NL1003698C2

NL1003698C2 - Aandrukinrichting.

Info

Publication number: NL1003698C2
Application number: NL1003698A
Authority: NL
Inventors: Johannes Antonius Mar Reinders
Original assignee: Johannes Antonius Maria Reinde
Priority date: 1996-07-29
Filing date: 1996-07-29
Publication date: 1998-02-05
Also published as: TW312648B

Description

Aandrukinrichting

De uitvinding ligt op het terrein van het aan een drageroppervlak hechten van een folielaminaat, dat een lijmlaag omvat van thermische activeerbaar of drukgevoelig type.

5 Bekend is het gebruik van drukrollen, die samen een kneep vormen, waar doorheen een drager wordt getransporteerd waaraan vooraf het folielaminaat is toegevoerd, zodanig dat de eventueel vooraf thermisch geactiveerde lijm daaraan onder druk kan hechten. Aldus 10 kan het laminaat op de drager worden gelamineerd of kan door een zelfde bewerking aan beide zijden de drager geheel door twee folielaminaten worden ingekapseld.

Het is een doel van de uitvinding, het aandrukken in de genoemde kneep met eenvoudiger middelen 15 dan de gebruikelijke walsrollen mogelijk te maken. Het is een verder doel van de uitvinding, voorzieningen te bieden, die voor zover nodig gemakkelijker vervangen kunnen worden.

Het is weer een ander doel van de uitvinding, 20 voorzieningen te bieden, waarin geen gebruik wordt gemaakt van walsrollen die aan hun einden door lagers zijn gedragen en daardoor behept zijn met doorbuiging tijdens bedrijf.

In verband met het bovenstaande verschaft de 25 uitvinding een inrichting voor het met een lijmlaag op een drageroppervlak hechten van een folielaminaat, welke inrichting omvat: transportmiddelen voor het volgens een transportrichting transporteren van een drager; 30 toevoermiddelen voor het toevoeren van een een lijmlaag omvattend folielaminaat zodanig dat de lijmlaag op het drageroppervlak wordt gebracht; en stationaire aandrukmiddelen voor het met enige kracht tegen elkaar drukken van het folielaminaat en het 1003698.

2 drageroppervlak, welke aandrukmiddelen een aan de ene zijde werkzame elastisch indrukbare strook en een daarmee een kneep vormend, aan de andere zijde werkzaam tegendruk-orgaan, welke strook zich althans in 5 dominerende mate dwars op de transportrichting uitstrekt.

Een inrichting die geschikt is voor het inkapselen van een dragerfolie of dragerplaat kan de bijzonderheid vertonen dat het tegendruk-orgaan een tweede elastisch indrukbare strook omvat, die tegenover 10 de eerste strook geplaatst is.

Een specifieke uitvoering vertoont de bijzonderheid dat de strook in hoofdzaak uit rubberelastisch materiaal met een hardheid van ten minste 50°Sh(A) bestaat en in een vormvaste holte geaccommodeerd 15 is.

In het bijzonder deze laatste uitvoering is zeer geschikt om de gebruikelijke doorbuiging van aan hun einden door lagers ondersteunde walsrollen te vermijden. De betreffende holte kan deel uitmaken van een gestel, 20 dat bijvoorbeeld door extrusie is vervaardigd uit aluminium of een geschikte, in voldoende mate mechanisch stijve en sterke kunststof.

De genoemde variant kan ook de bijzonderheid vertonen dat de strook cilindrisch is, met speling in de 25 holte geaccommodeerd is en tijdens bedrijf rolbaar is.

Ook in deze uitvoering wordt voordeel getrokken van het feit, dat de als rol uitgevoerde strook in de vormvaste holte is geaccommodeerd en derhalve over zijn gehele lengte steun ondervindt van de wand van die holte.

30 Opgemerkt wordt, dat in deze uitvoering de wand van de holte kan zijn voorzien van een gladde en hechting afwijzende deklaag, bijvoorbeeld PTFE. Hierdoor kan de optredende wrijving tot verwaarloosbare proporties worden gereduceerd.

35 Een specifieke uitvoering vertoont de bijzonderheid dat de holte een ondersneden vorm vertoont. Deze uitvoering heeft het voordeel, dat de strook niet onbedoeld verloren kan gaan. Niettemin kan, afhankelijk 1 00 3 6 » ü .

3 van de mate van ondersnijding, een gemakkelijke vervanging van de strook gewaarborgd blijven.

Een specifieke uitvoering vertoont de bijzonderheid dat de strook een vrije werkzame buitenzone 5 met een toelopende vorm bezit.

Deze variant kan met voordeel het kenmerk vertonen dat de werkzame buitenzone een dwarsdoorsnedevorm met de algemene vorm van een driehoek vertoont met een tophoek van circa 45°-120° en een hoogte 10 van circa 1-5 mm.

In het bijzonder bij gebruik van een warmte-activeerbare lijmlaag kan de inrichting volgens de uitvinding met voordeel zijn voorzien van verwarmingsmiddelen voor het vooraf verwarmen van het 15 folielaminaat. In de praktijk blijkt echter, dat ook bij het gebruik van een drukgevoelige lijmlaag bij voorkeur van een zekere voorverwarming gebruik kan worden gemaakt. Dit komt de gemakkelijke hechting met relatief geringe druk ten goede. Aldus kan door een geringe voorverwarming 20 tot bijvoorbeeld 60°C door gebruik van een geringere aandrukkracht de levensduur van de elastisch indrukbare strook aanzienlijk worden verlengd.

Teneinde de hechtbewerking zo betrouwbaar mogelijk te doen plaatsvinden is de inrichting volgens de 25 uitvinding bij voorkeur voorzien van spanmiddelen voor het onder een zekere baanspanning toevoeren van het folielaminaat.

Zeer eenvoudig is die uitvoering waarin de spanmiddelen remmiddelen omvatten. Deze remmiddelen 30 zorgen in combinatie met de transportmiddelen voor het door de kneep heen transporteren van de drager voor een voldoende baanspanning in het folielaminaat.

Een aantrekkelijk variant vertoont de bijzonderheid dat de aandrukmiddelen zijn aangebracht aan 35 een gestel, waarin een ruimte voor het accommoderen van een rol folielaminaat aanwezig is.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekening waarin schematisch enkele 1003698 4 willekeurige uitvoeringsvoorbeelden zijn weergegeven. In de tekening tonen: figuur 1 een schematisch dwarsdoorsnede-aanzicht van een inkapsel-inrichting volgens de 5 uitvinding; figuur 2 op vergrote schaal het detail II van figuur 1; figuur 3 een met figuur 2 corresponderend aanzicht van een lamineer-inrichting, waarin van een 10 alternatief aandrukorgaan gebruik is gemaakt; en figuur 4 een met figuur 1 corresponderend aanzicht van een variant, waarin het gestel een rol folielaminaat accommodeert.

Figuur 1 toont een inrichting 1 voor het met 15 een lijmlaag op de buitenvlakken 2, 3 van een dragerplaat 4 hechten van respectieve folielaminaten 5, 6. De drager 4 wordt door samen een kneep vormende, aangedreven invoerrollen 7, 8 getransporteerd naar afvoerrollen 9, 10 die eveneens samen een kneep vormen. De laminaten 5, 6 20 worden afgerold van voorraadrollen 11, 12 en passeren verwarmingselementen 13, 14, alvorens te worden toegevoerd aan een drukkneep, bestaande uit twee elastische stroken 14, 15 (zie ook figuur 2) bestaande uit een relatief hard rubberelastisch materiaal met een 25 hardheid van bijvoorbeeld 80°Sh(A). Deze stroken 14, 15, die een dwarsdoorsnede met de vorm van een driehoek vertonen, zijn opgenomen in ondersneden holten in respectieve gestellen 16, 17, die volgens pijlen 18 met enige kracht naar elkaar toe worden gedrukt om te zorgen, 30 dat de stroken 14, 15 een voldoende grote druk uitoefenen op de lijmlagen, die deel uitmaken van de laminaten 5, 6 om te zorgen dat die hechten aan de dragerplaat 4.

Opgemerkt wordt, dat in figuur 1 en figuur 2 de gestellen 16, 17 massief zijn getekend. Noodzakelijk is 35 dit niet; ze kunnen ook hol zijn uitgevoerd en bijvoorbeeld door extrusie zijn vervaardigd.

Zoals figuur 2 aangeeft, zal het toelopende vrije einde van elk van de stroken 14, 15 onder invloed 1003698.

5 van de uitgeoefende drukkracht 18 en het passeren volgens pijlen 19 van de laminaat 5, 6 de getoonde vervormde toestand vertonen. Duidelijk zal zijn, dat de snelheid, waarmee de laminaten worden getransporteerd gelijk is aan 5 de snelheid, waarmee de plaat 4 volgens pijl 20 wordt getransporteerd.

Figuur 3 toont een variant, waarin de drukstrook 20 is geaccommodeerd in een gedeeltelijk cilindrische langwerpige holte 21, waarvan het voorvlak 10 op de getekende wijze bekleed is met een PTFE-deklaag. Door het krachtenspel, omvattende de aandrukkracht 18 en de rotatie volgens pijlen 23 van drukstrook 20 tijdens bedrijf zal op de in figuur 3 getoonde wijze de cilindrische drukstrook 20 de neiging hebben, aan te 15 drukken tegen deze PTFE-deklaag. Het rubberachtige materiaal van de strook 20 en het PTFE hebben een geringe wrijvingscoëfficient gemeen, waardoor de rotatiewrijving gering is.

Anders dan in de figuren 1 en 2 weergegeven, 20 vindt in de uitvoering volgens figuur 3 het aanbrengen van het laminaat 5 slechts aan één zijde plaats. De dragerplaat 4 wordt tijdens transport ondersteunt door een tegendrukorgaan in de vorm van een rollenbaan, bestaande uit vrij draaiende rollen 24. De aandacht wordt 25 erop gevestigd, dat het laatstbeschreven aspect op zichzelf geen verband heeft met de keuze van een onbeweeglijke strook 14, 15 of een roteerbare strook 20. Tevens wordt de aandacht erop gevestigd, dat de strook 20 in die zin als stationair moet worden beschouwd, dat zijn 30 hoofdpositie ook tijdens bedrijf niet variabel is.

Figuur 4 toont een uitvoering, waarin van een drukstrook 14 gebruik is gemaakt. Deze drukstrook is aangebracht aan de afvoerzijde van een gebogen, in hoofdzaak prismatisch gestel 24, waarin een holte 25 35 aanwezig is voor het accommoderen van een voorraadrol 26 folielaminaat. Het laminaat 5 wordt van de rol afgewikkeld en beweegt zich over het buitenvlak van het gestel 24, dat daartoe eventueel van een extra glad 1003698.

6 oppervlak kan zijn voorzien of een deklaag van bijvoorbeeld PTFE kan vertonen. Ook hier is gebruik gemaakt van een verwarmingselement 13, dat is geplaatst op relatief geringe afstand van het aandrukorgaan 14 om 5 een ontoelaatbare mate van afkoeling van het laminaat voorafgaand aan het aandrukken te voorkomen.

Om een voldoende spanning in het folielaminaat te verzekeren draagt het gestel 24 via steunen 27, 28 een verend stalen strook 29, waaraan een remkussen 30 van 10 viltachtig materiaal is bevestigd. De daardoor uitgeoefende, met 31 aangeduide drukkracht, waarmee het passerende laminaat tegen het buitenvlak van gestel 24 wordt gedrukt, verzekert samen met de trekkracht die wordt opgebracht door de invoerrollen 7, 8 15 respectievelijk de afvoerrollen 9, 10 een voldoende spanning in het laminaat.

Het zal duidelijk zijn, dat binnen het kader van de uitvinding vele varianten en combinaties van de beschreven aspecten mogelijk zijn.

20 De getekende vormen van de gestellen zijn slechts als mogelijkheid gegeven en impliceren geen beperking.

1003898.

Claims

1. Inrichting voor het met een lijmlaag op een drageroppervlak hechten van een folielaminaat, welke inrichting omvat: transportmiddelen voor het volgens een 5 transportrichting transporteren van een drager; toevoermiddelen voor het toevoeren van een een lijmlaag omvattend folielaminaat zodanig dat de lijmlaag op het drageroppervlak wordt gebracht; en stationaire aandrukmiddelen voor het met enige 10 kracht tegen elkaar drukken van het folielaminaat en het drageroppervlak, welke aandrukmiddelen een aan de ene zijde werkzame elastisch indrukbare strook en een daarmee een kneep vormend, aan de andere zijde werkzaam tegendruk-orgaan, welke strook zich althans in 15 dominerende mate dwars op de transportrichting uitstrekt.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarin het tegendruk-orgaan een tweede elastisch indrukbare strook omvat, die tegenover de eerste strook geplaatst is.

3. Inrichting volgens conclusie 1, waarin de 20 strook in hoofdzaak uit rubberelastisch materiaal met een hardheid van ten minste 50°Sh(A) bestaat en in een vormvaste holte geaccommodeerd is.

4. Inrichting volgens conclusie 3, waarin de strook cilindrisch is, met speling in de holte 25 geaccommodeerd is en tijdens bedrijf rolbaar is.

5. Inrichting volgens conclusie 3, waarin de holte een ondersneden vorm vertoont.

6. Inrichting volgens conclusie 1, waarin de strook een vrije werkzame buitenzone met een toelopende 30 vorm bezit.

7. Inrichting volgens conclusie 6, waarin de werkzame buitenzone een dwarsdoorsnedevorm met de algemene vorm van een driehoek vertoont met een tophoek van circa 45°-120° en een hoogte van circa 1-5 mm. 1003698.

8. Inrichting volgens conclusie 1, omvattende verwarmingsmiddelen voor het vooraf verwarmen van het folielaminaat.

9. Inrichting volgens conclusie 1, omvattende 5 spanmiddelen voor het onder een zekere baanspanning toevoeren van het folielaminaat.

10. Inrichting volgens conclusie 1, waarin de spanmiddelen remmiddelen omvatten.

11. Inrichting volgens conclusie 1, waarin de 10 aandrukmiddelen zijn aangebracht aan een gestel, waarin een ruimte voor het accommoderen van een rol folielaminaat aanwezig is. 1 00 3 6 9 8 .