NL1005151C2 - Werkwijze en inrichting voor het registreren en/of verwerken van informatie op een informatiedrager. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Werkwijze en inrichting voor het registreren en/of verwerken van informatie op een informatiedrager.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor 5 het registreren van informatie op een informatiedrager, in het bijzonder een informatiedrager voor het registreren van informatie in digitale vorm, waarbij de informatie wordt geregistreerd in een formaat omvattende een parameterblok en een gegevensblok.

Informatiedragers van de onderhavige soort worden in 10 de praktijk toegepast voor het registreren van informatie van uiteenlopende aard, waaronder productgebonden informatie, persoonsgebonden informatie, logistieke informatie, procesinformatie, werktijdeninformatie, etc.

In de praktijk bekende informatiedragers zijn in het algemeen slechts geschikt voor één of enkele van de bovengenoemde 15 toepassingen, hetgeen heeft geresulteerd in een qua vorm en omvang grote verscheidenheid aan informatiedragers. Het zal duidelijk zijn dat dit ook zijn weerslag heeft gevonden in een groot aantal verschillende inrichtingen voor het registreren en/of verwerken van informatie op informatiedragers.

De internationale octrooiaanvrage WO 95/11447 heeft 20 betrekking op een informatiedrager, waarop gegevens worden geregistreerd in de vorm van een parameterblok en een gegevensblok. In het parameterblok worden tijdens een initialisatiefase het formaat van de te registreren gegevens en de wijze van verwerking vastgelegd. Vervolgens kunnen alleen nog gegevens volgens dit formaat worden geregistreerd.

25 Het Amerikaanse octrooi 5.233.598 beschrijft een informatiedrager waarbij informatie in sporen wordt gerangschikt. Elk spoor bezit een parameterblok waarin een code kan worden geregistreerd met informatie omtrent het aantal bits van een betreffend spoor etc.

De Europese octrooiaanvrage 0.261.030 heeft betrekking 30 op een chipkaart, ingericht voor het geautoriseerd toevoegen van gegevens c.q. het beschikbaar stellen van geheugenruimte voor daartoe geautoriseerde instanties. De gegevens worden in blokvorm geregistreerd.

De Britse octrooiaanvrage 2.294.562 beschrijft een informatiedrager (geheugenkaart) waarop informatie bloksgewijs wordt 35 gerangschikt voor het zo betrouwbaar mogelijk opslaan hiervan in het geval van onvolkomenheden in de informatiedrager zelf.

Deze bekende informatiedragers hebben het nadeel dat, 1 0051 51 2 wanneer het formaat van de te registreren gegevens verandert, de informatiedrager opnieuw moet worden geïnitialiseerd of worden vervangen door een anders geïnitialiseerde informatiedrager.

Aan de uitvinding 1 igt derhalve de opgave ten grondslag 5 een universeel toepasbare informatiedrager aan te geven, welke in wezen onafhankelijk van een bepaalde toepassing kan worden ingezet.

Dit is volgens de uitvinding aldus bereikt dat op de informatiedrager een veldenblok is verschaft, waarbij de gegevens in het gegevensblok in een met bijbehorende velden in het veldenblok 10 corresponderende volgorde worden geregistreerd.

Aan de uitvinding ligt het inzicht ten grondslag dat door het op de informatiedrager vastleggen van gegevens in een formaat dat niet alleen de gewenste product- en/of persoonsgebonden gegevens bevat maar tevens de betekenis van deze gegevens, een applicatie onafhankelijke 15 informatiedrager kan worden verschaft.

De betekenis of definitie van de gegevens in het gegevensblok is in de uitvinding vastgelegd in een zogeheten veldenblok, waarbij elk veld een definitie van de bijbehorende gegevens uit het gegevensblok bevat. Door de velden in het veldenblok en de bijbehorende 20 gegevens in het gegevensblok in een corresponderende volgorde te registreren, wordt een relatief eenvoudige en voor de gebruiker inzichtelijke progammastructuur gecreëerd. Voor het programmeren van een informatiedrager hoeft een gebruiker derhalve geen kennis te hebben van bepaalde programmastructuren of programmeertalen.

25 In een uitvoeringsvorm van de uitvinding worden de velden in het veldenblok geregistreerd als een bepaald veldtype, waaronder een numeriek veld, een tekstveld of bijvoorbeeld een streepjescodeveld. Numerieke velden worden toegepast bij het registreren van onderdeel-nummers van producten en tekstvelden worden onder meer toegepast voor het 30 registreren van persoonsgebonden informatie zoals naam- en adresgegevens, medische gegevens en dergelijke. Streepjescodevelden worden toegepast in combinatie met een streepjescodelezer voor het lezen van informatie in streepjescodes welke in de praktijk op grote schaal en voor diverse toepassingen worden ingezet.

35 De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het verwerken van op een informatiedrager geregistreerde informatie in de vorm van een parameterblok, een verwerkingsblok en een verwerkings- 1005151 3 tijdenblok, waarbij de gegevens uit het gegevensblok in een met bijbehorende velden van het vel denblok corresponderende volgorde tot een verwerkingsblok worden gecombineerd.

Doordat de betekenis van de gegevens in het gegevensblok 5 in de bijbehorende velden van het veldenblok is vastgelegd, kan de verwerking middels een universele verwerkingseenheid worden gerealiseerd, dat wil zeggen een verwerkingseenheid welke vooraf niet hoeft te worden geprogrammeerd voor het lezen van informatiedragers voor een bepaalde toepassing of categorie van toepassingen. Het zal duidelijk zijn dat hierin 10 een belangrijk voordeel van de onderhavige uitvinding schuilt.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding omvat de informatiedrager geheugenmiddelen voor het registreren van informatie in digitale vorm, in het bijzonder halfgeleidergeheugens voor het registreren van informatie in een formaat omvattende een of meer 15 informatieblokken waaronder een parameterblok, een veldenblok en een gegevensblok, zoals in het voorgaande beschreven.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een inrichting voor het uitvoeren van de boven beschreven werkwijze volgens de uitvinding omvattende een communicatie-eenheid met een eerste interface voor koppel ing 20 met een verwerkingseenheid en een tweede interface voor koppeling met een 1ees/schrijfeenheid voorzien van verbindingsmiddelen voor het werkzaam verbinden van een informatiedrager, zodanig dat informatie op de informatiedrager kan worden geregistreerd en informatie afkomstig van de informatiedrager in de lees/schrijfeenheid kan worden opgeslagen voor 25 verdere verwerking door de verwerkingseenheid.

Verdere uitvoeringsvormen en voordelen van de uitvinding worden in het navolgende beschreven en aan de hand van tekeningen geillustreerd.

Figuur 1 toont schematisch en in perspectief een 30 uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding, met daarbij behorende informatiedragers.

Figuur 2 toont schematisch een uitvoeringsvorm van het formaat waarin informatie op een informatiedrager volgens de uitvinding wordt geregistreerd.

35 Figuur 3 toont schematisch een uitvoeringsvorm van het formaat waarin op een informatiedrager volgens de uitvinding geregistreerde informatie wordt verwerkt.

10051 5 1 4

Figuur 4 toont een blokschema van een communicatie-eenheid volgens de uitvinding zoals getoond in de uitvoeringsvorm volgens figuur 1.

Figuur 5 toont een blokschema van een schrijf/lees-5 eenheid volgens de uitvinding zoals getoond in de uitvoeringsvorm volgens figuur 1.

Figuur 6 toont een informatiedrager volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, voor gebruik met de inrichting volgens figuur 1.

10 De in figuur 1 getoonde uitvoeringsvorm van een inrichting 1 volgens de uitvinding omvat een communicatie-eenheid 2, een losneembare schrijf/leeseenheid 3 en informatiedragers 4, 5.

De schri jf/leeseenheid 3 omvat weergeefmiddelen 7, een toetsenbord 8 en een opnamesleuf 6 voor het opnemen van een informatie-15 drager 4, 5.

In de getoonde toestand, waarin de schri jf/leeseenheid 3 in de communicatie-eenheid 2 is opgenomen, kan op een in de opnamesleuf 6 ingebrachte informatiedrager 4,5 informatie worden geregistreerd. Hiertoe wordt de communicatie-eenheid 2 met een verwerkingseenheid in de vorm van 20 een personal computer of dergelijke gekoppeld (niet getoond). Op een informatiedrager 4, 5 te registreren informatie wordt via de communicatie-eenheid 2 naar de schrijf/leeseenheid 3 en vervolgens naar de betreffende informatiedrager 4, 5 overgedragen en hierin vastgelegd. De schrijf/leeseenheid 3 is ook ingericht voor het lezen van op een informatiedrager 4, 25 5 geregistreerde informatie, welke informatie voor verdere verwerking via de communicatie-eenheid 2 naar de genoemde verwerkingseenheid wordt overgedragen.

De informatiedragers 4, 5 hebben in het algemeen de vorm van een kaart of label voor bevestiging aan een product of voor 30 gebruik als identiteitskaart of dergelijke. In het bijzonder voor het lezen van informatie op een, aan een product bevestigde informatiedrager 4, 5 kan de schrijf/leeseenheid 3 uit de communicatie-eenheid 2 worden weggenomen en als draagbare leeseenheid worden toegepast. De schrijf/leeseenheid 3 is hiertoe van geschikte geheugenmiddelen voorzien. De in de 35 betreffende geheugenmiddelen opgeslagen informatie kan vervolgens door het in de communicatie-eenheid 2 plaatsen van de schrijf/leeseenheid 3 aan de betreffende verwerkingseenheid (niet getoond) worden overgedragen.

10051 51 5

Figuur 2 toont een formaat voor het op een informatiedrager registreren van informatie volgens de uitvinding. De informatie wordt in de vorm van een parameterblok 10, een veldenblok 11, een gegevensblok 12 en een optioneel foutencorrectieblok 13 op een informatie-5 drager vastgelegd. Onder elk blok is in de figuur een voorbeeld van de in het betreffende blok opgeslagen informatie weergegeven.

Het parameterblok 10 omvat informatie zoals het nummer van de informatiedrager, het aantal velden in het veldenblok, de omvang van de gegevens in het gegevensblok etc.

10 Het veldenblok 11 omvat informatie ten aanzien van de velddefinitie, de veldlengte, etc. De veldeninformatie is direct gerelateerd aan de in het gegevensblok opgeslagen gegevens. Dat wil zeggen de velden in het veldenblok en de bijbehorende gegevens in het gegevensblok zijn in een corresponderende volgorde gerangschikt. Bijvoorbeeld, 15 de gegevens 1 behoren bij veld 1 met een bepaalde definitie en lengte. De gegevens 2 horen bij veld 2 met een gegeven definitie en lengte etc. De velddefinitie geeft in wezen de aard of betekenis van de gegevens weer, bijvoorbeeld numerieke gegevens, tekstgegevens, streepjescodegegevens, ingangs- en uitgangsgegevens etc. De lengte van een veld geeft het aantal 20 bij het betreffende veld behorende gegevens weer.

Op het totaal van de geregistreerde gegevens kan een foutencorrectie-algoritme worden toegepast, hetgeen resulteert in een foutencorrectiecode, bijvoorbeeld een foutencorrectiecode verkregen volgens het zogeheten "cyclic redunancy code" algoritme.

25 Aan elk veld kan naast de definitie van het soort en de lengte van het betreffende veld, ook informatie worden toegevoegd omtrent toegang tot de betreffende gegevens. Bijvoorbeeld toegang voor een bepaalde schrijf/leeseenheid of een bepaalde gebruiker van een schrijf/leeseenheid welke zich bijvoorbeeld middels een Persoonlijk 30 Identificatie Nummer (PIN) dient te identificeren.

Het beschreven formaat is universeel toepasbaar voor willekeurige registratietoepassingen, zoals product gebonden informatie, persoonsgebonden informatie, etc. Doordat de definitie van de gegevens op de informatiedrager zelf is meegeregistreerd, kan elke informatiedrager 35 voor elke willekeurige toepassing worden ingezet en middels een universele lees/schrijfeenheid worden geprogrammeerd en/of verwerkt.

Figuur 3 toont het formaat waarin de van een informatie- 1 o o o ; 1 6 drager door een lees/schrijfeenheid volgens de uitvinding gelezen informatie wordt verwerkt.

De betreffende informatie wordt geregistreerd in een formaat omvattende een parameterblok 14, een verwerkingsblok 15, een 5 verwerkingstijdenblok 16 en een optioneel foutencorrectieblok 17. Overeenkomstig figuur 2 zijn voorbeelden van de informatie-inhoud onder het betreffende blok in figuur 3 aangegeven.

Het parameterblok 14 omvat ondermeer het nummer van de betreffende schrijf/leeseenheid, een PIN-code voor het identificeren 10 van de gebruiker, enz. Het verwerkingsblok omvat informatie omtrent het aantal velden, de velddefinities en de bijbehorende gegevens uit het veldenblok 11 en het gegevensblok 12 van een informatiedrager. Het verwerkingsblok 15 is zodanig gestructureerd dat uit het veldenblok 11 en het gegevensblok 12 van een informatiedrager telkens een zogenaamd 15 record wordt gevormd dat in een verwerkingseenheid (niet getoond) verder wordt verwerkt.

Op de van een informatiedrager gelezen informatie kan een foutencorrectie-algoritme worden toegepast, hetgeen resulteert in een foutencorrectiecode in de vorm van een foutencorrectieblok 17. Door 20 het vergelijkend of anderszins verwerken van de gegevens in het foutencorrectieblok 17 met de gegevens in het foutencorrectieblok 13 van de informatiedrager, kan worden bepaald of de van een informatiedrager gelezen informatie correct is overgenomen. Niet correct gelezen informatie kan bijvoorbeeld door de schrijf/leeseenheid worden geweigerd.

25 Wanneer de informatie in het veldenblok 11 van een informatiedrager informatie bevat omtrent de toegang tot de bij bepaalde velden behorende gegevens voor een betreffende schrijf/leeseenheid of een betreffende gebruiker (PIN-code), dan controleert de betreffende schrijf/leeseenheid steeds of een bepaald record kan worden gevormd 30 of niet. Op deze manier kan worden voorkomen dat bepaalde gegevens, bijvoorbeeld diagnostische gegevens op een informatiedrager in de vorm van een patiëntenkaart, door onbevoegden kunnen worden gelezen of ingezien.

Voor het gemakkelijk en eenduidig herkennen van de informatie van een informatiedrager worden in een verdere uitvoeringsvorm 35 van de uitvinding informatiebestanden gevormd voorzien van de aanduiding *.MC, waarbij * een voor het betreffende informatiebestand kenmerkende naam representeert. Bijvoorbeeld DRAGER1.MC of PR0DUCT1.MC etc.

1 0051 51 7

Figuur 4 toont in blokschemavorm een uitvoeringsvorm van de communicatie-eenheid volgens de uitvinding, bijvoorbeeld de in figuur 1 getoonde communicatie-eenheid 2.

De betreffende communicatie-eenheid 2 omvat een centrale 5 besturingseenheid in de vorm van een microprocessor (μΡ) 20. Met de microprocessor 20 zijn voorts gekoppeld een register 21, een stuureenheid 22 voor het sturen van een zogeheten Light Emitting Diode (LED), een multiplexer (MUX) 23 en een klok- en terugstel eenheid (reset) 24. De multiplexer 23 is gekoppeld met een eerste interface 25 voor het uitwisselen van 10 informatie met een verwerkingseenheid en een tweede interface 26 voor het uitwisselen van informatie met een schrijf/leeseenheid volgens de uitvinding, zoals bijvoorbeeld de in figuur 1 getoonde schrijf/leeseenheid 3.

De eerste interface 25 kan elke in de praktijk 15 toegepaste standaard interface voor communicatie in parallelle en/of seriële vorm zijn, zoals bijvoorbeeld een interface van het type RS 232 of RS 485. De tweede interface 26 voor het uitwisselen van informatie met de lees/schrijfeenheid is bij voorkeur een interface voor het draadloos uitwisselen van informatie, zoals langs infrarode (IR) of radiografische 20 weg.

Met het register 21 is een leesgeheugen "Read Only Memory" (ROM) 27 gekoppeld en een direct toegankelijk geheugen "Random Axis Memory" (RAM) 28.

Voorts omvat de communicatie-eenheid 2 een inrichting 25 29 voor het laden van een oplaadbare voedingsbron in een met de communicatie-eenheid 2 te verbinden schrijf/leeseenheid. De inrichting 29 is voorzien van middelen 30 voor het met een externe elektrische energiebron koppelen hiervan.

Figuur 5 toont het blokschema van een uitvoeringsvorm 30 van een schrijf/leeseenheid volgens de uitvinding, zoals bijvoorbeeld de in figuur 1 getoonde schrijf/leeseenheid 3.

Het hart van de schrijf/leeseenheid 3 wordt gevormd door een microprocessor 31. Met de microprocessor 31 is een register 32, een toetsenbord 8, een klok- en terugstel inrichting 33 en een multiplexer 35 34 gekoppeld.

De multiplexer 34 is anderzijds verbonden met een aantal interfaces, waaronder een eerste interface 35 voor het bij voorkeur langs 10 0 515 1 8 infrarode (IR) draadloos uitwisselen van informatie met de communicatie-eenheid 2, een tweede interface 36, bijvoorbeeld in de vorm van een connector voor het contacteren van aansluitvlakjes 9 op een informatiedrager 4 (zie figuur 1) en een optionele derde interface 37, bijvoorbeeld 5 een seriële interface van het type RS 232 voor het aansluiten van een streepjescodelezer (niet getoond).

De schrijf/leeseenheid 3 omvat voorts een met het register 32 gekoppeld leesgeheugen ROM 38 en een direct toegankelijk geheugen RAM 39. Met het RAM 39 is voorts een weergeefeenheid 7 en een 10 tijdklok 40 gekoppeld. De tijdklok 40 genereert de informatie voor het verwerkingstijdenblok 16, zoals in bovenstaande beschreven aan de hand van figuur 3.

De schrijf/leeseenheid 3 omvat voorts een elektrische voedingseenheid 41, bij voorkeur een door oplaadbare batterijen gevormde 15 voedingseenheid waarmee de diverse componenten van de schrijf/leeseenheid van elektrische energie worden voorzien.

Via het toetsenbord 8 kan een gebruiker besturings-commando’s en andere gegevens, waaronder een PIN-nummer, in de schrijf/-leeseenheid 3 invoeren. Via de weergeefeenheid 7 kunnen bijvoorbeeld 20 foutberichten en andere instructies aan de gebruiker kenbaar worden gemaakt.

Figuur 6 toont een blokschema van een voorkeursuitvoeringsvorm van een informatiedrager voor gebruik met de onderhavige uitvinding, bijvoorbeeld een in figuur 1 getoonde informatiedrager 4, 5. 25 De informatiedrager omvat een microprocessor 42 voor het besturen van de informatie-uitwisseling tussen geheugenmiddelen 43, in de vorm van een elektrisch schrijf en wisbaar geheugen "Electrically Erasable Progammable Read Only Memory" (EEPROM), een klok- en terugstel-eenheid 44, een eerste ingangs/uitgangsinterface 45 en een optionele 30 tweede interface 46 voor het langs infrarode of radiografische weg draadloos uitwisselen van informatie met een schrijf/leeseenheid volgens de uitvinding.

De informatiedrager bevat voorts een zogeheten voedingsmodule 47 waarmee de diverse componenten van de informatiedrager 35 via de schrijf/leeseenheid 3 van elektrische energie worden voorzien.

Overeenkomstig de uitvinding zijn de geheugenmiddelen 43 en de microprocessor 42 zodanig verknoopt, dat de informatie op de 10051 51 9 informatiedrager bloksgewijs in de vorm van een parameterblok, een veldenblok, een gegevensblok en een optioneel foutencorrectieblok kan worden geregistreerd.

Door het volgens de onderhavige uitvinding op een 5 informatiedrager registreren van niet alleen de gewenste gegevens maar ook de definitie van de betreffende gegevens in een onderlinge, eenduidige volgorde, gekoppelde vorm is een universeel inzetbare informatiedrager verschaft waartoe toegang kan worden verkregen middels een universele schrijf/leeseenheid.

10 De uitvinding is uiteraard niet. beperkt tot gebruik met een communicatie-eenheid 2, een schrijf/leeseenheid 3 en informatiedragers 4, 5 zoals getoond in figuur 1. De aan de uitvinding ten grondslag liggende gedachte is ondermeer ook toepasbaar in combinatie met magnetische registratiedragers.

1005151

Claims (12)

1. Werkwijze voor het registreren van informatie op een informatiedrager, in het bijzonder een informatiedrager voor het 5 registreren van informatie in digitale vorm, waarbij de informatie wordt geregistreerd in een formaat omvattende een parameterblok en een gegevensblok, met het kenmerk, dat op de informatiedrager een veldenblok is verschaft, waarbij de gegevens in het gegevensblok in een met bijbehorende velden in het veldenblok corresponderende volgorde worden 10 geregistreerd.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de velden in het veldenblok worden geregistreerd als een veldtype waaronder een numeriek veld, een tekstveld, een streepjescodeveld en een ingangs/-uitgangsveld.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat in het parameterveld informatie wordt geregistreerd met betrekking tot het aantal velden in het veldenblok, het aantal gegevens in het gegevensblok en parameters voor het identificeren van de gegevensdrager.

4. Werkwijze volgens conclusie 1,2 of 3, met het kenmerk. 20 dat een op de geregistreerde informatie betrekking hebbend foutencorrectie- blok op de informatiedrager wordt geregistreerd.

5. Werkwijze voor het verwerken van op een informatiedrager volgens een of meer van de voorgaande conclusies geregistreerde informatie, omvattende ten minste een parameterblok, een veldenblok en 25 een gegevensblok, met het kenmerk, dat de informatie wordt verwerkt in een formaat omvattende een parameterblok, een verwerkingsblok en een verwerkingstijdenblok, waarbij de gegevens uit het gegevensblok in een met bijbehorende velden van het veldenblok corresponderende volgorde tot een verwerkingsblok worden verwerkt.

6. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de van een informatiedrager afkomstige informatie tot een bestand met een aanduiding in de vorm van *.MC worden verwerkt, waarbij * een het betreffende bestand kenmerkende naam representeert.

7. Werkwijze volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat 35 met de verwerkingsblokken een corresponderend verwerkingsti jdenblok wordt gevormd.

8. Werkwijze volgens conclusie 5, 6, of 7, met het kenmerk. 10051 51 dat uit de te verwerken informatie van de informatiedrager een verwerkings-foutenblok wordt gevormd.

9. Informatiedrager, omvattende geheugenmiddelen voor het registreren van informatie, in het bijzonder informatie in digitale vorm, 5 met het kenmerk, dat de geheugenmiddelen zijn ingericht voor het in blokken registreren van informatie omvattende een parameterblok, een veldenblok en een gegevensblok volgens één of meer van de conclusies 1 t/m 4.

10. Informatiedrager volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de geheugenmiddelen halfgeleider-geheugenelementen omvatten.

11. Inrichting voor het uitvoeren van een werkwijze volgens een of meer van de conclusie 1 t/m 8, gekenmerkt door een communicatie-eenheid met een eerste interface voor koppeling met een verwerkingseenheid en een tweede interface voor koppeling met een schrijf/leeseenheid, welke schrijf/leeseenheid is voorzien van verbindingsmiddelen voor het 15 werkzaam verbinden van een informatiedrager, zodanig dat informatie op de informatiedrager kan worden geregistreerd en dat informatie afkomstig van de informatiedrager in de lees/schrijfeenheid kan worden opgeslagen voor verdere verwerking door een verwerkingseenheid.

12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat 20 de schri jf/leeseenheid is voorzien van middelen voor het in blokken verwerken en opslaan van informatie van een informatiedrager volgens één of meer van de conclusies 5 t/m 8. 1 0 0 i ! 'j 1