NL1007181C2 - Continue werkwijze voor het vervaardigen van vlakke schuimstofplaten en inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze. - Google Patents

Continue werkwijze voor het vervaardigen van vlakke schuimstofplaten en inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze. Download PDF

Info

Publication number
NL1007181C2
NL1007181C2 NL1007181A NL1007181A NL1007181C2 NL 1007181 C2 NL1007181 C2 NL 1007181C2 NL 1007181 A NL1007181 A NL 1007181A NL 1007181 A NL1007181 A NL 1007181A NL 1007181 C2 NL1007181 C2 NL 1007181C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
reaction
blowing air
reaction path
air
application
Prior art date
Application number
NL1007181A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1007181A1 (nl
Inventor
Wolfgang Schumacher
Birgit Urbantke
Original Assignee
Siempelkamp Handling Sys Gmbh
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Siempelkamp Handling Sys Gmbh filed Critical Siempelkamp Handling Sys Gmbh
Publication of NL1007181A1 publication Critical patent/NL1007181A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1007181C2 publication Critical patent/NL1007181C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C44/00Shaping by internal pressure generated in the material, e.g. swelling or foaming ; Producing porous or cellular expanded plastics articles
    • B29C44/34Auxiliary operations
    • B29C44/36Feeding the material to be shaped
    • B29C44/46Feeding the material to be shaped into an open space or onto moving surfaces, i.e. to make articles of indefinite length
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C44/00Shaping by internal pressure generated in the material, e.g. swelling or foaming ; Producing porous or cellular expanded plastics articles
    • B29C44/34Auxiliary operations
    • B29C44/36Feeding the material to be shaped
    • B29C44/46Feeding the material to be shaped into an open space or onto moving surfaces, i.e. to make articles of indefinite length
    • B29C44/461Feeding the material to be shaped into an open space or onto moving surfaces, i.e. to make articles of indefinite length dispensing apparatus, e.g. dispensing foaming resin over the whole width of the moving surface
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C44/00Shaping by internal pressure generated in the material, e.g. swelling or foaming ; Producing porous or cellular expanded plastics articles
    • B29C44/34Auxiliary operations
    • B29C44/36Feeding the material to be shaped
    • B29C44/46Feeding the material to be shaped into an open space or onto moving surfaces, i.e. to make articles of indefinite length
    • B29C44/467Foam spreading or levelling devices

Landscapes

  • Casting Or Compression Moulding Of Plastics Or The Like (AREA)
  • Laminated Bodies (AREA)

Description

Continue werkwijze voor het vervaardigen van vlakke schuim-stofplaten en inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze
De uitvinding betreft een continue werkwijze voor het vervaardigen van vlakke schuimstofplaten, in het bijzonder met flexibele deklagen of metaalplaten beklede schuimstofplaten, waarbij een vloeiend schuimstofvormend uitgangsreactie-5 mengsel vlak op een transportinrichting wordt aangebracht en op de transportinrichting als uitreagerende en daarbij opschuimende reactiebaan wordt toegevoerd aan het invoeruiteinde van een inrichting met dubbele band en aan het uitvoereinde van de inrichting met dubbele band wordt ontnomen als gerede 10 schuimstofplaat. De uitvinding betreft verder een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding. Binnen het kader van de uitvinding betekent schuimstof materialen met een schuimstructuur, die worden gekenmerkt door over de gehele massa van het materiaal verdeelde open en/of geslo-15 ten cellen. Schuimstof betekent in het bijzonder schuimkunst-stoffen, die uit schuimbare organische polymeren, bij voorkeur polyurethanen worden vervaardigd. Binnen het kader van de vervaardiging van deze schuimkunststoffen worden de uitgangs-componenten, die polymeriseren tot de polymeren, bij voorkeur 20 gemengd met zwelmiddelen die tijdens het opschuimen door verdamping en chemische reacties als zogenaamd celgas vrij komen en aldus de schuimstructuur veroorzaken. Uitgangsreac-tiemengsel betekent binnen het kader van de uitvinding, dat in dit mengsel het opschuimen nog niet of nog niet wezenlijk 25 heeft plaatsgevonden. Binnen het kader van de werkwijze volgens de uitvinding vindt het opschuimen van dit uitgangsreac-tiemengsel pas plaats in de op de transportinrichting getransporteerde reactiebaan. Tijdens het transport van de reactiebaan op de transportinrichting neemt derhalve tengevolge van 30 het opschuimen de dikte van de reactiebaan toe en verandert aldus de stijghoogte daarvan continu. In de inrichting met dubbele band wordt de definitieve dikte van de gerede schuimstofplaat bepaald en aan het uitvoeruiteinde van de inrichting 1 0 0 71 81' 2 met dubbele band wordt de uitgeharde gerede schuimstofplaat weggenomen. Dergelijke schuimstofplaten worden in de praktijk voor de meest uiteenlopende doelen toegepast. De binnen het kader van de werkwijze volgens de uitvinding vervaardigde 5 schuimstofplaten worden bij voorkeur als warmte-isolatieplaten toegepast.
Bij de uit de praktijk bekende werkwijze van de in de aanhef genoemde soort, van welke de uitvinding uitgaat, wordt het uitgangsreactiemengsel in een met betrekking tot de 10 breedte van de transportinrichting middelste gebied op een als het ware puntvormige aanbrengplaats aangebracht. De hierdoor in het midden van de transportinrichting ontstane rups van het uitgangsreactiemengsel moet door uit blaasmondstukken uittredende luchtstralen alsmede door kalibratierollen of kuipen 15 naar beide zijden verdeeld worden. De verdeelwerking laat bij deze bekende maatregelen te wensen over, aangezien de instelling van de schuimfilmdikte verhoudingsgewijs lastig en gevoelig is. Verder zijn bij deze werkwijze de randzones regelmatig niet precies tot de produktbreedte tengevolge van de omzetting 20 van de onderste deklaag beperkt. Inderdaad zijn de randzones in het algemeen ongelijkmatig gevormd, zodat bij een randbe-werking achteraf een grote hoeveelheid afval ontstaat. Verder is een werkwijze voor het gelijkmatig verdelen van een vloeiend uitgangsreactiemengsel over een continu getransporteerde 25 onderlaag bekend (EP 0 374 558 BI), waarbij het uitgangsreactiemengsel eveneens op een als het ware puntvormige aanbrengplaats op de onderlaag wordt aangebracht en door middel van een luchtstroming moet worden verdeeld naar de zijden van de onderlaag. Hierbij zijn aandrijfmatig gekoppelde ventilator-30 walsen toegepast, waarvan de diameter vanaf de mengselaan-brengplaats naar de zijden toe afneemt.
Verder is een werkwijze voor het continu vervaardigen van schuimstofplaten bekend (DE-A-2924183), welke met een in transportrichting van het aangebrachte uitgangsreactiemeng-35 sel omlaag hellende aanbrengtafel werkt, waarbij boven deze aanbrengtafel een dwarsverdeelinrichting voor het uitgangsreactiemengsel, in het bijzonder een walsvoorziening is toege- 1007181 3 past. Met de dwarsverdeelinrichting wordt in wezen een verdeling van het uitgangsreactiemengsel over de transportinrichting bereikt. Verder kent men een werkwijze (DE-A-3241520), waarbij het uitgangsreactiemengsel met een dwars op de trans-5 portinrichting heen en weer beweegbare mengkop op de transportinrichting wordt aangebracht en waarbij met een begren-zingselement met elastisch vervormbaar oppervlak over de transportinrichting een gelijkmatige verdeling van het uitgangsreactiemengsel moet worden bereikt. Bovendien is een 10 aanbrenginrichting voor polyurethaanschuim op een continu bewogen deklaag bekend (EP 0 553 695) die werkt met een aantal afgeefmondstukken, die op een mengkop zijn aangesloten die dwars op de transportinrichting verrijdbaar is.
Daarentegen ligt aan de uitvinding het technisch 15 probleem ten grondslag, om een werkwijze van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarmee ongewenste oppervlaktestructuren en oneffenheden in het reactiebaanoppervlak en in het schuimstofplaatoppervlak worden vermeden alsmede een homogene schuimstructuur respektievelijk celstructuur van de 20 gerede schuimstofplaat wordt bewerkstelligd.
Voor het oplossen van dit technische probleem leert de uitvinding een continue werkwijze voor het vervaardigen van vlakke schuimstofplaten, waarbij een vloeiend, schuimstofvor-mend uitgangsreactiemengsel vlak op een transportinrichting 25 wordt aangebracht en op de transportinrichting en eventueel onderste deklaag als transportinrichting als uitreagerende en daarbij opschuimende reactiebaan wordt toegevoerd aan het invoeruiteinde van een inrichting met dubbele band en aan het uitvoeruiteinde van de inrichting met dubbele band wordt 30 ontnomen als gerede schuimstofplaat, waarbij het uitgangsreactiemengsel in een aanbrenggebied van de transportinrichting in wezen dwars op de transportrichting continu wordt aangebracht, waarbij de daarbij ontstane reactiebaan door het aanbrengen bepaalde oppervlaktestructuren bezit, waarbij in aansluiting 35 daarop de reactiebaan over zijn gehele breedte en in wezen dwars op de transportrichting belast wordt door het reactiebaanoppervlak treffende blaasluchtstralen die door dwars op de 1007181 4 transportrichting oscillerende blaasluchtmondstukken worden opgewekt, met dien verstande, dat het reactiebaanoppervlak door de blaasluchtbelasting vervormd wordt en het in de transportrichting verder bewogen reactiebaanoppervlak een 5 terugvervorming ervaart, waarbij het aan het oppervlak gestructureerde reactiebaanoppervlak in het bijzonder in de randzones wordt veranderd in een glad reactiebaanoppervlak en tegelijkertijd uit luchtbelinsluitsels resulterende inhomoge-niteiten in de reactiebaan geëlimineerd worden, en waarbij 10 aansluitend de reactiebaan exact op de respektievelijke pro-duktbreedte wordt ingesteld en wordt ingevoerd in de inrichting met dubbele band.
Bij voorkeur worden binnen het kader van de werkwijze volgens de uitvinding schuimstofplaten uit polyurethaan-15 schuim vervaardigd. Bij het aanbrengen van het uitgangsreac- tiemengsel dwars op de transportrichting wordt een aanbrengin-richting, bijvoorbeeld een giethark, over de breedte van de transportinrichting heen en weer bewogen en vindt aldus als het ware een oscillerende beweging van deze aanbrenginrichting 20 over de breedte van de transportinrichting plaats. Hierbij resulteert een strookvormige oppervlaktestructuur van de gevormde reactiebaan, die in wezen dwars op de transportrichting gevormde dwarsrillen in het oppervlak bezit. Bovendien ontstaan in het gebied van de omkeerpunten van de heen en weer 25 bewogen aanbrenginrichting tengevolge van de langere verblijftijd van de aanbrenginrichting in deze gebieden randophopingen van het uitgangsreactiemengsel ter plaatse van de randen van de transportinrichting. Als resultaat ontstaat derhalve een verhoudingsgewijs in sterke mate aan het oppervlak gestructu-30 reerd reactiebaanoppervlak. Op verrassende wijze kan door de blaasluchtbelasting volgens de uitvinding het reactiebaanoppervlak en de hieruit resulterende vervorming en terugvervorming van dit oppervlak een zeer goed gladmaken van het reactiebaanoppervlak worden bereikt. Hierbij kunnen de door het 35 aanbrengen van het uitgangsreactiemengsel gevormde dwarsrillen en randophopingen in het reactiebaanoppervlak althans nagenoeg volledig worden vereffend. De met de blaasluchtbelasting 1007181 5 samenhangende vervorming en terugvervorming van het oppervlak werkt als het ware als roereffekt, door welk het oppervlak intensief wordt dooreengemengd en het reactiemengsel effektief verdeeld wordt. Volgens de uitvinding kan een vergaand gladma-5 ken van het oppervlak reeds zonder de inwerking van extra mechanische onderdelen, zoals walsen, rollen of kuipen, op het oppervlak bereikt worden en worden ook de met deze mechanische onderdelen samenhangende problemen en noodzaken, zoals bijvoorbeeld ongewenste opstoppingen van de reactiebaan, verme-10 den. Als resultaat wordt een onverwacht glad oppervlak van de schuimstofplaat bereikt. Dit is vooral ook dan van voordeel, wanneer de schuimstofplaat met een bovenste en een onderste flexibele deklaag, bij voorbeeld uit papier of aluminium, wordt bekleed, aangezien zich op deze deklagen geen oneffenhe-15 den op het produktoppervlak kunnen aftekenen. Door het beschreven roereffekt worden bovendien ongewenste luchtbelin-sluitsels, die bij het aanbrengen van het uitgangsreactiemeng-sel ontstaan, geëlimineerd respektievelijk vernield. Dit is in het bijzonder in zoverre verrassend, dat de vakman zou ver-20 wachten, dat door de blaasluchtbelasting extra ongewenste luchtbelinsluitsels ontstaan. De blaasluchtstralen kunnen echter zodanig worden ingesteld, dat zelfs bij een hevige blaasluchtbelasting van het reactiebaanoppervlak geen extra luchtbellen ontstaan, doch veeleer de reeds ontstane ongewens-25 te luchtinsluitsels kunnen worden geëlimineerd. Verder kunnen ook, bij niet toegepaste bovenwals, zogenaamde schuifkrimphol-tes ter plaatse van de grenslaag tussen schuim en bovenste deklaag duidelijk gereduceerd worden. Bij toepassing van een bovenwals kunnen dergelijke schuifkrimpholtes zelfs volledig 30 worden geëlimineerd, zodat zich op de bovenzijde van de reac-tiebaan als het ware een volledige huid vormt. Als resultaat wordt door het beschreven roereffekt een verbetering van de schuimstructuur respektievelijk celstructuur van de schuimstofplaat bereikt. Hieraan draagt verder bij, dat door het 35 roereffekt ook in de reactiebaan aanwezige mengzones met verschillende reactie- respektievelijk opschuimtoestanden meer of minder intensief door elkaar gemengd worden. Er vindt aldus 1007181 6 een effektieve en continue verdeling van het reactiemengsel zowel in transportrichting alsook in dwarsrichting van de reactiebaan plaats. Als resultaat verkrijgt men met de werkwijze volgens de uitvinding schuimstofplaten met verrassend 5 glad en vlak oppervlak en in het bijzonder in de randzones ook een zeer goede schuimstructuur.
Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt de reactiebaan van een onderste en een bovenste deklaag voorzien en bezit dienovereenkomstig ook de gerede schuimstofplaat 10 een onderste en een bovenste deklaag. Hierbij betreft het op doelmatige wijze flexibele deklagen uit papier of folies, bij voorkeur metaalfolies, die ook meer of minder sterk geprofileerd kunnen zijn. Bij voorkeur wordt het vloeiende uitgangs-reactiemengsel op een op de transportinrichting meegevoerde 15 onderste deklaag aangebracht. Op doelmatige wijze wordt de onderste deklaag voor zijn invoer in het aanbrenggebied in een voorwarmoven continu voorgewarmd.
Volgens een de voorkeur genietende uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt het vloeiende uitgangsreactiemengsel 20 door een groot aantal in transportinrichting in wezen achter elkaar geplaatste aanbrengmondstukken in het aanbrenggebied continu aangebracht, waarbij het grote aantal aanbrengmondstukken dwars op de transportinrichting heen en weer bewogen wordt. Bij voorkeur is hierbij binnen het kader van de uitvin-25 ding als aanbrenginrichting een giethark toegepast, die een op een mengkop voor het uitgangsreactiemengsel aangesloten, in hoofdzaak evenwijdig aan de transportrichting aangebrachte verdeelbuis bezit, waarop het grote aantal in transportrichting achter elkaar geplaatste aanbrengmondstukken is toege-30 past. Een dergelijke giethark is een betrouwbaar werkend en eenvoudig te hanteren mondstukaggregaat. Principieel kunnen echter ook andere mondstukaggregaten zoals waaier- en film-mondstukken worden toegepast. Beslissend is, dat het vloeibare schuimmengsel voldoende over een groot oppervlak wordt aange-35 bracht. De aanbrengmondstukken kunnen ook in twee of meer onderling evenwijdige reeksen op de verdeelbuis zijn toegepast, welke beide reeksen over een bepaalde hoek ten opzichte 1 0071 81 7 van elkaar versprongen zijn. Zoals reeds in het voorgaande werd opgemerkt, voert de aanbrenginrichting bij het aanbrengen van het uitgangsreactiemengsel in wezen dwars op de transport-richting een oscillerende beweging uit. Bij voorkeur is de 5 oscillatiefrequentie van deze oscillerende beweging instelbaar .
Volgens een de voorkeur genietende uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding, die in het kader van de uitvinding een bijzonder belang bezit, wordt het vloeiende 10 uitgangsreactiemengsel in een in transportrichting stijgend aanbrenggebied continue aangebracht. Het spreekt voor zich, dat het aanbrenggebied direct onder de aanbrenginrichting is geplaatst. Het stijgende aanbrenggebied vormt als het ware een afloophelling voor het strookvormig aangebrachte uitgangsreac-15 tiemengsel, zodat de stroken over de afloophelling als het ware in elkaar kunnen stromen en aldus een effektieve voorverdeling van het reactiemengsel ontstaat en bovendien mengzones met verschillende reactietoestanden onderling gemengd worden. Op deze wijze wordt de door het aanbrengen veroorzaakte dwars-20 rilstructuur van het reactiebaanoppervlak reeds in het aanbrenggebied gedeeltelijk vereffend. In zoverre bezit de combinatie van het stijgende aanbrenggebied enerzijds en de blaas-luchtbelasting volgens de uitvinding anderzijds binnen het kader van uitvinding een bijzonder belang. Niet op de laatste 25 plaats ook hierom, dat de onderste deklaag door een rollenom-kering gladgetrokken wordt. Op doelmatige wijze is de hel-lingshoek van het stijgende aanbrenggebied ten opzichte van de transportrichting instelbaar en bedraagt bijvoorbeeld 2-5°.
Bij voorkeur vindt de blaasluchtbelasting van het 30 reactiebaanoppervlak in transportrichting direkt achter het aanbrenggebied plaats. De blaaslucht wordt daarbij in de vorm van gedefinieerde, als het ware scherp gebundelde en stekel-vormige luchtstralen op het reactiebaanoppervlak gericht, welke gedefinieerde luchtstralen telkens afzonderlijke vervor-35 mingen in het reactiebaanoppervlak opwekken. Binnen het kader van de werkwijze volgens de uitvinding wordt met een blaasin-richting gewerkt, die ten minste een in wezen loodrecht op de 1007181' 8 transportrichting en over de gehele breedte van de reactiebaan aangebrachte blaasluchtverdeelbuis met een groot aantal blaas-luchtmondstukken bezit. Bij voorkeur zijn de blaasluchtmond-stukken in de blaasluchtverdeelbuis lineair in een reeks en 5 met in wezen gelijke blaasluchtmondstuk-afstanden aangebracht. Op doelmatige wijze bedraagt de blaasluchtmondstukafstand 5-40 mm. De blaasluchtmondstukdiameter bedraagt 1-3 mm, al naar gelang de viscositeit, oppervlaktespanning, aanbrenghoeveel-heid en doorstroomsnelheid van de schuimmengselfilm. Het valt 10 ook binnen het kader van de uitvinding, om de blaasluchtmond-stukken in de blaasluchtverdeelbuis ten opzichte van elkaar versprongen in lineaire dubbele of driedubbele reeks aan te brengen. Bij voorkeur is de afstand tussen de blaasluchtmond-stukken in het gebied van de randzones van de reactiebaan 15 kleiner of groter dan in de resterende gedeeltes van de blaasluchtverdeelbuis. Op doelmatige wijze wordt de blaasluchtverdeelbuis zodanig boven de transportinrichting geplaatst, dat de verticale afstand tussen de blaasluchtmondstukken en het reactiebaanoppervlak 8-30 mm, bij voorkeur 18-20 mm bedraagt. 20 Bij voorkeur is de verticale afstand tussen de blaasluchtverdeelbuis en de transportinrichting traploos instelbaar. Binnen het kader van de uitvinding wordt droge blaaslucht met kamertemperatuur opgeblazen. Het ligt echter ook binnen het kader van de uitvinding, om al naar gelang het reactiegedrag van het 25 schuimsysteem en de omgevingstemperatuur in de produktiehal, de blaaslucht voor te verwarmen of zelfs te koelen. Door de temperatuursbeinvloeding van de blaaslucht wordt geen verstoring van een gelijkmatige schuimstructuur respektievelijk celstructuur van de schuimstofplaat vastgesteld. De blaas-30 luchtstroomhoeveelheid en de blaasluchtdruk worden afhankelijk van de soort van het toegepaste uitgangsreactiemengsel en de dikte van de reactiebaan ingesteld. Bij voorkeur treedt de blaaslucht met een blaasluchtdruk van 3-6 bar uit uit de blaasluchtmondstukken.
35 Volgens een de voorkeur genietende uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt de reactiebaan met in hoofdzaak loodrecht op het reactiebaanoppervlak treffende blaasluchtstralen 1007181 9 belast. Wanneer bij deze uitvoeringsvorm met een stationaire blaasluchtverdeelbuis wordt gewerkt, wordt de uit de blaas-luchtmondstukken uittredende blaasluchtstroomhoeveelheid en de blaasluchtdruk zodanig ingesteld, dat zich ter plaatse van de 5 kontaktplaats van de blaasluchtstralen met het reactiebaanop-pervlak kraters vormen, die men ook als "luchtstekels" kan aanduiden en die bij het verdere transport van de reactiebaan onderworpen zijn aan een terugvervorming. Op deze wijze wordt een effektief dooreenmengen van het reactiemengsel en een 10 gladmaken van het reactiebaanoppervlak bewerkstelligd. Volgens een de voorkeur genietende uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt de werkwijze zodanig uitgevoerd, dat de blaasluchtstralen door dwars op de transportrichting oscillerende blaas-luchtmondstukken worden opgewekt. Hiertoe is op doelmatige 15 wijze de blaasluchtverdeelbuis dwars op de transportrichting oscilleerbaar uitgevoerd. De oscillatiefrequentie bedraagt hierbij, afhankelijk van de fysieke eigenschappen van het schuimmengsel en de produktiesnelheid, bij voorkeur 10-50 Hz. De oscillatie-amplitude bedraagt op doelmatige wijze 5-15 mm, 20 bij voorkeur 5-35 mm. Oscillatie-amplitude betekent de maximale uitwijking van de blaasluchtverdeelbuis vanuit zijn ruststand dwars op de transportrichting.
Volgens een de voorkeur genietende uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt de reactiebaan 25 met tegengesteld aan of in de transportrichting schuin het reactiebaanoppervlak treffende blaasluchtstralen of verticaal treffende blaasluchtstralen belast. Bij voorkeur bedraagt de aanblaashoek tussen de schuin ingestelde blaasluchtmondstukken respektievelijk de schuin uittredende blaasluchtstralen en de 30 verticale instelling van de blaasluchtmondstukken respektieve-lijk van de blaasluchtstralen + 10°-15°. Binnen het kader van de werkwijze volgens de uitvinding wordt hiertoe op doelmatige wijze gewerkt met een blaasluchtverdeelbuis, waarmee verschillende aanblaashoeken β instelbaar zijn. Door de schuine blaas-35 luchtstraalbelasting van het reactiebaanoppervlak vormt zich in het reactiebaanoppervlak als het ware een stuwgolf, die bij draagt aan een zeer effektieve doormenging en verdeling van 1 0071 81 10 het reactiemengsel. Een dergelijke stuwgolf kan echter ook, al naar gelang de mondstukafstand en luchthoeveelheid alsmede schuimrecepten en produktiesnelheid bij verticaal georiënteerde luchtstralen en staande luchthark respektievelijk blaas-5 luchtverdeelbuis worden opgewekt. In ieder geval ondergaat de reactiebaan aansluitend een terugvervorming. Op deze wijze wordt het gladmaken van het reactiebaanoppervlak geoptimaliseerd. Door de stuwdam worden in het bijzonder ook ongewenste grote luchtblaasinsluitsels tegengehouden en vernield. Dat 10 geldt in het bijzonder bij een van twee of drie reeksen voorziene luchthark respektievelijk blaasluchtverdeelbuis. Het spreekt voor zich, dat de blaasluchtbelasting zodanig wordt gekozen, dat het reactiemengsel niet zo sterk wordt tegengehouden en opgestuwd, dat het reeds begint uit te reageren.
15 Voor verschillende produktieomstandigheden {schuimsysteem, produktdichtheid en produktiesnelheid) worden de telkens geschikte luchtharktypes toegepast. De luchthoeveelheid/snel-heid kan eenvoudig zodanig worden ingesteld, dat de afzonderlijke kraters respektievelijk "luchtstekels" indien mogelijk 20 kontakt met de bodem bezitten, zonder dat schuimspuiters ontstaan of een te sterk uitstekende golf ontstaat, en hierdoor het materiaal te sterk wordt opgestuwd.
Van bijzonder belang is binnen het kader van de uitvinding dat de blaasluchtstralen worden opgewekt door dwars 25 op de transportrichting oscillerende blaasluchtmondstukken.
Hiertoe is de blaasluchtverdeelbuis respektievelijk de betreffende luchthark dwars op de transportrichting oscilleerbaar uitgevoerd. Bij een oscillerende blaasluchtverdeelbuis kan met duidelijk grotere luchthoeveelheden worden gewerkt dan bij een 30 staande blaasluchtverdeelbuis. De oscillatieslang is bij voorkeur iets groter dan de afstand tussen de blaasluchtmondstukken. De frequentie kan zodanig worden ingesteld, dat, onafhankelijk van de afstand tussen de blaasluchtmondstukken, bij toereikende zijdelingse materiaalverdringing geen te 35 sterke opstopping ontstaat. De diameters van de blaasluchtmondstukken zijn bij voorkeur zodanig gedimensioneerd en op elkaar afgestemd, dat ze bij een staande blaasluchtverdeelbuis '10071 81' 11 en kontakt met de bodem van de "luchtstekels" de kraterranden nagenoeg raken. De afstand van de blaasluchtverdeelbuis tot de reactiebaan of de onderste deklaag daarvan wordt op doelmatige wijze zodanig gekozen, dat bij de in het voorgaande genoemde 5 omstandigheden geen schuimspuiters ontstaan. Verder elimineert een blaasluchtverdeelbuis met een aantal reeksen eventueel luchtbellen foutloos aan het schuimoppervlak en beter dan een enkelreeksige blaasluchtverdeelbuis. Om een optimale instelling te bewerkstelligen, zijn de afstand van de 10 blaasluchtverdeelbuis tot de onderste deklaag respektievelijk de reactiebaan, de luchthoeveelheid, de oscillatieslag en de frequentie traploos instelbaar.
Het valt verder binnen het kader van de uitvinding, dat de blaasluchtverdeelbuis van over zijn omtrek verdeelde 15 blaasluchtmondstukken is voorzien en deze blaasluchtverdeelbuis om zijn langsas roteert. Bij voorkeur zijn daarbij de blaasluchtmondstukken schroeflijnvormig op de blaasluchtverdeelbuis aangebracht. Het valt ook binnen het kader van de uitvinding, om een groot aantal blaasluchtverdeelbuizen over 20 de breedte van de reactiebaan verdeeld aan te brengen, welke bij voorkeur om hun langsas roteren.
Om in het randgebied van de reactiebaan ontstane randophopingen foutloos te kunnen vereffenen, zijn volgens de leer van de uitvinding in het randgebied van de reactiebaan 25 separate, verticaal, horizontaal verstelbare en horizontaal zwenkbare luchtharken respektievelijk luchtverdeelmondstukken toegepast. Ook de toepassing van blaasbuizen en vlakke straal-mondstukken is niet uitgesloten. Uitstekende resultaten worden met korte luchtharken bereikt, aangezien met dergelijke lucht-30 harken randophopingen niet alleen volledig kunnen worden vereffend, doch tegelijkertijd een precieze aanbrengbreedte met een rechte randvormgeving kan worden bereikt. Verder bestaat de mogelijkheid, om door de giethark eventueel veroorzaakte "kartelranden" te corrigeren.
35 De vakman kan binnen het kader van eenvoudige proefnemingen bepalen hoe, in afhankelijkheid van het type, de hoeveelheid en de eigenschappen van het aangebrachte uitgangs- 1007181 12 reactiemengsel, de reactiebaandikte en de transportsnelheid, dan het blaasluchtmondstukaantal, de blaasluchtmondstuktus-senafstand en de blaasluchtmondstukdiameter alsmede de blaas-luchtstroomhoeveelheid, eventueel de aanblaashoek van de 5 blaasluchtstralen alsmede eventueel de oscillatiefrequentie en de oscillatie-amplitude van de blaasluchtverdeelbuis moeten worden ingesteld, om een optimale gladmaking alsmede een effektieve luchtbelvernieling te bereiken. Hiertoe wordt echter ook naar de hierna genoemde uitvoeringsvoorbeelden 10 verwezen.
Volgens een de voorkeur genietende uitvoeringsvorm wordt binnen het kader van de werkwijze volgens de uitvinding in de transportrichting voor de inrichting met dubbele band een bovenste deklaag via een voor de inrichting met dubbele 15 band aangebrachte in hoogte verstelbare omkeerwals op de reactiebaan aangebracht. In hoogte verstelbaar betekent, dat de verticale afstand van deze omkeerwals tot de reactiebaan respektievelijk tot de transportinrichting instelbaar is, namelijk afhankelijk van het schuimgedrag van het reactiemeng-20 sel en derhalve afhankelijk van de reactiebaandikte. Bij voorkeur wordt de werkwijze zodanig uitgevoerd, dat de reactiebaan met 50%-75% van zijn uiteindelijke stijghoogte de op de omkeerwals geleide bovenste deklaag bereikt. De flexibele bovenste deklaag wordt dan liggend op het opstijgende schuim 25 en de stijghoek van het schuim volgend op de reactiebaan meegevoerd. Op doelmatige wijze bereikt de reactiebaan bij de invoer in de inrichting met dubbele band zijn definitieve stijghoogte. Deze uitvoeringsvorm bezit het voordeel, dat geen extra maatregelen ter stabilisatie van de bovenste deklaag, 30 bijvoorbeeld door op de deklaag inwerkende neerhouders, vereist zijn. Beslissend is het onderdompelen van de bovenwals respektievelijk bovenste omkeerwals met bovenste deklaag bij 50%-75% van de stijghoogte. De afstand van de boven- respektievelijk omkeerwals tot aan de invoer van de dubbele band 35 ontstaat automatisch, namelijk afhankelijk van de reactietijden van het schuimmengsel en de produktiesnelheid. Al naar gelang de afstand van de inrichting met dubbele band zijn dan 1007181 J» 13 eventueel stabiliseringsmaatregelen van de bovenste deklaag vereist. Volgens de uitvinding bewerkstelligt de omkeerwals voor de bovenste deklaag in combinatie met de in het voorgaande beschreven maatregelen voor het gladmaken een extra effek-5 tief gladmakingseffekt ten aanzien van het reactiebaanopper-vlak. In het bijzonder worden nog aanwezige resten van lucht -belinsluitsels in de reactiebaan en door de anders gebruikelijke boeggolf van het opstijgende schuim ter plaatse van de bovenste deklaag, tengevolge van dwarsvouwvorming, ontstane 10 luchtinsluitsels op functioneel betrouwbare wijze geëlimineerd .
Voor het oplossen van het technische probleem volgens de uitvinding leert de uitvinding verder een inrichting volgens de geldende conclusie 5. De voorkeur genietende 15 uitvoeringsvormen van deze inrichting volgens de uitvinding zijn gekenmerkt in de conclusies 6 en 7.
Hierna wordt de werkwijze volgens de uitvinding aan de hand van een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze toegelicht. Hierbij tonen in schematische weergave: 20 fig. 1 een zijaanzicht van een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding, fig. 2 het voorwerp volgens fig. 1 in een andere uitvoeringsvorm, fig. 3 het gedeelte A uit fig. 1 op vergrote 25 schaal, fig. 4 het voorwerp uit fig. 3 in bovenaanzicht overeenkomstig pijl B, fig. 5 het gedeelte C uit fig. 3 op vergrote schaal, 30 fig. 6 een bovenaanzicht van het voorwerp volgens fig. 5 in de richting van pijl D, fig. 7 het voorwerp van fig. 6 in een andere uitvoeringsvorm, fig. 8 het voorwerp van fig. 7 in de richting van 35 pijl E, fig. 9 het voorwerp volgens fig. 5 in een andere uitvoeringsvorm, 1007181 » 14 fig. 10 het voorwerp volgens fig. 9 in bovenaanzicht .
In de figuren 1 en 2 is een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding voor het 5 vervaardigen van schuimstofplaten weergegeven. De inrichting omvat een aanbrenginrichting 1 voor het vlak aanbrengen van een vloeiend schuimstofvormend uitgangsreactiemengsel 2 op een transportinrichting 3 in een aanbrenggebied 4 van deze transportinrichting 3. De aanbrenginrichting 1 bezit een op een 10 mengkop 5 voor het uitgangsreactiemengsel 2 aangesloten ver-deelbuis 6, op welke verdeelbuis 6 een groot aantal in trans-portrichting achter elkaar geplaatste aanbrengmondstukken 7 is toegepast (fig. 3). De aanbrenginrichting 1 is met het grote aantal aanbrengmondstukken 7 dwars op de transportrichting f 15 heen en weer beweegbaar uitgevoerd, zodat het uitgangsreactiemengsel 1 in het aanbrenggebied 4 in wezen dwars op de transportrichting f continu wordt aangebracht. Deze oscillatie-beweging van de aanbrenginrichting 1 is in fig. 4 door een dubbele pijl aangeduid. Hierbij wordt op de transportinrich-20 ting 3 een uitreagerende en opschuimende reactiebaan 8 gevormd, die in het aanbrenggebied 4 in eerste instantie door het aanbrengen bepaalde oppervlaktestructuren, in het bijzonder dwarsrillen in het reactiebaanoppervlak bezit, die in het bovenste gebied van fig. 4 zijn aangeduid. De reactiebaan 8 25 wordt aan het invoeruiteinde van een inrichting met dubbele band 19 toegevoerd en als gerede schuimstofplaat weggenomen van het uitvoeruiteinde van de inrichting met dubbele band 10.
De inrichting volgens de uitvinding is uitgerust met een blaasinrichting 11 voor het met blaasluchtstralen 12 30 belasten van de op de transportinrichting getransporteerde reactiebaan. Volgens een de voorkeur genietende uitvoeringsvorm van de uitvinding en in het uitvoeringsvoorbeeld bezit de blaasinrichting 11 een in wezen loodrecht op de transportrichting f en over de gehele breedte van de reactiebaan 8 aange-35 brachte blaasluchtverdeelbuis 13 met een groot aantal blaas-luchtmondstukken 14. De blaasluchtmondstukken 14 zijn hierbij bij voorkeur lineair in een reeks en met in wezen gelijke 1007181 t 15 afstanden op de blaasluchtverdeeldbuis 13 aangebracht. De blaasluchtmondstukken 14 zijn zodanig georiënteerd, dat het reactiebaanoppervlak 9 over de breedte van de reactiebaan door deze blaasluchtstralen 12 belastbaar is. De dwars op de trans-5 portrichting veroorzaakte belasting van het reactiebaanoppervlak 9 met de blaasluchtstralen geschiedt met dien verstande, dat het reactiebaanoppervlak 9 door de blaasluchtbelasting vervormd wordt en het in transportrichting f verder bewogen reactiebaanoppervlak 9 aansluitend een terugvervorming er-10 vaart. Hierbij wordt het aan het oppervlak gestructureerde en van dwarsribben voorziene reactiebaanoppervlak 9 veranderd in een glad reactiebaanoppervlak 9 en worden tegelijkertijd uit luchtbelinsluitsels resulterende inhomogeniteiten in de reactiebaan 8 geëlimineerd. De uitvoeringsvormen volgens de uit-15 vinding van de blaasluchtbelasting worden hierna in samenhang met fig. 5-10 nader toegelicht.
Volgens een de voorkeur genietende uitvoeringsvorm van de uitvinding en in het uitvoeringsvoorbeeld bezit de transportinrichting 3 een in transportrichting f omhoog hel-20 lend aanbrenggebied 4, waarin het uitgangsreactiemengsel 2 continu wordt aangebracht (fig. 3). In dit omhoog hellende aanbrenggebied 4 kan het strookvormig aangebrachte uitgangsreactiemengsel 2 als het ware terug stromen, hetgeen in fig. 3 werd aangeduid, zodat de door het aanbrengen bepaalde dwars-25 rilstructuur reeds voorbereidend gedeeltelijk kan worden vereffend. Bij voorkeur en in het uitvoeringsvoorbeeld is de hellingshoek α van het aanbrenggebied 4 instelbaar. Op doelmatige wijze en in het uitvoeringsvoorbeeld is ook de verticale afstand van de verdeelbuis 6 tot het aanbrenggebied 4 instel-30 baar uitgevoerd, hetgeen in fig. 3 door een dubbele pijl werd aangeduid. Bij voorkeur en in het uitvoeringsvoorbeeld is ook de hoekinstelling van de verdeelbuis 6 in verticale richting ten opzichte van de transportinrichting instelbaar uitgevoerd, hetgeen in fig. 3 eveneens door een dubbele pijl werd aange-3 5 duid.
Volgens een de voorkeur genietende uitvoeringsvorm van de uitvinding en in het uitvoeringsvoorbeeld wordt de 1007181 16 reactiebaan 8 en derhalve tevens de gerede schuimstofplaat met een onderste deklaag 15 en een bovenste deklaag 16 bekleed. Hierbij betreft het flexibele deklagen in de vorm van metaalfolie. Principieel kan de reactiebaan 8 ook zelf de onderste 5 deklaag vormen. De beide deklagen 15, 16 worden in een voor-warmoven 17 voorverwarmd, alvorens ze met de reactiebaan 8 in contact komen. Bij voorkeur en in het uitvoeringsvoorbeeld wordt het uitgangsreactiemengsel 2 aangebracht op de op de transportinrichting 3 of als transportinrichting meegevoerde 10 onderste deklaag 15. In het uitvoeringsvoorbeeld volgens de fig. 1 en 2 wordt het uitgangsreactiemengsel 2 en de reactiebaan 8 door de onderste deklaag getransporteerd die over geschikte rollen of walsen wordt geleid. De onderste deklaag 15 is hier derhalve bestanddeel van de transportinrichting 3. 15 Bij voorkeur en in het uitvoeringsvoorbeeld wordt in de trans-portrichting f voor de inrichting 10 met dubbele band de bovenste deklaag 16 via een voor de inrichting 10 met dubbele band aangebrachte hoogte instelbare omkeerwals 18 op de reactiebaan aangebracht. Op doelmatige wijze en in het uitvoe-20 ringsvoorbeeld volgens de fig. 1 en 2 wordt de werkwijze zodanig uitgevoerd, dat de reactiebaan 8 met ongeveer 50% tot 75% van zijn definitieve stijghoogte de op de omkeerwals 18 geleide bovenste deklaag 16 bereikt. Volgens een de voorkeur genietende uitvoeringsvorm van de uitvinding en in fig. 1 is de 25 omkeerwals 18 met betrekking tot 50%-75% van de stijghoogte op een afstand van de inrichting met dubbele band aangebracht, die resulteert uit het reachtiegedrag van het schuimsysteem en de produktiesnelheid. Eventueel noodzakelijke stabilisatie-elementen zijn in fig. 2 met het verwijzingscijfer 19 aange-30 duid. Op doelmatige wijze en in de uitvoeringsvoorbeelden 1 en 2 heeft de reactiebaan bij het inlopen in de inrichting met dubbele band zijn definitieve stijghoogte bereikt. Bij voorkeur wordt hierbij de bovenste deklaag juist vlak tegen de bovenste band van de inrichting met dubbele band gedrukt.
35 In fig. 4 werd aangeduid, dat het tengevolge van de aanbrengomstandigheden gestructureerde en van een dwarsrilpro-fiel voorziene reactiebaanoppervlak 9a met de blaasinrichting 1007181 « 17 11 en door de blaasluchtbelasting wordt veranderd in een glad reactiebaanoppervlak 9b. Bovendien worden de door het aanbrengen veroorzaakte randophopingen 20 van het uitgangsreactie-mengsel 2 vereffend door de blaasluchtbelasting, hetgeen in 5 fig. 4 eveneens werd aangeduid. In het gebied van de randophopingen 20 kunnen echter, zoals in fig. 4 is weergegeven, ook extra blaasluchtverdelers 21 zijn toegepast. Het valt binnen het kader van de uitvinding, dat de blaasluchtverdeelbuis 13 in het gebied van de randophopingen 20 evenwijdig aan de 10 transportrichting, bij voorkeur in de transportrichting omgezette blaasluchtverdeelbuisgedeeltes 22 bezit, die in fig. 4 gestippeld werden aangeduid. Door deze extra maatregelen kunnen de randophopingen 20 zeer effektief en funktioneel betrouwbaar worden vereffend. Volgens een de voorkeur genie-15 tende uitvoeringsvorm van de uitvinding en in het uitvoerings-voorbeeld van fig. 5 en 6 wordt de reactiebaan 8 met in wezen loodrecht op het reactiebaanoppervlak 9 treffende blaaslucht-stralen 12 belast. Hierbij vormen zich kraters 23 als vervorming van het reactiebaanoppervlak 9, waardoor het reactiemeng-20 sel van het reactiebaanoppervlak 9 bijzonder efektief wordt verdeeld, hetgeen in de figuren 5 en 6 door pijlen werd aangeduid. Fig. 5 toont ook het in transportrichting achter de kuilen verder'getransporteerde terugvervormde en gladgemaakte reactiebaanoppervlak 9b. Als resultaat wordt een doormenging 25 en verdeling van het reactiemengsel bereikt en zowel een effektief glad maken van het reactiebaanoppervlak 9 alsook een oplossen van ongewenste luchtbelinsluitsels 28 bereikt, hetgeen in fig. 5 wordt aangeduid. Dit effekt kan nog versterkt worden, wanneer de loodrecht op het reactiebaanoppervlak 9 30 inwerkende blaasluchtstralen door dwars op de transportrichting oscillerende blaasluchtmondstukken 14 worden opgewekt. Hiertoe is de blaasluchtverdeelbuis 13 in wezen loodrecht op de transportrichting f heen en weer beweegbaar respektievelijk oscilleerbaar uitgevoerd, hetgeen in fig. 4 door een dubbele 35 pijl werd aangeduid. De blaasinrichting kan hierbij echter ook via een ovale of cirkelvormige baan boven de reactiebaan 8 periodiek worden bewogen. Het resultaat van deze uitvoerings- 1007181 ( 18 vorm van de blaasluchtbelasting is in de figuren 7 en 9 weergegeven. In de omkeerpunten van de heen en weerbeweging res-pektievelijk de oscillatie van de afzonderlijke blaaslucht-mondstukken 14 ontstaan de kraters 23 in het reactiebaanopper-5 vlak 9, welke kraters 23 tengevolge van de oscillatie van de blaasluchtverdeelbuis 13 door verbindingskanalen 24 zijn verbonden. Door deze oscillatie wordt het beschreven door-mengings-, verdeel- en roereffekt effektief versterkt.
Volgens een andere de voorkeur genietende uitvoe-10 ringsvorm van de uitvinding, aan welke binnen het kader van de uitvinding een bijzonder belang toekomt, wordt de reactiebaan 8 belast met tegen de transportrichting f schuin naar het reactiebaanoppervlak 9 gerichte blaasluchtstralen 12. Hierbij ontstaat dwars op de transportrichting een stuwgolf 25 van het 15 uitgangsreactiemengsel 2, waarbij de bijbehorende golftoppen 26 voor de invallende blaasluchtstralen 12 worden gevormd (fig. 9, fig. 10). Door deze stuwgolven wordt een zeer effek-tieve verdeling en doormenging van het uitgangsreactiemengsel bewerkstelligd, hetgeen in fig. 9 door pijlen in de reactie- 20 baan 8 werd aangeduid. Ongewenste luchtblaasinsluitsels 28 barsten in het algemeen op de golfkam open, in het bijzonder bij toepassing van een luchthark respektievelijk blaasluchtverdeelbuis 13 met twee of drie reeksen blaasluchtmondstukken 14. In de transportrichting f achter de stuwgolf 25 is in fig. 25 9 het terugvervormde gladgemaakte reactiebaanoppervlak 9b herkenbaar. Volgens een de voorkeur genietende uitvoeringvorm en in het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 9 zijn de blaasluchtmondstukken 14 bovendien uitgerust met verlengingsbuizen 27 die de blaasluchtstralen direkt naar het reactiebaanopper-30 vlak 9 leiden. Hierdoor worden luchtturbulenties ter plaatse van het reactiebaanoppervlak 9 vermeden. Ook bij de schuine blaasluchtbelasting van het reactiebaanoppervlak 9 worden volgens een de voorkeur genietende uitvoeringsvorm van de uitvinding de blaasluchtstralen 12 door dwars op de transport-35 richting oscillerende blaasluchtmondstukken 14 opgewekt, waartoe de blaasluchtverdeelbuis 13 met een vooraf bepaalde oscillatiefrequentie dwars op de transportrichting f oscil- 1007181 * 19 leert. Bij deze uitvoeringsvorm ontstaan de golftoppen 26 van de stuwgolf 25 in de omkeerpunten van de oscillatiebeweging van de afzonderlijke blaasluchtmondstukken 14. Deze uitvoeringsvorm, waaraan in het kader van de uitvinding een bij zon-5 der belang toekomt, wordt in relatie tot het gladmaken van het reactiebaanoppervlak alsmede in relatie tot het elimineren van storende luchtbelinsluitsels 28 gekenmerkt door optimale resultaten.
Hierna wordt de werkwijze volgens de uitvinding aan 10 de hand van uitvoeringsvoorbeelden nader toegelicht:
Uitvoeringsvoorbeeld 1:
Met de continue werkwijze volgens de uitvinding werd een gerede schuimstofplaat met een dikte van 30 mm ver-15 vaardigd, welke schuimstofplaat met een onderste en een bovenste deklaag uit een papierbaan was bekleed. De werkwijze volgens de uitvinding werd met een inrichting overeenkomstig fig. 1 uitgevoerd. De onderste deklaag werd toegevoerd aan de inrichting met dubbele band. In een met 5° omhoog lopend 20 aanbrenggebied werd het uitgangsreactiemengsel met een aan-brenginrichting uit mengkop en hierop aangesloten evenwijdig aan de transportrichting georiënteerde verdeelbuis aangebracht. Het uitgangsreactiemengsel bestond uit gebruikelijke, voor de vakman bekende uitgangscomponenten ter vervaardiging 25 van een polyurethaanschuimstof. De bindingstijd van het uitgangsreactiemengsel bedroeg 29 sec. Aan de verdeelbuis waren aanbrengmondstukken met een aanbrengmondstukdiameter van 1,4 mm en een onderlinge afstand van 5 mm aangebracht. De verdeelbuis werd dwars op de transportrichting heen en weer bewogen 30 en in het aanbrenggebied werd een reactiebaan met een breedte van 1250 mm gevormd. De transportsnelheid van de reactiebaan bedroeg 7 m/min., de reactiebaan bezat in het aanbrenggebied en direct achter het aanbrenggebied een relatief sterk gestructureerd oppervlak, waarbij in het bijzonder door het 35 aanbrengen veroorzaakte dwarsrillen in het reactiebaanoppervlak waren gevormd. Op een afstand van ca. 350 mm in de transportrichting achter de verdeelbuis was een blaasluchtverdeel- 1007181 i 20 buis met een lengte van 1250 mm loodrecht op de transportrichting boven de transportinrichting geplaatst. De reactiebaan-dikte ter plaatse van de blaasluchtverdeelbuis bedroeg ongeveer 1,5 mm. De blaasluchtverdeelbuis bezat 128 blaaslucht-5 mondstukken op een afstand van 10 mm, welke lineair in een reeks in de blaasluchtverdeelbuis waren aangebracht en een blaasluchtmondstukgatdiameter van 1,2 mm bezaten. De blaas-luchtmondstukken en de blaasluchtverdeelbuis waren verticaal georiënteerd. De totale blaasluchtstroomhoeveelheid bedroeg 10 circa 850 1/min. De blaasluchtmondstukken waren op een afstand van 15 mm boven het reactiebaanoppervlak geplaatst. Bovendien waren in de randgebieden van de reactiebaan extra luchtharken respektievelijk blaasluchtverdelers aangebracht, die verticaal en horizontaal instelbaar alsmede horizontaal zwenkbaar waren. 15 De blaasluchtverdeelbuis werd met een oscillatiefrequentie van 23 Hz en een maximale uitwijking (oscillatie-amplitude) van 20 mm dwars op de transportrichting heen en weer bewogen. Ter plaatse van de blaasluchtbelasting was in het reactiebaanoppervlak dwars op de transportrichting een stuwgolf van het 20 reactiemengsel zichtbaar, waarbij de golftoppen van deze stuwgolf direct voor de invalpunten van de afzonderlijke blaasluchtstralen in het reactiebaanoppervlak waren gevormd. Voor de inrichting met dubbele band was een omkeerwals voor het aanbrengen van de bovenste deklaag op de reactiebaan 25 aangebracht, welke omkeerwals een afstand van 1450 mm tot de verdeelbuis van de aanbrenginrichting had en op een hoogte van ca. 25 mm boven de onderste deklaag was aangebracht. De reactiebaan bereikte de omkeerwals bij ca. 75% van zijn stijghoog-te, dat wil zeggen 75% van de dikte van de uitgereageerde 30 reactiebaan, en ongeveer 5 sec. voor het bereiken van de bindingstij d.
Uitvoerincrsvoorbeeld 2 : 35 Met de werkwijze volgens de uitvinding werd een schuimstofplaat met een dikte van 60 mm met bovenste en onderste deklaag uit aluminiumfolie vervaardigd. De werkwijze werd 1007181 21 in wezen zo uitgevoerd als in het uitvoeringsvoorbeeld 1. De transportsnelheid van de reactiebaan op de transportinrichting bedroeg echter 5,5 m/min. Bovendien bezaten de blaasluchtmond-stukken in de blaasluchtverdeelbuis een mondstukafstand van 5 5 mm en werd de blaaslucht met een hoeveelheidsstroom van 1150 1/min. naar het reactiebaanoppervlak gericht.
De overeenkomstig de uitvoeringsvoorbeelden 1 en 2 aan het uitvoeruiteinde van de inrichting met dubbele band onttrokken gerede schuimstofplaten bezaten een verrassend glad 10 oppervlak en in de bovenste papierdeklaag konden generlei storende oneffenheden worden vastgesteld. Bij het opensnijden van de schuimstofplaten op verschillende plaatsen kon een zeer homogene schuimstructuur worden vastgesteld en waren ongewenste luchtbelinsluitsels daarin niet zichtbaar.
15 Als resultaat wordt met de blaasluchtverdeelbuis en de luchtharken een betere verdeling, oppervlaktegladmaking en reductie van bellen bij het aanbrengen van het vloeiende schuimmengsel voor de ingang van de dubbele band bereikt. Door de extra toepassing van korte, instelbare luchtharken in het 20 randgebied van de reactiebaan kan, in het bijzonder bij dunne schuimstofplaten, de door het schuim aanbrengen veroorzaakte randophoping worden vereffend. Bovendien kunnen de buitenranden van de reactiebaan respektievelijk schuimbaan rechtgetrokken en precies op de zijdelingse begrenzing ingesteld worden. 25 Hierdoor wordt ook een verbeterde celstructuur in het randgebied bereikt, een geringe zoombreedte noodzakelijk en minder afval veroorzaakt. Zelfs schuifkrimpholtes ter plaatse van de bovenste deklaag kunnen door de blaasluchtverdeelbuis worden gereduceerd en met behulp van de extra toegepaste bovenwals 30 respektievelijk omkeerwals zelfs volledig worden geëlimineerd.
1007181

Claims (8)

1. Continue werkwijze voor het vervaardigen van vlakke schuimstofplaten, in het bijzonder met deklagen beklede schuimstofplaten, waarbij een vloeiend, schuimstofvormend uitgangsreactiemengsel vlak op een transportinrichting wordt 5 aangebracht en op de transportinrichting als uitreagerende en daarbij opschuimende reactiebaan wordt toegevoerd aan het invoeruiteinde van een inrichting met dubbele band en aan het uitvoeruiteinde van de inrichting met dubbele band wordt ontnomen als gerede schuimstofplaat, waarbij het uitgangsreac-10 tiemengsel in een aanbrenggebied van de transportinrichting in wezen dwars op de transportrichting continu wordt aangebracht, waarbij de daarbij ontstane reactiebaan door het aanbrengen bepaalde oppervlaktestructuren bezit, waarbij in aansluiting daarop de reactiebaan over zijn gehele breedte en in wezen 15 dwars op de transportrichting belast wordt door het reactie- baanoppervlak treffende blaasluchtstralen die door dwars op de transportrichting oscillerende blaasluchtmondstukken worden opgewekt, met dien verstande, dat het reactiebaanoppervlak door de blaasluchtbelasting vervormd wordt en het in de 20 transportrichting verder bewogen reactiebaanoppervlak een terugvervorming ervaart, waarbij het aan het oppervlak gestructureerde reactiebaanoppervlak wordt veranderd in een glad reactiebaanoppervlak en tegelijkertijd uit luchtbelin-sluitsels resulterende inhomogeniteiten in de reactiebaan 25 geëlimineerd worden, en waarbij aansluitend de reactiebaan wordt ingevoerd in de inrichting met dubbele band.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het vloeiende uitgangsreactiemengsel in een in transportrichting omhoog lopend aanbrenggebied over de reactiebaanbreedte oscil- 30 lerend en continu wordt aangebracht.
3. Werkwijze volgens een der conclusies 1-2, waarbij in de transportrichting voor de inrichting met dubbele band een bovenste deklaag door middel van een voor de inrichting met dubbele band aangebrachte in hoogte instelbare om- 1007181 * keerwals bij 50%-75% van de stijghoogte op de reactiebaan wordt aangebracht.
4. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens één der conclusies 1-3, met een aanbrenginrichting (1) 5 voor het aanbrengen van het vloeiende uitgangsreactiemengsel (2), een transportinrichting (3) met aanbrenggebied (4) voor het uitgangsreactiemengsel (2), een blaasinrichting (11) voor het belasten van de op de transportinrichting (3) getransporteerde reactiebaan (8) met blaasluchtstralen (12), een inrich-10 ting (10) met dubbele band voor het persen van de gerede schuimstofplaat, waarbij de aanbrenginrichting (1) een groot aantal in wezen in transportinrichting achter elkaar geplaatste aanbrengmondstukken (7) bezit, waarbij de aanbrenginrichting (1) met het grote aantal aanbrengmondstukken (7) dwars op 15 de transportrichting heen en weer beweegbaar is uitgevoerd, waarbij de blaasinrichting (11) een groot aantal dwars op de transportrichting aangebrachte blaasluchtmondstukken (14) bezit, waarbij de blaasluchtmondstukken (14) zodanig zijn uitgevoerd, dat het reactiebaanoppervlak (9) over de breedte 20 van de reactiebaan (8) met blaasluchtstralen (12) belastbaar is.
5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij de transportinrichting (3) een in transportrichting omhoog lopend aanbrenggebied (4) bezit.
6. Inrichting volgens een der conclusies 4 of 5, met het kenmerk, dat de luchthoeveelheid, de oscillatieslag, de frequentie en de afstand van de blaasinrichting (11) tot de reactiebaan (8) traploos instelbaar zijn.
7. Inrichting volgens een der conclusies 4-6, met 30 het kenmerk, dat de blaasluchtverdeelbuis (13) één of een aantal blaasluchtmondstukreeksen bezit en de blaasluchtmondstukken (14) verticaal of onder een bepaalde hoek tot aan 30° in of tegengesteld aan de transport- respektievelijk produk-tierichting zijn geplaatst.
8. Inrichting volgens een der conclusies 4-7, met het kenmerk, dat in de randgebieden van de reactiebaan (8) 1007181 blaasluchtverdelers (21), bijvoorbeeld luchtharken, luchtver-deelmondstukken of dergelijke zijn aangebracht, die horizontaal en verticaal instelbaar en in een horizontaal vlak ver-zwenkbaar zijn. 1 0 0 71 8 r.
NL1007181A 1996-10-01 1997-09-30 Continue werkwijze voor het vervaardigen van vlakke schuimstofplaten en inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze. NL1007181C2 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE19640543 1996-10-01
DE19640543 1996-10-01

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1007181A1 NL1007181A1 (nl) 1998-04-02
NL1007181C2 true NL1007181C2 (nl) 2001-06-01

Family

ID=7807605

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1007181A NL1007181C2 (nl) 1996-10-01 1997-09-30 Continue werkwijze voor het vervaardigen van vlakke schuimstofplaten en inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze.

Country Status (4)

Country Link
DE (1) DE19741523A1 (nl)
GB (1) GB2317848B (nl)
IT (1) IT1295239B1 (nl)
NL (1) NL1007181C2 (nl)

Families Citing this family (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE59903979D1 (de) 1999-10-20 2003-02-13 Siempelkamp Handling Sys Gmbh Auftragen eines fliessfähigen Materials auf eine flächige Unterlage
RU2466019C2 (ru) 2007-02-28 2012-11-10 Басф Се Способ получения композитных элементов на основе пенопластов на основе изоцианатов
KR101530108B1 (ko) 2007-12-17 2015-06-18 바스프 에스이 이소시아네이트계 발포체에 기초한 복합 부재의 제조 방법
DE202009015838U1 (de) 2009-11-20 2010-02-18 Basf Se Vorrichtung zum Auftrag von flüssigen Reaktionsgemischen auf eine Deckschicht
EP2614943A1 (de) * 2012-01-16 2013-07-17 Bayer Intellectual Property GmbH Vorrichtung zum Auftragen eines aufschäumenden Reaktionsgemisches
BR112014017093A8 (pt) 2012-01-16 2017-07-04 Bayer Ip Gmbh preparações contendo emodepside amorfo
EP2614944A1 (de) * 2012-01-16 2013-07-17 Bayer Intellectual Property GmbH Vorrichtung zum Auftragen eines aufschäumenden Reaktionsgemisches

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1031753A (en) * 1961-12-05 1966-06-02 Technifoam Corp Improvements in and relating to methods and apparatus for metering coating compositions
GB1092425A (en) * 1965-07-12 1967-11-22 Ici Ltd Manufacture of laminates
DE1778976A1 (de) * 1968-06-25 1971-10-07 Papierfabrik Gmbh Verfahren und Einrichtung zur kontinuierlichen Herstellung von Platten,Bahnen oder Folien
EP0374558A2 (de) * 1988-12-17 1990-06-27 Bayer Ag Verfahren und Vorrichtung zum gleichmässigen Verteilen eines fliessfähigen Reaktionsgemisches auf einer kontinuierlich transportierten Unterlage über die gewünschte Breite bei der Herstellung von Schaumstoffbahnen

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4201150A (en) * 1977-04-13 1980-05-06 Imperial Chemical Industries Limited Apparatus for coating a web
DE4202736A1 (de) * 1992-01-31 1993-08-05 Elastogran Gmbh Auftragsvorrichtung fuer mehrkomponenten-kunststoff, insbesondere polyurethan
DE4243277C2 (de) * 1992-12-21 1997-05-07 Bayer Ag Vorrichtung zum kontinuierlichen Herstellen von Schaumstoffbahnen, insbesondere Hartschaumstoffplatten

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1031753A (en) * 1961-12-05 1966-06-02 Technifoam Corp Improvements in and relating to methods and apparatus for metering coating compositions
GB1092425A (en) * 1965-07-12 1967-11-22 Ici Ltd Manufacture of laminates
DE1778976A1 (de) * 1968-06-25 1971-10-07 Papierfabrik Gmbh Verfahren und Einrichtung zur kontinuierlichen Herstellung von Platten,Bahnen oder Folien
EP0374558A2 (de) * 1988-12-17 1990-06-27 Bayer Ag Verfahren und Vorrichtung zum gleichmässigen Verteilen eines fliessfähigen Reaktionsgemisches auf einer kontinuierlich transportierten Unterlage über die gewünschte Breite bei der Herstellung von Schaumstoffbahnen

Also Published As

Publication number Publication date
GB2317848B (en) 2000-08-16
DE19741523A1 (de) 1998-04-02
GB9720610D0 (en) 1997-11-26
NL1007181A1 (nl) 1998-04-02
ITMI972207A1 (it) 1999-03-29
GB2317848A (en) 1998-04-08
IT1295239B1 (it) 1999-05-04

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4042314A (en) Apparatus for the continuous manufacture of phenolic resin foam in endless sheets
US4216181A (en) Process for applying a layer of a liquid foamable reaction mixture to a continuously moving shaping support
US3999230A (en) Apparatus for the continuous manufacture of phenolic resin foam in endless sheets
US6695605B1 (en) Forming station with a compartmentalized chute
TW320623B (nl)
NL1007181C2 (nl) Continue werkwijze voor het vervaardigen van vlakke schuimstofplaten en inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze.
US3032815A (en) Process and apparatus for manufacturing sheets from polymerizable substantially solvent-free casting resins
JP3425273B2 (ja) フォーム材ブロックもしくはフォーム材ウェブを連続製造するための方法および装置
JPH03135467A (ja) シート状の支持材料を被覆するためおよび支持材料のないシートを製造するための設備
JP2012521311A (ja) サンドイッチ複合要素
EP1518654B1 (de) Verfahren zur Herstellung von Polyurethan Sandwichelementen
EP1846212B1 (de) Verfahren und vorrichtung zur herstellung von polyurethan-blockschaum
US4255105A (en) Equipment for the continuous production of foam boards
US3931098A (en) Method for producing webs, panels or sandwich elements of foam plastics reinforced with rovings
US6036898A (en) Process for the continuous production of polyurethane slabstock foam
JP3243571B2 (ja) 発泡合成樹脂板の製造方法及び装置
US4846099A (en) Apparatus for applying a foam-forming flowable reaction mixture to a substrate
US3644606A (en) Process for the manufacture of foam slabs
JPS6317605B2 (nl)
US3885010A (en) Process and apparatus for the continuous manufacture of phenolic resin foam in endless sheets
EP0000058A1 (de) Verfahren und Vorrichtung zum kontinuierlichen Herstellen von Schaumstoffblöcken mit Rechteckquerschnitt
JPH0673866B2 (ja) フェノール樹脂発泡体の製造方法及びこれに用いる塗布装置
US3590425A (en) Apparatus for processing a fluid compound for producing foam material for the manufacture of products having a cellular structure
EP2360016B1 (en) Coating of rigid wood products with thermoplastic polymer
US4207279A (en) Process and apparatus for continuous production of polyurethane foam

Legal Events

Date Code Title Description
AD1A A request for search or an international type search has been filed
RD2N Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report)

Effective date: 20010319

PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20060401