NL1004196C1 - Inrichting voor het melken van dieren. - Google Patents

Inrichting voor het melken van dieren. Download PDF

Info

Publication number
NL1004196C1
NL1004196C1 NL1004196A NL1004196A NL1004196C1 NL 1004196 C1 NL1004196 C1 NL 1004196C1 NL 1004196 A NL1004196 A NL 1004196A NL 1004196 A NL1004196 A NL 1004196A NL 1004196 C1 NL1004196 C1 NL 1004196C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
milk
auxiliary reservoir
milking
cleaning
line
Prior art date
Application number
NL1004196A
Other languages
English (en)
Inventor
Karel Van Den Berg
Original Assignee
Maasland Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Family has litigation
First worldwide family litigation filed litigation Critical https://patents.darts-ip.com/?family=27351118&utm_source=***_patent&utm_medium=platform_link&utm_campaign=public_patent_search&patent=NL1004196(C1) "Global patent litigation dataset” by Darts-ip is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.
Application filed by Maasland Nv filed Critical Maasland Nv
Priority to NL1004196A priority Critical patent/NL1004196C1/nl
Priority to PCT/NL1996/000464 priority patent/WO1997018701A2/en
Priority to EP96938556A priority patent/EP0805622B2/en
Priority to ES96938556T priority patent/ES2161381T3/es
Priority to DK00204559T priority patent/DK1084608T3/da
Priority to JP51961897A priority patent/JP3653100B2/ja
Priority to CA002210630A priority patent/CA2210630A1/en
Priority to DE69614092T priority patent/DE69614092T3/de
Priority to EP00204559A priority patent/EP1084608B1/en
Priority to AT00204559T priority patent/ATE243928T1/de
Priority to AT96938556T priority patent/ATE203367T1/de
Priority to DK96938556T priority patent/DK0805622T4/da
Priority to DE69628952T priority patent/DE69628952T2/de
Publication of NL1004196C1 publication Critical patent/NL1004196C1/nl
Application granted granted Critical
Priority to US08/899,888 priority patent/US5913281A/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01JMANUFACTURE OF DAIRY PRODUCTS
    • A01J5/00Milking machines or devices
    • A01J5/017Automatic attaching or detaching of clusters
    • A01J5/0175Attaching of clusters
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01JMANUFACTURE OF DAIRY PRODUCTS
    • A01J7/00Accessories for milking machines or devices
    • A01J7/02Accessories for milking machines or devices for cleaning or sanitising milking machines or devices
    • A01J7/025Teat cup cleaning, e.g. by rinse jetters or nozzles

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • External Artificial Organs (AREA)
  • Cleaning In General (AREA)
  • Feeding And Watering For Cattle Raising And Animal Husbandry (AREA)
  • Dairy Products (AREA)
  • Percussion Or Vibration Massage (AREA)
  • Farming Of Fish And Shellfish (AREA)

Description

INRICHTING VOOR HET MELKEN VAN DIEREN
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het melken van dieren, zoals koeien, voorzien van een melkplaats met een melkrobot voor het automatisch 5 aanbrengen van melkbekers aan de spenen van een te melken dier, welke inrichting voorts is voorzien van melkcontainer-middelen voor de gewonnen melk.
Bij het melken van dieren in een dergelijke inrichting is het van belang dat de voormelk automatisch wordt 10 gescheiden van de verdere melk, aangezien de voormelk veelal enigszins genfecteerd en/of van een andere kwaliteit is. Vandaar dat, overeenkomstig de uitvinding, de inrichting het kenmerk heeft, dat in ten minste n melkleiding tussen een melkbeker en de melkcontainermiddelen een hulpreservoir is 15 aangebracht, waarin een bepaalde, in hoofdzaak bij de aanvang van het melkproces verkregen, hoeveelheid aan melk wordt opgevangen, waarbij de daarna verkregen melk in hoofdzaak naar de melkcontainermiddelen wordt geleid. Wanneer van elk van de uierkwartieren de voormelk moet worden opgevangen, 20 terwijl de melkstroom vanuit de afzonderlijke uierkwartieren niet gelijktijdig op gang komt, bijvoorbeeld omdat de melkbekers na elkaar op de spenen worden aangesloten, is het van belang dat in elk van de melkleidingen tussen een melkbeker en de melkcontainermiddelen een hulpreservoir is aangebracht. 25 Om de voormelk op af doende wijze te scheiden van de daarna verkregen melk, zal de inhoud van het hulpreservoir groter moeten zijn dan de te verwachten hoeveelheid voormelk. Bij voorkeur is de inhoud van het hulpreservoir ongeveer twee drie maal zo groot als de te verwachten hoeveelheid voormelk. 30 In een bijzondere uitvoeringsvorm staat het hulpreservoir in open verbinding met de desbetreffende melkleiding tussen een melkbeker en de melkcontainermiddelen. Hierdoor zal de eerst gewonnen melk automatisch het hulpreservoir vullen en, wanneer dit vol is, zal de daarna volgende 35 melkstroom naar de melkcontainermiddelen worden geleid. In een concrete uitvoeringsvorm is in de desbetreffende melkleiding een verbindingselement opgenomen, waarop de onderbroken uiteinden van de melkleiding zijn aangesloten, welk verbin- i w ! : : 2 dingselement aan de onderzijde is voorzien van een opening, waarop het hulpreservoir is aangesloten. Om te voorkomen dat er voormelk voorbij deze opening naar de melkcontainermidde-len stroomt, zijn de beide uiteinden van de melkleiding, in 5 een in hoofdzaak horizontaal vlak, versprongen tegenover elkaar aangesloten op het verbindingselement. Het verbindingselement vormt zo een weerstand, die ervoor zorgdraagt dat de eerste melk, waaronder derhalve de voormelk, in het hulpreservoir terecht komt en, pas als dit geheel is gevuld, 10 de daarna verkregen melk naar de melkcontainermiddelen kan stromen.
Om de in het hulpreservoir opgevangen melk af te voeren, is het hulpreservoir, overeenkomstig de uitvinding, voorzien van een uitlaatklep die door het in de melkleiding 15 aanwezige vacum het hulpreservoir afsluit. Deze uitlaatklep geeft de uitstroomopening van het hulpreservoir vrij wanneer na het melken de melkbeker in open verbinding met de buitenlucht komt, of wanneer de melkbeker is opgenomen in een spoelleidingsysteem om alleen de melkbeker te reinigen of 20 wanneer de melkbeker is opgenomen in een spoelleidingsysteem en het spoelen van de melkbeker en van het daarop aangesloten melkleidingsysteem wordt beindigd. Met andere woorden, zodra een dier is uitgemolken en een desbetreffende melkbeker wordt afgekoppeld, wordt het vacum in deze melkbeker en de daarop 25 aangesloten melkleiding weggenomen en wordt de uitlaatklep van het desbetreffende hulpreservoir vrijgegeven, zodat de in het hulpreservoir aanwezige melk kan wegstromen. Echter, ook wanneer de melkbekers en eventueel het melkleidingsysteem moeten worden gereinigd en een spoelvloeistof op de gebruike-30 lijke wijze door middel van een op een melkbeker aangesloten spoelorganen in de melkbeker en de daarop aangesloten melkleiding wordt gebracht, zal, omdat het hulpreservoir zich dan immers vult met spoelvloeistof, deze spoelvloeistof moeten worden afgevoerd en wel zodra de melkbeker wordt 35 losgekoppeld van het spoelorgaan. Om te voorkomen dat telkens de uit het hulpreservoir stromende melk op de grond terecht komt en wegstroomt, bezit het hulpreservoir een in een opvangelement uitmondende uitstroomopening. Met andere 3 woorden, de melk, en in het bijzonder de voormelk, wordt opgevangen in een speciaal opvangelement. De na n of meer melkbeurten hierin opgevangen (voor)melk, kan verder worden benut; dit geldt tevens voor de in het hulpreservoir opgevan-5 gen spoelvloeistof, in het bijzonder wanneer deze geen voor de dieren schadelijke chemische bestanddelen bevat, doch slechts in hoofdzaak bestaat uit water met eventueel melkres-ten. Hiertoe wordt, overeenkomstig de uitvinding, de door tussenkomst van het hulpreservoir afgescheiden voormelk 10 en/of, wanneer de desbetreffende melkbeker zou zijn opgenomen in een spoelleidingsysteem, de via het hulpreservoir afgevoerde spoelvloeistof, doorgevoerd naar een inrichting voor het verstrekken van voer en/of drinken aan een dier. Op deze wijze behoeft de in het hulpreservoir opgevangen melk, en in 15 het bijzonder de voormelk, niet verloren te gaan, evenmin als, voor zover als spoelvloeistof water is gebruikt, het uit het hulpreservoir stromende water met daarin eventueel melkresten.
De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de 20 hand van de bijgaande figuren, waarbij:
Figuur 1 schematisch het melkleidingsysteem tussen een melkbeker en de melkcontainermiddelen weergeeft, en in
Figuur 2 een bovenaanzicht van het verbindingselement is afgebeeld; 25 Figuur 3 schematisch een tweede uitvoeringsvorm van een melkleidingsysteem met een korte spoelvloeistofafvoerlei-ding weergeeft.
Van de met behulp van een overigens niet weergegeven melkrobot automatisch aan de spenen van een te melken 30 dier te koppelen melkbekers, is in Figuur 1 slechts n melkbeker 1 weergegeven. Evenals de andere melkbekers is deze melkbeker 1 via een melkleiding 2 aangesloten op melkop-vangmiddelen 3. De melkopvangmiddelen zijn in het in deze figuur weergegeven uitvoeringsvoorbeeld gevormd door een 35 melkglas. In dit melkglas 3 monden de vier van de melkbekers afkomstige melkleidingen 2 uit, terwijl het melkglas voorts via een kraan 4 is aangesloten op het vacumsysteem van de melkinrichting. Vanuit het melkglas 3 wordt de melk via een 1004196 4 kraan 5 door middel van een pomp 6 afgevoerd naar een verder niet weergegeven melktank. In elk van de melkleidingen 2 is een hulpreservoir 7 opgenomen. In Figuur 1 is deze voorziening slechts voor n melkleiding afgeheeld. De inhoud van 5 het hulpreservoir is groter dan de te verwachten hoeveelheid voormelk die bij aanvang van het melken via de desbetreffende melkbeker 1 wordt verkregen. Bij voorkeur is de inhoud van het hulpreservoir ongeveer twee drie maal zo groot als de te verwachten hoeveelheid voormelk. Via een verbindingsele-10 ment 8 staat het hulpreservoir 7 in een open verbinding met de desbetreffende melkleiding 2. Het verbindingselement 8 wordt gevormd door een ruimte, waarop de onderbroken uiteinden van een melkleiding 2 zijn aangesloten. In de bodem van deze ruimte is een opening aangebracht, die rechtstreeks in 15 verbinding staat met het hulpreservoir 7. Zoals in Figuur 2 is afgebeeld, zijn de beide uiteinden van de melkleiding 2, in een in hoofdzaak horizontaal vlak, versprongen tegenover elkaar aangesloten op het verbindingselement 8. Tussen het verbindingselement 8 en het melkglas 3 is daarbij een kraan 20 12 aangebracht.
Het hulpreservoir 7 is voorzien van een uitlaatklep 9 die door het in een melkleiding 2 aanwezige vacum het hulpreservoir 7 afsluit. Wordt de kraan 12 gesloten en valt het vacum in de melkleiding 2 weg, dan wordt het hulpreser-25 voir 7 niet langer afgesloten door de uitlaatklep 9. Door de druk van de in het hulpreservoir 7 aanwezige (voor)melk kan de uitlaatklep 9 gemakkelijk wijken en stroomt de (voor)melk in een opvangelement 10. De in het opvangelement 10 verzamelde (voor)melk kan via de kraan 11 en een, overigens niet in 30 de figuur weergegeven, pomp worden afgevoerd, in het bijzonder naar een inrichting voor het verstrekken van voer en/of drinken aan een dier.
De met behulp van de melkbekers gewonnen melk zal niet rechtstreeks doorstromen naar de melkopvangmiddelen 3 35 door de aanwezigheid van het verbindingselement 8 in de melkleiding 2 en de daarin aan de onderzijde aangebrachte opening die in verbinding staat met het hulpreservoir 7, doordat het verbindingselement een weerstand vormt voor de r~ Λ * 5 melkstroom. Deze weerstand is gerealiseerd door de, in een in hoofdzaak horizontaal vlak gelegen, versprongen onderbreking in de melkleiding 2. De eerst verkregen melk zal daarom via de opening aan de onderzijde van het verbindingselement in 5 eerste instantie het hulpreservoir 7 vullen, terwijl de daarna komende melkstroom door het verbindingselement 8 naar het melkglas 3 zal stromen. In de praktijk is gebleken dat de van de melkbeker 2 naar het melkglas 3 stromende melk zich vrijwel niet vermengt met de zich onderin het hulpreservoir 10 bevindende voormelk.
Wanneer alleen de melkbekers dienen te worden gereinigd, dan worden op gebruikelijke wijze de melkbekers aangesloten op spoelorganen, met behulp waarvan een spoelvloeistof in en eventueel tevens over de rand van de 15 melkbekers wordt geleid. Door de achter het verbin dingselement 8 aanwezige kraan 12 te sluiten, kan deze spoelvloeistof rechtstreeks worden afgevoerd via het hulpreservoir 7; in principe zal daarbij de kraan 11 geopend zijn. Op deze wijze is een zeer korte spoelvloeistof af voer moge-20 lijk, waardoor de melkbekers gemakkelijk en wel na elke melkbeurt van een dier kunnen worden gereinigd. Op dezelfde wijze kan een drooglucht door de melkbekers worden geperst en via het hulpreservoir 7 ontsnappen. Wanneer de melkbekers en tevens het melkleidingsysteem dienen te worden gereinigd, 25 worden wederom op gebruikelijke wijze de melkbekers aangesloten op spoelorganen en nu tevens opgenomen in een spoel-leidingsysteem. De spoelvloeistof zal, evenals de (voor)melk, in eerste instantie het hulpreservoir 7 vullen en vervolgens via de kraan 12 verder naar het melkglas 3 worden geleid en 30 via de kraan 5 en de pomp 6 worden af gevoerd. Op deze wijze worden de melkbekers en de daarop aangesloten leidingen inclusief het melkglas 3 schoongespoeld. Wanneer het reinigen van de melkbekers en het melkleidingsysteem is beindigd, blijft spoelvloeistof achter in het hulpreservoir 7. Wanneer 35 de spoelorganen van de melkbekers worden afgenomen en de melkbekers derhalve weer met de buitenlucht in open verbinding staan, waardoor het vacum van de melkleiding 2 wordt opgeheven, zal, op dezelfde wijze als hiervoor beschreven, 1 004 1 96 6 voor de in het hulpreservoir aanwezige (voor)melk, de spoel-vloeistof via de uitlaatklep 9 in het opvangeleraent 10 terecht komen en kan deze spoelvloeistof via de kraan 11 worden afgevoerd. De kraan 12 is daarbij gesloten. Wanneer 5 ervoor wordt gezorgd dat de spoelvloeistof geen voor de dieren schadelijke chemische bestanddelen bevat, en derhalve slechts bestaat uit water met eventuele melkresten, dan kan de in het opvangelement 10 verzamelde spoelvloeistof eveneens als drinkwater worden toegevoerd aan de inrichting voor het 10 verstrekken van voer en/of drinken aan de dieren.
Om het mogelijk te maken de melkbekers 1 en de melkleidingen 2 na iedere melkbeurt te reinigen met een reinigingsvloeistof kan op de melkbekers 1 een reinigingshou-der 13 worden aangesloten. De reinigingshouder 13 omvat 15 sproeiorganen 14 met behulp waarvan zowel het binnenste van de melkbekers 1 alsmede de melkleidingen 2 kunnen worden gereinigd, alswel de bovenste rand 15 van de melkbekers 1. De reinigingsvloeistof wordt via een leiding 16, die is aangesloten op de reinigingshouder 13, aan de sproei-organen 14 20 toegevoerd. In de leiding 16 is een computergestuurde drie- wegkraan 17 opgenomen. Op de computergestuurde driewegkraan 17 is verder een leiding 18 aangesloten waarlangs een droog-lucht naar de sproei-organen 14 kan worden geperst. In elk van de melkleidingen 2 is verder een computergestuurde kraan 25 12 opgenomen met behulp waarvan een korte spoelvloeistofaf- voerleiding kan worden verkregen door de kraan 12 te sluiten. De melkleidingen 2 tussen de melkbekers 1 en de computergestuurde kranen 12 hebben een lengte die tussen de 100 cm en 200 cm bedraagt en bij voorkeur 150 cm is. Op elk van de 30 melkleidingen 2, tussen de melkbeker 1 en de computergestuurde kraan 12, is verder een spoelvloeistofafvoerelement 19 aangesloten. Het spoelvloeistofafvoerelement 19 omvat een leiding 20 die zich over een eerste gedeelte 21 vanaf een melkleiding 2 in een opwaartse richting uitstrekt en een 35 daarop aansluitend tweede gekromde gedeelte 22. Het uiteinde van het tweede gekromde gedeelte 22 strekt zich daarbij in een horizontale richting uit. Het uiteinde van het tweede gedeelte 22 is voorzien van een uitlaatklep 9 die vrij 1004196 7 zwenkbaar is om een horizontale scharnieras 23. De uitlaatklep 9 sluit tijdens het melken de leiding 20 van het spoel-vloeistofafvoerelement 19 af door het in de melkleiding 2 aanwezige vacum. Doordat de leiding 20 in opwaartse richting 5 is aangebracht ten opzichte van de melkleiding 2 wordt in de leiding 20 geen melk en/of voormelk verzameld, zoals bij het vorige uivoeringsvoorbeeld. Het spoelvloeistofafvoerelement 19 dient uitsluitend voor het afvoeren van de spoelvloeistof.
De werking van het spoelvloeistofafvoerelement 19 10 is als volgt: na iedere melkbeurt worden de melkbekers 1 alsmede het eerste gedeelte van de melkleidingen 2 met behulp van de reinigingshouder 13 gereinigd. Hiertoe wordt met behulp van de sproei-organen 14 reinigingsvloeistof over de randen 15 15 van de melkbekers 1 gespoten om de buitenzijde van de melkbekers 1 te reinigen, terwijl met de sproei-organen 14 eveneens een reinigingsvloeistof, bijvoorbeeld een water-loogoplossing in de melkbekers 1 en de melkleidingen 2 wordt gespoten. Na een bepaalde tijd worden de computergestuurde kranen 12 20 automatisch gesloten, zodat de melkbekers 1 en de gedeelten van de melkleidingen 2 tussen de melkbekers en de computergestuurde kraan 12 komen vol te staan met reinigingsvloeistof. Vervolgens wordt de computergestuurde driewegkraan 16 bediend, zodat de leiding 18 met de reinigingshouder 13 wordt 25 verbonden. Hierdoor wordt via de sproei-organen 14 een droog-lucht in de melkbekers 1 en de melkleiding 2 gebracht. Met de drooglucht wordt de spoelvloeistof uit de melkbekers 1 en de melkleidingen 2 geperst, een en ander zodanig dat door het openen van de uitlaatkleppen 9 de spoelvloeistof de melklei-30 dingen 2 kan verlaten. Doordat de melkbekers 1 en de melkleidingen 2 met behulp van drooglucht worden schoon geblazen, wordt voorkomen dat spoelvloeistofresiduen in de melkbekers en de melkleidingen 2 achterblijven en daardoor bij een volgende melkbeurt met de melk vermengd raken. Nadat de 35 melkbekers 1 en de melkleidingen 2 zijn gereinigd wordt de reinigingshouder 13 verwijderd en worden de computergestuurde kranen 12 geopend en kunnen de melkbekers 1 weer op de spenen van een te melken dier worden aangesloten, waarna de uitlaat- 1004196 8 kleppen 19 door het vacum in de melkleidingen 2 automatisch sluiten.
De uitvinding is geenszins beperkt tot het in de figuren 1 en 2 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld, doch omvat 5 al die uitvoeringsmogelijkheden die vallen onder de omvang van de hierna weergegeven conclusies. In het bijzonder zijn velerlei uitvoeringsmogelijkheden voor het hulpreservoir denkbaar, afwijkend van het specifieke, in figuur 1 met het verwijzingscijfer 7 weergegeven, uitvoeringsvoorbeeld.
1004196

Claims (20)

1. Inrichting voor het melken van dieren, zoals koeien, voorzien van een melkplaats met een melkrobot voor het automatisch aanbrengen van melkbekers (1) aan de spenen 5 van een te melken dier, welke inrichting voorts is voorzien van melkcontainermiddelen voor de gewonnen melk, met het kenmerk, dat in ten minste n melkleiding (2) tussen de melkbekers (1) en de melkcontainermiddelen een hulpreservoir (7) is aangebracht, waarin een bepaalde, in hoofdzaak bij de 10 aanvang van het melkproces verkregen, hoeveelheid melk wordt opgevangen en waarbij de daarna verkregen melk in hoofdzaak naar de melkcontainermiddelen wordt geleid.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat in elk van de melkleidingen (2) tussen een melkbeker en 15 de melkcontainermiddelen een hulpreservoir (7) is aange bracht .
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de inhoud van het hulpreservoir (7) groter is dan de te verwachten hoeveelheid voormelk.
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de inhoud van het hulpreservoir (7) ongeveer twee drie maal zo groot is als de te verwachten hoeveelheid voormelk.
5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het hulpreservoir (7) in open verbinding 25 staat met de desbetreffende melkleiding (2) tussen een melkbeker (1) en de melkcontainermiddelen.
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat in de desbetreffende melkleiding (2) een verbindingselement (8) is opgenomen, waarop de onderbroken uiteinden van de 30 melkleiding (2) zijn aangesloten, welk verbindingselement (8) aan de onderzijde is voorzien van een opening, waarop het hulpreservoir (7) is aangesloten.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de beide uiteinden van de melkleidingen (2), in een in 35 hoofdzaak horizontaal vlak, versprongen tegenover elkaar zijn aangesloten op het verbindingselement (8).
8. Inrichting volgens een der conclusies 5-7, met 1 0 ü 4 ί y b het kenmerk, dat het hulpreservoir (7) is voorzien van een uitlaatklep (9) die door het in de melkleiding (2) aanwezige vacum het hulpreservoir (7) afsluit.
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, 5 dat de uitlaatklep (9) de uitstroomopening van het hulpreservoir (7) vrijgeeft wanneer na het melken de melkbeker (1) in open verbinding met de buitenlucht komt, of wanneer de melkbeker (1) is opgenomen in een spoelleidingsysteem om alleen de melkbeker (1) te reinigen of wanneer de melkbeker 10 (1) is opgenomen in een spoelleidingsysteem en het spoelen van de melkbeker (1) en van het daarop aangesloten melklei-dingsysteem wordt beindigd.
10. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het hulpreservoir (7) een in een opvang- 15 element (10) uitmondende uitstroomopening bezit.
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de door tussenkomst van het hulpreservoir (7) afgescheiden voormelk en/of, wanneer de desbetreffende melkbeker (1) zou zijn opgenomen in een spoelleidingsysteem, de via het 20 hulpreservoir (1) afgevoerde spoelvloeistof kunnen worden doorgevoerd naar een inrichting voor het verstrekken van voer en/of drinken aan een dier.
12. Inrichting voor het melken van dieren, zoals koeien, voorzien van een melkplaats en een melkmachine met 25 melkbekers (1), voor het automatisch melken van dieren, alsmede van reinigingsmiddelen voor het reinigen van althans de melkbekers (1) en de daarop aangesloten melkleidingen (2), met het kenmerk, dat in ten minste n melkleiding (2) tussen een melkbeker (1) en een in de desbetreffende melkleiding (2) 30 opgenomen computergestuurde kraan (12) een spoelvloeistofaf-voerelement (7, 19) is opgenomen voor het afvoeren van de door de reinigingsmiddelen toegevoerde reinigingsvloeistof.
13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het spoelvloeistofafvoerelement (7, 19) een afsluitele- 35 ment (9) omvat, dat de uitstroomopening van het spoelvloeistof afvoerelement (7, 19) afsluit door het in de melkleiding (2) aanwezige vacum.
14. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, 6 dat het afsluitelement (9) de uitstroomopening van het spoelvloeistofelement (9, 17) vrijgeeft wanneer na het melken een melkbeker (1) en de daarop aangesloten korte melkleiding (2) wordt gespoeld.
15. Inrichting volgens een der conclusies 12 - 14, met het kenmerk dat het spoelvloeistofafvoerelement (7, 19) een leiding (20) omvat, die met n uiteinde op de melkleiding (2) is aangesloten en aan het andere uiteinde is voorzien van het afsluitelement (9).
16. Inrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de leiding (20) zich over een eerste gedeelte (21), vanaf de melkleiding (2) in een opwaartse richting uitstrekt en een daarop aansluitende tweede gekromde gedeelte (22) omvat.
17. Inrichting volgens conclusie 15 of 16, met het 15 kenmerk, dat het afsluitelement (9), nabij het uiteinde van het tweede gekromde gedeelte (22), een vrij zwenkbare uitlaatklep (9) omvat.
18. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de reinigingsmiddelen een reinigingshou- 20 der (13) omvatten met sproei-organen (14) die op de melkbekers (1) kunnen worden aangesloten.
19. Inrichting volgtens conclusie 18, met het kenmerk, dat op de reinigingshouder (13) een droogluchtleiding (18) is aangesloten, met behulp waarvan, na het reinigen, de spoel- 25 vloeistof uit de melkbekers (1) en de korte melkleidingen (2) naar het spoelvloeistofelement (9, 17) kan worden geperst.
20. Inrichting volgens een der conclusies 12 - 19, met het kenmerk, dat de inrichting een melkrobot omvat voor het automatisch aan-, respectievelijk afkoppelen van de melkbe- 30 kers (1) op de spenen van een te melken dier. 'ÜC4196
NL1004196A 1995-11-24 1996-10-04 Inrichting voor het melken van dieren. NL1004196C1 (nl)

Priority Applications (14)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1004196A NL1004196C1 (nl) 1995-11-24 1996-10-04 Inrichting voor het melken van dieren.
CA002210630A CA2210630A1 (en) 1995-11-24 1996-11-22 An implement for milking animals
EP00204559A EP1084608B1 (en) 1995-11-24 1996-11-22 An implement for milking animals
ES96938556T ES2161381T3 (es) 1995-11-24 1996-11-22 Un equipo para ordeñar animales.
DK00204559T DK1084608T3 (da) 1995-11-24 1996-11-22 Redskab til malkning af dyr
JP51961897A JP3653100B2 (ja) 1995-11-24 1996-11-22 動物搾乳装置
PCT/NL1996/000464 WO1997018701A2 (en) 1995-11-24 1996-11-22 An implement for milking animals
DE69614092T DE69614092T3 (de) 1995-11-24 1996-11-22 Vorrichtung zum melken von tieren
EP96938556A EP0805622B2 (en) 1995-11-24 1996-11-22 An implement for milking animals
AT00204559T ATE243928T1 (de) 1995-11-24 1996-11-22 Vorrichtung zum melken von tieren
AT96938556T ATE203367T1 (de) 1995-11-24 1996-11-22 Vorrichtung zum melken von tieren
DK96938556T DK0805622T4 (da) 1995-11-24 1996-11-22 Redskab til malkning af dyr
DE69628952T DE69628952T2 (de) 1995-11-24 1996-11-22 Vorrichtung zum Melken von Tieren
US08/899,888 US5913281A (en) 1995-11-24 1997-07-24 Implement for milking animals and separating the foremilk from the milk yield

Applications Claiming Priority (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1001740 1995-11-24
NL1001740 1995-11-24
NL1002472 1996-02-28
NL1002472 1996-02-28
NL1004196A NL1004196C1 (nl) 1995-11-24 1996-10-04 Inrichting voor het melken van dieren.
NL1004196 1996-10-04

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1004196C1 true NL1004196C1 (nl) 1997-05-27

Family

ID=27351118

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1004196A NL1004196C1 (nl) 1995-11-24 1996-10-04 Inrichting voor het melken van dieren.

Country Status (10)

Country Link
US (1) US5913281A (nl)
EP (2) EP1084608B1 (nl)
JP (1) JP3653100B2 (nl)
AT (2) ATE203367T1 (nl)
CA (1) CA2210630A1 (nl)
DE (2) DE69614092T3 (nl)
DK (2) DK0805622T4 (nl)
ES (1) ES2161381T3 (nl)
NL (1) NL1004196C1 (nl)
WO (1) WO1997018701A2 (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1015525C2 (nl) 2000-06-26 2001-12-28 Lely Entpr Ag Inrichting voor het melken van dieren.
NL1019625C2 (nl) * 2001-12-20 2003-06-30 Lely Entpr Ag Inrichting en melkbeker voor het melken van dieren.

Families Citing this family (15)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1006171C2 (nl) * 1997-05-30 1998-12-01 Maasland Nv Constructie met een inrichting voor het automatisch melken van dieren.
SE9704781D0 (sv) 1997-12-19 1997-12-19 Alfa Laval Agri Ab A method and an apparatus for separation of foremilk
NL1014780C2 (nl) * 2000-03-29 2001-02-20 Idento Electronics Bv Werkwijze en inrichting voor het melken van vee.
SE520918C2 (sv) * 2001-03-14 2003-09-16 Delaval Holding Ab Anordning för att separera råmjölk från efterföljande sköljvatten i ett automatiserat mjölkningssystem
NL1020805C2 (nl) * 2002-06-06 2003-12-09 Lely Entpr Ag Werkwijze en inrichting voor het verrichten van metingen aan melk verkregen van het dier.
WO2004107851A1 (en) 2003-06-11 2004-12-16 Anadis Ltd Method and apparatus for collection of fluids
NL1025819C2 (nl) * 2004-03-26 2005-09-27 Lely Entpr Ag Werkwijze en inrichting voor het melken van een melkdier.
WO2007045489A1 (de) * 2005-10-20 2007-04-26 Gea Westfaliasurge Gmbh Melkvorrichtung und melkverfahren
NL1030475C2 (nl) * 2005-11-21 2007-05-22 Maasland Nv Inrichting voor het melken van dieren.
NL1032570C2 (nl) * 2006-09-26 2008-03-27 Maasland Nv Werkwijze en inrichting voor het melken van een melkdier en het reinigen van ten minste een deel van een melkinrichting voor het melken van het melkdier.
DE102006053602A1 (de) 2006-11-14 2008-05-15 Jakob Maier Reinigungsanlage für Melkbecher
EP2060169B1 (en) * 2007-11-16 2014-12-24 DeLaval Holding AB Apparatus and method for cleaning a milking system
JP5327527B2 (ja) * 2008-05-12 2013-10-30 オリオン機械株式会社 搾乳用バケット洗浄装置及び接続構造
DE102009034234B4 (de) * 2009-07-23 2013-06-13 Wmf Württembergische Metallwarenfabrik Ag Getränkeautomat
NL2012789B1 (nl) * 2014-05-09 2016-02-24 Lely Patent Nv Melkinrichting.

Family Cites Families (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
SE406028B (sv) * 1976-05-21 1979-01-22 Alfa Laval Ab Anordning for diskning av en rormjolkningsanleggning
US4061504A (en) * 1976-05-21 1977-12-06 Cornell Research Foundation, Inc. Apparatus for cleaning automatic milking machines
US4190020A (en) 1978-01-03 1980-02-26 Mezogazdasagi Foiskola, Kaposvar Process and equipment for machine milking to provide sterile milk free from blood and pus
SU1281217A1 (ru) 1985-05-07 1987-01-07 Dorofeev Stanislav V Устройство дл отбора первых порций молока
EP0222574B1 (en) * 1985-11-01 1996-04-03 The Director General Of The Ministry Of Agriculture And Fisheries Improvements in milking machinery
SU1351543A1 (ru) 1986-01-20 1987-11-15 Гомельское Специальное Конструкторско-Технологическое Бюро Сейсмической Техники С Опытным Производством Устройство дл автоматического отбора первых порций молока
SU1349735A1 (ru) 1986-01-28 1987-11-07 В.И.Корнеев Устройство дл преддоильной обработки вымени и доени животных
US5275124A (en) * 1989-02-27 1994-01-04 C. Van Der Lely N.V. Milking apparatus
NL193553C (nl) * 1989-02-27 2003-01-10 Lely Entpr Ag Melkinstallatie.
NL8901339A (nl) * 1989-05-26 1990-12-17 Multinorm Bv Afvoersysteem voor melk en een automatisch melksysteem voorzien van een dergelijk afvoersysteem.
NL9301099A (nl) * 1993-06-24 1995-01-16 Texas Industries Inc Inrichting voor het automatisch melken van dieren.
NL9301098A (nl) * 1993-06-24 1995-01-16 Texas Industries Inc Inrichting voor het automatisch melken van dieren.
NL9500347A (nl) * 1994-05-19 1996-01-02 Maasland Nv Constructie met een inrichting voor het melken van dieren en werkwijze voor het reinigen van melkbekers.

Cited By (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1015525C2 (nl) 2000-06-26 2001-12-28 Lely Entpr Ag Inrichting voor het melken van dieren.
EP1169912A1 (en) * 2000-06-26 2002-01-09 Lely Enterprises AG An implement for milking animals
NL1019625C2 (nl) * 2001-12-20 2003-06-30 Lely Entpr Ag Inrichting en melkbeker voor het melken van dieren.
EP1321029A3 (en) * 2001-12-20 2004-01-07 Lely Enterprises AG A device and a teat cup for milking animals
AU2002302022B2 (en) * 2001-12-20 2008-06-05 Lely Enterprises Ag A Device and a Teat Cup for Milking Animals

Also Published As

Publication number Publication date
WO1997018701A2 (en) 1997-05-29
DE69614092D1 (de) 2001-08-30
EP0805622B2 (en) 2006-10-18
DK1084608T3 (da) 2003-10-20
JP3653100B2 (ja) 2005-05-25
DE69614092T3 (de) 2007-04-05
WO1997018701A3 (en) 1997-08-14
ES2161381T3 (es) 2001-12-01
EP1084608A3 (en) 2002-03-13
DE69628952T2 (de) 2004-05-27
DE69628952D1 (de) 2003-08-07
EP1084608B1 (en) 2003-07-02
DK0805622T4 (da) 2007-02-12
DK0805622T3 (da) 2001-09-24
EP0805622A2 (en) 1997-11-12
ATE203367T1 (de) 2001-08-15
US5913281A (en) 1999-06-22
EP0805622B1 (en) 2001-07-25
ATE243928T1 (de) 2003-07-15
JPH10513064A (ja) 1998-12-15
DE69614092T2 (de) 2002-03-21
CA2210630A1 (en) 1997-05-29
EP1084608A2 (en) 2001-03-21

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1004196C1 (nl) Inrichting voor het melken van dieren.
NL194598C (nl) Werkwijze voor het door spoelen reinigen van melkbekers en de melkafvoerleiding van een melkinstallatie en melkinstallatie geschikt voor toepassing van die werkwijze.
NL1006473C2 (nl) Inrichting voor het automatisch melken van dieren.
NL1004921C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het melken van dieren.
NL9401937A (nl) Werkwijze voor het automatisch melken van dieren en inrichting waarin deze werkwijze kan worden toegepast.
WO2004032608A1 (en) A milking plant
NL1015525C2 (nl) Inrichting voor het melken van dieren.
WO2005000011A1 (en) A milking device and a method of handling a milking device
AU2002337543B2 (en) A milking arrangement
EP0626130A1 (en) A construction for milking animals
EP0626129B2 (en) A construction for milking animals
AU2002337543A1 (en) A milking arrangement
EP1905297B1 (en) Method and implement for milking a dairy animal
US20030116092A1 (en) Device and a teat cup for milking animals
NL1010827C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het melken van dieren.

Legal Events

Date Code Title Description
VD2 Discontinued due to expiration of the term of protection

Effective date: 20021004