NL1001896C2 - Veiligheids-kinderzitje. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Veiligheids-kinderzitje*

De uitvinding heeft betrekking op een veiligheids-kinderzitje van het type, bestaande uit een van een steunbodem voorzien kuipvormig stoellichaam met een scharnierende draag-beugel en voorzien van aangrijpingspunten voor het heupgordel-5 part en het schoudergordelpart van een driepunts-veiligheidsgordel.

Een dergelijk veiligheids-kinderzitje is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 9400114. Het is voor gebruik in uiteenlopende situaties ontworpen. Behalve als draagstoeltje 10 en schommelstoeltje is dit zitje, bij naar voren geklapte draagbeugel, geschikt voor plaatsing op de zitting van een passagiersstoel of -bank in een automobiel. In het laatste geval komt het kuipstoeltje met het voeteneinde naar de rugleuning van de passagiersstoel respectievelijk -bank 15 toegekeerd te staan en steunt de in zijn schuin naar voren opstaande stand vergrendelde draagbeugel met zijn horizontale draagstanggedeelte tegen de rugleuning van de betreffende passagiersstoel.

De aangrijpingspunten voor de bij de betreffende 20 passagiersplaats behorende driepunts-veiligheidsgordel bestaan bij het kinderzitje uit een aangrijpingspunt op elk van de beide armleuningdelen van het stoellichaam ten behoeve van het heupgordelpart, alsmede een tweetal aangrijpingspunten aan de achterzijde van het rugleuninggedeelte ter geleiding van het 25 schoudergordelpart. Voor het vastzetten van het zitje op de passagiersplaats worden het schoudergordelpart en het heupgordelpart van de driepunts-veiligheidsgordel respectievelijk langs de aangrijpingspunten op het rugleuninggedeelte en die op de armleuningdelen van het stoellichaam geleid.

30 Uit een oogpunt van veiligheid voldoet het bekende kinderzitje ruimschoots aan de gestelde eisen. In alle in de praktijk voorkomende omstandigheden wordt het zitje door de driepunts-veiligheidsgordel en de extra steun door de naar voren geklapte draagbeugel stevig op zijn plaats op de 35 passagiersstoel of -bank vastgehouden. Het leiden van het heupgordelpart en het schoudergordelpart van de driepunts- 1001896 2 veiligheidsgordel langs de verschillende aangrijpingspunten op het kuipstoeltje wordt echter in de praktijk als betrekkelijk lastig ervaren, terwijl in sommige typen automobielen de beschikbare gordellengte onvoldoende is.

5 De uitvinding nu beoogt aan dit bezwaar van het bekende veiligheids-kinderzitje tegemoet te komen en wel zonder dat daarmede afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid.

Het daartoe door de uitvinding voorgestelde kinderzitje wordt gekenmerkt door een nabij de voorzijde van het kuip-10 vormige stoellichaam, tussen de steunbodem en de daarboven gelegen zitting van het stoellichaam aanwezige, in dwars-richting doorlopende ruimte, die aan de voorzijde wordt begrensd door een zich in dwarsrichting uitstrekkend opstaand vlak en die vanaf een einde van het kuipvormige stoellichaam 15 toegankelijk is.

Deze uitvoering biedt de mogelijkheid om de door het schoudergordelpart en het heupgordelpart tezamen gevormde lus via een einde van het kuipvormige stoellichaam in de opneem-ruimte tussen steunbodem en zitting te steken en vervolgens 20 het heupgordelpart tegen het als voorste aangrijpingspunt dienende opstaande vlak te doen aanliggen, om vervolgens de gebruikelijke, langs de lus verschuifbare schuifgesp in de bijbehorende sluitbus te steken en het van de schuifgesp terugkerende schoudergordelpart rond het achtereinde van het 25 kuiplichaam te laten lopen.

Het als aangrijpingspunt voor het heupgordelpart dienende opstaande vlak ligt wezenlijk lager dan de aangrijpingspunten op de armleuningen bij het bekende zitje. Hierdoor kan met een wezenlijk kortere gordellengte worden 30 volstaan.

In een bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm is de opneemruimte vanaf het achtereinde van het stoellichaam toegankelijk via een aan de achterzijde en opzij van het stoellichaam open invoersleuf. Deze uitvoering heeft de 35 voorkeur boven die, waarin de opneemruimte vanaf de voorzijde van het zitje toegankelijk is. Een vanaf de achterzijde toegankelijke opneemruimte heeft namelijk het voordeel, dat men eerst het zitje op de betreffende passagiersplaats kan 1001896 3 installeren, waarna de gordellus eenvoudig vanaf de voorzijde van de zitting van de passagiersplaats kan worden aangebracht.

De uitvinding wordt hieronder aan de hand van de tekening met een aantal uitvoeringsvoorbeelden nader 5 toegelicht.

Fig. 1 is een zijaanzicht van het kinderzitje volgens de uitvinding in een eerste uitvoeringsvorm; fig. 2 is een zijaanzicht van het kinderzitje volgens de uitvinding in een tweede uitvoeringsvorm en 10 fig. 3 is een zijaanzicht van het kidnerzitje volgens de uitvinding in een derde uitvoeringsvorm.

Het in fig. l getoonde kinderzitje heeft een kuipvormig stoellichaam 1 met een om een dwars gerichte as scharnierende draagbeugel 2. Het stoellichaam 1 is bevestigd op een slede-15 vormige steunbodem 3, die tevens als schommelbodem kan dienen. Daarbij rust het kuiplichaam 1 alleen met het voorste gedeelte la op de slede 3 en is tussen het achterste gedeelte lb van het kuiplichaam l en de slede 3 een naar achteren en weerszijden open spleetruimte 4 aanwezig, die naar voren, op de 20 overgang van het "zwevende" achterste gedeelte lb van het kuiplichaam naar het voorste gedeelte la van het kuiplichaam overgaat in een betrekkelijk steil naar boven reikende, naar weerszijden open sleuf 5.

De tekening toont het zitje met de slede 3 rustend op de 25 schematisch aangegeven zitting 6 en met de voorrand van het kuiplichaam 1 en de draagbeugel steunend tegen de eveneens schematisch aangegeven rugleuning 7 van een passagiersplaats in een automobiel.

Het zitje wordt in de getekende positie op de 30 passagiersplaats vastgehouden met behulp van de bij die passagiersplaats behorende, in de regel als driepunts-gordel uitgevoerde veiligheidsgordel 8. Van deze veiligheidsgordel 8 vormt het van een hoog gelegen, veelal als automatisch opwikkelpunt uitgevoerd bevestigingspunt 9 komende schouder-35 gordelpart 10 tezamen met het van het (vrijwel) recht daaronder gelegen (niet weergegeven) vaste verankeringspunt komende heupgordelpart 11 een lus die eenvoudig vanaf de voorzijde van de passagiersplaats via de spleetruimte 4 in de 1001896 / 4 aan het einde daarvan naar boven reikende sleuf 5 kan worden gestoken. Het heupgordelpart 11 kont daarbij aan te liggen tegen het als aangrijpingspunt dienende voorste begrenzings-vlak 5a van de sleuf 5, terwijl het schoudergordeldeel 10 5 schuin langs de achterzijde van het kuiplichaan 1 naar beneden en naar voren komt te lopen. Nadat de veiligheidsgordel 8 op deze wijze is aangebracht kan de gebruikelijke schuifgesp 12 op bekende wijze in de bijbehorende sluitbus 13 in het "derde" bevestigingspunt 14 worden gestoken.

10 Het achterste gedeelte lb van het kuiplichaam 1 en de slede 3 zouden onder belasting naar elkaar toe kunnen buigen. De slede 3 kan daarbij tevens als begrenzingsaanslag fungeren.

In het uitvoer ingsvoor beeld volgens fig. 2 is het kuiplichaan met een voorste kolomvormig deel la' bevestigd op 15 een beugelvormige slede 3'. Daarbij is achter het kolomvormige kuipdeel la' een in dwarsrichting doorlopende opneemruimte 5' aanwezig, waarvan het voorste opstaande begrenzingsvlak 5a' als aangrijpingsvlak voor het heupgordelpart van de veiligheidsgordel dient. Ook in dit geval is de opneemruimte 20 5' vanaf het achtereinde van het kuiplichaam 1' toegankelijk.

Het achterste kuipgedeelte lb' loopt hierbij echter in neerwaartse richting door tot tussen de benen van de beugelvormige slede 3'. In vergelijking met de uitvoering volgens fig. 1 is de invoerspleet 4' voor de gordellus dus dieper en ook lang de 25 zijkanten komen te liggen.

In fig. 2 zijn het heupgordelpart, de schuifgesp en de bijbehorende sluitbus ter wille van de duidelijkheid niet weergegeven.

Fig. 3 tenslotte toont een uitvoeringsvoorbeeld van een 30 kinderzitje, waarbij de opneemspleet 5" voor het kuipgordel-part vanaf het voeteneinde van het kuiplichaam 1" toegankelijk is en wel via een invoer-sleuf 4", die van boven af in de spleetruimte 5" uitloopt. In dit geval dient de gordellus eerst te worden ingestoken alvorens het zitje tegen de 35 rugleuning 7 te kunnen plaatsen.

1 u 0 1 8 9 6

Claims (3)

1. Veiligheids-kinderzitje van het type, bestaande uit een van een steunbodem voorzien kuipvormig stoellichaam met een scharnierende draagbeugel en voorzien van aangrijpingspunten 5 voor het heupgordelpart en het schoudergordelpart van een driepunts-veiligheidsgordel, gekenmerkt door een nabij de voorzijde van het kuipvormige stoellichaam, tussen de steunbodem en de daarboven gelegen zitting van het stoellichaam aanwezige, in dwarsrichting doorlopende ruimte, die aan de 10 voorzijde wordt begrensd door een zich in dwarsrichting uitstrekkend opstaand vlak en die vanaf een einde van het kuipvormige stoellichaam toegankelijk is.

2. Kinderzitje volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de opneemruimte vanaf het achtereinde van het stoellichaam 15 toegankelijk is via een aan de achterzijde en opzij van het stoellichaam open invoersleuf.

3. Kinderzitje volgens conclusies 1-2, met het kenmerk, dat het kuipvormige stoellichaam en de bodemsteun als afzonderlijke delen zijn uitgevoerd, die aan de voorzijde van het 20 zitje op elkaar aanliggend zijn verbonden en over het achterste gedeelte van elkaar vrij liggen. 1001896