BE899396A

BE899396A - Cosmetische poederdoos met uittrekbare opbrenginrichting en werkwijze voor het gebruik daarvan.

Info

Publication number: BE899396A
Application number: BE1/10997A
Authority: BE
Original assignee: Revlon
Priority date: 1983-04-14
Filing date: 1984-04-12
Publication date: 1984-10-12
Also published as: IT8448029A0; HK37487A; US4579133A; IT1180691B; FR2544180A1; ES278815U; ES278815Y; GB2139886B; JPH0133164B2; AU2683684A; MX156376A; JPS60168404A; GB2139886A; AU567158B2; IT8448029A1; CA1240649A; BR8401746A; FR2544180B1; DE3413485C2; DE8411248U1

Abstract

Poederdoos die een houder bevat voor een poeder of creme in de bodem daarvan, een spiegel die een geheel vormt met een deksel dat is bevestigd aan de poederdoos met behulp van een bewegbaar scharnier, en een ruimte boven de spiegel voor een borstelachtige opbrenginrichting die uit en omhulsel kan worden getrokken met behulp van een knop die langs de zijwand daarvan kan glijden. De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het gebruik van een dergelijke poederdoos.

Description

BESCHRIJVING BEHORENDE BIJ
DE OCTROOIAANVRAGE van
REVLON, INC. betreffende "Cosmetische poederdoos met uittrekbare opbrenginrichting en werkwijze voor het gebruik daarvan"
De uitvinding heeft betrekking op een nieuwe en verbeterde uitvoering en ontwerp voor een cosmetische poederdoos en, in het bijzonder, voor een poederdoos met een uittrekbare opbrenginrichting en een werkwijze voor het gebruik van een dergelijke poederdoos.

In de stand der techniek was het grootste probleem een cosmetische poederdoos te verschaffen die goedkoop, bijzonder functioneel doch qua grootte klein is. Voorbeelden van de stand der techniek zijn : het Britse octrooischrift 310.139 en de Amerikaanse octrooischriften 2.442. 541,3. 442.414 en 3.729. 011.

De onderhavige uitvinding verschaft nu een goedkope, uit kunststof gegoten uitvoering van een bijzonder functionele poederdoos-en zeer belangrijk-het uiterlijk van een poederdoos

met kleine afmetingen, doch verschaft eveneens een nuttige opbrenginrichting van volledige grootte en produktvolume.

De uitvinding verschaft een poederdoos die een houder bevat voor een poeder of creme in de bodem daarvan, een spiegel die één geheel vormt met een deksel dat is bevestigd aan de poederdoos met behulp van een beweegbaar scharnier, en een ruimte boven de spiegel voor een borstelachtige opbrenginrichting die uit een omhulsel kan worden getrokken met behulp van een knop die langs de zijwand daarvan kan glijden.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het gebruik van een poederdoos. De werkwijze omvat drie ontgrendelingstrappen omvattende een ondersneden vergrendeling, een snap-vergrendeling, en een wigvergrendeling, die alle hierna nader worden beschreven.

De uitvinding zal nu worden toegelicht door een uitvoeringsvoorbeeld met behulp van de tekening waarin ;
Fig. 1 in perspectief een poederdoos toont waarbij de opbrenginrichting zich bevindt in het omhulsel en de houder voor het produkt gesloten is.

Fig. 2 in perspectief een poederdoos waarbij de opbrenginrichting uitsteekt uit het omhulsel daarvan en de houder is geopend om het produkt te tonen en de spiegel gereed is voor gebruik.

Fig. 3 een gedeeltelijk weggebroken langsaanzicht in dwarsdoorsnede van de poederdoos in zijn gesloten toestand.

Fig. 4 een dwarsdoorsnede van de poederdoos in zijn gesloten toestand.

Fig. 5 een dwarsdoorsnedebovenaanzicht van de poederdoos waarbij de opbrenginrichting zich bevindt in het omhulsel daar- voor.,
Fig. 6 een dwarsdoorsnedebovenaanzicht van de poederdoos waarbij de opbrenginrichting uitsteekt uit het omhulsel daarvan.

Fig. 1 toont een poederdoos bestaande uit een houder 1 in de onderzijde en een omhulsel 2 voor een opbrenginrichting in de bovenzijde. In het omhulsel 2 is gedeeltelijk een opbreng-

inrichting weergegeven, bij voorkeur een borstel 3, die uittrekbaar is met een spie of knop 4, die glijdt in een spie-of leibaan 5 uitgesneden langs de zijwand 16 van het omhulsel 2. Er bevindt zich eveneens een aanslag 22 bij de bovenrand van de opening voor de borstel 3. De houder 1 in de onderzijde bestaat uit een zijwand 27, een achterwand 7 en een tussenvloer 8, waarbij de twee laatstgenoemde draaibaar zijn om een beweegbaar scharnier 9. De houder 1 in de bodem omvat eveneens een lage zijwand 23 en een voorzijde 14 met een ondersneden gedeelte 15.

De achterwand 17 en voorwand 14 bevinden zich tegenover en vrijwel evenwijdig aan elkaar. De wanden 7 en 14 bezitten eveneens afgeknotte delen 24 die aflopen tot ongeveer de hoogte van de lage zijwand 23.

In fig. 2 is de borstel 3 volledig uitgetrokken uit het omhulsel 2 weergegeven. Het uittrekken van de borstel 3 heeft plaatsgevonden door de knop 4, die indirekt is verbonden met een van een dop voorziene steel 6 van de borstel 3, in de leibaan 5 langs de zijwand 16 van het omhulsel 2 te laten glijden.

Eveneens in fig. 2 is de houder 1 in de onderzijde weergegeven in geopende toestand. De achterwand 7 en tussenvloer 8, die als een geheel zijn verbonden met elkaar met een hoek van
EMI3.1
0 ongeveer zijn tezamen gedraaid rond het beweegbare schar- nier 9 zodat een spiegel 10 en een cosmetisch of poedervormig produkt 11 voor gebruik wordt blootgesteld. De achterwand 7 dient als een met een vinger te regelen mechanisme voor het aanpassen van de hoek van de spiegel 10.

De fig. 3 en 4 tonen de inwendige bijzonderheden van de poederdoos duidelijker. Een aanslag 26 onder de achterste bovenrand van de zijwand 27 grijpt in in de aanslag 22 op de bovenrand van het omhulsel 2. Het is bijvoorbeeld eveneens duidelijk dat het cosmetische produkt 11 aanwezig is in een vervangbaar schuitje 12 in de houder 1. Anderzijds kan het cosmetische produkt 11 direkt zijn aangebracht in de houder 1 zonder het gebruik van een schuitje 12. Een dergelijke aanbrenging verdient echter niet de voorkeur daar het cosmetische produkt U

dan niet gemakkelijk kan worden vervangen, zoals wanneer het produkt 11 aanwezig is in het schuitje 12. Wanneer de houder 1 is afgesloten sluit, in elke uitvoeringsvorm, de spiegel 10 het produkt 11 af tegen morsen en verontreiniging van de andere elementen van de poederdoos.

Een kleine ruimte is aangebracht tussen de spiegel 10 en de bovenzijde van het schuitje 12 zodat het produkt 11 niet in direkt contact komt met de spiegel 10.

In de fig. 5 en 6 zijn de inwendige bijzonderheden van het omhulsel 2 in de bovenzijde, van waaruit de borstel 3 kan worden getrokken, weergegeven. Het is bijvoorbeeld duidelijk dat de van een dop voorziene steel 6 van de borstel 3 wordt gestabiliseerd terwijl hij wordt vastgehouden door een dwars ondersteuningsorgaan 27 van een schuif 13 met een I-vorm, waaraan knop 4 is bevestigd. Andere bijzonderheden zullen in het hiernavolgende nader worden beschreven.

De uitvoering van de poederdoos omvat drie vergrendelings/ ontgrendelingen. Zoals blijkt uit de fig. 1 en 2 is langs de bovenzijde van de voorwand 14 aan de rechterzijde van de houder 1, het ondersneden deel 15 aanwezig als een passende uitsnijding voor knop 4, die uitsteekt uit de leibaan 5 van het omhulsel 2. Zoals het duidelijkst is in fig. 3 grijpt de aanslag 22 van het omhulsel 2 aan onder de aanslag 26 bij de bovenrand van zijwand 25 van de houder 1. Dit samenstel omvat de eerste vergrendeling voor de houder 1 en het omhulsel 2 en kan worden aangeduid als de ondersneden vergrendeling.

Zoals duidelijk is in fig. 4 zijn de achterwand 7 en tussenvloer 8, waaronder de spiegel 10 is bevestigd, onbeweeglijk
EMI4.1
o aan elkaar gevormd onder een hoek van en wordt derhalve voorkomen dat het omhulsel 2 voor de borstel 3 onverwachts losraakt. De achterwand 7 en tussenvloer 8 begrenzen tezamen het omhulsel 2 tegen de voorwand 14 van de houder 1 door een wrijvingspassing. Deze tweede vergrendeling omvat, naast het vastleggen van het omhulsel 2 in de houder 1 van de poederdoos, functioneel het stevig op zijn plaats vergrendelen van de tus-

senvloer 8 met de daarop bevestigde spiegel 10 wanneer de poederdoos is gesloten.

Deze tweede vergrendeling is voltooid wanneer de vrije rand van de tussenvloer 8, zoals is weergegeven aan de rechterzijde van fig. 4, aankomt tegen de binnenaanslag 21 van de houder 1 en kan worden aangeduid als de wigvergrendeling.

Zoals het duidelijksteblijkt uit de fig. 5 en 6, zijn aan de binnenzijde van de zijwand 16 van het omhulsel 2 enigszins boven de spie-of leibaan 5, tenminste twee inkepingen 17 uitgesneden die het beste zijn weergegeven in de fig. 1 en 2. Zie eveneens de inkeping 17 in de rechter aanzichten van de fig. 3 en 4. Zoals duidelijk blijkt in de fig. 5 en 6 is een nok 18 gevormd die een geheel vormt met en uitsteekt uit een aanslag 19 van de l-vormige schuif 13 om samen te werken met of vrij te komen van één van de inkepingen 17. Een kleine ondersnijding 20 is gevormd in de l-vormige schuif 13 direkt boven de aanslag 18 zodat de aanslag 19 gemakkelijk de nok 18 in en uit de inkepingen 17 buigt wanneer een gebruiker van de poederdoos tegen de spie of knop 4 drukt.

Deze derde vergrendeling kan worden aangeduid als een snapvergrendeling.

Het gebruik van de poederdoos zal nu nader worden beschreven. Beginnende met fig. 3 die de poederdoos toont in zijn volledig gesloten toestand, drukt de gebruiker eerst op knop 4 naar rechts om de poederdoos te openen. Wanneer de knop 4 bij het rechter uiteinde van leibaan 5 is gekomen pakt de gebruiker het omhulsel 2 met de vingers op het oppervlak van beide zijwanden 16 die zich bevinden boven de afgeknotte delen 24 van de houder 1 en duwt naar boven zodat de knop 4 van het omhulsel 2 het ondersneden gedeelte 15 van de houder 1 passeert en de aanslag 22 van het omhulsel 2 vrij komt uit de aanslag 26 van de houder 1. Het omhulsel 2 kan derhalve worden verwijderd over de lage zijwand 23 uit de ruimte boven de tussenvloer 8 van de houder 1, zoals is weergegeven in fig. 1. Aldus wordt de eerste ontgrendelingstrap voltooid.

Zoals is weergegeven in de rechterhelft van de fig. 5 en 6,

wordt daarna knop 4 naar binnen gedrukt zodat nok 18 vrij komt uit de inkeping 17. Het ondersneden gedeelte 20 maakt het mogelijk dat aanslag 19 naar achteren buigt. Op dit punt is de tweede ontgrendelingstrap voltooid.

De gebruiker duwt de borstel 3 naar links, zoals is weergegeven in fig. 6, door knop 4 langs leibaan 5 die is uitgesneden in de zijwanden 16 van het omhulsel 2 te duwen, zoals is weergegeven in fig. 2, tot knop 4 wordt gestopt bij het linkeruiteinde van leibaan 5, waardoor de borstel 3 volledig is uitgetrokken. Zoals blijkt in fig. 6 wordt de borstel 3 gestabiliseerd in zijn beweging doordat de van een dop voorziene
EMI6.1
ondersteuningsorgaan steel 6 wordt vastgehouden door het s. de I-vormige schuif 13. De borstel 3 zal derhalve in zijn vol- ledig uitgetrokken positie zijn vergrendeld wanneer de gebruiker de knop 4 loslaat zodat de aanslag 19 de nok 18 terugbuigt in de inkeping 17 aan de linkerzijde.

Zoals is weergegeven in fig. l duwt de gebruiker tegen de binnenzijde van achterwand 17 zodat de tussenvloer 8 vrijkomt uit de inwendige aanslag 21, die uitsluitend is weergegeven in fig. 4. Zoals is weergegeven in fig. 2, worden zowel de achterwand 17 en tussenvloer 8, die bij voorkeur als één geheel tezamen zijn gegoten, ongeveer 900 of meer rond een beweegbaar scharnier 9 achterwaarts gedraaid tot de geopende positie. Aldus is de derde ontgrendelingstrap voltooid.

De spiegel 10, die aan de onderzijde van de tussenvloer 8 is bevestigd, en het cosmetische produkt 11 zijn nu beide volledig beschikbaar voor gebruik. De persoon die het omhulsel 2 vasthoudt bet het einde van borstel 3 in het produkt 11 en brengt het cosmeticum aan waar het gewenst is. De poederdoos kan worden gesloten en opnieuw worden vergrendeld door de drie trappen omvattende de snapvergrendeling, de wigvergrendeling, en de ondersneden vergrendeling in omgekeerde volgorde toe te passen.

Claims

CONCLUSIES 1. Poederdoos bestaande uit : een houder omvattende één wand met een ondersneden gedeelte daarin, een andere wand daar tegenover en vrijwel evenwijdig aan de eerste wand, en een tussenvloer onder een hoek verbonden met de andere wand ; en een omhulsel omvattende een opbrenginrichting en uittrekmiddelen voor het uittrekken van de opbrenginrichting uit het omhulsel ; waarbij de uittrekmiddelen kunnen grijpen in het ondersneden gedeelte van de ene wand van de houder zodat het omhulsel van de opbrenginrichting met de houder vergrendeld is.
2. Poederdoos volgens conclusie 1 met het k e nm e r k dat tevens een in de houder gevormde scharnier aanwezig is voor het draaien van de andere wand en de tussenvloer daaromheen.
3. Poederdoos volgens conclusie 1 met het k e nm e r k dat bovendien een spiegel aanwezig is die in zijn geheel is bevestigd op de tussenvloer van de houder.
4. Poederdoos volgens conclusie 1 met het k e nm e r k dat eveneens eerste aanslagmiddelen, gevormd in het omhulsel, en tweede aanslagmiddelen, gevormd in de houder, aanwezig zijn voor het vergrendelen van het omhulsel van de opbrenginrichting in een ruimte die is aangebracht boven de tussenvloer van de houder.
5. Poederdoos volgens conclusie 1 met het k e nm e r k dat een schuitje aanwezig is voor een cosmetisch produkt in de houder.
6. Poederdoos volgens conclusie 1 met het k e nm e r k dat leibanen zijn aangebracht in een wand van het omhulsel voor de opbrenginrichting, om de uittrekmiddelen daarlangs te kunnen voortbewegen.
7. Poederdoos volgens conclusie 1 met het k e nm e r k dat schuiforganen, aangebracht in het omhulsel voor de <Desc/Clms Page number 8> opbrenginrichting, aanwezig zijn voor het verbinden van de opbrenginrichting met de uittrekmiddelen.
8. Poederdoos volgens conclusie 7 met het k e nm e r k dat in het omhulsel voor de opbrenginrichting, aangebrachte inkepingen aanwezig zijn voor het vergrendelend samenwerken met de schuiforganen.
9. Poederdoos volgens conclusie 8 met het k e nm e r k dat nokken, aangebracht op de schuiforganen, aanwezig zijn om vergrendelend samen te werken met de inkepingen.
10. Poederdoos volgens conclusie 9 met het k e nm e r k dat de schuiforganen I-vormig zijn en aanslagmiddelen voor het dragen van de nok bevatten, en tevens een dwarse drager omvatten voor het stabiliseren van de opbrenginrichting.
11. Poederdoos volgens conclusie 10 met het k e nm e r k dat de dwarse drager een ondersneden gedeelte omvat zodat de aanslagmiddelen achterwaarts kunnen buigen wanneer de uittrekmiddelen naar boven worden geduwd.
12. Poederdoos volgens conclusie 1 met het k e nm e r k dat : afgeknotte delen, gesneden in zowel de ene wand als de andere wand, aanwezig zijn zodat het omhulsel voor de opbrenginrichting kan worden vastgepakt ; en derde aanslagmiddelen, gevormd in de houder, aanwezig zijn om de tussenvloer op wigvormige wijze naar beneden te vergrendelen.
13. Poederdoos bestaande uit : een houder omvattende een lage zijwand, twee tegenover elkaar en vrijwel evenwijdig aan elkaar gelegen wanden, met afgeknotte delen die schuin aflopen naar de lage zijwand, een andere hoge zijwand tegenover en vrijwel evenwijdig aan de lage zijwand, een tussenvloer, en een ruimte die is aangebracht boven de tussenvloer de vier wanden ; en een omhulsel omvattende een opbrenginrichting, middelen voor het vergrendelen van het omhulsel tezamen met de houder in de ruimte aangebracht boven de tussenvloer tussen de vier <Desc/Clms Page number 9> wanden, en zijwanden met een oppervlak, blootgesteld boven de afgeknotte delen van de twee wanden van de houder zodat hetom- hul-=elkan worden vastgehouden ter verwijdering van de ruimte aangebracht boven de tussenvloer tussen de vier wanden van de houder.
14. Poederdoos volgens conclusie 13 met het k e n- . m e r k dat de hogere zijwand van de houder een aanslagmiddel onder zijn bovenste rand bezit ; en een van de twee wanden met afgeknotte delen eveneens een schuin verlopend gedeelte bezit.
15. Poederdoos volgens conclusie 13 met het k e nm e r k dat de vergrendelingsmiddelen op het omhulsel middelen omvatten voor het uittrekken van de opbrenginrichting, welke uittrekmiddelen kunnen grijpen in het schuin verlopende gedeelte van een van de twee wanden met afgeknotte delen, en aanslagmiddelen, aangebracht langs een rand van een opening voor de opbrenginrichting, om in te grijpen in het aanslagmiddel onder de bovenrand van de hogere zijwand van de houder.
16. Werkwijze voor het gebruik van een poederdoos volgens een of meer der conclusies 1-15 met het ken mer k dat men : een schuin verlopende vergrendeling ontgrendelt om een houder voor een cosmeticum te verbinden met een omhulsel voor de opbrenginrichting, een snap-vergrendeling ontgrendelt om een opbrenginrichting te verbinden met het huis voor de opbrenginrichting ; een wig-vergrendeling ontgrendelt om de houder voor een cosmeticum in gesloten toestand te houden.
17. Werkwijze volgens conclusie 16 met het k e nm e r k dat het ontgrendelen van de snap-vergrendeling tevens omvat het uittrekken van de opbrenginrichting uit het omhulsel voor de opbrenginrichting.
18. Werkwijze volgens conclusie 16 met het k e nm e r k dat men bij het ontgrendelen van de wig-vergrendeling <Desc/Clms Page number 10> tevens tenminste een vloer die een spiegel draagt draait rond een in de houder gevormd scharnier.
19. Werkwijze volgens conclusie 16 met het k e nm e r k dat men bij het ontgrendelen van de wig-vergrendeling een spiegel en een cosmetisch produkt in de houder voor gebruik blootstelt.
20. Werkwijze volgens conclusie 18 met het k e nm e r k dat wanneer men tenminste de vloer draait gelijktijdig een wand die onder een hoek is verbonden met de vloer, rond het scharnier draait.