NL1004930C2 - Samenstel voor het in een houder opslaan van papiergeld, alsmede houder en behuizing voor een dergelijke houder. - Google Patents

Description

\

Samenstel voor het in een houder opslaan van papiergeld, alsmede houder en behuizing voor een dergelijke houder

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een samenstel voor 5 het in een houder opslaan van papiergeld, waarbij het samenstel omvat een in hoofdzaak gesloten, van een inlaatsleuf voorziene zak en een behuizing waarin de zak uitneembaar is op te nemen, waarbij de behuizing is voorzien van invoermiddelen voor het in de behuizing invoeren van papiergeld, en waarbij de invoermiddelen uitmonden op de inlaat-10 sleuf via welke het papiergeld in die uitneembaar in de behuizing opneembare zak is in te brengen, waarbij het samenstel verder omvat sluitmiddelen voor het sluiten van de inlaatsleuf van de zak.

Een dergelijk samenstel is bekend uit GB-A-2.218.150. Deze GB-A-2.218.I5O openbaart een safe voor in een personenbus, waarin de chauf-15 feur in ontvangst genomen buskaartjes en munten kan opbergen. Via een invoersysteem worden de kaarten/munten in de safebehuizing ingebracht om vervolgens in een in de behuizing geplaatste opengehouden zak te vallen via een daarin gevormde inlaatsleuf. De inlaatsleuf van de zak wordt begrensd door twee aan de zak bevestigde platen, die beweegbaar 20 ten opzichte van elkaar in het huis zijn aangebracht en die wanneer ze tegen elkaar geplaatst worden door een slot aan elkaar vergrendeld worden. Het slot is vervolgens door een bevoegd persoon met een sleutel te openen. De zak is vervaardigd van leer of ander geschikt sterk materiaal en in hoofdzaak L-vormig. Indien gesloten, is de inhoud van 25 de zak niet waarneembaar, verder is de zak relatief zwaar en is het niet goed mogelijk om in het bijzonder papiergeld hierin op ruimtespa-rende en efficiënte wijze op te slaan. De zak is dan ook bedoeld voor buskaartjes en munten.

FR-2.523.O8O openbaart een uit lasbare kunststof vervaardigde zak 30 welke kan worden gebruikt voor het verpakken van muntstukken. De zak is door lassen van overlappende delen te sluiten, waarbij het onderwerp van de uitvinding volgens FR-2.523.080 is dat de lasnaad tegen fraude bestendig is te maken door deze bij het lassen te voorzien van een bepaald patroon of bepaalde tekst. De uit FR-2.523-080 bekende zak 35 is ongeschikt voor het opslaan van papiergeld althans voor stapels, in het bijzonder grotere stapels daarvan, in het bijzonder het een voor een in de zak invoeren van het papiergeld.

EP-A-0.Ο33926 openbaart een nachtkluis waarin de deposant in een 1004930 2 gesloten houder verpakte voorwerpen kan deponeren. De gesloten houder kan een zak zijn, waarvan gedeeltes kunnen zijn gevormd uit een warm lasbaar materiaal.

Bij de uit GB-A-2.236.l43 en uit PCT/NL94/00023 bekende samen-5 stellen is er sprake van een huis met een uitneembare houder, in de vorm van een stalen doos. Via het huis en met behulp van daarin aangebrachte invoermiddelen, die uitmonden op de inlaat van de stalen doos, is papiergeld in de stalen doos op te slaan. Dergelijke samenstellen worden ook wel afroomboxen of veiligheidsboxen genoemd.

10 Afroomboxen/veiligheidsboxen worden in het winkelbedrijf veel toegepast en zijn daarbij soms geïntegreerd in het kassameubel. De kassabediende kan dan bankbiljetten en cheques, nadat deze voor betaling in ontvangst zijn genomen, veilig in de afroombox/veiligheidsbox opbergen. Veiligheidsboxen/afroomboxen hebben daarbij ondermeer een 15 nut als diefstalpreventiemiddel.

De inhoud van de afroom-/veiligheidsbox(en) wordt uiteindelijk naar de bank afgevoerd voor verdere verwerking. Hierbij wordt de inhoud van de veiligheids-/afroombox(en) in het algemeen eerst geordend en geteld, om vervolgens in speciale zakken te worden omgepakt voor 20 transport naar de bank. Teneinde te verzekeren dat het omgepakte papiergeld bij de bank aankomt in dezelfde toestand als waarin het op transport is gesteld, wordt het papiergeld in het algemeen in zogenaamde "sealbags" verpakt. Deze sealbags worden pas bij de bank geopend. Wanneer de sealbags bij aankomst op de bank beschadigd blijken 25 te zijn, is dit een indicatie dat er mogelijk gefraudeerd is.

De onderhavige uitvinding heeft tot doel het verschaffen van een verbeterd samenstel voor het in een houder opslaan van papiergeld, waarmee in het bijzonder de efficiency en fraudebestendigheid zijn te verhogen.

30 Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat de zak bij de inlaatsleuf is voorzien van een heatsealbare of lasbare kunststof; dat de behuizing is voorzien van lesmiddelen voor het dichtlassen van de inlaatsleuf van de zak; en dat de lasmiddelen in de behuizing zijn aangebracht bij de inlaatmiddelen, zodanig dat de zak in in de behui-35 zing opgenomen toestand is dicht te lassen. Een dergelijke zak kan dan voor, tijdens of na het uit de behuizing uitnemen worden afgedicht en is dan klaar voor transport naar de bank voor verdere bewerking aldaar. Dit betekent dat het ompakken vanuit een in het algemeen stalen 1004930 3 doos in een verdere houder niet meer nodig is, dat het naar de bank te transporteren geheel een minimum aan gewicht kan hebben wegens het vervallen van bij sommige uit de stand der techniek bekende systemen te transporteren stalen dozen, en dat het aantal voor fraude gevoelige 5 handelingen bij het winkelbedrijf kan worden geminimaliseerd. De zak kan hierbij geheel uit een zogenaamde sealbare of zogenaamde lasbare kunststof bestaan, maar van belang is in elk geval dat het gebied bij de dicht te maken inlaatsleuf van een lasbare/sealbare kunststof is.

Volgens de uitvinding is de behuizing zelf voorzien van lasmidde-10 len voor het dichtlassen (ook wel sealen genoemd) van de inlaatsleuf van de zak. Op deze wijze wordt vermeden dat de zak wanneer deze uit de behuizing is genomen eerst naar een andere plaats gebracht moet worden alvorens deze dichtgelast kan worden. Hierdoor wordt de mogelijkheid tot fraude verder verminderd.

15 De kans op fraude wordt volgens de uitvinding verder verkleind, wanneer de lasmiddelen in de behuizing zijn aangebracht bij de inlaat-middelen en wel op zodanige wijze dat de zak in in de behuizing opgenomen toestand is dicht te lassen. De zak wordt dan dichtgelast alvorens deze uit de behuizing wordt genomen, hetgeen zoals duidelijk zal 20 zijn de kans op fraude verder doet afnemen.

De lasmiddelen kunnen daarbij volgens de uitvinding op voordelige wijze een vast aan de behuizing aangebracht aambeeld en een ten opzichte van de behuizing beweegbaar tegen het aambeeld drukbaar drukor-gaan omvatten, waarbij het aambeeld en/of het drukorgaan verwarmbaar 25 zijn respectievelijk is. Door inklemming van de lasbare kunststof nabij de inlaatsleuf van de zak tussen het aambeeld en het drukorgaan is daarbij dan een lasverbinding te realiseren.

Het papiergeld laat zich volgens de uitvinding tot een nette stapel stapelen wanneer de zak in hoofdzaak blokvormig is met een 30 bodem waarvan de afmetingen zodanig zijn gekozen dat het op te nemen papiergeld vlak op de bodem kan liggen, en wanneer de inlaatsleuf is gevormd in een zijwand, zich horizontaal uitstrekt en ligt net onder de bovenwand van de zak.

Fraude bij het samenstel volgens de uitvinding is wel haast ge-35 heel uitgesloten volgens een uitvoeringsvorm, waarbij de behuizing is gevormd door een via een deksel voor het vervangen van een zak toegankelijke in hoofdzaak gesloten doos, waarbij het deksel door middel van grendelmiddelen aan de doos vergrendelbaar is, waarbij de lasmiddelen 1004930 n van buiten de doos bedienbaar zijn en op zodanige wijze in werkzame verbinding staan met de grendelmiddelen, dat alvorens het deksel te kunnen ontgrendelen een in de doos opgenomen zak eerst moet zijn dichtgelast. Een dergelijke constructie is op velerlei manieren reali-5 seerbaar. Met behulp van een aan de buitenkant van de behuizing aangebrachte hendel kan het beweegbare drukorgaan tegen het aambeeld worden gedrukt, waarbij dan een elektromagnetische spoel in werking kan worden gesteld om een vergrendelingspen in zijn vrijgeeftoestand te brengen. Vervolgens kan het deksel dan worden geopend, eventueel nadat 10 hiertoe een verdere vergrendeling bijvoorbeeld in de vorm van een cijfer, code of sleutelslot is ontgrendeld. Ook is het denkbaar dat is voorzien in een elektronische sturing die na bediening van een knop aan de buitenzijde van de behuizing eerst het dichtlassen in werking stelt en pas na voltooiing daarvan, hetgeen door middel van sensoren 15 gecontroleerd zou kunnen worden, het deksel ontgrendelt.

Een andere mogelijkheid voor het realiseren van de uitvoeringsvorm volgens conclusie 5 is de toepassing van een met een sleutel te bedienen, (elektrisch) drie-standen slot. Een dergelijk slot kent drie standen, te weten een uitgangsstand waarbij de behuizing door het slot 20 gesloten wordt gehouden, een tussenstand, en een ontgrendelstand waarin de behuizing geopend kan worden voor het verwisselen van de zak. Met behulp van een sleutel is het slot vanuit de uitgangsstand naar de tussenstand te brengen en kan in eerste instantie niet naar de ontgrendelstand worden doorgedraaid. In de tussenstand worden de lasmid-25 delen dan aangestuurd in de zin dat het drukorgaan naar het aambeeld wordt gebracht en dat het drukorgaan en/of het aambeeld ten behoeve van het lassen verwarmd worden. Wanneer de in de behuizing opgenomen zak is dichtgelast, hetgeen via een tijdschakeling of sensoren daarvoor is te waarborgen, wordt het slot vrijgegeven zodanig dat het 30 voorbij de tussenstand naar de ontgrendelstand kan worden gedraaid.

Teneinde ten allen tijde de toegang van papiergeld tot de zak te waarborgen, is het volgens de uitvinding voordelig wanneer de inlaat-middelen verder op onderlinge afstand en tegenover elkaar geplaatste lippen omvatten, die in de inlaatsleuf van de zak steekbaar zijn en 35 die een sleufvormige doorgang voor papiergeld begrenzen. Teneinde het dichtdrukken van de inlaatsleuf bij het dichtlassen van de zak in in de behuizing opgenomen toestand te vergemakkelijken is het volgens de uitvinding voordelig, wanneer tenminste één van de lippen ten opzichte 1004930 5 van de behuizing beweegbaar, roteerbaar of veerkrachtig meegevend is aangebracht, zodanig dat deze lip het dichtdrukken van de inlaatsleuf bij het dichtlassen van de zak toelaat. Teneinde het dichtlassen van de zak te vergemakkelijken is het volgens de uitvinding voordelig 5 wanneer de zak is voorzien van een de inlaatsleuf begrenzend, uitstekend mondstuk van een lasbare kunststof. Hierdoor wordt het ondermeer mogelijk om de zak geheel tot bovenaan te vullen en daarbij ten allen tijde te verzekeren dat deze nog dichtgelast kan worden.

Volgens een voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding kan in 10 hoofdzaak de gehele zak uit een, bij voorkeur transparante kunststof (welke bij voorkeur lasbaar is) zijn vervaardigd en heeft de zak in in de behuizing opgenomen toestand een in hoofdzaak blokvormige vorm met een bodemvlak dat zodanig is gedimensioneerd, dat het papiergeld als een zich vanaf de bodem omhooguitstrekkende stapel in de zak opberg- 15 baar is, en is de inlaatsleuf in de buurt van het aan het bodemvlak evenwijdige bovenvlak aangebracht. Een dergelijke blokvormige zak met een voor wat betreft de dimensionering aan het op te nemen papiergeld aangepaste bodemvlak heeft tot voordeel dat hierin verzameld papiergeld ook na verwijdering van de zak uit de behuizing in zijn gestapel- 20 de toestand blijft ten gevolge van de omsluiting van het papiergeld door de verticale wanden van de zak. Het handhaven van de stapelvorm van het in de zak verzamelde papiergeld is namelijk tot voordeel bij de verdere verwerking van het verzamelde papiergeld op de bank.

De uitvinding heeft verder ook betrekking op een samenstel voor 25 het in een houder opslaan van papiergeld, waarbij het samenstel omvat een houder en een behuizing waarin de houder uitneembaar is op te nemen, waarbij de behuizing is voorzien van invoermiddelen voor het in de behuizing invoeren van papiergeld, en waarbij de invoermiddelen uitmonden op inlaatmiddelen via welke papiergeld in die uitneembaar in 30 de behuizing opneembare houder is in te brengen, met het kenmerk, dat de invoermiddelen tenminste één paar een doorvoersleuf begrenzende, aangedreven transportrollen omvatten, en dat tenminste één van de transportrollen van het tenminste ene paar is voorzien van tenminste één zich over het uitwendige roloppervlak uitstrekkende schroeflijn-35 vormige ribbe of profilering. Een transportrol met een dergelijke zich over het uitwendig roloppervlak uitstrekkende schroeflijnvormige ribbe of profilering heeft tot voordeel dat het tijdens rotatie van de transportrollen door de doorvoersleuf heengevoerde papiergeld wordt 1004930 6 gestrekt in een richting dwars op de doorvoerrichting van het papiergeld, dat wil zeggen in een richting evenwijdig aan de rotatiehartlij-nen van de transportrollen.

Teneinde het strekken van het doorgevoerde papiergeld in dwars-5 richting te verbeteren is het hierbij volgens de uitvinding voordelig wanneer de tenminste ene schroeflijnvormige ribbe of profilering zich, bij voorkeur vanuit het midden van de doorvoersleuf, in tegenovergestelde richtingen met tegenovergestelde schroefdraad uitstrekt, en dat deze tegenovergesteld ontwikkelde schroefdraden ten opzichte van de 10 rotatierichting van de respectieve rol zodanig zijn ontwikkeld dat door de doorvoersleuf heengevoerd papiergeld tijdens deze doorvoer in de richting van de rotatiehartlijn van de rollen gestrekt wordt. Op deze wijze wordt een goed strekken van het papiergeld in een richting dwars op de doorvoerrichting verzekerd zonder dat het papiergeld daar-15 bij zelf in een richting dwars op de doorvoerrichting wordt ver plaatst. De in tegengestelde richting ontwikkelde schroeflijnvormige ribben of profileringen oefenen tijdens het strekken namelijk in tegenovergestelde richtingen werkzame krachten op het door de doorvoersleuf gevoerde papiergeld uit.

20 Strekken van het papiergeld in doorvoerrichting is volgens de uitvinding op zeer voordelige wijze te realiseren wanneer de invoer-middelen tenminste twee paar, elk een doorvoersleuf begrenzende, aangedreven transportrollen omvatten, en wanneer in transportrichting beschouwd de omtreksnelheid van het eerste paar transportrollen lager 25 is dan de omtreksnelheid van het tweede paar transportrollen, en wanneer de omtreksnelheid van het tweede paar transportrollen op zijn beurt weer lager is dan de omtreksnelheid van het eventuele derde paar transportrollen, etcetera.

Het strekmechanisme volgens de uitvinding voor het in dwarsrich-30 ting strekken van papiergeld en/of het in langsrichting strekken van het papiergeld laat zich volgens de uitvinding op zeer voordelige wijze toepassen bij het samenstel, waarbij de houder een in hoofdzaak gesloten zak is welke bij voorkeur is voorzien van een door lassen afdichtbare invoersleuf. Bij dergelijke zakken is het namelijk van 35 belang, in het bijzonder om de eindverwerking op de bank te vergemakkelijken, dat het in de zakken opgeslagen papiergeld in een nette stapel gestapeld wordt aangeboden. Bij toepassing van houders in de vorm van dergelijke zakken is het moeilijk om op goedkope wijze een 1004930 7 strekmechanisme in de zak zelf te voorzien of andere middelen in de zak te voorzien die een net stapelen van het papiergeld bevorderen. Het aanbieden van goed gestrekt, dat wil zeggen in het bijzonder platgemaakt papiergeld aan de zak is derhalve van groot belang.

5 De uitvinding heeft verder ook betrekking op een houder bestemd of geschikt voor een samenstel volgens de uitvinding.

De uitvinding heeft bovendien ook betrekking op een behuizing bestemd of geschikt voor een samenstel volgens de uitvinding.

De onderhavige uitvinding zal in het nuvolgende aan de hand van 10 een in de tekening schematisch weergegeven uitvoeringsvoorbeeld nader worden toegelicht. Hierin toont:

Figuur 1 een schematisch doorsnede aanzicht van een samenstel volgens de uitvinding.

Figuur 2 een schematisch doorsnede aanzicht, waarbij een aantal 15 onderdelen uit Figuur 1 evenals de houderzak zijn weggelaten en waarbij een op voordelige wijze bruikbaar ontgrendelmechanisme voor het deksel van de behuizing schematisch is weergegeven; en

Figuur 3 een schematisch, perspectivisch aanzicht op twee paren transportrollen, volgens de uitvinding, welke zodanig zijn uitgerust 20 dat zij het strekken van het papiergeld in dwars- en in langsrichting daarvan verzorgen.

Het samenstel volgens de uitvinding omvat als belangrijkste hoofdonderdelen een behuizing 1 en een daarin opneembare, zogenaamde "sealbare" kunststofzak. Onder een zogenaamde "sealbare" kunststof 25 wordt daarbij verstaan een kunststof welke zich door lassen op zichzelf laat vastzetten. De sealbare zak is aangeduid met het verwij-zingsnummer 2.

De behuizing 1 bestaat voor wat betreft het huisdeel daarvan uit een bak 3 met een rond scharnier 4 scharnierbaar deksel 5· Aan het 30 deksel 5 zijn zakbevestigingsmiddelen, zoals een aantal, bij voorkeur tenminste vier, pennen 6, bevestigd welke door aan de buitenzijde van de zak 2 gevormde lussen 7 zijn te steken teneinde deze zak 2 tussen de volgens een vierkant- of rechthoekspatroon opgestelde pennen 6 op te kunnen spannen. De zak 2 kan dan daarbij van een betrekkelijk 35 flexibele kunststof zijn vervaardigd, bijvoorbeeld een folieachtige kunststof, welke door de pennen 6 in een blokvormig opgespannen toestand kan worden gehouden. De afmetingen van de bodem 8 van de in opgespannen toestand blokvormige zak 2 zijn daarbij zodanig gekozen 1004930 8 dat alle typen van in de zak 2 op te nemen soorten papiergeld vlak op deze bodem 8 kunnen liggen, teneinde te verzekeren dat al deze soorten papiergeld zich tezamen in een gestapelde toestand, zoals schematisch met 9 is aangeduid, in de zak laten opstapelen.

5 De sealbare zak 2 is bij voorkeur transparant uitgevoerd, zodat de inhoud van de zak van buitenaf visueel waarneembaar is. De zak 2 is verder aan één verticale zijde, nabij het bovenvlak 10 voorzien van een mondstuk 11. Dit mondstuk 11 bestaat in hoofdzaak uit twee zich evenwijdig uitstrekkende, horizontale strookdelen 13, waartussen de 10 inlaatsleuf 12 tot de zak 2 wordt begrensd. De lengte van de inlaat-sleuf 12 is zodanig bemeten dat de in de zak 2 op te slane soorten papiergeld hier in gestrekte vorm doorheen kunnen worden gevoerd. Teneinde te verzekeren dat het mondstuk 11 van de zak 2 open wordt gehouden voor het doorlaten van papiergeld, is voorzien in een boven-15 lip 14 en een op afstand daarvan aangebrachte onderlip 15, welke lippen 14 en 15 in het mondstuk 11 steken en de strookdelen 13 daarvan uiteengespreid houden. De onderste lip 15 is daarbij veerkrachtig meegevend uitgevoerd, zodat het samendrukken van de strookdelen 13 van het mondstuk 11 mogelijk wordt gemaakt. Teneinde de aanbrenging van de 20 zak 2 in de behuizing te vergemakkelijken, zijn de lippen 14 en 15 aangebracht op een aan het deksel 5 bevestigde steun 16. Hierdoor wordt het namelijk mogelijk om wanneer het deksel 5 in bijvoorbeeld een verticale stand is geplaatst een oude zak 2 van de pennen 6 weg te nemen en een nieuwe zak 2 tussen de pennen 6 op te spannen en met zijn 25 mondstuk 11 over de lippen 14 en 15 te schuiven en vervolgens het deksel 5 dicht te klappen tot in de horizontale toestand, welke in Figuur 1 wordt getoond.

Teneinde papiergeld van buitenaf de behuizing 1 in te kunnen voeren en in zak 2 te kunnen af geven, is er voorzien in invoermidde- 30 len. Deze invoermiddelen omvatten een in hoofdzaak U-vormige invoer- goot 17, waarin een zich in vlakke toestand bevindend stuk papiergeld laat plaatsen. Deze goot 17 dient als geleidingsmiddel om het papiergeld naar het eerste paar, van twee paar tot de invoermiddelen behorende transportrollen te voeren. De goot 17 mondt daarbij uit in de 35 nabijheid van een tussen het eerste paar transportrollen 18,19 be grensde doorvoersleuf. Een eerste paar transportrollen 18,19 wordt door middel van een motor 21 en een snaar 22 aangedreven om een aan dit eerste paar transportrollen 18,19 aangeboden stuk papiergeld door 1004930 9 de doorvoersleuf te trekken en dit stuk papiergeld vervolgens via geleiding 20 door te voeren naar de doorvoersleuf tussen het volgende paar transportrollen 23 en 24. Ook deze transportrollen 23 en 24 worden via dezelfde snaar 22 door de motor 21 aangedreven om het hieraan 5 aangeboden stuk papiergeld door de doorvoersleuf te trekken en via geleiding 25 overeenkomstig pijl 26 in de zak 2 af te leveren.

Teneinde het opstapelen in de zak 2 tot een nette stapel papiergeld te verbeteren is het volgens de uitvinding voordelig wanneer de paren transportrollen 18,19 respectievelijk 23,24 zijn voorzien van 10 een strekmechanisme. Teneinde het strekken van het papiergeld in een richting dwars op de doorvoerrichting 26 te bewerkstelligen zijn de bovenste transportrollen van elk paar transportrollen, dat wil zeggen de rollen 18 en 23, elk voorzien van een zich over het uitwendig rol-oppervlak uitstrekkende schroeflijnvormige ribbe of profilering 27. 15 Zoals uit Figuur 3 zichtbaar zijn de profileringen 27 vanuit ongeveer het midden 28 van de rollen 18 en 23 in tegenovergestelde richtingen schroeflijnvormig ontwikkeld, op zodanige wijze dat een tussen de paren transportrollen doorgevoerde stuk papiergeld in de richtingen volgens de dubbele pijl D, evenwijdig aan de rotatiehartlijnen van de 20 transportrollen 18, 19, 23 en 24, wordt gestrekt. Teneinde een strekken van het papiergeld in de doorvoerrichting volgens de pijl 26 te verzekeren worden de transportrollen 23 en 24 zodanig aangedreven dat de omtreksnelheid daarvan groter is dan de omtreksnelheid van de rollen 18 en 19. Het effect daarvan is dat de rollen 23 en 24 het papier-25 geld sneller door willen voeren dan de rollen 18 en 19 zodat het papiergeld in zijn doorvoerrichting 26 gestrekt wordt. Een dergelijke aandrijving is betrekkelijk eenvoudig te realiseren door de overbren-gingsschijven 29 en 30, via welke de snaar 22 de rollen 18, 19, 23 en 24 aandrijft, zodanig te dimensioneren dat de omtreksdiameter van de 30 overbrengingsschijven 29 kleiner is dan de omtreksdiameter van de schijven 30.

De behuizing van het samenstel volgens de uitvinding is verder voorzien van lesmiddelen teneinde een in de behuizing opgenomen seal-bare kunststofzak 2 te kunnen dichtlassen of "sealen". De hiertoe 35 voorziene lasmiddelen omvatten een aan het deksel 5 bevestigd aambeeld 31 en een in verticale richting op en neer beweegbaar drukorgaan 32. Dit drukorgaan 32 is zoals door middel van streep-puntlijnen weergegeven omhoog verplaatsbaar tot tegen het aambeeld 31· Dit omhoog ver- 1004930 10 plaatsen van het drukorgaan 32 is te realiseren door middel van een rond as 35 draaibaar excenter, dat door middel van een aan de buitenzijde van de behuizing 1 aangebrachte hendel 3^ bedienbaar is. Het zal duidelijk zijn dat op deze wijze de zak 2 is dicht te lassen terwijl 5 deze zak 2 zich in de behuizing bevindt. Teneinde te verzekeren dat een zak 2 alleen uit de behuizing kan worden weggenomen nadat deze is dichtgelast (zodat fraude na het uit de behuizing wegnemen van de zak 2 alleen nog mogelijk is door beschadiging vein de zak 2), is er op velerlei manieren te voorzien in een vergrendeling van het deksel 5. 10 die pas wordt vrijgegeven nadat de zak 2 is dichtgelast.

Teneinde de zak 2 te kunnen dichtlassen zal het duidelijk zijn dat het drukorgaan 32 en/of het aambeeld 31 op op zich bekende wijze verwarmbaar of verhitbaar zijn.

Een dergelijke vergrendeling is, bijvoorbeeld op eenvoudige wijze 15 te realiseren zoals schematisch is weergegeven in Figuur 2. Op de as 35 is onbeweeglijk ten opzichte van het excenter 33 en de hendel 3^ een schijf 36 bevestigd, welke schijf 36 is voorzien van een cirkelvormige sleuf 37· In deze sleuf 37 steekt een pen 39 welke is bevestigd aan de steun 16, die ook de lippen 14 en 15 draagt. Zoals uit 20 Figuur 2 duidelijk zal zijn wordt bij het volgens pijl 38 verdraaien van de hendel 3^ het drukorgaan 32 door het excenter 37 omhoog bewogen tot tegen het aambeeld 31 om een dan tussen het drukorgaan 32 en aambeeld 31 ingeklemde zak, althans het mondstuk 11 daarvan, dicht te lassen. Wanneer de hendel 3^ dan verder wordt bewogen volgens pijl 38, 25 zal het excenter 33 het drukorgaan 32 weer naar beneden laten zakken en zal de pen 39 uiteindelijk via het open eind kO van de sleuf 37 worden vrijgegeven, waarna het deksel 5 volgens de pijl 4l rond scharnier 4 opengedraaid kan worden. Eventueel kan het deksel 5 nog verder zijn vergrendeld door middel van een via een sleutel bedienbaar slot 30 50. Door middel van een dergelijk sleutelslot, wat evengoed kan worden vervangen door een code of ander slot, is te verzekeren dat een onbevoegd persoon zich geen toegang tot de behuizing 1 kan verschaffen.

1004930

Claims (13)

1. Samenstel voor het in een houder opslaan van papiergeld, waarbij het samenstel omvat een in hoofdzaak gesloten, van een inlaatsleuf 5 voorziene zak en een behuizing waarin de zak uitneembaar is op te nemen, waarbij de behuizing is voorzien van invoermiddelen voor het in de behuizing invoeren van papiergeld, en waarbij de invoermiddelen uitmonden op de inlaatsleuf via welke het papiergeld in die uitneembaar in de behuizing opneembare zak is in te brengen, waarbij het 10 samenstel verder omvat sluitmiddelen voor het sluiten van de inlaatsleuf van de zak, met het kenmerk, dat de zeik bij de inlaatsleuf is voorzien van een heatsealbare of lasbare kunststof; dat de behuizing is voorzien van lasmiddelen voor het dichtlassen van de inlaatsleuf van de zak; en dat de lasmiddelen in de behuizing zijn aangebracht bij 15 de inlaatmiddelen, zodanig dat de zak in in de behuizing opgenomen toestand is dicht te lassen.

2. Samenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de lasmiddelen een vast aan de behuizing aangebracht aambeeld en een ten opzichte van de behuizing beweegbaar tegen het aambeeld drukbaar drukor- 20 gaan omvatten, waarbij het aambeeld en/of het drukorgaan verwarmbaar zijn respectievelijk is.

3. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk. dat de zak in hoofdzaak blokvormig is met een bodem waarvan de afmetingen zodanig zijn gekozen dat het op te nemen papiergeld vlak op 25 de bodem kan liggen, en dat de inlaatsleuf is gevormd in een zijwand, zich horizontaal uitstrekt en ligt net onder de bovenwand van de zak.

4. Samenstel volgens één der conclusies 1~3. met het kenmerk, dat de behuizing is gevormd door een via een deksel voor het vervangen van een zak toegankelijke, in hoofdzaak gesloten doos, waarbij het deksel 30 door middel van grendelmiddelen aan de doos vergrendelbaar is, waarbij de lasmiddelen van buiten de doos bedienbaar zijn en op zodanige wijze werkzaam met de grendelmiddelen in verbinding staan, dat alvorens het deksel te kunnen ontgrendelen een in de doos opgenomen zak eerst moet zijn dichtgelast. 35

5· Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, met het ken merk. dat de inlaatmiddelen verder op onderlinge afstand en tegenover elkaar geplaatste lippen omvatten, die in de inlaatsleuf van de zak steekbaar zijn en die een sleufvormige doorgang voor papiergeld be- 1004930 grenzen.

6. Samenstel volgens conclusie 5. bij voorkeur in combinatie met tenminste conclusie 2, met het kenmerk, dat tenminste één van de lippen ten opzichte van de behuizing beweegbaar, of roteerbaar of veer- 5 krachtig meegevend is aangebracht, zodanig dat deze lip het dichtdrukken van de inlaatsleuf bij het dichtlassen van de zak toelaat.

7. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk. dat de zak is voorzien van een de inlaatsleuf begrenzend, uitstekend mondstuk van lasbare kunststof.

8. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, met het ken merk. dat in hoofdzaak de gehele zak uit een, bij voorkeur transparante, kunststof is vervaardigd, en dat de zak in in de behuizing opgenomen toestand een in hoofdzaak blokvormige vorm heeft met een bodemvlak dat zodanig is gedimensioneerd dat het papiergeld als een zich vanaf 15 de bodem omhoog uitstrekkende stapel in de zak opbergbaar is.

9. Samenstel voor het in een houder opslaan van papiergeld volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het samenstel omvat een houder en een behuizing waarin de houder uitneembaar is op te nemen, waarbij de behuizing is voorzien van invoermiddelen voor het in de 20 behuizing invoeren van papiergeld, en waarbij de invoermiddelen uitmonden op inlaatmiddelen via welke papiergeld in die uitneembaar in de behuizing opneembare houder is in te brengen, met het kenmerk, dat de invoermiddelen tenminste een paar een doorvoersleuf begrenzende, aangedreven transportrollen omvatten, en dat tenminste één van de trans-25 portrollen van het tenminste ene paar is voorzien van tenminste één zich over het uitwendige roloppervlak uitstrekkende schroeflijnvormige ribbe of profilering.

10. Samenstel volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de tenminste ene schroeflijnvormige ribbe of profilering zich, bij voorkeur 30 vanuit het midden van de doorvoersleuf, in tegenovergestelde richtingen met tegenovergestelde schroefdraad uitstrekt, en dat deze tegenovergesteld ontwikkelde schroefdraden ten opzichte van de rotatierich-ting van de respectieve rol zodanig zijn ontwikkeld dat door de doorvoersleuf heengevoerd papiergeld tijdens deze doorvoer in de richting 35 van de rotatiehartlijn van de rollen gestrekt wordt.

11. Samenstel volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat de invoermiddelen tenminste twee paar, elk een doorvoersleuf begrenzende, aangedreven transportrollen omvatten, en dat in transportrichting 1004930 beschouwd de omtreksnelheid van het eerste paar transportrollen lager is dan de omtreksnelheid van het tweede paar transportrollen.

12. Houder bestemd voor een samenstel volgens één der conclusies 1-12. 5

13· Behuizing bestemd voor een samenstel één der conclusies 1-11. 1 004930