar het object, dan wel na ontvangst van de identificatiecode wacht op een eventuele boodschap van het object.
Verdere uitvoeringsvormen en nadere details van het stelsel volgens de uitvinding zullen in het volgende worden verklaard aan de hand van de bijgaande figuren.
25 Figuur 1 toont schematisch een aantal voortbewegende objecten, uitgevoerd als voertuigen, in de nabijheid van enkele communicatiestations.
Figuur 2 toont schematisch een blokschema van de benodigde hardware in een zeer eenvoudige uitvoeringsvorm van het stelsel, zowel in elk voertuig als in de communicatiestations.
30 Figuur 3 toont schematisch een verder ontwikkelde uitvoeringsvorm van het stelsel waarmee twee-richting communicatie kan worden gerealiseerd.
Figuur 4 toont schematisch een nog verder ontwikkelde uitvoeringsvorm van het stelsel.
1011298 5
Figuur 5 toont een aantal tijddiagrammen ter verklaring van de werking van de diverse uitvoeringsvormen van het stelsel.
Figuur 6 toont een uitvoeringsvorm met extra mogelijkheden.
Figuur 1 toont een gedeelte van een traject 10 waarover zich twee voertuigen 5 12 en 14 bewegen. Het voertuig 12 beweegt in de richting van de pijl 22 en het voer tuig 14 beweegt in de richting van de pijl 20. Beide voertuigen zijn voorzien van een zender-ontvangercombinatie, voor het voertuig 12 aangeduid met 16 en voor het voertuig 14 aangeduid met 18.
Langs het traject 10 zijn een aantal communicatiestations ingericht zoals de in 10 figuur 1 zichtbare communicatiestation 24a en 24b. Het station 24a is bedoeld voor RF transmissie en is voorzien van een zender-ontvanger 27 die signalen uitzendt en ontvangt via een antenne met een zeer smalle bundel zoals schematisch met 29 is geïllustreerd. Het station 24b bestaat uit een in het wegdek aangebrachte draadlus 28 die dienst doet als bidirectionele antenne en de bijbehorende zender-ontvangercombi-15 natie, aangeduid met 26. Het eigenlijke transmissiemedium en het toegepaste trans-missieproces zijn binnen het kader van de uitvinding niet essentieel. Er kan RF radio-transmissie worden gebruikt zoals in station 24a, transmissie via elektromagnetische detectielussen zoals in station 24b, maar ook optische transmissie via bijvoorbeeld IR zenders en ontvangers of eventuele andere transmissievormen. Bovendien is in de 20 hierna nog te beschrijven uitvoeringsvormen met twee-richting communicatie ook niet noodzakelijk dat voor beide richtingen eenzelfde transmissiemedium wordt toegepast.
Zodra een van de voertuigen 12 of 14 zich op korte afstand van een station bevindt kan er dataoverdracht plaatsvinden tussen het respectieve voertuig en het communicatiestation. Dit zal in het volgende nader worden verklaard.
25 Allereerst wordt in figuur 2 nader ingegaan op de benodigde hardware voor een zeer eenvoudige uitvoeringsvorm van het stelsel. In dit stelsel is elk voertuig voorzien van een eenheid 16 omvattende een zender 30 en een daarmee gekoppelde identiteitscodegenerator 32. Elk station is voorzien van een eenheid 26 omvattende tenminste een ontvanger 38 en een codeherkenningseenheid 40. Zodra de afstand 30 tussen een voertuig en een station binnen de reikwijdte van de zender 30 ligt kan er gecommuniceerd worden. Tijdens bedrijf van het stelsel is de zender 30 continu geactiveerd op een zodanige wijze dat deze zender 30 telkens gedurende een eerste periode een door de generator 32 geleverde identiteitscode uitzendt en vervolgens geduren- 101 1298 6 de een tweede periode niet uitzendt. De ontvanger 38 is continu geactiveerd en zal, zodra het betreffende object 16 dicht genoeg bij komt, de identiteitscode, uitgezonden door de zender 30, ontvangen. De ontvangen code wordt doorgevoerd vanaf de ontvanger 38 naar een codeherkenningseenheid 40 die deze code, bijvoorbeeld aan de 5 hand van een aantal mogelijke in een geheugen opgeslagen codes kan herkennen. De data-overdracht in dit zeer eenvoudige stelsel bestaat dus uitsluitend uit de overdracht van een identiteitscode waarmee telkens in elk station, dat door een voertuig wordt gepasseerd, vastgesteld kan worden dat het voertuig inderdaad passeert. In veel gevallen zullen de mogelijkheden van een dergelijke eenvoudige uitvoeringsvorm echter te 10 beperkt zijn.
Het stelsel biedt meer mogelijkheden indien, zoals in figuur 2 is geïllustreerd, elk object wordt voorzien van een boodschapgenerator 48 en elk station wordt voorzien van een boodschapontvanger 46. In deze uitvoeringsvorm kan het stelsel dusdanig functioneren dat de zender 30 behalve de identiteitscode, ontvangen van de gene-15 rator 32, aansluitend ook de boodschap, afkomstig uit de boodschapgenerator 48 als één datareeks uitzendt. De ontvanger in het station 38 zal dan allereerst een codege-deelte ontvangen en vervolgens een reeks bits die de boodschap vertegenwoordigt. De code wordt doorgestuurd naar de herkenningseenheid 40 en het boodschapgedeelte komt terecht in de boodschapontvanger 46.
20 De beide boven besproken relatief eenvoudige stelsels laten slechts communi catie in één richting toe. Wordt dit als te beperkt ervaren, dan kan gebruik worden gemaakt van een verdere ontwikkelde uitvoeringsvorm waarvan een schematisch uitvoeringsvoorbeeld is getoond in figuur 3. De eenheid 16a die in een voertuig aanwezig is, bevat in dit uitvoeringsvoorbeeld een zender 30a met een daaraan gekoppel-25 de identiteitscodegenerator alsmede een ontvanger 34a met een daaraan gekoppelde boodschapontvanger 36a. Verder zijn de stations voorzien van eenheden 26a, elk voorzien van een ontvanger 38a gekoppeld met een codeherkenningseenheid 40a en een zender 42a gekoppeld met een boodschapgenerator 44a. Ook in dit stelsel is de zender 30a dusdanig actief dat deze voortdurend in een eerste periode de code uit-30 zendt, die geleverd wordt door de generator 32a terwijl gedurende een daarop volgende tweede periode niets wordt uitgezonden. In deze tweede periode kan de ontvanger 34a eventueel signalen ontvangen.
De door de zender 30a uitgezonden identiteitscode wordt, zodra het voertuig 101 1298 7 en het station binnen eikaars reikwijdte gekomen zijn, ontvangen door de ontvanger 38a en toegestuurd aan de herkenningseenheid 40a. Deze herkent de code en indien er voor het voertuig met deze code een boodschap in de boodschapgenerator 44 aanwezig is, dan wordt deze generator 44a alsmede de daaraan gekoppelde zender 42a 5 geactiveerd tot het uitzenden van deze boodschap. Dat gebeurt nadat de zender 30a gestopt is met zenden. De boodschap wordt derhalve gedurende de genoemde tweede periode uitgezonden en door de ontvanger 34a ontvangen en opgeslagen in een bood-schapontvanger 36a.
De werking van de tot nu toe besproken uitvoeringsvormen kan in meer detail 10 worden verklaard aan de hand van de tijddiagrammen in figuur 5.
Allereerst wordt aan de hand van fig. 5a een in zijn algemeenheid uit de stand der techniek bekend stelsel besproken. Zoals in het bovenstaande reeds werd opgemerkt wordt er in de stelsels volgens de stand der techniek van uitgegaan dat de communicatiestations continu (dan wel met vaste tussenpozen) een afvraagsignaal 15 uitzenden terwijl de zender-ontvangercombinaties in de voertuigen passief luisteren en wachten tot ze een afvraagsignaal ontvangen.
Stel dat op het tijdstip tO het voertuig zo dicht in de buurt van het station is gekomen dat er dataoverdracht mogelijk is. Op tijdstip tO zal er op zichzelf nog niets gebeuren. Op een daarna volgend tijdstip tl begint het station met het uitzenden van 20 het afvraagsignaal. Dit gebeurt in de periode tussen tl en t2. Dit afvraagsignaal wordt in de ontvanger van het voertuig ontvangen en op grond daarvan wordt de zender in het voertuig geactiveerd. Deze zender begint vanaf het tijdstip t2 het identiteitscode-signaal, ontvangen van de identiteitscodegenerator, uit te zenden. Deze uitzendperiode vindt plaats tussen t2 en t3. Het codesignaal wordt in de ontvanger van het communi-25 catiestation ontvangen en doorgestuurd naar een codeherkenningsgenerator die de code herkent en aan de hand daarvan de identiteit van het voertuig kent.
Deze gehele cyclus neemt dus de periode tussen tO en t3 in beslag.
Volgens de uitvinding zijn de stations 24 passief en zijn de zenders in de voertuigen continu ingeschakeld teneinde (met tussenpozen) de identificatiecode uit te 30 zenden.
In de meest eenvoudige uitvoeringsvorm van het stelsel, geïllustreerd in figuur 2 en zonder de boodschapgenerator 48 en de boodschapontvanger 46 zal, zodra het voertuig en de zender op de tijdstip tO voldoende dicht bij elkaar gekomen zijn, de 101129e 8 zender van het voertuig op het tijdstip tl worden geactiveerd en tussen de tijdstippen tl en t4 de identiteitscode gaan uitzenden.
In de uitvoeringsvorm zoals getoond in figuur 2, dus inclusief de boodschap-zender 48 en de boodschapontvanger 46, zal de zender op het tijdstip tl worden ge-5 activeerd tot het allereerst uitzenden van de identiteitscode direct gevolgd door het uitzenden van de boodschap afkomstig uit de generator 48. Op het tijdstip t5 is de gehele transmissiecyclus voltooid. Zowel het tijdstip t4 alsook het tijdstip t5 kunnen gemakkelijk liggen voor het tijdstip t3, waarmee de beoogde tijdwinst inderdaad is gerealiseerd.
10 De werking van de uitvoeringsvorm van het stelsel als geïllustreerd in figuur 3 zal worden besproken aan de hand van figuur 5d.
Zoals getoond is in figuur 5d bevindt het voertuig 12 zich vanaf het tijdstip tO binnen het invloedsgebied van het station 24. Op het tijdstip tl begint het voertuig met het uitzenden van zijn identificatiecode. Deze zendperiode loopt tot aan het tijd-15 stip t2. Binnen deze periode wordt de identificatiecode door de ontvanger 38 van het station 26 ontvangen en doorgestuurd naar de codeherkenningseenheid 40. De code-herkenningseenheid 40 herkent de code en activeert de boodschapgenerator 44 om vast te stellen of er boodschappen aanwezig zijn voor het voertuig 12. Is dat het geval dan zal de zender 42 worden geactiveerd die in de periode tussen t2 en t3 de 20 boodschap gaat uitzenden. De boodschap wordt door de ontvanger 34 in het voertuig ontvangen en doorgestuurd naar een dataverwerkingseenheid waarin de boodschap wordt gedecodeerd en verwerkt.
Deze gehele procedure vindt plaats in de periode tussen tO en t3 en het zal daarmee duidelijk zijn dat een significante tijdwinst is gerealiseerd ten opzichte van 25 de stelsels uit de stand der techniek.
De werking van een nog verder uitgebreide uitvoeringsvorm die getoond is in figuur 4 is geïllustreerd in figuur 5e. Het verschil met het diagram van figuur 5d is de toevoeging van de periode t6-t7. Zodra het tijdstip t6 is bereikt, zal in het station de zender 42b worden geactiveerd teneinde de boodschap, afkomstig uit de generator 30 44b te gaan uitzenden in de richting van het voertuig. Het tijdstip t6 is bereikt zodra de zender 30b ophoudt met het zenden van zijn boodschap. Was er in het voertuig geen boodschap aanwezig, dan kan de zender 42b ook na een vooraf bepaalde periode, waarin niets wordt ontvangen, worden geactiveerd. In elk geval is op t7 het gehe- 101 1298 9 le tweerichtingsproces beëindigd.
Het zal duidelijk zijn dat eventueel de tweerichtingscommunicatie die feitelijk plaatsvindt tussen de tijdstippen t4 en t7 nog gedurende een aantal malen met verdere boodschappen of delen van boodschappen kan worden herhaald. Dit kan zolang het 5 voertuig en het station zich binnen eikaars reikwijdte bevinden.
Figuur 6 toont tenslotte een uitvoeringsvorm van een communicatiestation waarin middelen zijn opgenomen voor het meten van de signaalsterkte met als uiteindelijk doel de snelheid van het voertuig te bepalen. Het station 26c is voorzien van een aantal inmiddels bekende componenten te weten: de ontvanger 38c, de identifi-10 ciecode-herkenningseenheid, de boodschapgenerator 44c en de zender 42c. De werking van deze bekende componenten behoeft na het bovenstaande geen nadere toelichting.
Toegevoegd in figuur 6 is een meet- en berekeningseenheid 50c. In deze eenheid wordt om te beginnen tijdens uitzendingen van de zender van een voortbewe-15 gend object dat zich binnen de reikwijdte van het station 50c bevindt, de signaalsterkte gemeten. De gemeten waarden van de signaalsterkte worden telkens in combinatie met het tijdstip waarop de betreffende signaalsterkte werd gemeten, tijdelijk opgeslagen. In de eenheid 50c bevindt zich een rekeneenheid waarmee op grond van deze opgeslagen waarden berekend kan worden op welk tijdstip de signaalsterkte 20 maximaal geweest zou zijn indien de zender continue had uitgezonden. Dit maximu-mtijdstip wordt opgeslagen. Komt hetzelfde object na het afleggen van het hele traject weer in de nabijheid van het station dan wordt deze meting weer uitgevoerd resulterend in een tweede maximumtijdstip. De rekeneenheid binnen de eenheid 50c is nu instaat om uit de beide tijdstippen en uit de op zich bekende lengte van het 25 traject uit te rekenen met welke gemiddelde snelheid het object zich tussen de beide maximumtijdstippen heeft voortbewogen.
Door een verbinding te maken tussen de eenheid 50c en de boodschapgenerator 44c kan de berekende gemiddelde snelheid in de volgende uit te zenden boodschap worden opgenomen. Daarmee ontvangt het object dus informatie omtrent zijn 30 snelheid.
101 1298

Claims (10)

1. Stelsel voor het realiseren van dataoverdracht tussen een of meer langs een traject voortbewegende objecten en een of meer langs dit traject geplaatste vaste 5 communicatiestations, met het kenmerk, dat elk object voorzien is van een zender die gekoppeld is met een identiteits-codegenerator, dat elk communicatiestation voorzien is van een ontvanger die gekoppeld is met een identiteitscodeherkenningseenheid, 10 waarbij de zender van elk object althans in de nabijheid van een communica tiestation continu geactiveerd is zodanig dat achtereenvolgens in een afwisselende reeks van eerste en tweede perioden de zender in een eerste periode een identiteitsco-de afkomstig van de identiteitscodegenerator uitzendt en in een tweede periode de zender niets uitzendt, en 15 waarbij de ontvanger van elk station continue is geactiveerd totdat een identi- teitscode is ontvangen, welke code door de herkenniningseenheid wordt herkend.
2. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elk object voorzien is van een boodschapgenerator en dat elk station voorzien is van een boodschapontvanger, 20 waarbij de boodschap door de zender van het object telkens in serie met de identi-teitscode wordt uitgezonden en dat in het station, dat eerst de identiteitscode heeft ontvangen, de daaropvolgende boodschap naar de boodschapontvanger wordt geleid en opgeslagen, (fig. 2)
3. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat naast de zender elk object voorzien is van een ontvanger die gekoppeld is met een boodschapontvanger, dat naast de ontvanger elk communicatiestation voorzien is van een zender die gekoppeld is met een boodschapgenerator, 30 waarbij, nadat in een communicatiestation een identiteitscode is ontvangen en door de herkenniningseenheid is herkend, de boodschapgenerator en de zender worden geactiveerd teneinde een eventuele voor het betreffende object bestemde boodschap uit te zenden, en 101 1298 waarbij de ontvanger van elk object in elke tweede periode gereed is voor ontvangst van eventuele responsies en doorgifte daarvan naar de boodschapontvanger. (fig. 3)
4, Stelsel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat elk object voorzien is van 5 een boodschapgenerator gekoppeld met de zender en dat elk communicatiestation voorzien is van een boodschapverwerkingseenheid gekoppeld met de ontvanger waarbij, nadat de boodschapontvanger in het object heeft ontvangen dan wel na een vooraf bepaalde wachtperiode na het uitzenden van de identificatiecode de zender en de boodschapgenerator in het object worden geactiveerd teneinde een eventuele bood-10 schap uit te zenden en de ontvanger in het station na het uitzenden van een boodschap naar het object, dan wel na ontvangst van de identificatiecode wacht op een eventuele boodschap van het object, (fig. 4)
5. Stelsel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de boodschapontvanger in elk object is gekoppeld met indicatiemiddelen, en dat een via de ontvanger ontvangen boodschap wordt verwerkt in signalen voor het sturen van deze indicatiemiddelen.
6. Stelsel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat voor de transmissie van een object naar een station en voor de transmissie van een station naar een object verschillende transmissiemedia worden gebruikt.
7. Stelsel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ont-25 vanger in tenminste een station gekoppeld is met een signaalsterkte-meter, een sig- naalwaarderingseenheid en met een klok, en dat het uitgangssignaal van de signaal-sterktemeter in de signaalwaarderingseenheid wordt verwerkt teneinde de signaalsterkte te bepalen met als doel het tijdstip te bepalen waarop het maximum zou zijn opgetreden indien het object continue zou zenden. 30
8. Stelsel volgens conclusie 7 met het kenmerk, dat het genoemde tijdstip wordt opgeslagen in een geheugen dat in elk geval twee tijdstippen kan bevatten. 1011298
9. Stelsel volgens conclusie 8, met het kenmerk dat middelen aanwezig zijn voor het bepalen van het verschil tussen twee opeenvolgende tijdstippen.
10. Stelsel volgens een der conclusies 8 of 9,waarbij het traject een gesloten traject 5 is, met het kenmerk, dat middelen aanwezig zijn waarmee op grond van de bekende lengte van het gesloten traject en twee opeenvolgende bepaalde tijdstippen de gemiddelde snelheid wordt bepaald waarmee het traject werd afgelegd ***** IG112ÖS i
NL1011298A 1999-02-12 1999-02-12 Stelsel voor overdracht tussen voortbewegende objecten en vaste stations. NL1011298C2 (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1011298A NL1011298C2 (nl) 1999-02-12 1999-02-12 Stelsel voor overdracht tussen voortbewegende objecten en vaste stations.
AU26991/00A AU2699100A (en) 1999-02-12 2000-02-11 System for data transfer between moving objects and fixed stations
PCT/NL2000/000086 WO2000048132A1 (en) 1999-02-12 2000-02-11 System for data transfer between moving objects and fixed stations
CA002362256A CA2362256A1 (en) 1999-02-12 2000-02-11 System for data transfer between moving objects and fixed stations
US09/913,191 US6583732B1 (en) 1999-02-12 2000-02-11 System for data transfer between moving objects and fixed stations
EP00905456A EP1151416A1 (en) 1999-02-12 2000-02-11 System for data transfer between moving objects and fixed stations
JP2000598978A JP2002536936A (ja) 1999-02-12 2000-02-11 動く対象物と固定されたステーションとの間のデータ転送用システム

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1011298 1999-02-12
NL1011298A NL1011298C2 (nl) 1999-02-12 1999-02-12 Stelsel voor overdracht tussen voortbewegende objecten en vaste stations.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1011298C2 true NL1011298C2 (nl) 2000-08-15

Family

ID=19768657

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1011298A NL1011298C2 (nl) 1999-02-12 1999-02-12 Stelsel voor overdracht tussen voortbewegende objecten en vaste stations.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US6583732B1 (nl)
EP (1) EP1151416A1 (nl)
JP (1) JP2002536936A (nl)
AU (1) AU2699100A (nl)
CA (1) CA2362256A1 (nl)
NL (1) NL1011298C2 (nl)
WO (1) WO2000048132A1 (nl)

Families Citing this family (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP4357137B2 (ja) 2001-05-11 2009-11-04 富士通マイクロエレクトロニクス株式会社 移動体追跡方法及びシステム
AT500811A1 (de) * 2001-06-12 2006-03-15 Siemens Ag Oesterreich Einrichtungen und methoden zur vereinfachung des ocr-basierten enforcements bei automatischen mautsystemen
US6700494B2 (en) 2001-07-19 2004-03-02 Dennis O. Dowd Equine tracking
US6741359B2 (en) * 2002-05-22 2004-05-25 Carl Zeiss Meditec, Inc. Optical coherence tomography optical scanner
AT414052B (de) * 2002-12-19 2006-08-15 Efkon Ag Kraftfahrzeug-infrarot(ir)- kommunikationseinrichtung
JP5029378B2 (ja) * 2008-01-16 2012-09-19 日本電気株式会社 交通渋滞検知方法、システムおよびプログラム
SE534180C2 (sv) * 2009-05-28 2011-05-24 Sensebit Ab Utrustning och metod för trafikövervakning
ITMC20120056A1 (it) * 2012-06-15 2013-12-16 Giovanni Braconi Sistema di segnalazione per autodromi o simili ed autodromo comprendente un tale sistema.
DK3436303T3 (da) * 2016-03-29 2023-01-30 Elonroad Ab Fremgangsmåde til aktivering af et strømførende segment i et elektrisk vejsystem og et elektrisk vejsystem

Citations (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4338587A (en) * 1979-02-23 1982-07-06 Chiappetti Arthur B Toll collection system
US4339753A (en) * 1979-12-19 1982-07-13 Rca Corporation Vehicle identification system
US4501958A (en) 1981-03-05 1985-02-26 Electronique Marcel Dassault Verification system, for example for passing through a toll point
FR2609812A1 (fr) * 1987-01-20 1988-07-22 Dinoki Pierre Procede et dispositif de localisation et d'identification d'elements mobiles
WO1991020067A1 (en) * 1990-06-18 1991-12-26 Mark Iv Transportation Products Corp. Moving vehicle identification system
EP0577328A2 (en) * 1992-07-02 1994-01-05 AT&T Corp. Secure toll collection system for moving vehicles
US5347274A (en) 1990-05-17 1994-09-13 At/Comm Incorporated Hazardous waste transport management system
DE4331286A1 (de) 1993-09-15 1995-03-16 Bosch Gmbh Robert Verfahren und Einrichtung zur bidirektionalen Übertragung von Datensignalen
US5406275A (en) 1990-05-17 1995-04-11 At/Comm Incorporated Object location process and apparatus
DE4340148A1 (de) * 1993-11-25 1995-06-01 Bosch Gmbh Robert Bakensender mit Aufweckzone
DE4427549A1 (de) * 1994-08-04 1996-02-15 Weiss Electronic Gmbh Elektron Verfahren und Vorrichtung zur Bestimmung der Geschwindigkeit von Fahrzeugen

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4182989A (en) * 1975-10-24 1980-01-08 Nissan Motor Company, Inc. System for establishing a communication link between a ground station and each of vehicle drivers within a limited communication area
US5058201A (en) * 1988-06-07 1991-10-15 Oki Electric Industry Co., Ltd. Mobile telecommunications system using distributed miniature zones
US5959580A (en) * 1994-11-03 1999-09-28 Ksi Inc. Communications localization system
US5926113A (en) * 1995-05-05 1999-07-20 L & H Company, Inc. Automatic determination of traffic signal preemption using differential GPS
JP3857402B2 (ja) * 1997-12-05 2006-12-13 富士通株式会社 交差点衝突防止方法及びシステム及び交差点衝突防止プログラムを格納した記憶媒体及び交差点装置

Patent Citations (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4338587A (en) * 1979-02-23 1982-07-06 Chiappetti Arthur B Toll collection system
US4339753A (en) * 1979-12-19 1982-07-13 Rca Corporation Vehicle identification system
US4501958A (en) 1981-03-05 1985-02-26 Electronique Marcel Dassault Verification system, for example for passing through a toll point
FR2609812A1 (fr) * 1987-01-20 1988-07-22 Dinoki Pierre Procede et dispositif de localisation et d'identification d'elements mobiles
US5347274A (en) 1990-05-17 1994-09-13 At/Comm Incorporated Hazardous waste transport management system
US5406275A (en) 1990-05-17 1995-04-11 At/Comm Incorporated Object location process and apparatus
WO1991020067A1 (en) * 1990-06-18 1991-12-26 Mark Iv Transportation Products Corp. Moving vehicle identification system
EP0577328A2 (en) * 1992-07-02 1994-01-05 AT&T Corp. Secure toll collection system for moving vehicles
DE4331286A1 (de) 1993-09-15 1995-03-16 Bosch Gmbh Robert Verfahren und Einrichtung zur bidirektionalen Übertragung von Datensignalen
DE4340148A1 (de) * 1993-11-25 1995-06-01 Bosch Gmbh Robert Bakensender mit Aufweckzone
DE4427549A1 (de) * 1994-08-04 1996-02-15 Weiss Electronic Gmbh Elektron Verfahren und Vorrichtung zur Bestimmung der Geschwindigkeit von Fahrzeugen

Also Published As

Publication number Publication date
US6583732B1 (en) 2003-06-24
WO2000048132A1 (en) 2000-08-17
EP1151416A1 (en) 2001-11-07
CA2362256A1 (en) 2000-08-17
JP2002536936A (ja) 2002-10-29
AU2699100A (en) 2000-08-29

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP0467036B1 (en) Method and apparatus for radio identification and tracking
EP0438250B1 (en) System for reading and writing data from and into remote tags
CN107886584B (zh) 唤醒信号的发送控制方法、控制器、路侧单元及收费标签
NL1011298C2 (nl) Stelsel voor overdracht tussen voortbewegende objecten en vaste stations.
CN102456120B (zh) Rfid读取装置以及读取和关联方法
EP1001366A2 (en) Electronic identification system
NL9100110A (nl) Ondervraagstation voor identificatiedoeleinden met afzonderlijke zend- en ontvangantennes.
EP3229167B1 (en) Wireless tag communication apparatus, wireless tag communication system, and communication method
JPH0935185A (ja) 車両通信システム及び車両
NL1012907C2 (nl) Stelsel voor het bepalen van de positie van een transponder.
CN100545674C (zh) 确定应答器相对于通信器的位置的方法
JP2000137063A (ja) 移動体計測システム
JPH08167090A (ja) 移動体識別方法
KR101027961B1 (ko) 무선 인식 태그의 이동 속도 추적 방법
JPH0869583A (ja) 移動体識別方法
KR20000068095A (ko) 도로상의 차량 식별 방법
JPH0532166A (ja) 列車位置検出装置
JP2001127666A (ja) マルチターゲット対応ワイヤレスタグカードシステム
KR101027768B1 (ko) 무선인식 태그의 이동 경로 또는 이동 속도 추적 방법
JPH11339187A (ja) レーンマーカシステム
NL2019863B1 (nl) Systeem en werkwijze voor het automatisch detecteren en controleren van het gebruik van parkeerplaatsen.
JPH09326726A (ja) 通信装置
JP3186441B2 (ja) 応答器、質問器及びこれらを用いた移動体識別装置
KR101027962B1 (ko) 무선 인식 태그의 위치이동 경로 추적 시스템
JPH06181449A (ja) 移動体識別装置

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
MK Patent expired because of reaching the maximum lifetime of a patent

Effective date: 20190211