NL1003895C1 - Container for anti-freeze liquid - Google Patents

Abstract

The container has a dosage arrangement with a filling chamber for the anti-freeze liquid which can be applied e.g. to the car windscreen by squeezing the container. The flexible container (2) has inner space (4) for liquid (6). The container has a neck (8) with opening (10). A dosage unit (12) is removably fitted to the neck and has a filling chamber (14) and inlet (16). Outlet (20) is connected to the filling chamber. Squeezing action on the container results in spraying a required amount of anti-freeze to the windscreen.

Description

Titel: Samenstel omvattende een flexibele houder met een doseerinrichting en een doseerinrichting van een dergelijk samenstel.Title: Assembly comprising a flexible container with a dosing device and a dosing device of such an assembly.

De uitvinding heeft betrekking op een samenstel voorzien van een flexibele houder met een binnenruimte waarin vloeistof kan worden opgeslagen en een op de houder aangesloten doseerinrichting voor het gedoseerd afgeven van vloeistof uit de 5 houder, waarbij de doseerinrichting een vulkamer omvat die wordt gevuld met een vloeistof uit de houder door in de flexibele houder te knijpen en waarbij vervolgens de met de vloeistof gevulde vulkamer kan worden geledigd voor het gedoseerd afgeven van de vloeistof, waarbij het samenstel is 10 voorzien van tenminste een toevoerleidingsysteem dat zich uitstrekt van een binnenruimte van de houder tot in de vulkamer.The invention relates to an assembly provided with a flexible container with an inner space in which liquid can be stored and a dosing device connected to the container for dosed dispensing of liquid from the container, the dosing device comprising a filling chamber which is filled with a liquid from the container by squeezing the flexible container and then emptying the filling chamber filled with the liquid for dispensing the liquid in a dosed manner, the assembly comprising at least one supply line system extending from an inner space of the container to in the filling chamber.

Een dergelijk samenstel is op zich bekend en kan bijvoorbeeld zijn gevuld met een antivries-vloeistof voor 15 ruitewissers en andere vloeistoffen waarvan het gewenst is dat een nauwkeurige voorafbepaalde hoeveelheid vloeistof wordt afgegeven. In gebruik wordt hiertoe in de flexibele houder geknepen. Hierdoor zal de vulkamer via het toevoerleidingsysteem worden gevuld. Vervolgens kan het samenstel op zijn 20 kop worden gezet om de vloeistof uit de vulkamer te laten stromen. Aldus wordt een gedoseerde hoeveelheid vloeistof afgegeven. Soms is een maatverdeling aanwezig op een wand voor de vulkamer. Een nauwkeurige dosering is echter niet mogelijk. Wanneer te hard in de houder wordt geknepen, wordt de vulkamer 25 boven een gewenst niveau gevuld. Hierbij is het niet meer mogelijk deze overdosering te herstellen. De vulkamer kan immers alleen maar worden geledigd door de houder op zijn kop te plaatsen. Wanneer niet voldoende in de houder wordt geknepen, wordt de vulkamer niet voldoende gevuld en is er 30 sprake van onderdosering. Over- en onderdosering is dus een nadeel van de stand der techniek. De uitvinding beoogt een oplossing te geven voor dit probleem.Such an assembly is known per se and can for instance be filled with an anti-freeze liquid for windshield wipers and other liquids of which it is desired that an accurate predetermined amount of liquid is dispensed. In use, the flexible holder is squeezed for this purpose. The filling chamber will hereby be filled via the supply line system. The assembly can then be turned upside down to allow the liquid to flow out of the filling chamber. A metered amount of liquid is thus released. Sometimes a graduation is present on a wall in front of the filling chamber. However, accurate dosing is not possible. When the container is squeezed too hard, the filling chamber 25 is filled above a desired level. It is hereby no longer possible to restore this overdose. After all, the filling chamber can only be emptied by placing the container upside down. If the container is not squeezed sufficiently, the filling chamber is not filled sufficiently and there is under-dosing. Over- and under-dosing is therefore a drawback of the prior art. The object of the invention is to provide a solution to this problem.

a λ λ 1 r " r 1 U « - 2a λ λ 1 r "r 1 U« - 2

Het probleem doet zich ook voor dat het gewenst is het bekende samenstel geschikt te maken voor een breder bereik van toepassingen. Overeenkomstig de uitvinding is het toevoerlei-dingsysteem hiertoe voorzien van een instroomopening, die zich 5 in de houder bevindt en een uitstroomopening, die zich in de vulkamer bevindt, waarbij het hoogteverschil tussen een bodem van de vulkamer en de uitstroomopening instelbaar is uitgevoerd voor het instellen van de vulhoogte van de vulkamer.The problem also arises that it is desirable to make the known assembly suitable for a wider range of applications. According to the invention, the supply line system is provided for this purpose with an inflow opening, which is located in the container and an outflow opening, which is located in the filling chamber, wherein the height difference between a bottom of the filling chamber and the outflow opening is adjustable for adjustment. of the filling height of the filling chamber.

Overeenkomstig het inzicht van de uitvinding is het thans 10 mogelijk de hoeveelheid vloeistof, die door de doseerinrich-ting wordt afgegeven nauwkeurig reproduceerbaar in te stellen door het hoogteverschil tussen de bodem van de vulkamer en de uitstroomopening dienovereenkomstig in te stellen. In gebruik wordt wederom in de flexibele houder geknepen om de vulkamer 15 via het toevoerleidingsysteem vanuit de binnenruimte van de houder met vloeistof te vullen. Wanneer vervolgens het knijpen wordt verminderd, zodat de flexibele houder in zijn oorspronkelijke vorm terugkeert, zal een gedeelte van de vloeistof vanuit de vulkamer via het toevoerleidingsysteem in 20 de flexibele houder worden teruggezogen. Wanneer het vloeistofniveau in de vulkamer tot de uitstroomopening is gedaald, stopt het terugvloeien van vloeistof vanuit de vulkamer naar de houder. De flexibele houder zal dan, teneinde zijn oorspronkelijke vorm weer aan te kunnen nemen, via het 25 toevoerleidingsysteem verder met lucht worden gevuld. De vulkamer zal derhalve uiteindelijk met een vloeistof zijn gevuld waarvan het niveau tot aan de uitstroomopening reikt. Omdat het hoogteverschil tussen de bodem van de vulkamer en de uitstroomopening instelbaar is, brengt dit met zich dat het 30 vloeistofniveau van de vulkamer instelbaar is. Hierna kan, zoals hiervoor omschreven, het samenstel op zijn kop worden gezet zodat de ingestelde hoeveelheid vloeistof uit de vulkamer kan stromen voor verder gebruik.In accordance with the insight of the invention, it is now possible to accurately reproducibly adjust the amount of liquid delivered by the dosing device by adjusting the height difference between the bottom of the filling chamber and the outflow opening accordingly. In use, the flexible container is again squeezed to fill the filling chamber 15 with liquid via the supply line system from the interior of the container. Then, when squeezing is reduced so that the flexible container returns to its original shape, a portion of the liquid will be sucked back from the filling chamber through the supply line system into the flexible container. When the liquid level in the filling chamber has fallen to the outflow opening, the reflux of liquid from the filling chamber to the container stops. In order to be able to return to its original shape, the flexible container will then be further filled with air via the supply line system. The filling chamber will therefore eventually be filled with a liquid whose level reaches to the outflow opening. Since the height difference between the bottom of the filling chamber and the outflow opening is adjustable, this means that the liquid level of the filling chamber is adjustable. After this, as described above, the assembly can be turned upside down so that the set amount of liquid can flow out of the filling chamber for further use.

Het samenstel is bijzonder geschikt om met koffie-extract 35 te worden gevuld. De gebruiker kan dan naar smaak instellen hoeveel koffie-extract hij wenst te gebruiken. Dit koffie-extract kan vervolgens met heet water worden aangelengd voor .H 0 L ·' 3 het verkrijgen van een gerede drank. In het bijzonder is de grootte van de vulkamer dusdanig gedimensioneerd dat deze geschikt is voor het afgeven van koffie-extract ter bereiding van één kop koffie. Het gehele samenstel kan hierbij dusdanige 5 afmetingen hebben dat deze om te worden bewaard of te worden gebruikt in een ijskast, op tafel of op het aanrecht kan worden geplaatst.The assembly is particularly suitable for filling with coffee extract 35. The user can then adjust how much coffee extract he wishes to use. This coffee extract can then be diluted with hot water to obtain a finished beverage. In particular, the size of the filling chamber is dimensioned such that it is suitable for dispensing coffee extract to prepare one cup of coffee. The whole assembly can hereby have such dimensions that it can be placed on a table or on the counter for storage or use in a refrigerator.

Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm bevindt het hoogste punt van het toevoerleidingsysteem zich boven de 10 instroom- en uitstroomopening. Meer in het bijzonder is het buizenstelsel voorzien van: - een eerste buis die zich uitstrekt van de binnenruimte van de houder tot in de vulkamer, waarbij de eerste buis de genoemde instroomopening en een stroomafwaarts van de 15 instroomopening en buiten de binnenruimte van de houder gelegen derde opening omvat; - een tweede buis die concentrisch rond en verschuifbaar langs de eerste buis is aangebracht, waarbij de derde opening van de eerste buis uitmondt in de tweede buis en waarbij de 20 tweede buis de genoemde uitstroomopening omvat; en - afsluitmiddelen die de tweede buis aan een zijde afsluiten zodat een vloeistofstroomtraject in het toevoerleidingsysteem zich uitstrekt vanaf de instroomopening, door de eerste buis naar de derde opening en vanaf de derde opening, 25 door de tweede buis naar de uitstroomopening, waarbij de hoogte van de uitstroomopening van de tweede buis ten opzichte van de bodem kan worden ingesteld door de tweede buis in axiale richting rond de eerste buis te verschuiven.According to a special embodiment, the highest point of the supply line system is above the inflow and outflow opening. More in particular, the tubing comprises: - a first tube extending from the inner space of the container into the filling chamber, the first tube having said inflow opening and located downstream of the inflow opening and outside the inner space of the container third opening includes; - a second tube arranged concentrically and slidably along the first tube, wherein the third opening of the first tube opens into the second tube and wherein the second tube comprises said outflow opening; and - closing means closing the second tube on one side so that a liquid flow path in the supply pipe system extends from the inflow opening, through the first tube to the third opening and from the third opening, through the second tube to the outflow opening, the height of the outflow opening of the second tube relative to the bottom can be adjusted by sliding the second tube axially around the first tube.

Een gebruiker kan dan eenvoudig de tweede buis op en neer 30 bewegen voor het instellen van de vulhoogte van de vulkamer.A user can then simply move the second tube up and down to adjust the fill height of the fill chamber.

In het bijzonder is de eerste buis vast met de bodemwand verbonden, waarbij de eerste buis zich vanaf de bodemwand in opwaartse richting uitstrekt. Voorts is het samenstel bij voorkeur voorzien van een aantal kliksluitingen voor het 35 instellen van de vulhoogte waarbij elke kliksluiting met een voorafbepaalde vulhoogte correspondeert.In particular, the first tube is fixedly connected to the bottom wall, the first tube extending in an upward direction from the bottom wall. Furthermore, the assembly is preferably provided with a number of snap closures for adjusting the filling height, each snap closure corresponding to a predetermined filling height.

1 0 03 89 5 41 0 03 89 5 4

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een doseerin-richting geschikt voor gebruik in het bovengenoemde samenstel.The invention also relates to a dosing device suitable for use in the above-mentioned assembly.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Hierin toont: 5 Figuur IA een dwarsdoorsnede van een samenstel overeen komstig de uitvinding, waarbij het samenstel gereed is voor gebruik; figuur 1B een dwarsdoorsnede van het samenstel volgens figuur IA, waarbij het samenstel is bekrachtigd voor het 10 afgeven van vloeistof; figuur 1C een dwarsdoorsnede van het samenstel volgens figuur IA, waarbij een vulkamer gevuld is met een ingestelde eerste hoeveelheid vloeistof; figuur 1D het samenstel volgens figuur IA, waarbij het 15 samenstel is ingesteld voor het afgeven van een tweede hoeveelheid vloeistof; figuur IE het samenstel volgens figuur 1D, waarbij het samenstel is bekrachtigd voor het afgeven van vloeistof; figuur 1F het samenstel volgens figuur 1D, waarbij een 20 vulkamer gevuld is met een ingestelde hoeveelheid vloeistof; figuur 1G een aanzicht van het samenstel volgens figuur IA; figuur 2A een dwarsdoorsnede van een tweede uitvoeringsvorm van een samenstel overeenkomstig de uitvinding, waarbij 25 het samenstel is ingesteld voor het afgeven van een eerste hoeveelheid vloeistof; figuur 2B een dwarsdoorsnede van het samenstel volgens figuur 2A, waarbij het samenstel is ingesteld voor het afgeven van een tweede hoeveelheid vloeistof; 30 figuur 2C een aanzicht van het samenstel volgens figuur 2A en figuur 2B; figuur 3A een dwarsdoorsnede van een derde uitvoeringsvorm van een samenstel overeenkomstig de uitvinding, waarbij het samenstel is ingesteld voor het afgeven van een eerste 35 hoeveelheid vloeistof; 1003895 5 figuur 3B een dwarsdoorsnede van het samenstel volgens figuur 3A, waarbij het samenstel is ingesteld voor het afgeven van een tweede hoeveelheid vloeistof; en figuur 3C een aanzicht van het samenstel volgens figuur 5 3A en figuur 3B.The invention will now be further elucidated with reference to the drawing. Herein: Figure 1A shows a cross-section of an assembly according to the invention, wherein the assembly is ready for use; Figure 1B shows a cross-section of the assembly according to Figure 1A, wherein the assembly is energized for dispensing liquid; Figure 1C shows a cross-section of the assembly according to Figure 1A, wherein a filling chamber is filled with a set first quantity of liquid; Figure 1D shows the assembly according to Figure 1A, wherein the assembly is set to dispense a second quantity of liquid; figure IE shows the assembly according to figure 1D, wherein the assembly is energized for dispensing liquid; figure 1F shows the assembly according to figure 1D, wherein a filling chamber is filled with a set amount of liquid; figure 1G shows a view of the assembly according to figure 1A; Figure 2A shows a cross-section of a second embodiment of an assembly according to the invention, wherein the assembly is adjusted to dispense a first quantity of liquid; Figure 2B is a cross-sectional view of the assembly of Figure 2A, the assembly set to dispense a second amount of liquid; Figure 2C shows a view of the assembly according to figure 2A and figure 2B; Figure 3A is a cross-sectional view of a third embodiment of an assembly according to the invention, the assembly being adjusted to dispense a first amount of liquid; 1003895 FIG. 3B is a cross-sectional view of the assembly of FIG. 3A, the assembly being adjusted to dispense a second amount of liquid; and figure 3C shows a view of the assembly according to figure 5 3A and figure 3B.

In figuur IA is met referentienummer 1 een eerste uitvoeringsvorm van een samenstel overeenkomstig de uitvinding aangeduid. Het samenstel is voorzien van een flexibele houder 2 met een binnenruimte 4 waarin een vloeistof 6 is opgenomen. 10 De flexibele houder 2 is voorzien van een hals 8 met een opening 10. Aan de hals 8 is een doseerinrichting 12 bevestigd. In dit voorbeeld is de doseerinrichting 12 losmakelijk met de hals 8 verbonden. De doseerinrichting 12 is voorzien van een vulkamer 14. Het samenstel is voorts voorzien van een 15 toevoerleidingsysteem 16 dat zich vanaf de binnenruimte 4 tot in de vulkamer 14 uitstrekt. Het toevoerleidingsysteem 16 is voorzien van een instroomopening 18, die zich in de flexibele houder 2 bevindt en een uitstroomopening 20, die zich in de vulkamer 14 bevindt. Het toevoerleidingsysteem 16 is in dit 20 voorbeeld voorzien van een eerste buis 22, die zich van de binnenruimte 4 van de flexibele houder 2 tot in de vulkamer 14 uitstrekt. De eerste buis omvat een vrij uiteinde 24 dat de instroomopening 18 omvat. Het vrije uiteinde 24 bevindt zich nabij de bodem van de houder 12. De eerste buis is voorts 25 voorzien van een stroomafwaarts van de instroomopening en buiten de binnenruimte 4 van de houder 2, in dit voorbeeld in de vulkamer 14 gelegen, derde opening 26. De derde opening bevindt zich in dit voorbeeld in een zijwand van de eerste buis.In Fig. 1A, reference numeral 1 denotes a first embodiment of an assembly according to the invention. The assembly is provided with a flexible container 2 with an inner space 4 in which a liquid 6 is received. The flexible container 2 is provided with a neck 8 with an opening 10. A dosing device 12 is attached to the neck 8. In this example, the dosing device 12 is detachably connected to the neck 8. The dosing device 12 is provided with a filling chamber 14. The assembly is furthermore provided with a supply line system 16 which extends from the inner space 4 into the filling chamber 14. The supply line system 16 is provided with an inflow opening 18, which is located in the flexible container 2, and an outflow opening 20, which is located in the filling chamber 14. In this example, the supply line system 16 is provided with a first tube 22, which extends from the inner space 4 of the flexible container 2 into the filling chamber 14. The first tube includes a free end 24 that includes the inflow opening 18. The free end 24 is located near the bottom of the container 12. The first tube is further provided with a third opening 26 downstream of the inflow opening and outside the inner space 4 of the container 2, in this example located in the filling chamber 14. The third opening in this example is located in a side wall of the first tube.

30 Het toevoerleidingsysteem is verder voorzien van een tweede buis 28 die concentrisch rond en verschuifbaar langs de eerste buis 22 is aangebracht. De derde opening 26 mondt uit in de tweede buis 28. De eerste buis 22 omvat een stroomafwaarts van de instroomopening 18 gelegen gesloten einde 30, 35 waarbij de derde opening 26 tussen het gesloten einde 30 en de instroomopening 18 in ligt. Het gesloten einde 30 omvat een afsluiting 32 die met de binnenzijde van de tweede buis 28 ü 5 G 3 £ δ 6 samenwerkt. Een en ander brengt met zich dat de afsluiting 32 de tweede buis aan één zijde afsluit. De zijde ligt ten opzichte van de derde opening, dus tegenover de zijde van de tweede buis waarin de uitstroomopening zich bevindt. Het 5 vloeistoftraject van de binnenruimte 4 van de flexibele houder 2 naar de vulkamer 14 strekt zich derhalve uit vanaf de instroomopening 18 door de eerste buis 22 naar de derde opening 26. Het traject vervolgt zich vanaf de derde opening 26 door de tweede buis 28 naar de uitstroomopening 20 die 10 gevormd is tussen de eerste buis 22 en een vrij uiteinde 34 van de tweede buis 28. In dit voorbeeld is de afsluiting 32 vast met de eerste buis 22 verbonden. In feite vormt het gesloten einde 30 een hoogste punt van het toevoerleidingsysteem dat zich boven de instroomopening en boven de 15 uitstroomopening bevindt.The supply line system further includes a second tube 28 arranged concentrically and slidably along the first tube 22. The third opening 26 opens into the second tube 28. The first tube 22 comprises a closed end 30 located downstream of the inflow opening 18, with the third opening 26 lying between the closed end 30 and the inflow opening 18. The closed end 30 includes a closure 32 which cooperates with the inside of the second tube 28 G 5 G 3 δ 6. All this entails that the closure 32 closes the second tube on one side. The side is in relation to the third opening, i.e. opposite the side of the second tube in which the outflow opening is located. The liquid path from the inner space 4 of the flexible container 2 to the filling chamber 14 therefore extends from the inflow opening 18 through the first tube 22 to the third opening 26. The path continues from the third opening 26 through the second tube 28 to the outflow opening 20 formed between the first tube 22 and a free end 34 of the second tube 28. In this example, the closure 32 is fixedly connected to the first tube 22. In fact, the closed end 30 forms a highest point of the feed line system located above the inflow opening and above the outflow opening.

Voorts strekt de eerste buis 22 zich door een bodem 36 van de vulkamer 14 uit. De eerste buis 22 is hierbij vast met de bodem 36 verbonden. De vulkamer 14 is verder voorzien van zich vanaf de bodem 36 naar boven toe uitstrekkende zijwanden 20 38 en een met de zijwanden verbonden topwand 40. In de topwand 40 is een kameruitstroomopening 42 aangebracht. Een vrij open einde 44 van de tweede buis 28 strekt zich in dit voorbeeld uit tot in de kameruitstroomopening 42. Een zijwand van de tweede buis is voorts voorzien van een opening 46, die nabij 25 de topwand 40 in de vulkamer 14 ligt. Deze opening 46 vormt een fluïdum verbinding tussen de vulkamer 14, de kameruitstroomopening 42 en het vrije open einde 44 van de tweede buis 28. De afdichting 32 bevindt zich op een positie tussen het vrije uiteinde 44 van de tweede buis 28 en de uitstroomopening 30 20 van de tweede buis 28, zodat het niet mogelijk is dat vloeistof die uit de derde opening 26 van de eerste buis 22 stroomt, rechtstreeks naar het vrije open einde 44 van de tweede buis 28 stroomt. In dit voorbeeld is de bovenzijde van de tweede buis 28 vast met de kameruitstroomopening 42 3 5 verbonden.Furthermore, the first tube 22 extends through a bottom 36 of the filling chamber 14. The first tube 22 is hereby firmly connected to the bottom 36. The filling chamber 14 is further provided with side walls 20 extending upwards from the bottom 36 and a top wall 40 connected to the side walls. A chamber outflow opening 42 is provided in the top wall 40. In this example, a freely open end 44 of the second tube 28 extends into the chamber outflow opening 42. A side wall of the second tube is further provided with an opening 46, which lies near the top wall 40 in the filling chamber 14. This opening 46 forms a fluid connection between the filling chamber 14, the chamber outflow opening 42 and the free open end 44 of the second tube 28. The seal 32 is in a position between the free end 44 of the second tube 28 and the outflow opening 30. from the second tube 28, so that it is not possible for liquid flowing from the third opening 26 of the first tube 22 to flow directly to the free open end 44 of the second tube 28. In this example, the top of the second tube 28 is fixedly connected to the chamber outflow opening 42 3.

Rondom de bodem 36 van de vulkamer 14 is een in zichzelf gesloten cirkelvormige groef 48 aangebracht. De opstaande 1 -j : » ~ 7 zijwanden 38 van de vulkamer 14 strekken zich tot in deze groef 48 uit. Voorts zijn de zijwanden op en neer beweegbaar in deze groef 48.A circular groove 48, which is closed in itself, is arranged around the bottom 36 of the filling chamber 14. The upright side walls of the filling chamber 14 extend into this groove 48. Furthermore, the side walls are movable up and down in this groove 48.

De doseerinrichting is verder voorzien van een afsluitkap 5 50 die met behulp van een scharnier 52 met de rest van de doseerinrichting 12 is verbonden. De afsluitkap 50 is in figuur IA in gesloten toestand getoond en sluit hierbij de kameruitstroomopening 42 geheel af. Wanneer de afsluitkap rond het scharnier 52 wordt gezwenkt, komt de kameruitstroomopening 10 42 geheel vrij te liggen.The dosing device is further provided with a closing cap 50 which is connected to the rest of the dosing device 12 by means of a hinge 52. The closing cap 50 is shown in the closed position in figure 1A and thereby completely closes the chamber outlet opening 42. When the closing cap is pivoted around the hinge 52, the chamber outflow opening 42 is completely exposed.

De zijwanden 38 zijn aan hun onderzijde nog voorzien van een afdichting 54 die met de groef 48 samenwerkt. Het gevolg is dat de zijwanden 38 fluïdum dicht met de bodem 36 zijn verbonden. In de groef 48 is nog een nok 56 aangebracht.The side walls 38 are still provided on their underside with a seal 54 which cooperates with the groove 48. As a result, the side walls 38 are fluidly connected to the bottom 36. In the groove 48 a further cam 56 is arranged.

15 Wanneer de zijwanden 38 geheel naar beneden worden bewogen, zal de afdichting 54 tot onder de nok 56 worden gemanipuleerd, met als gevolg dat de zijwanden 38 door de nok in de laagste uiterste positie worden gehouden. In de tweede buis 28 kunnen nog een aantal in axiale richting ten opzichte van elkaar 20 versprongen klikaansluitingen 66 zijn aangebracht waarin de afsluiting 32 losmakelijk kan vastklikken.When the side walls 38 are moved all the way down, the seal 54 will be manipulated below the cam 56, with the result that the side walls 38 are held in the lowest extreme position by the cam. A number of snap connections 66, which are offset in an axial direction relative to each other, can be arranged in the second tube 28, in which the closure 32 can snap loose.

De werking van het systeem is als volgt. Een gebruiker manipuleert in eerste instantie de zijwanden en daarmee de topwand 40 omhoog, dusdanig, dat de afdichting 54 boven de nok 25 56 komt te liggen, indien een van het minimum verschillende hoeveelheid vloeistof dient te worden afgegeven. Een gebruiker kan dit doen wanneer de afsluitkap 50 is gesloten. Omdat de afsluitkap met de zijwanden 38 is verbonden, kan een gebruiker de afsluitkap aanvatten om de zijwanden in de genoemde positie 30 te manipuleren. Het is echter ook mogelijk dat een gebruiker allereerst de afsluitkap 50 opent en daarna de zijwanden 38 direct aanvat. Dit is voor de werking van de doseerinrichting niet relevant. Wanneer de zijwanden, zoals hiervoor beschreven, omhoog worden bewogen, zal de tweede buis 28, die 35 via de topwand 40 vast met deze zijwanden is verbonden, eveneens omhoog worden geschoven. Aldus is het mogelijk door middel van het op en neer bewegen van de zijwanden 38 het 1003890 8 hoogteverschil h tussen de uitstroomopening 20 en de bodem 36 van de vulkamer 14 in te stellen. In figuur IA is het hoogteverschil op een minimale hoogte hi ingesteld. Het hoogteverschil hi correspondeert met de vulhoogte van de 5 vulkamer 14. Vervolgens knijpt een gebruiker in de flexibele houder 2. Omdat de doseerinrichting 12 de opening 10 van de houder luchtdicht afsluit, wordt de vloeistof 6 ten gevolge van het afnemende volume van de houder eerst de buis 22 ingestuwd. De vloeistof 6 zal in opwaartse richting naar de 10 derde opening 26 stromen. Via de derde opening 26 zal het in een tussen de eerste en tweede buis gevormde ruimte naar de uitstroomopening 20 stromen. Wanneer voldoende in de flexibele houder wordt geknepen, zal aldus de vulkamer worden gevuld tot een hoogte h2 die boven de uitstroomopening 20 ligt. Dit is 15 geïllustreerd in figuur 1B (In de figuren 1B-1G zijn de referentienummers voor de duidelijkheid grotendeels weggelaten) .The operation of the system is as follows. Initially, a user manipulates the side walls and thus the top wall 40 upwardly, such that the seal 54 comes to lie above the cam 25 if one of the minimum amount of liquid is to be dispensed. A user can do this when the closure cap 50 is closed. Since the closure cap is connected to the side walls 38, a user can start using the closure cap to manipulate the side walls in said position 30. However, it is also possible that a user first opens the closing cap 50 and then immediately starts on the side walls 38. This is not relevant for the operation of the dosing device. When the side walls are moved upwards as described above, the second tube 28, which is fixedly connected to these side walls via the top wall 40, will also be pushed upwards. It is thus possible to adjust the height difference h between the outflow opening 20 and the bottom 36 of the filling chamber 14 by moving the side walls 38 up and down. In Figure 1A, the height difference is set to a minimum height hi. The height difference hi corresponds to the filling height of the filling chamber 14. Then, a user squeezes the flexible container 2. Because the dosing device 12 closes the opening 10 of the container airtight, the liquid 6 first becomes due to the decreasing volume of the container. tube 22 is pushed in. The liquid 6 will flow upwardly to the third opening 26. Via the third opening 26, it will flow into the outflow opening 20 in a space formed between the first and the second tube. Thus, when the flexible container is squeezed sufficiently, the filling chamber will be filled to a height h2 which is above the outflow opening 20. This is illustrated in Figure 1B (In Figures 1B-1G, reference numbers are largely omitted for clarity).

Vervolgens stopt de gebruiker met het knijpen in de flexibele houder. Hierdoor zal de flexibele houder weer zijn 20 oorspronkelijke vorm willen aannemen. Dit heeft tot gevolg dat er een onderdruk ontstaat in de binnenruimte 4 van de flexibele houder. Deze onderdruk zorgt ervoor dat vloeistof, die zich in de vulkamer 14 bevindt, weer wordt teruggezogen naar de binnenruimte 4 van de flexibele houder. De druk in de 25 vulkamer zal immers gewoon atmosferisch zijn. Het terugstromen van de vloeistof uit de vulkamer naar de binnenruimte gaat via hetzelfde vloeistoftraject volgens welke de vloeistof vanuit de binnenruimte naar de vulkamer is gestroomd. Aldus begint het niveau van de vloeistof in de vulkamer te dalen. Dit zal 30 zich voortzetten totdat het vloeistofniveau is gedaald tot aan de uitstroomopening 20. Vanaf dit moment zal het vloeistofniveau niet verder dalen omdat in plaats van vloeistof thans lucht via de uitstroomopening 20 naar de binnenruimte 4 stroomt. Het nettoresultaat is dat de hoogte 35 van het vloeistofniveau in de vulkamer 14 gelijk is aan de hoogte van de uitstroomopening 20. Vervolgens kan een gebruiker het gehele samenstel op zijn kop zetten zodat de 1003895 9 vloeistof, die zich nog in de vulkamer 14 bevindt, via de opening 46 en het vrije open einde 44 uit de kameruitstroom-opening 42 stroomt. Wanneer het gewenst is een andere hoeveelheid vloeistof af te geven, bijvoorbeeld een grotere 5 hoeveelheid, kan het hoogteverschil tussen de uitstroomopening 20 en de bodem 36 dienovereenkomstig worden ingesteld. In figuur 1D is de situatie getoond waarin het genoemde hoogteverschil maximaal is ingesteld op een hoogte h2. Wanneer bij het samenstel, zoals ingesteld volgens figuur 1D, in de 10 fles wordt geknepen, zal de vulkamer zich vullen tot boven de uitstroomopening 20, zoals getoond in figuur IE. Wanneer vervolgens niet langer in de flexibele houder 2 wordt geknepen, zal het vloeistofniveau weer dalen tot aan de uitstroomopening 20. Het gevolg is dat thans een grotere 15 hoeveelheid vloeistof in de vulkamer 14 aanwezig is. Wanneer een gebruiker nu het samenstel op zijn kop zet, zal de grotere hoeveelheid vloeistof via de kameruitstroomopening worden afgegeven. Het zal duidelijk zijn dat elke hoogte h, die tussen de minimale en maximale hoogte in ligt, kan worden 20 ingesteld. De kliJcaansluitingen 66 corresponderen respectievelijk met een aantal voorafbepaalde vulhoogten van de vulkamer. Hiermee is het mogelijk de genoemde vulhoogte reproduceerbaar in te stellen. Bovendien kan de vulkamer nog voorzien zijn van een maatverdeling voor het aflezen van de 25 vulhoogte.The user then stops squeezing the flexible holder. As a result, the flexible holder will want to return to its original shape. As a result, a negative pressure is created in the inner space 4 of the flexible container. This underpressure ensures that liquid, which is located in the filling chamber 14, is sucked back into the inner space 4 of the flexible container. After all, the pressure in the filling chamber will simply be atmospheric. The flow back of the liquid from the filling chamber to the inner space is via the same liquid path according to which the liquid has flowed from the inner space to the filling chamber. Thus, the level of the liquid in the filling chamber begins to drop. This will continue until the liquid level has fallen to the outflow opening 20. From this point on, the liquid level will not drop further because instead of liquid now air flows through the outflow opening 20 to the inner space 4. The net result is that the height of the liquid level in the filling chamber 14 is equal to the height of the outflow opening 20. Then a user can turn the entire assembly upside down so that the 1003895 liquid still in the filling chamber 14 is flows out of the chamber outflow opening 42 via the opening 46 and the free open end 44. When it is desired to dispense a different amount of liquid, for example a larger amount, the height difference between the outflow opening 20 and the bottom 36 can be adjusted accordingly. Figure 1D shows the situation in which the said height difference is maximally set at a height h2. When the bottle is squeezed in the assembly, as set up according to figure 1D, the filling chamber will fill above the outflow opening 20, as shown in figure IE. When subsequently the flexible container 2 is no longer squeezed, the liquid level will drop again up to the outflow opening 20. As a result, a larger amount of liquid is now present in the filling chamber 14. When a user now turns the assembly upside down, the greater amount of liquid will be delivered through the chamber outflow opening. It will be clear that any height h, which lies between the minimum and maximum height, can be set. Snap connectors 66 correspond to a number of predetermined fill heights of the fill chamber, respectively. This makes it possible to set the said filling height in a reproducible manner. In addition, the filling chamber can still be provided with a graduation for reading the filling height.

De vloeistof die kan worden afgegeven, kan bijvoorbeeld een koffie-extract zijn. Dit koffie-extract wordt in een kopje gedeponeerd waarna heet water kan worden toegevoegd voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank. Het is 30 uiteraard ook mogelijk de flexibele houder 2 met andere type vloeistoffen te vullen, waarvan het gewenst is op een instelbare wijze een gedoseerde hoeveelheid vloeistof af te geven.The liquid that can be dispensed can be, for example, a coffee extract. This coffee extract is deposited in a cup, after which hot water can be added to prepare a drink suitable for consumption. It is of course also possible to fill the flexible container 2 with other types of liquids, of which it is desirable to deliver a dosed amount of liquid in an adjustable manner.

In figuren 2A-2C is een alternatieve uitvoeringsvorm van 35 de houder getoond, waarbij met figuur 1 overeenkomende onderdelen van eenzelfde referentienummer zijn voorzien. Het verschil met de houder van figuur IA is dat de afsluitkap 50 -3695 10 scharnierbaar met een deel van de doseerinrichting 12 is verbonden, welk deel vast met de bodem 36 is verbonden.Figures 2A-2C show an alternative embodiment of the holder, in which parts corresponding to figure 1 are provided with the same reference number. The difference with the holder of figure 1A is that the closing cap 50-3695 is hingedly connected to a part of the dosing device 12, which part is fixedly connected to the bottom 36.

Wanneer derhalve het hoogte niveau van de tweede buis en daarbij het hoogste niveau van de zijwanden en de topwand 5 wordt gevarieerd, zal de afsluitkap 50 niet meebewegen. Figuur 2A toont de situatie waarbij de afstand tussen de uitstroomopening 20, waarbij het hoogteverschil tussen de uitstroomopening 20 en de bodem 36 maximaal is voor het afgeven van een maximale hoeveelheid vloeistof, terwijl in 10 figuur 2B deze afstand minimaal is. De werking van het samenstel volgens figuren 2A en 2B is verder analoog aan de werking van het samenstel volgens de figuren 1A-1G.Therefore, if the height level of the second tube and thereby the highest level of the side walls and the top wall 5 is varied, the closing cap 50 will not move with it. Figure 2A shows the situation in which the distance between the outflow opening 20, wherein the height difference between the outflow opening 20 and the bottom 36 is maximum for dispensing a maximum amount of liquid, while in Figure 2B this distance is minimal. The operation of the assembly according to Figures 2A and 2B is further analogous to the operation of the assembly according to Figures 1A-1G.

Tenslotte is in de figuren 3A, 3B en 3C een derde mogelijke uitvoeringsvorm van een samenstel overeenkomstig de 15 uitvinding getoond, waarbij de met figuren 1A-1G overeenkomende onderdelen van eenzelfde referentienummer zijn voorzien.Finally, figures 3A, 3B and 3C show a third possible embodiment of an assembly according to the invention, wherein the parts corresponding to figures 1A-1G are provided with the same reference number.

Het samenstel volgens de figuren 3A-3C is thans voorzien van een vulkamer 14, waarbij de zijwanden en de topwand vast met de bodem 36 zijn verbonden. De tweede buis is wederom 20 verschuifbaar rond de eerste buis opgenomen. Vanaf de onderzijde van de tweede buis, nabij de tweede uitstroomopening, strekt zich in de richting van de zijwanden 38 een ringvormige plaat 60 uit. Vanaf een buitenrand 62 van de ringvormige plaat 60 strekt zich een opstaande cilindervormige 25 zijwand 64 uit. Deze zijwand 64 is verschuifbaar in de eveneens cilindervormige zijwand 38 opgenomen. In de ringvormige plaat 60 zijn voorts een aantal openingen 61 aangebracht (die in feite de openingen 44, 46 volgens figuur 1 functioneel vervangen). De tweede buis 28 is aan een tegenover 30 de uitstroomopening 20 gelegen zijde afgesloten door een afdichting 32. De werking volgens het samenstel volgens figuren 3A en 3B is verder geheel analoog aan die van het samenstel zoals getoond in de figuren 1A-1G. Door in de flexibele houder 2 te knijpen, zal de vulkamer wederom worden 35 gevuld tot een hoogte die correspondeert met de hoogte van de uitstroomopening 20. Wanneer vervolgens de houder op zijn kop wordt gezet, kan de vloeistof, die zich in de vulkamer 14 .. 7 ' Λ Γ 11 bevindt, via de openingen 61 in de ringvormige plaat 60 en via de kameruitstroomopening 42, de doseerinrichting verlaten.The assembly according to figures 3A-3C is now provided with a filling chamber 14, wherein the side walls and the top wall are fixedly connected to the bottom 36. The second tube is again slidably received around the first tube. An annular plate 60 extends in the direction of the side walls 38 from the bottom of the second tube, near the second outflow opening. An upright cylindrical side wall 64 extends from an outer edge 62 of the annular plate 60. This side wall 64 is slidably received in the also cylindrical side wall 38. A number of openings 61 are further arranged in the annular plate 60 (which in fact functionally replace the openings 44, 46 according to Figure 1). The second tube 28 is closed on a side opposite the outflow opening 20 by a seal 32. The operation according to the assembly according to figures 3A and 3B is further entirely analogous to that of the assembly as shown in figures 1A-1G. By squeezing the flexible container 2, the filling chamber will again be filled to a height corresponding to the height of the outflow opening 20. When the container is subsequently turned upside down, the liquid which has entered the filling chamber 14. 7 through the openings 61 in the annular plate 60 and through the chamber outflow opening 42, exit the metering device.

De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor geschetste uitvoeringsvoorbeelden. Zo is het bij de inrichting 5 volgens figuur IA eveneens mogelijk dat de afsluiting 32 vast met een binnenzijde van de tweede buis 28 is verbonden en aldus een afdichting vormt tussen de tweede buis en een gedeelte van de buitenzijde van de eerste buis, die zich boven de derde opening uitstrekt. Ook is het mogelijk dat het 10 hoogteverschil tussen de uitstroomopening 20 en de bodem 36 wordt ingesteld door in plaatst van de tweede buis 28 op en neer te bewegen, de bodem 36 op en neer te bewegen. Hierbij is het mogelijk dat de eerste buis nog steeds vast met de bodem 36 is verbonden. De eerste buis zal dan meebewegen met het 15 bewegen van de bodem. Het is echter eveneens mogelijk dat de eerste buis met het op en neer bewegen van de bodem niet meebeweegt. In dat geval dient een afdichting tussen de bodem en een buitenzijde van de eerste buis aanwezig te zijn. In dit laatste geval is het niet noodzakelijk dat de tweede buis rond 20 de eerste buis op en neer kan worden bewogen. De eerste en tweede buis kunnen dan vast met elkaar zijn verbonden, waarbij het instellen van het hoogteverschil geheel wordt gerealiseerd door het op en neer bewegen van de boden ten opzichte van de vast opgestelde eerste en tweede buis, dat wil zeggen, ten 25 opzichte van de uitstroomopening 20.The invention is by no means limited to the exemplary embodiments outlined above. Thus, in the device 5 according to Figure 1A, it is also possible that the closure 32 is fixedly connected to an inside of the second tube 28 and thus forms a seal between the second tube and a part of the outside of the first tube, which is located above the third opening extends. It is also possible that the height difference between the outflow opening 20 and the bottom 36 is adjusted by moving up and down instead of the second tube 28, moving the bottom 36 up and down. It is possible here that the first tube is still firmly connected to the bottom 36. The first tube will then move with the moving of the bottom. However, it is also possible that the first tube does not move with the up and down movement of the bottom. In that case there must be a seal between the bottom and an outside of the first tube. In the latter case, it is not necessary that the second tube can be moved up and down around the first tube. The first and second tube can then be fixedly connected to each other, whereby the adjustment of the height difference is realized entirely by moving the bases up and down relative to the fixedly arranged first and second tube, that is to say, relative to the discharge opening 20.

Dergelijke varianten worden alle geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen.All such variants are considered to fall within the scope of the invention.

. - *·« - » _ i'. - * · «-» _ i '

Claims (13)

1. Samenstel voorzien van een flexibele houder met een binnenruimte waarin vloeistof kan worden opgeslagen en een op de houder aangesloten doseerinrichting voor het gedoseerd afgeven van vloeistof uit de houder, waarbij de doseerinrich-5 ting een vulkamer omvat die wordt gevuld met een vloeistof uit de houder door in de flexibele houder te knijpen en waarbij vervolgens de met de vloeistof gevulde vulkamer kan worden geledigd voor het gedoseerd afgeven van de vloeistof, waarbij het samenstel is voorzien van tenminste een toevoerleiding-10 systeem dat zich uitstrekt van de binnenruimte van de houder tot in de vulkamer, met het kenmerk, dat, het toevoerleidingsysteem is voorzien van een instroomopening, die zich in de houder bevindt en een uitstroomopening, die zich in de vulkamer bevindt, waarbij het hoogte verschil tussen een bodem 15 van de vulkamer en de uitstroomopening instelbaar is uitgevoerd voor het instellen van de vulhoogte van de vulkamer.1. Assembly comprising a flexible container with an inner space in which liquid can be stored and a dosing device connected to the container for dosed dispensing of liquid from the container, the dosing device comprising a filling chamber which is filled with a liquid from the container by squeezing the flexible container and subsequently emptying the filling chamber filled with the liquid for dispensing the liquid in a dosed manner, the assembly comprising at least one supply line system extending from the inner space of the container to in the filling chamber, characterized in that the supply line system is provided with an inflow opening, which is located in the container and an outflow opening, which is located in the filling chamber, wherein the height difference between a bottom 15 of the filling chamber and the outflow opening is adjustable is designed to adjust the filling height of the filling chamber. 2. Samenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de binnenruimte van de houder, in gebruik, alleen via het toevoerleidingsysteem wordt belucht.Assembly according to claim 1, characterized in that the inner space of the container, in use, is aerated only via the supply line system. 3. Samenstel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat een hoogste punt van het toevoerleidingsysteem zich boven de instroomopening en boven de uitstroomopening bevindt.Assembly according to claim 1 or 2, characterized in that a highest point of the supply pipe system is above the inflow opening and above the outflow opening. 4. Samenstel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het toevoerleidingsysteem is voorzien van: 25. een eerste buis die zich uitstrekt van de binnenruimte van de houder tot in de vulkamer, waarbij de eerste buis de genoemde instroomopening en een stroomafwaarts van de instroomopening en buiten de binnenruimte van de houder gelegen derde opening omvat; 30. een tweede buis die concentrisch rond en verschuifbaar langs de eerste buis is aangebracht, waarbij de derde opening van de eerste buis uitmondt in de tweede buis en waarbij de tweede buis de genoemde uitstroomopening omvat; en - afsluitmiddelen die de tweede buis aan een zijde afsluiten 35 zodat een vloeistofstroomtrajeet in het toevoerleiding- 1003895 systeem zich uitstrekt vanaf de instroomopening, door de eerste buis naar de derde opening en vanaf de derde opening, door de tweede buis naar de uitstroomopening, waarbij de hoogte van de uitstroomopening van de tweede buis ten 5 opzichte van de bodem kan worden ingesteld door de tweede buis in axiale richting langs de eerste buis te verschuiven.Assembly according to claim 3, characterized in that the supply line system comprises: 25. a first tube extending from the interior of the container into the filling chamber, the first tube having said inflow opening and downstream of the inflow opening and comprises a third opening located outside the interior of the container; 30. a second tube arranged concentrically and slidably along the first tube, the third opening of the first tube opening into the second tube and the second tube comprising said outflow opening; and shut-off means closing the second tube on one side so that a liquid flow trap in the feed line 1003895 system extends from the inflow opening, through the first tube to the third opening and from the third opening, through the second tube to the outflow opening, wherein the height of the outflow opening of the second tube relative to the bottom can be adjusted by sliding the second tube in axial direction along the first tube. 5. Samenstel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de derde opening in een zijwand van de eerste buis is aangebracht .Assembly according to claim 4, characterized in that the third opening is arranged in a side wall of the first tube. 6. Samenstel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de eerste buis een stroomafwaarts van de instroomopening gelegen gesloten einde omvat, waarbij de derde opening tussen het gesloten einde en de instroomopening in ligt en waarbij de afsluitmiddelen tussen de eerste en tweede buis zijn 15 aangebracht, waarbij de genoemde zijde van de tweede buis ten opzichte van de opening, waarin de afsluitmiddelen zich bevinden, tegenover de zijde van de tweede buis ligt, waarin de uitstroomopening zich bevindt6. Assembly as claimed in claim 5, characterized in that the first tube comprises a closed end situated downstream of the inflow opening, wherein the third opening lies between the closed end and the inflow opening and wherein the closing means are between the first and second tube. arranged, said side of the second tube relative to the opening, in which the closing means are located, opposite the side of the second tube, in which the outflow opening is located 7. Samenstel volgens een der conclusies 4-6, met het 20 kenmerk, dat de afsluitmiddelen vast met de eei ;te buis zijn verbonden en verschuifbaar in de tweede buis zijn opgenomen.7. Assembly as claimed in any of the claims 4-6, characterized in that the closing means are fixedly connected to the same tube and are slidably received in the second tube. 8. Samenstel volgens een der conclusies 4-7, met het kenmerk, dat de vulkamer zich vanaf de bodem naar boven toe uitstrekkende zijwanden omvat en een met de zijwanden 25 verbonden topwand waarin een kameruitstroomopening is aangebracht, waarbij een vrij open uiteinde van de tweede buis zich uitstrekt tot in de kameruitstroomopening, de afsluitmiddelen zich op een positie tussen het vrije uiteinde van de tweede buis en de uitstroomopening van de tweede buis 30 bevinden en waarbij een zijwand van de tweede buis is voorzien van een opening, die nabij de topwand en in de vulkamer ligt en die een fluïdumverbinding tussen de vulkamer en de kameruitstroomopening vormt.8. Assembly as claimed in any of the claims 4-7, characterized in that the filling chamber comprises side walls extending upwards from the bottom and a top wall connected to the side walls in which a chamber outlet opening is arranged, wherein a freely open end of the second tube extends into the chamber outflow opening, the closing means are in a position between the free end of the second tube and the outflow opening of the second tube 30 and wherein a side wall of the second tube is provided with an opening, which is close to the top wall and in the filling chamber and which forms a fluid communication between the filling chamber and the chamber discharge opening. 9. Samenstel volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de 35 tweede buis vast met de topwand van de vulkamer is verbonden, waarbij de zijwanden op en neer beweegbaar zijn ten opzichte van de bodemwand en waarbij het samenstel verder is voorzien 1003895 van een fluïdum afdichting tussen de zijwanden en de bodemwand.9. Assembly as claimed in claim 8, characterized in that the second tube is fixedly connected to the top wall of the filling chamber, wherein the side walls are movable up and down relative to the bottom wall and wherein the assembly is further provided with 1003895. sealing between the side walls and the bottom wall. 10. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies 4-9, met het kenmerk, dat de eerste buis vast met de bodemwand is 5 verbonden en zich vanaf de bodemwand in opwaartse richting uitstrekt.10. An assembly according to any one of the preceding claims 4-9, characterized in that the first tube is fixedly connected to the bottom wall and extends in an upward direction from the bottom wall. 11. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het samenstel is voorzien van een aantal kliksluitingen voor het instellen van de vulhoogte, waarbij 10 elke kliksluiting met een voorafbepaalde vulhoogte correspondeert .11. Assembly according to any one of the preceding claims, characterized in that the assembly is provided with a number of snap closures for adjusting the filling height, each snap closure corresponding to a predetermined filling height. 12. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de vulkamer is voorzien van een maatverdeling voor het aflezen van de vulhoogte.Assembly according to any one of the preceding claims, characterized in that the filling chamber is provided with a graduation for reading the filling height. 13. Doseerinrichting geschikt voor gebruik in het samenstel volgens een der voorgaande conclusies. t C C 3 8 9 5Metering device suitable for use in the assembly according to any one of the preceding claims. t C C 3 8 9 5