BE1028772B1 - Gezichtsmasker - Google Patents

Abstract

De huidige uitvinding heeft betrekking op een gezichtsmasker dat een lichaamsgedeelte omvat dat is geconfigureerd om over de mond en ten minste een deel van de neus van een gebruiker te worden geplaatst, waarbij het lichaamsgedeelte meerdere lagen omvat die op elkaar zijn aangebracht, het lichaamsgedeelte ten minste twee lagen van non-woven vlies omvat, met het kenmerk dat het genoemde non-woven vlies een gewicht heeft tussen 20 en 50 g/m2, en polyester / polyamide microfilamenten omvat met een diameter van minder dan 5 micron.

Description

GEZI CHTSMASKER

GEBI ED VAN DE UITVINDING De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een gezichtsmasker dat wasbaar en herbruikbaar is, en optioneel een kiemdodende werking heeft.

ACHTERGROND Gezichtsmaskers vinden hun nut in een groot aantal medische, industriële en huishoudelijke toepassingen door de drager te beschermen tegen het inademen van stof en andere schadelijke in de lucht zwevende verontreinigen via de mond of neus. Het gebruik van gezichtsmaskers is een aanbevolen praktijk in de gezondheidszorg om de verspreiding van ziekten te helpen voorkomen. Gezichtsmaskers die door zorgverleners worden gedragen, helpen het aantal infecties bij patiënten te verminderen door de uitgeademde lucht van de drager te filteren, waardoor het aantal schadelijke organismen of andere verontreinigingen die in het milieu vrijkomen, worden verminderd. Bovendien beschermen gezichtsmaskers de gezondheidswerker door in de lucht zwevende verontreinigingen en micro- organismen uit de ingeademde lucht te filteren. Het gedeelte van het gezichtsmasker dat de neus en mond bedekt, staat meestal bekend als het lichaamsgedeelte. Het lichaamsgedeelte van het masker kan verschillende lagen materiaal omvatten. Ten minste één laag kan zijn samengesteld uit een filtratiemateriaal dat de doorgang van ziektekiemen en andere verontreinigingen erdoor verhindert, maar de doorlaat van lucht mogelijk maakt zodat de gebruiker comfortabel kan ademen. De poreusheid van het masker verwijst naar hoe gemakkelijk lucht door het masker wordt gezogen en een poreuzer masker is natuurlijk gemakkelijker om door te ademen. Het lichaamsgedeelte kan ook meerdere lagen bevatten om extra functionaliteit voor het gezichtsmasker te bieden. Gezichtsmaskers kunnen bijvoorbeeld een of meer materiaallagen bevatten aan weerszijden van de filtratiemateriaallaag. Verdere componenten kunnen aan het masker worden bevestigd om extra functionaliteit te bieden. De recente uitbraken van het ernstig acuut ademhalingssyndroom (SARS) en meer in het bijzonder de wereldwijde COVID-19-uitbraak hebben de belangstelling vergroot voor gezichtsmaskers die voldoen aan de eisen om als medisch gezichtsmasker te worden bestempeld, terwijl deze maskers herbruikbaar en wasbaar zijn. De pandemie van 2020 heeft ons inderdaad geleerd dat het nodig is om herbruikbare medische gezichtsmaskers te leveren, om een tekort aan de broodnodige medische gezichtsmaskers te voorkomen.

Daarnaast is er vraag naar een kiemdodend masker dat micro-organismen die in contact komen met een gezichtsmasker deactiveert, zodat ze niet worden ingeademd door een drager en zodat ze niet worden overgedragen op een ander oppervlak door onbedoeld contact van het masker met andere oppervlakken of de handen.

WO 2007 027 413 beschrijft een gezichtsmasker waarbij de buitenste laag is behandeld met een kiemdodend middel. Dit gezichtsmasker is echter niet wasbaar of herbruikbaar en heeft daarom veel nadelen, zeker in tijden waar wereldwijd enorme tekorten aan medische gezichtsmaskers werden gemeld. Er is dus behoefte aan een herbruikbaar, wasbaar gezichtsmasker van medische kwaliteit. De huidige uitvinding probeert een oplossing te bieden voor het laatste probleem.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING De onderhavige uitvinding en uitvoeringsvormen daarvan dienen om een oplossing te bieden voor een of meer van de bovengenoemde nadelen. Hiertoe heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een gezichtsmasker volgens conclusie 1 of 15. Voorkeursuitvoeringen van de inrichting worden getoond in één van de conclusies 2 tot 14.

Genoemd gezichtsmasker is een chirurgisch gezichtsmasker dat voldoet aan de vereisten zoals gedefinieerd in EN 14683:2019+AC:2019 Medische gezichtsmaskers - Eisen en beproevingsmethoden en/of ASTM F2100 - 19e1 Standaardspecificatie voor de prestaties van materialen die worden gebruikt in medische gezichtsmaskers.

Hoewel deze normen verwijzen naar wegwerp gezichtsmaskers, is een gezichtsmasker volgens de huidige uitvinding wasbaar en daarom herbruikbaar, en blijft het in overeenstemming met EN 14683:2019+AC:2019 en/of ASTM F2100 - 19e1 en dus zonder zijn filtratie-efficiëntie, ademend vermogen te verliezen en microbiële reinheid.

In een voorkeursuitvoering is genoemd gezichtsmasker voorzien van een kiemdodend middel, waardoor tevens wordt verzekerd dat het masker bacteriën en/of virussen doodt of remt.

GEDETAI LLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een gezichtsmasker dat wasbaar en herbruikbaar is, en voldoet aan de vereisten voor chirurgische gezichtsmaskers volgens EN 14683:2019+AC:2019 en/of ASTM F2100 - 19el. Het masker is herbruikbaar vanwege het feit dat het wasbaar is, zonder zijn kwalitatieve eigenschappen te verliezen en blijft voldoen aan EN 14683:2019+AC:2019 en/of ASTM F2100 - 19e1.

Tenzij anders gedefinieerd, hebben alle termen die worden gebruikt bij het openbaren van de uitvinding, met inbegrip van technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals gewoonlijk begrepen door een gemiddelde vakman in het vakgebied waartoe deze uitvinding behoort. Bij wijze van verdere begeleiding, zijn term definities inbegrepen om de leer van de onderhavige uitvinding beter te waarderen.

Zoals hier gebruikt, hebben de volgende termen de volgende betekenis: ‘Een’, ‘de’ en ‘het’, zoals ze hierin worden gebruikt, omvatten zowel enkelvoudige als meervoudige referenten, tenzij de context duidelijk anders aangeeft. Bij wijze van voorbeeld verwijst ‘een compartiment’ naar één of meer compartimenten. ‘Ongeveer’ zoals hierin gebruikt, verwijzend naar een meetbare waarde zoals een parameter, een hoeveelheid, een tijdsduur en dergelijke, is bedoeld om variaties van +/- 20% of minder, bij voorkeur +/- 10% of minder te omvatten, met meer voorkeur +/- 5% of minder, met nog meer voorkeur +/- 1% of minder, en met nog meer voorkeur +/- 0,1% of minder van en vanaf de gespecificeerde waarde, voor zover dergelijke variaties geschikt zijn om uit te voeren in de geopenbaarde uitvinding. Het moet echter duidelijk zijn dat de waarde waarnaar de modificator ‘ongeveer’ verwijst, zelf ook specifiek wordt geopenbaard.

‘Omvatten’, ‘omvattende’ en ‘omvat’ en ‘bestaande uit’ zoals hier gebruikt, zijn synoniem met ‘bevatten’, ‘bevattende’ of ‘bevat’ en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid specificeren van wat volgt (bijv. een component) en sluiten de aanwezigheid van aanvullende, niet-genoemde componenten, kenmerken, elementen, delen, stappen, die welbekend zijn in de stand der techniek of daarin beschreven zijn, niet uit.

Verder worden de termen eerste, tweede, derde en dergelijke in de beschrijving en in de conclusies gebruikt voor het onderscheiden van gelijkaardige elementen en niet noodzakelijk voor het beschrijven van een volgorde, noch in de tijd, noch spatiaal, tenzij anders aangegeven.

Het dient te worden begrepen dat de termen op die manier gebruikt onder geschikte omstandigheden verwisselbaar zijn en dat de uitvoeringsvormen van de uitvinding hierin beschreven geschikt zijn om in andere volgorde te werken dan hierin beschreven of weergegeven.

Het citeren van numerieke bereiken door eindpunten omvat alle getallen en breuken die zijn opgenomen binnen dat bereik, evenals de genoemde eindpunten.

De uitdrukking ‘gewichts%’, ‘gewichtspercentage’, ‘Y%gew.' of ‘gew.%', hier en in de beschrijving, tenzij anders gedefinieerd, verwijst naar het relatieve gewicht van de respectievelijke component op basis van het totale gewicht van de formulering.

Terwijl de termen ‘één of meer’ of ‘ten minste één’, zoals één of meer of ten minste één lid (leden) van een groep leden, op zich duidelijk is, omvat de term door middel van verdere toelichting onder meer een verwijzing naar een van de leden, of naar twee of meer van de leden, zoals bijvoorbeeld elke 23, 24, 25, 26 of 27 enz. van de leden, en tot alle genoemde leden.

Verwijzing doorheen deze specificatie naar ‘één uitvoeringsvorm’ of ‘een uitvoeringsvorm’ betekent dat een specifiek kenmerk, structuur of karakteristiek beschreven in verband met de uitvoeringsvorm is opgenomen in tenminste één uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.

Dus, voorkomen van de uitdrukkingen ‘in één uitvoeringsvorm’ of ‘in een uitvoeringsvorm’ op diverse plaatsen doorheen deze specificatie hoeven niet noodzakelijk allemaal naar dezelfde uitvoeringsvorm te refereren, maar kunnen dit wel doen.

Voorts, de specifieke kenmerken, structuren of karakteristieken kunnen gecombineerd worden op eender welke geschikte manier, zoals duidelijk zou zijn voor de vakman op basis van deze bekendmaking, in één of meerdere uitvoeringsvormen.

Voorts, terwijl sommige hierin beschreven uitvoeringsvormen sommige, maar niet andere, in andere uitvoeringsvormen inbegrepen kenmerken bevatten, zijn combinaties van kenmerken van verschillende uitvoeringsvormen bedoeld als gelegen binnen de reikwijdte van de uitvinding, en vormen deze verschillende uitvoeringsvormen, zoals zou begrepen worden door de vakman.

In de volgende conclusies kan bijvoorbeeld elk van de geclaimde uitvoeringsvormen in elke combinatie worden gebruikt.

De termen ‘chirurgisch’ of ‘medisch’ gezichtsmasker worden in de beschrijving onderling verwisselbaar gebruikt en verwijzen naar gezichtsmaskers die voldoen aan de vereisten zoals uiteengezet in EN 14683:2019+AC:2019 en/of ASTM F2100 - 5 19el.

De term ‘kiemdodend middel’ zoals hierin gebruikt verwijst naar een middel dat groei of de werking van micro-organismen kan voorkomen en daardoor ook infectie kan voorkomen.

De term ‘micro-organisme’ zoals hierin gebruikt verwijst naar bacteriën, schimmels, archaea, protozoa, prionen, virussen en/of virale deeltjes.

De term ‘herbruikbaar’ verwijst naar de herbruikbaarheid van een artikel zonder kwaliteitsverlies.

In een eerste aspect heeft de huidige uitvinding betrekking op een gezichtsmasker dat een lichaamsgedeelte omvat dat is geconfigureerd om over de mond en ten minste een deel van de neus van een gebruiker te worden geplaatst, waarbij het lichaamsgedeelte meerdere lagen omvat die op elkaar zijn aangebracht, waarbij het lichaamsgedeelte ten minste twee lagen non-woven vlies omvat. Meer in het bijzonder omvat het non-woven vlies, met een gewicht tussen 20 en 50 g/m?, polyester / polyamide microfilamenten met een diameter van minder dan 5 micron.

Microfilamenten met een diameter van minder dan 5 micron zijn gunstig voor het vormen van een non-woven vlies met een dichte structuur, geschikt voor het opsluiten van micro-organismen, met behoud van het ademend vermogen, dankzij de aanwezigheid van een overvloed aan kleine kanalen, geschikt voor de doorgang van lucht. Er werd gevonden dat de aanwezigheid van ten minste twee lagen non- woven vlies voldoende is voor een goede filtratie-efficiëntie van het gezichtsmasker. Non-woven vliezen met een gewicht tussen 20 en 50 g/m? hebben een voldoende dichtheid om een hoge filtratie-efficiéntie te verkrijgen, terwijl ze toch resulteren in een laag gewicht gezichtsmasker.

Het lichaamsgedeelte kan verschillende stijlen en geometrieën hebben, zoals, maar niet beperkt tot, platte halfmaskers, geplooide gezichtsmaskers, kegelmaskers, maskers in eendenbekstijl, trapeziumvormige maskers, enz. Meer in het bijzonder kan het gezichtsmasker de mond en de neus van de gebruiker isoleren van de omgeving. Het gezichtsmasker kan aan de gebruiker worden vastgemaakt door een bevestigingselement dat een paar handmatige strikbandjes kan zijn die om het hoofd van de gebruiker worden gewikkeld en met elkaar verbonden worden. Het zal echter duidelijk zijn dat andere soorten bevestigingselementen worden gebruikt in overeenstemming met verschillende voorbeelduitvoeringen. In plaats van de handmatige strikbandjes kan het gezichtsmasker bijvoorbeeld aan de gebruiker worden vastgemaakt door middel van een bevestigingselement dat oorlussen, elastische banden die rond het hoofd van de gebruiker zijn gewikkeld, een klittenband type sluiting (bv. VELCRO® bevestigingsmiddelen), of een verbinding die het gezichtsmasker rechtstreeks aan een haarkapje bevestigt, kan zijn. Bovendien kan de configuratie van het gezichtsmasker worden gemaakt om zowel de ogen, het haar, de neus, de keel en de mond van de gebruiker te bedekken. Als zodanig omvat de onderhavige uitvinding gezichtsmaskers die gebieden bedekken boven en voorbij slechts de neus en mond van de gebruiker. Het gezichtsmasker kan ook elke combinatie van bekende gezichtsmasker kenmerken bevatten, zoals spatschermen of face shields, afdichtingsfolies, baardhoezen, enz. Meerdere lagen van het gezichtsmasker kunnen worden samengevoegd door middel van verschillende methoden, waaronder lijmverbinding, thermische puntverbinding, naaien of ultrasone binding. Bij voorkeur worden de meerdere lagen met elkaar verbonden door middel van ultrasone binding. In een uitvoeringsvorm kan het lichaamsgedeelte en/of het gehele gezichtsmasker zijn gemaakt van gelijk welke aantal lagen, zoals en waaronder 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10. In een voorkeursuitvoering omvat genoemd masker of lichaamsgedeelte tussen 2 tot 5 lagen. In een verdere uitvoeringsvorm omvat het lichaamsgedeelte twee tot vijf lagen van non-woven vlies met een gewicht tussen 20 en 50 g/m°, en dat polyester / polyamide microvezels met een diameter kleiner dan 5 micron omvat.

Twee lagen non-woven vlies zijn een minimumaantal lagen voor een gezichtsmasker met hoge micro-organisme filtratie-efficiëntie. Wanneer er meer dan vijf lagen non- woven vlies zijn, wordt de filtratie-efficiëntie niet langer substantieel verbeterd, terwijl het gewicht van een gezichtsmasker toeneemt.

In een verdere uitvoeringsvorm, heeft de non-woven vlies een gewicht tussen 25 en 45 g/m?.

In een voorkeursuitvoering zijn de bevestigingselementen een paar elastische oorlussen, waarbij een deel van een oorlus in een buis is geplaatst. Genoemde buizen bevinden zich aan tegenoverliggende randen van het lichaamsgedeelte van het gezichtsmasker en zijn geconfigureerd om op de wangen van een gebruiker van het gezichtsmasker te worden geplaatst. Deze buizen zijn bij voorkeur flexibel.

Genoemde buizen worden bij voorkeur gevormd door genoemde randen van het gezichtsmasker te vouwen en genoemde randen aan elkaar te bevestigen. Deze buisjes zijn voordelig om een gezichtsmasker te verkrijgen met een lichaamsgedeelte dat nauw aansluit op de wangen van een gebruiker, omdat de gehele rand van het lichaamsgedeelte naar het oor van de gebruiker wordt getrokken. Dit is niet het geval bij een gezichtsmasker waarbij elastische oorlussen slechts aan twee punten aan de rand zijn bevestigd, waardoor er een opening ontstaat tussen het lichaamsgedeelte en de wangen van de gebruiker.

In een voorkeursuitvoering omvatten de microfilamenten een mengsel van 65 tot 75% polyester en 25 tot 35% polyamide. Polyester en polyamide zijn sterke materialen en zeer geschikt voor herbruikbaar textielen. Polyester en polyamide zijn wasbaar. Polyamide is zeer elastisch en een vormvast materiaal. Polyester heeft een laag gewicht en is een veerkrachtig materiaal. Polyester is zweetbestendig. Polyester is zeer geschikt voor kreukvrij textiel. Microfilamenten die een mengsel van 65 tot 75% polyester en 25 tot 35% polyamide omvatten, zijn zeer geschikt voor een wasbaar en herbruikbaar gezichtsmasker, dat zich gemakkelijk aanpast aan de contouren van een gezicht en vormvast is. In een voorkeursuitvoering wordt genoemd non-woven vlies gekozen uit de groep bestaande uit ‘spunbond”-vliezen, ‘meltblown’-vliezen, ‘flashspun”-vliezen en ‘wet- laid”-vliezen.

Spinvliezen kunnen in één continu proces worden geproduceerd, wat resulteert in een hoge doorvoer en lage productiekosten. ‘Meltblown”-vliezen kunnen worden geproduceerd in zeer dunne filamenten, waardoor ze zeer geschikt zijn voor fijne filtratie in gezichtsmaskers. De zeer dunne filamenten van een ‘meltblown’-vlies hebben echter een lage intrinsieke sterkte. ‘Meltblown’-vliezen en ‘spunbond”-vliezen kunnen op gunstige wijze worden gecombineerd in een ‘spunbond-meltblown’-vlies (SM-vlies) of ‘spunbond-meltblown-spunbond'-vlies (SMS-vlies) om de zeer fijne filamenten van ‘meltblown”-vliezen te combineren met sterkere ‘spunbond”-vliezen.

‘Flashspun”-vliezen hebben een hoge dichtheid en zijn daarom geschikt voor filtratie. Ook ‘wet-laid’-vliezen resulteren in non-woven vliezen met een hoge dichtheid. Het gezichtsmasker volgens één van voorgaande uitvoeringsvormen, waarbij ten minste één laag een polyamide- of polyvinylbutyralcoating omvat. De polyamide- of polyvinylbutyralcoating wordt bij voorkeur aangebracht door middel van elektrospinnen op een laag van non-woven vlies. De laag non-woven vlies is een van de ten minste twee lagen non-woven vlies, omvattende polyester / polyamide microfilamenten, zoals beschreven in een eerdere uitvoeringsvorm. De polyamide- of polyvinylbutyralcoating wordt bij voorkeur in twee lagen aangebracht op de laag non-woven vlies. Polyvinylbutyral-coating wordt bij voorkeur aangebracht in twee lagen, waarbij genoemde lagen filamenten omvatten met een diameter kleiner dan 2 micron en groter dan 0,1 micron. Indien polyamidecoating wordt gebruikt, wordt de polyamidecoating bij voorkeur in twee lagen aangebracht, waarbij de lagen filamenten omvatten met een diameter kleiner dan 2 micron en meer dan 0,1 micron. Als alternatief omvat een eerste laag polyamidecoating filamenten met een diameter van minder dan 2 micron en meer dan 0,4 micron en een tweede laag polyamidecoating omvat filamenten met een diameter van minder dan 0,4 micron, bij voorkeur minder dan 0,3 micron, met meer voorkeur minder dan 0,2 micron en met nog meer voorkeur minder dan 0,1 micron.

De polyamide-coating of polyvinylbutyral-coating is bij voorkeur aanwezig aan de zijkant van de laag non-woven vlies, gericht naar de binnenkant van het gezichtsmasker. Dit is voordelig omdat grotere micro-organismen in genoemde laag non-woven vlies zullen worden gevangen, terwijl kleinere micro-organismen die door genoemde laag non-woven vlies kunnen gaan, zullen worden opgevangen door de polyamide-coating of polyvinylbutyral-coating. Bovendien zal genoemde laag non- woven vlies de polyamide-coating of polyvinylbutyral-coating beschermen tegen verstopping door grotere micro-organismen. Ook beschermt het de polyamide- coating of polyvinylbutyral-coating tijdens het wassen tegen beschadiging of slijtage.

De polyamide-coating of polyvinylbutyral-coating wordt aangebracht op genoemde laag non-woven vlies, terwijl genoemde laag non-woven vlies door een elektrospinapparaat wordt bewogen met een snelheid van minimaal 5 mm/s en maximaal 40 mm/s, bij voorkeur minimaal 10 mm/s en maximaal 30 mm/s. De snelheid heeft invloed op de dikte van de laag polyamide-coating of polyvinylbutyral- coating. Een snelheid hoger dan 40 mm/s zal resulteren in een dunne laag die de filtratie-efficiëntie van het gezichtsmasker niet substantieel verhoogt. Een snelheid lager dan 5 mm/s resulteert in een dikke laag die het ademend vermogen van het gezichtsmasker vermindert. Het gezichtsmasker volgens één van voorgaande uitvoeringsvormen, waarbij ten minste één extra laag van polypropyleen meltblown is opgenomen tussen de ten minste twee lagen non-woven vlies. Zoals beschreven in een eerdere uitvoeringsvorm zijn ‘meltblown”-vliezen zeer goed geschikt voor fijne filtratie vanwege de zeer dunne filamenten van een ‘meltblown’- vlies. Bij voorkeur liggen de afmetingen van de filamenten van een polypropyleen meltblown binnen hetzelfde bereik als de afmetingen van de filamenten van een polyvinylbutyral-coating. Een polypropyleen meltblown heeft vergelijkbare voordelen als een polyamide- coating of polyvinylbutyral-coating.

In een voorkeursuitvoering wordt ten minste één laag behandeld met een kiemdodend middel, bij voorkeur door de methode gekozen uit de groep bestaande uit onderdompelen en uitpersen, sproeien, inkjetprinten en combinaties daarvan.

De term ‘kiemdodend middel’ zoals hierin gebruikt, betekent een middel zoals chemicaliën of andere stoffen die de groei van micro-organismen doden (deactiveren) of vertragen. Tot de middelen die tegenwoordig worden gebruikt, behoren antibacteriële middelen (die bacteriën remmen of deactiveren), antivirale middelen (die virussen remmen of deactiveren), antischimmelmiddelen (die schimmels remmen of deactiveren) en antiparasitaire middelen (die parasieten remmen of deactiveren). Antimicrobiële middelen kunnen oppervlaktedesinfectiemiddelen (biociden) en therapeutische geneesmiddelen (antibiotica) zijn.

Het kiemdodend middel is in een effectieve hoeveelheid in het gezichtsmasker aanwezig. De term ‘effectieve hoeveelheid’ betekent dat een gezichtsmasker met het kiemdodend middel een lager niveau levensvatbare pathogenen zoals bacteriën of virussen bevat dan een ander gezichtsmasker, identiek, afgezien van het kiemdodend middel, wanneer het wordt getest met dezelfde methode.

In een uitvoeringsvorm is genoemd kiemdodend middel aanwezig in een hoeveelheid tussen 2 en 10 gewichtspercentage van genoemde laag, bij voorkeur tussen 2 en 8 gewichtspercentage, met meer voorkeur tussen 2 en 6 gewichtspercentage. Dit is een voldoende hoeveelheid kiemdodend middel om bacteriën met 99,99% te verminderen na 1 uur, getest volgens ASTM E2149-13 ‘Dynamic Shake Flask’, met een monster van 1 g van deze laag, 50 ml 0,3 mM (millimolair) KH2PO4, 1x10%5 E.coli/ml, 0,01% Q2-5211 bevochtigingsmiddel. In een uitvoeringsvorm wordt het kiemdodend middel gekozen uit de groep van dimethyloctadecyl[3(trimethoxysilyhpropylJammoniumchloride, biguaniden, quaternaire ammoniumverbindingen, quaternaire ammoniumsiloxanen, polyquaternaire aminen, metaalbevattende soorten en oxiden daarvan, halogenen, halogeenafgevende middelen, halogeen-bevattende polymeren, broomverbindingen, chloordioxiden, thiazolen, thiocynaten, isothiazolines, cyanobutanen, dithiocarbamaten, thionen, alkylsulfosuccinaten, — alkylaminoalkylglycines, dialkyldimethylfosfoniumzouten, cetrimiden, waterstofperoxide, 1-alkyl-1,5-diazapentaan, cetylpyridiniumchloride, gestabiliseerde oxidatiemiddelen, gestabiliseerde peroxiden, sulfiden, bisfenolen, polyfenolen, citroenzuur, chitosan, anatase TiO2, toermalijn, bamboe-extract en combinaties daarvan.

In een voorkeursuitvoering is genoemd kiemdodend middel dimethyloctadecyl[3(trimethoxysilyhpropylJammoniumchloride, bij voorkeur in een concentratie tussen 2 en 10 gewichtspercentage van de laag waarop genoemd kiemdodend middel is aangebracht.

Het kiemdodend middel kan aanwezig zijn op de buitenste laag van het gezichtsmasker. Het plaatsen van het kiemdodend middel op de buitenste laag biedt het extra voordeel dat de contactoverdracht van pathogenen wordt verminderd, naast het verminderen van hun doorgang door het masker. Verder vermindert de locatie van het kiemdodend middel op de buitenste laag van het masker de kans dat het kiemdodend middel door het masker gaat en door een drager wordt ingeademd.

In een andere meer geprefereerde uitvoeringsvorm is het kiemdodend middel aanwezig op ten minste één laag, aan de zijde van de laag die naar de binnenkant van het masker is gericht.

De term ‘binnenkant’ verwijst naar die kant die naar de binnenkant van het masker is gericht wanneer deze door een gebruiker wordt gedragen, en die niet wordt blootgesteld aan de omgeving.

Omdat het masker van de huidige uitvinding herbruikbaar is door middel van wassen, zorgt dit ervoor dat het kiemdodend middel wordt beschermd tegen de was activiteiten.

In een uitvoeringsvorm heeft het gezichtsmasker een bacteriële filtratie-efficiëntie (BFE) zoals gemeten door EN14683:2019+AC:2019 en/of ASTM F2100 - 19e1 van meer dan 95% voor bacteriën met een grootte kleiner of gelijk aan 3 micron, een virale filtratie-efficiëntie (VFE) zoals gemeten door EN14683:2019+AC:2019 en/of ASTM F2100 - 19e1 groter dan 75%, en een ademend vermogen van 50 Pa/cm? of minder zoals gemeten door EN14683:2019+AC:2019 en/of ASTM F2100 - 19e1. De virale filtratie-efficiëntie (VFE) is bij voorkeur groter dan 80%, met meer voorkeur groter dan 85% en nog meer bij voorkeur 90%. Een BFE groter dan 95% en een VFE groter dan 75% kan worden bereikt door een voordelige combinatie van ten minste twee lagen non-woven vlies, omvattende polyester / polyamide microfilamenten zoals beschreven in een eerdere uitvoeringsvorm.

De aanvragers hebben verrassend vastgesteld dat het combineren van meerdere lagen non-woven vlies met een gewicht tussen 20 en 50 g/m? voordelig is voor een ademend vermogen van 50 g/m? of minder.

Het vervangen van meerdere lagen non-woven vlies door een enkele laag non-woven vlies met een gewicht gelijk aan het gecombineerde gewicht van genoemde meerdere lagen, verhoogde het drukverschil en verminderde derhalve het ademend vermogen.

In een andere uitvoeringsvorm is het gezichtsmasker wasbaar, waardoor een bacteriële filtratie-efficiëntie (BFE) van meer dan 95% behouden blijft voor bacteriën met een grootte kleiner of gelijk aan 3 micron, een virale filtratie-efficiëntie (VFE) van meer dan 75% en een ademend vermogen van 50 Pa/cm? of minder.

De ten minste twee lagen non-woven vlies, omvattende polyester / polyamide microfilamenten zoals beschreven in een eerdere uitvoeringsvorm, kunnen krimpen tijdens een paar eerste wasbeurten bij 60°C met gewone huishoudelijk waspoeder, vloeibare wasmiddel of waspods.

Krimp heeft een gunstig effect op de filtratie- efficiëntie vanwege een dichtere structuur van de non-woven vlies, terwijl krimp beperkt is, waardoor een toename van het drukverschil en een afname van het ademend vermogen wordt vermeden. Na de eerste krimp blijft het non-woven vlies stabiel.

Een gezichtsmasker behandeld met een kiemdodend middel zoals beschreven in een vorige uitvoering en 30 keer gewassen op 60°C met gewone huishoudelijk waspoeder, vloeibare wasmiddel of waspods, zal nog steeds voldoende actief kiemdodend middel hebben om bacteriën te verminderen met 89,90% na 1 uur, getest volgens ASTM E2149-13 ‘Dynamic Shake Flask’, met een monster van 1 g van genoemde laag, 50 ml 0,3 mM (millimolair) KH2PO4, 1x1075 E.coli/ml, 0,01% Q2-5211 bevochtigingsmiddel. Een gezichtsmasker dat 50 keer op 60°C is gewassen met hetzelfde waspoeder, vloeibare wasmiddel of waspods, zal volgens dezelfde test na 1 uur nog steeds voldoende actief kiemdodend middel hebben om bacteriën met 82,32% te verminderen. Het gewone huishoudelijk waspoeder, vloeibare wasmiddel of waspods zijn bij voorkeur niet-ionisch.

Een gezichtsmasker volgens de huidige uitvinding is minstens 50 keer herbruikbaar wanneer het wordt gewassen met gewone huishoudelijk waspoeder, vloeibare wasmiddel of waspods op 60°C.

In een verdere uitvoeringsvorm heeft het gezichtsmasker een microbiële reinheid na wassen van minder dan of gelijk aan 30 CFU/g. Het wassen gebeurt op een temperatuur van 60°C met gewone huishoudelijk waspoeder, vloeibare wasmiddel of waspods. Een gezichtsmasker volgens de huidige uitvinding kan worden gewassen met middelen die direct beschikbaar zijn voor een algemeen huishouden, wat resulteert in een microbieel schoon gezichtsmasker dat herbruikbaar is.

In een ander aspect openbaart de huidige uitvinding ook een gezichtsmasker, dat een lichaamsgedeelte omvat dat is geconfigureerd om over een mond en ten minste een deel van een neus van een gebruiker te worden geplaatst, waarbij het lichaamsgedeelte meerdere lagen omvat die op elkaar zijn aangebracht, het lichaamsgedeelte ten minste twee lagen non-woven vlies omvat, waarbij het gezichtsmasker wasbaar is, en waarbij de ten minste ene laag een kiemdodend middel omvat, het kiemdodend middel dimethyloctadecyl[3(trimethoxysilyhpropylJammoniumchloride is op een concentratie tussen 2 en 10 gewichtspercentage van genoemde laag.

Genoemd gezichtsmasker voldoet verder ook aan alle kenmerken zoals beschreven in de context van het hierboven beschreven gezichtsmasker, genoemde kenmerken worden hierbij hernomen. De onderhavige uitvinding zal nu in meer details worden beschreven, verwijzend naar voorbeelden die niet beperkend zijn.

VOORBEELDEN De onderhavige uitvinding zal nu verder worden toegelicht aan de hand van de volgende voorbeelden. De onderhavige uitvinding is geenszins beperkt tot de gegeven voorbeelden of tot de in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen. Voorbeeld 1.

Voorbeeld 1 betreft een gezichtsmasker dat een lichaamsgedeelte omvat, waarbij het lichaamsgedeelte drie lagen omvat die op elkaar zijn aangebracht. Elk van de drie lagen is van een non-woven vlies, met elk een gewicht van ongeveer 40 9/m2. Geschikt materiaal is evolon®, dat kan worden gekocht bij Freudenberg. De non- woven vliezen omvatten een mengsel van 70% polyester en 30% polyamide microfilamenten met een diameter van minder dan 5 micron. Het gezichtsmasker omvat een paar elastische oorlussen, waarbij een deel van elke oorlus in een buis is geplaatst. De buizen bevinden zich aan tegenoverliggende randen van het lichaamsgedeelte van het gezichtsmasker en worden gevormd door de randen van het gezichtsmasker te vouwen en de randen aan elkaar te bevestigen. Na testen bleek het gezichtsmasker een ademend vermogen te hebben van minder dan 50 Pa/cm?. De bacteriële filtratie-efficiëntie (BFE) was groter dan 95% voor bacteriën met een grootte kleiner dan of gelijk aan 3 micron en de virale filtratie- efficiëntie was groter dan 75%. Bij een volgende test werd het gezichtsmasker 30 keer gewassen bij 60°C in aanwezigheid van een wasmiddel. Na het wassen werd het gezichtsmasker opnieuw onderworpen aan de tests zoals hierboven beschreven. De bacteriële filtratie- efficiëntie (BFE) en virale filtratie-efficiëntie (VFE) namen licht toe als gevolg van de aanvankelijke krimp, terwijl het ademend vermogen nauwelijks veranderde. De microbiële reinheid na wassen was minder dan 30 CFU/g.

Voorbeeld 2. Voorbeeld 2 is een ander gezichtsmasker volgens de huidige uitvinding en betreft een gezichtsmasker dat een lichaamsgedeelte omvat, waarbij het lichaamsgedeelte vier lagen omvat die op elkaar zijn aangebracht. De vier lagen zijn van een non- woven vlies, met een gewicht van ongeveer 30 g/m2. De non-woven vliezen omvatten een mengsel van 70% polyester en 30% polyamide microfilamenten met een diameter van minder dan 5 micron.

Het gezichtsmasker werd onderworpen aan de tests zoals beschreven in voorbeeld 1, waarbij de resultaten vergelijkbaar waren met die verkregen voor het gezichtsmasker van voorbeeld 1. Voorbeeld 3. Voorbeeld 3 betreft een gezichtsmasker dat een lichaamsgedeelte omvat, waarbij het lichaamsgedeelte twee lagen omvat die op elkaar zijn aangebracht. De twee lagen zijn van een non-woven vlies, met een gewicht van ongeveer 30 g/m?. De non-woven vliezen omvatten een mengsel van 70% polyester en 30% polyamide microfilamenten met een diameter van minder dan 5 micron. Een van de twee lagen omvat een polyamidecoating. De polyamidecoating, PA6, wordt aangebracht aan de zijde van de laag die naar de binnenkant van het gezichtsmasker is gericht. De polyamidecoating is elektrogesponnen in twee lagen. Een eerste laag omvat filamenten met een diameter kleiner dan 2 micron en meer dan 0,4 micron en een tweede laag polyamidecoating omvat filamenten met een diameter kleiner dan 0,4 micron. Voorbeeld 4.

Voorbeeld 4 is een alternatieve uitvoeringsvorm en betreft een gezichtsmasker dat een lichaamsgedeelte omvat, waarbij het lichaamsgedeelte omvat twee lagen die op elkaar zijn aangebracht. De twee lagen zijn van een non-woven vlies, met een gewicht van ongeveer 40 g/m2. De non-woven vliezen omvatten een mengsel van 70% polyester en 30% polyamide microfilamenten met een diameter van minder dan 5 micron. Een van de twee lagen omvat een polyamidecoating. De polyamidecoating, PA6, is aanwezig aan de zijde van de laag die naar de binnenkant van het gezichtsmasker is gericht. De polyamidecoating is elektrogesponnen in twee lagen. Een eerste laag omvat filamenten met een diameter kleiner dan 2 micron en meer dan 0,4 micron en een tweede laag polyamidecoating omvat filamenten met een diameter kleiner dan 0,4 micron. Een van de twee lagen omvat een kiemdodend middel. Het kiemdodend middel is aanwezig aan de zijde van de laag die naar de binnenkant van het gezichtsmasker is gericht. Het kiemdodend middel is dimethyloctadecyl[3(trimethoxysilyhpropylJammoniumchloride. Voorbeeld 5.

Voorbeeld 5 betreft een gezichtsmasker dat een lichaamsgedeelte omvat, waarbij het lichaamsgedeelte twee lagen omvat die op elkaar zijn aangebracht. De twee lagen zijn een non-woven vlies met een gewicht van ongeveer 40 g/m2. De non- woven vliezen omvatten een mengsel van 70% polyester en 30% polyamide microfilamenten met een diameter van minder dan 5 micron. Een extra laag non- woven vlies wordt tussen de twee lagen non-woven vlies geplaatst. Deze extra laag is een polypropyleen meltblown non-woven vlies met een gewicht van ongeveer 25 g/m2.

Voorbeeld 6 In voorbeeld 6 worden de gezichtsmaskers zoals beschreven in voorbeelden 1 tot 3 en 5 behandeld met een kiemdodend middel. Het middel wordt toegevoegd aan de binnenste lagen of die zijden van de lagen die naar de binnenkant van het masker zijn gericht.

Claims (16)

CONCLUSI ES

1. Een gezichtsmasker dat een lichaamsgedeelte omvat dat is geconfigureerd om over een mond en ten minste een deel van een neus van een gebruiker te worden geplaatst, waarbij het lichaamsgedeelte meerdere lagen omvat die op elkaar zijn aangebracht, het lichaamsgedeelte omvattende ten minste twee lagen van non-woven vlies, met het kenmerk dat het genoemde non- woven vlies een gewicht heeft tussen 20 en 50 g/m?, en omvattende polyester / polyamide microfilamenten met een diameter van minder dan 5 micron.

2. Gezichtsmasker volgens conclusie 1, waarbij het lichaamsgedeelte twee tot vijf lagen non-woven vlies met een gewicht tussen 20 en 50 g/m? omvat en omvattende polyester / polyamide microfilamenten met een diameter kleiner dan 5 micron.

3. Gezichtsmasker volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het non- woven vlies een gewicht heeft tussen 25 en 45 g/m°.

4, Gezichtsmasker volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de microfilamenten een mengsel van tussen 65 tot 75% polyester en 25 tot 35% polyamide omvatten.

5. Gezichtsmasker volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het non- woven vlies is gekozen uit de groep bestaande uit ‘spunbond”’-vliezen, ‘meltblown'-vliezen, ‘flashspun’-vliezen en ‘wet-laid”-vliezen.

6. Gezichtsmasker volgens één der voorgaande conclusies, waarbij ten minste één laag een polyamide- of polyvinylbutyralcoating omvat.

7. Gezichtsmasker volgens één der voorgaande conclusies, waarbij ten minste één extra laag van polypropyleen meltblown is omvat tussen de ten minste twee lagen non-woven vlies.

8. Gezichtsmasker volgens één der voorgaande conclusies, waarbij ten minste één laag is behandeld met een kiemdodend middel, bij voorkeur door middel van de methode gekozen uit de groep bestaande uit onderdompelen en uitpersen, sproeien, inkjetprinten en combinaties daarvan.

9. Gezichtsmasker volgens conclusie 8, waarbij het kiemdodend middel aanwezig is in een hoeveelheid tussen 2 en 10 gewichtspercentage van de genoemde laag.

10. Gezichtsmasker volgens conclusie 8 of 9, waarbij het kiemdodend middel gekozen is uit de groep van dimethyloctadecyl[3(trimethoxysilyh)propylJammoniumchloride, biguaniden, quaternaire ammoniumverbindingen, quaternaire ammoniumsiloxanen, polyquaternaire aminen, metaalbevattende soorten en oxiden daarvan, halogenen, halogeenafgevende middelen, halogeen-bevattende polymeren, broomverbindingen, chloordioxiden, thiazolen, thiocynaten, isothiazolines, cyanobutanen, dithiocarbamaten, thionen, alkylsulfosuccinaten, alkylaminoalkylglycines, dialkyldimethylfosfoniumzouten, cetrimiden, waterstofperoxide, 1-alkyl-1,5-diazapentaan, cetylpyridiniumchloride, gestabiliseerde oxidatiemiddelen, gestabiliseerde peroxiden, sulfiden, bisfenolen, polyfenolen, citroenzuur, chitosan, anatase TiO2, toermalijn, bamboe-extract en combinaties daarvan.

11. Gezichtsmasker volgens één van conclusies 8 tot 10, waarbij het kiemdodend middel dimethyloctadecyl[3(trimethoxysilyhpropylJammoniumchloride is.

12. Gezichtsmasker volgens één der voorgaande conclusies 8 tot 11, waarbij het kiemdodend middel aanwezig is op ten minste één laag, aan de zijde van de laag die naar de binnenkant van het masker is gericht.

13. Gezichtsmasker volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het masker een bacteriële filtratie-efficiëntie (BFE) heeft zoals gemeten door EN14683:2019+AC:2019 en/of ASTM F2100 - 19e1 van meer dan 95% voor bacteriën met een grootte kleiner of gelijk aan 3 micron, een virale filtratie- efficiëntie (VFE) zoals gemeten door EN14683:2019+AC:2019 en/of ASTM F2100 - 19e1 groter dan 75%, en een ademend vermogen van 50 Pa/cm? of minder zoals gemeten door EN14683:2019+AC:2019 en/of ASTM F2100 - 19e1.

14. Gezichtsmasker volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het gezichtsmasker wasbaar is, waarbij de kenmerken van conclusie 13 behouden blijven.

15. Gezichtsmasker volgens conclusie 14, waarbij het gezichtsmasker een microbiële reinheid heeft na wassen van minder dan of gelijk aan 30 CFU/g.

16.Een gezichtsmasker, dat een lichaamsgedeelte omvat dat is geconfigureerd om over een mond en ten minste een deel van een neus van een gebruiker te worden geplaatst, waarbij het lichaamsgedeelte meerdere lagen omvat die op elkaar zijn aangebracht, het lichaamsgedeelte omvattende ten minste twee lagen non-woven vlies, met het kenmerk dat het gezichtsmasker wasbaar is, en waarbij ten minste één laag een kiemdodend middel omvat, het kiemdodend middel is dimethyloctadecyl[3(trimethoxysilyhpropylJammoniumchloride bij een concentratie tussen 2 en 10 gewichtspercentage van genoemde laag.