BE1027079B1 - Klimaatregelend plafondsysteem - Google Patents

Abstract

De uitvinding betreft een klimaatregelend plafondsysteem voor regeling van de temperatuur in een binnenruimte. Het systeem omvat een vlakke en open draagstructuur, een meanderende en/of lusvormige buisstructuur, een geperforeerde metalen plaatstructuur en één of meerdere isolatiematten. Deze laatste zijn steunend bovenop de buisstructuur gerangschikt. Daarbij vormen zich luchtkamers onder de isolatiematten, tussen onderling naburige buissegmenten.

Description

: BE2019/5119

KLIMAATREGELEND PLAFONDSYSTEEM

TECHNISCH DOMEIN De uitvinding houdt verband met systemen voor klimaatregeling in binnenruimten, d.m.v. warmtewisselende plafondstructuren.

STAND DER TECHNIEK Klimaatregelende plafondsystemen zijn op zich gekend uit de stand der techniek. Dit zowel voor het verwarmen als voor het koelen van binnenruimten. Zo beschrijft EP O 859 097 een plafondelement met een meanderende buis die op een open honingraatstructuur is gesoldeerd. Ter hoogte van de soldeerverbindingen maken zij thermisch contact. De honingraatstructuur kan nu worden gewarmd/gekoeld via water dat doorheen de buis wordt geleid. Op zijn beurt zal de honingraatstructuur daarbij stralingswarmte afgeven/onttrekken aan de onderliggende ruimte. Zowel de buis als de honingraatstructuur bestaan uit koper of aluminium. Een goede thermische geleiding in deze materialen verzekert een snelle en homogene spreiding van de warmte over het element. Een nadeel van aluminium is dat het wordt gewonnen via energieverslindende processen (0.a. via chemische elektrolyse). Dit is een belangrijk gegeven i.v.m. de huidige klimaat- problematiek. Ook de productie van koper vergt veel energie. Daarnaast gaat het om een relatief duur materiaal. Het gebruik van materialen als koper en aluminium moet daarom zo veel mogelijk worden gemeden. Verder beschrijft BE 1019452 nog een klimaatregelend systeem voor toepassing als vals plafond. Het systeem voorziet een draagconstructie waarin langs de onderzijde kunststof buizen worden geklemd. Omheen elke buis wordt nog een afzonderlijk U- vormig plafondprofiel gevat. Het plafondprofiel moet stevig tegen de buis aandrukken. Een goed thermisch contact is immers belangrijk voor optimale warmtegeleiding tussen beide. In de uiteindelijke structuur, fungeren de gewarmde/gekoelde plafondprofielen als stralingsprofielen. Optioneel is er boven het vals plafond nog een geluidsisolatie voorzien. Echter mag deze geluidsisolatie de convectieve luchtstroming tussen de plafondprofielen, en tot boven het plafondsysteem niet hinderen - met oog op het eventueel toepassen van nachtventilatie.

° BE2019/5119 Een aantal belangrijke eigenschappen van klimaatregelende plafondsystemen zijn hun warmtewisselend vermogen, hun efficiëntie in het koelen of verwarmen van de onderliggende ruimte, hun reactiesnelheid, hun eenvoudige installatie en onderhoud, hun productiekost, hun strakke uitzicht en hun duurzaamheid. Nergens in de onderliggende ruimte mag er een hinderlijke koudeval of tocht optreden. Optioneel heeft het plafondsysteem bovendien een brandwerende en/of geluidsisolerende werking. De huidige uitvinding beoogt een verbeterd klimaatregelend plafondsysteem.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING Daartoe voorziet de uitvinding een klimaatregelend plafondsysteem in overeenstemming met conclusie 1. Het systeem omvat: - een Vlakke en open draagstructuur, - een meanderende en/of lusvormige kunststof buisstructuur met een invoer en een uitvoer, geschikt voor het voeren van een warmtetransportmedium, welke buisstructuur onder en langsheen de draagstructuur is bevestigd, en welke buisstructuur een veelheid aan rechte buissegmenten omvat die zich volgens een breedterichting van de binnenruimte uitstrekken, - een geperforeerde metalen plaatstructuur die onder en langsheen de buisstructuur is bevestigd, voor uitwisseling van warmte met de binnenruimte, en - minstens één isolatiemat, verder voorzien van een luchtdichte verpakking omvattende een kunststoffolie.

In het bijzonder is de isolatiemat op vlakke wijze boven de buisstructuur gerangschikt, rechtstreeks steunend op minstens twee naburige rechte buissegmenten, waarbij de isolatiemat een opwaartse begrenzing vormt voor een luchtkamer die onder de isolatiemat en tussen laatstgenoemde buissegmenten is gelegen, welke luchtkamer verder neerwaarts in contact staat met de geperforeerde metalen plaatstructuur.

Het plafondsysteem kan zowel worden ingezet voor het verwarmen als voor het koelen van binnenruimten. De in- en uitvoer worden daarbij op gepaste wijze gekoppeld met opwekkingssystemen zoals een warmtepomp, een warmte-/koudeopslagsysteem en dergelijke.

Bij het doorvoeren van een warm/koud warmtetransportmedium (bv. water) zullen de buissegmenten in elk geval stralingswarmte gaan uitwisselen met de omliggende structuren, binnen de luchtkamers (ook wel: stralingskamers). In opwaartse richtingkan deze stralingswarmte niet uit de luchtkamers ontsnappen. Daartoe zijn luchtdicht verpakte isolatiematten voorzien. Aldus bestaat er een efficiënt en snel reagerend mechanisme waarmee temperatuur binnen de luchtkamers kan worden gestuurd. Op zijn beurt kan ook de temperatuur in de onderliggende ruimte worden geregeld, via de geperforeerde metalen plaatstructuur. Bij voorkeur wisselt deze plaatstructuur voornamelijk stralingswarmte uit met de onderliggende ruimte. Optioneel omvatten de kunststof buisstructuur en/of het kunststoffolie verpakkingsmateriaal nog een infrarood-absorberend pigment, bijvoorbeeld carbon black. Er wordt verwezen naar conclusies 2 t.e.m. 4. Slechts geringe hoeveelheden carbon black kunnen de emissiviteit van hun oppervlakken al sterk doen toenemen. Versnelde uitwisseling van stralingswarmte leidt daarbij tot een performanter plafondsysteem.

BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN Figuur 1 toont een schematisch bovenaanzicht van een klimaatregelend plafond- systeem, volgens een mogelijke uitvoeringsvorm van de uitvinding. Figuren 2A-B tonen, op schematische wijze, zijdelingse doorsnedes van een plafondsysteem volgens een mogelijke uitvoeringsvorm. Figuren 3A-B tonen perspectivistische aanzichten op een doorsneden deel van een klimaatregelend plafondsysteem, volgens nog een mogelijke uitvoeringsvorm. Respectievelijk de bovenzijde en de onderzijde worden getoond.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING De uitvinding heeft betrekking op een klimaatregelend plafondsysteem.

Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd.

+ BE2019/5119 “Een”, “de” en “het” refereren in dit document aan zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, “een segment” betekent een of meer dan een segment.

Wanneer “ongeveer” of “rond” in dit document gebruikt wordt bij een meetbare grootheid, een parameter, een tijdsduur of moment, en dergelijke, dan worden variaties bedoeld van +/-20% of minder, bij voorkeur +/-10% of minder, meer bij voorkeur +/- 5% of minder, nog meer bij voorkeur +/-1% of minder, en zelfs nog meer bij voorkeur +/-0.1% of minder dan en van de geciteerde waarde, voor zoverre zulke variaties van toepassing zijn in de beschreven uitvinding. Hier moet echter wel onder verstaan worden dat de waarde van de grootheid waarbij de term “ongeveer” of “rond” gebruikt wordt, zelf specifiek wordt bekendgemaakt.

De termen “omvatten”, “omvattende”, “bestaan uit”, “bestaande uit”, “voorzien van”, “bevatten”, “bevattende”, “behelzen”, “behelzende”, “inhouden”, “inhoudende” zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.

Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen.

De term "bandrasterprofiel”, zoals hierin gebruikt, verwijst naar een volgens zijn lengterichting voorgevormde strook metaal waarin uitsparingen zijn aangebracht voor het maken van horizontale en verticale verbindingen. Een bandrasterprofiel kan hierin worden gezien als een type draagprofiel.

De termen “lengterichting” en “breedterichting”, zoals hierin gebruikt m.b.t. de binnenruimte, verwijzen naar onderling loodrechte, horizontale (= vlakke) richtingen. De termen zijn onderling uitwisselbaar.

“Verhoogde-temperatuurbestendige polyethyleen” (Engels: raised temperature polyethylene, PE-RT) is een op zich gekende, polyethyleen-gebaseerde kunststof.

Tijdens productie werden chemicaliën toegevoegd waardoor de moleculen in elkaar zijn gaan haken. PE-RT buismateriaal is daardoor zowel sterk als flexibel.

> BE2019/5119 Nu betreft de uitvinding een klimaatregelend plafondsysteem voor regeling van de temperatuur in een binnenruimte, het systeem omvattende: - een vlakke en open draagstructuur, - een meanderende en/of lusvormige kunststof buisstructuur met een invoer en een uitvoer, geschikt voor het voeren van een warmtetransportmedium, welke buisstructuur onder en langsheen de draagstructuur is bevestigd, en welke buisstructuur een veelheid aan rechte buissegmenten omvat die zich volgens een breedterichting van de binnenruimte uitstrekken, - een geperforeerde metalen plaatstructuur die onder en langsheen de buisstructuur is bevestigd, voor uitwisseling van warmte met de binnenruimte, en - minstens één isolatiemat, verder voorzien van een luchtdichte verpakking omvattende een kunststoffolie. In het bijzonder is de isolatiemat op vlakke wijze boven de buisstructuur gerangschikt, rechtstreeks steunend op minstens twee naburige rechte buissegmenten, waarbij de isolatiemat een opwaartse begrenzing vormt voor een luchtkamer die onder de isolatiemat en tussen laatstgenoemde buissegmenten is gelegen, welke luchtkamer verder neerwaarts in contact staat met de geperforeerde metalen plaatstructuur. De hierboven opgesomde kenmerken & voordelen kunnen in dit verband worden herhaald.

In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm omvat de kunststof buisstructuur een infrarood-absorberend pigment, bij voorkeur carbon black. In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm omvat de genoemde kunststoffolie een infrarood- absorberend pigment, bij voorkeur carbon black. In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm omvatten zowel de kunststof buisstructuur als de kunststoffolie carbon black. Een aantal voordelen van carbon black is dat dit additief de warmtegeleiding (bv. doorheen de buiswand) verhoogt, dat het sterk kan bijdragen tot de emissiviteit en absorptiviteit van de betrokken oppervlakken in het infrarode gebied, en dat het antistatische eigenschappen verschaft waardoor zich minder snel stof zal aanhechten. Volgens een niet-limitatieve uitvoeringsvorm omvat een buitenlaag van de buisstructuur minstens 0.01 en maximaal 20 gewichtsprocent carbon black, bij voorkeur minder dan 10%, bij verdere voorkeur minder dan 5%, bij verdere voorkeur minder dan 1%, bijvoorbeeld ongeveer 0.02%-1%, 0.02%-0.5%, 0.02%-0.25%, 0.02%-0.20% of 0.02-

0.15%.

© BE2019/5119 In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm omvat de draagstructuur twee of meerdere draagprofielen die zich uitstrekken volgens een lengterichting van de binnenruimte, en die elk voorzien zijn van een veelheid aan regelmatig gepositioneerde bevestigingsgaten, bevestigingssleuven en bevestigingshaken. Optioneel worden bandrasterprofielen gebruikt als draagprofielen. Echter, de uitvinding is hiertoe niet gelimiteerd. In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm omvat de draagstructuur minstens drie zulke draagprofielen. In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm omvat de plaatstructuur een veelheid aan geperforeerde panelen die zich volgens de breedterichting uitstrekken, en die aan de draagprofielen zijn bevestigd. In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm omvat een paneel twee geprofileerde zijranden die op de bevestigingshaken inhaken. In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm omvat een paneel twee geprofileerde zijranden, die elk een vlak verlopende, opwaartse steunrand vormen waar de isolatiemat steunend op is gerangschikt. In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm strekt de isolatiemat zich uit tussen twee onderling naburige draagprofielen. Met een dergelijk ontwerp kan het plafondsysteem relatief goedkoop worden geproduceerd, en eenvoudig worden geïnstalleerd. Bovendien heeft het slechts een geringe inbouwhoogte. Potentieel heeft het dus een erg strak uiterlijk, en/of kan het worden geplaatst in binnenruimten met beperkte plafondhoogte.

In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm omvat minstens een buitenlaag van de buisstructuur carbon black. In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm is de buisstructuur meerlagig, met een binnenlaag omvattende een verhoogde temperatuurbestendige polyetheen (PE-RT), een zuurstofbarrièrelaag, en met een buitenlaag omvattende een verhoogde temperatuurbestendige polyetheen (PE-RT). In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm omvat de zuurstofbarrièrelaag een etheenvinylalcohol (EVOH), waarbij de buisstructuur verder nog een eerste en een tweede verbindingslaag omvat. In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm omvat de kunststoffolie een polyethyleen (PE), bij voorkeur een lagedichtheidpolyetheen (LDPE). In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm omvat de plaatstructuur staal.

Als voordeel zijn dergelijke materiaalkeuzes minder belastend voor klimaat en/of milieu. In wat volgt wordt de uitvinding beschreven a.d.h.v. niet-limiterende voorbeelden en figuren die de uitvinding illustreren, en die niet bedoeld zijn of geïnterpreteerd mogen worden om de omvang van de uitvinding te limiteren.

Figuur 1 toont een schematisch bovenaanzicht van een klimaatregelend plafond- systeem 1, volgens een mogelijke uitvoeringsvorm van de uitvinding. Het systeem 1 is geschikt voor het verwarmen en koelen van een onderliggende binnenruimte 2. Hetomvat een vlakke en open draagstructuur 3. Deze bestaat uit vier draagprofielen 4 die zich uitstrekken volgens een lengterichting 5 van de binnenruimte 2, tussen twee overstaande wanden 7. De draagprofielen 4 zijn aan deze wanden bevestigd. Bovendien zijn zij d.m.v. verdere, opwaartse beugels (niet getoond) opgehangen aan het bouwkundig plafond van de binnenruimte 2. Onder de draagstructuur 3 voorziet het plafondsysteem 1 nog twee kunststof buisstructuren 8. Beide zijn aangepast voor het voeren van zowel warm als koud water (= het warmtetransportmedium), tussen hun respectievelijke in- 9 en uitvoeren 10. Zoals ook te zien valt in Fig. 1, zijn de buisstructuren 8 meervoudig lusvormig. Elk vormt in totaal acht lussen. Met een dergelijk ontwerp zijn er dus acht gebogen buissegmenten 12 links, zeven gebogen buissegmenten 12 rechts, en in totaal zestien rechte buissegmenten 11 daartussen. Deze laatste strekken zich uit volgens de breedterichting 6 van de binnenruimte 2, eveneens tussen twee overstaande wanden 7. Zij bestrijken hoofdzakelijk de volledige breedte van de binnenruimte 2. Bij voorkeur is elk van beide buisstructuren 8 verkregen door het op gepaste wijze verbuigen van een aaneengesloten kunststof buis. Uiteraard moet het buismateriaal hiervoor voldoende flexibel zijn. Verder dient het buismateriaal voldoende stijf te zijn zodat het niet gaat doorhangen, tussen de ophangpunten in. Bijvoorbeeld wordt een buis toegepast zoals beschreven in onderstaand voorbeeld 1. Verder omvat het plafondsysteem 1 nog een geperforeerde metalen plaatstructuur. Deze vormt een vals plafond dat het plafondsysteem 1 aan de onderzijde afdekt. Bij voorkeur omvat de plaatstructuur een veelheid aan langwerpige, geperforeerde panelen

13. Volgens een niet-limitatief voorbeeld kan de breedte van een dergelijk paneel 150, 175, 200, 225 of 250 mm bedragen. Een of meerdere panelen 13 zijn ervoor aangepast om dienst te doen als “technisch” paneel 14. Bijvoorbeeld kan er een lamp 15 in worden gemonteerd. De langwerpige panelen 13, 14, net als de rechte buissegmenten 11, strekken zich uit volgens de breedterichting 6 van de binnenruimte 2. Op locaties waar zij de draagprofielen 4 dwarsen, zitten zij aan deze draagprofielen 4 bevestigd. Het plafondsysteem 1 is tot slot nog voorzien van één of meerdere isolatiematten 16. Deze zijn niet expliciet weergegeven in Fig. 1. Bijvoorbeeld worden dergelijke isolatiematten 16 gerangschikt zoals weergegeven in hieronder beschreven Fig. 2A-B.

Figuren 2A-B tonen, op schematische wijze, zijdelingse doorsnedes van een plafondsysteem 1 volgens een mogelijke uitvoeringsvorm. De doorsnede volgens Fig.

2A is gedeeltelijk weggebroken (althans wat betreft het draagprofiel 4). Fig. 2B toont verder nog een geëxplodeerde zijdelingse doorsnede.

Net zoals in Fig. 1 omvat het plafondsysteem 1 een draagprofiel 4 dat zich uitstrekt 5 volgens de lengterichting 5. Optioneel gaat het om een bandrasterprofiel. Echter, de uitvinding is hiertoe niet gelimiteerd. Het draagprofiel voorziet een veelheid aan bevestigingsgaten 17, bevestigingssleuven 18 en bevestigingshaken 19 die onderling regelmatig zijn gepositioneerd. Het draagprofiel 4 verloopt ook hier volgens de lengterichting 5. De rechte buissegmenten 11, daarentegen, verlopen volgens de breedterichting 6 (dus dwars op het vlak van de figuur). Nu voorziet het draagprofiel 4 aan de bovenzijde ook nog opwaarts gerichte bevestigingsgaten 17’ (niet getoond, zie wel Fig. 3A-B). Deze laten toe om aangepaste buishouders 20 vanaf de onderzijde in het draagprofiel 4 te klikken. Elke buishouder 20 definieert verder nog één of meerdere klemmen. In de getoonde uitvoeringsvorm gaat het telkens om drie klemmen. Deze zijn ervoor aangepast om de dwars verlopende, rechte buissegmenten 11 in te klemmen. Ook voorziet het plafondsysteem 1 een stel langwerpige geperforeerde panelen 13. Samen spannen zij een geperforeerde metalen plaatstructuur 21 op; zie Fig. 2A - de perforaties zijn weliswaar niet weergegeven in de figuren. Deze panelen 13 strekken zich eveneens uit in de breedterichting 6, dus dwars op het vlak van de figuur. Elk paneel 13 omvat twee geprofileerde zijranden 22. De zijranden 22 zijn zodanig gevormd/geprofileerd dat zij rechtstreeks op de bevestigingshaken 19 kunnen inhaken; zie i.h.b. de vergrote weergave in Fig. 2B. Daarenboven vormen deze zijranden 22 nog een vlak verlopende, opwaartse steunrand 23, voor ondersteuning van de isolatiematten 16. Bijvoorbeeld gaat het om een haaks geplooide (huidig geval) of omgeplooide steunrand 23. Belangrijk is dat het kunststoffolie verpakkingsmateriaal 27 niet beschadigd kan geraken aan eventuele scherpe plaatranden en/of bramen. Optioneel worden er nog verstevigingspanelen 28 voorzien. Deze verlopen eveneens volgens de breedterichting 6, waarbij zij naburige draagprofielen 4 extra verbinden. Zij verzorgen dus een bijkomende versteviging. Anderzijds worden de verstevigingspanelen 28 afgedekt door de geperforeerde panelen 13; zij zijn niet zichtbaar vanaf de onderzijde. Bijvoorbeeld kunnen deze verstevigingspanelen 28 ook worden gebruikt ter ondersteuning van een verticale akoestische barrière (niet getoond).

In de volledig geassembleerde toestand (Fig. ZA) zijn (a) de steunranden 23 van de panelen 13 en (b) de bovenranden 24 van de buissegmenten 11 min of meer in eenzelfde “steunvlak” gelegen. Isolatiematten 16 kunnen hier steunend op worden gerangschikt. Bij voorkeur gaat het om langwerpige isolatiematten 16. Deze strekken

? BE2019/5119 zich uit in de lengterichting 5, over een veelheid aan buissegmenten 11. In de lengterichting 5 sluiten de isolatiematten 16 ook onderling op elkaar aan. In de breedterichting 6, daarentegen, correspondeert de breedte van elke isolatiemat 16 bijvoorbeeld ongeveer met de afstand tussen twee naburige draagprofielen 4. Daarbij zijn de isolatiematten 16 op vlakke wijze bovenop de buissegmenten 11 en steunranden 23 gerangschikt, tussen de draagprofielen 4 in. Met een dergelijke rangschikking vormen de isolatiematten 16 een opwaartse afsluiting voor lucht die zich eronder, en tussen naburige buissegmenten 11 bevindt. De isolatiematten 16 zijn immers verpakt in een luchtdichte kunststoffolie, en dus zowel thermisch/akoestisch isolerend als ondoorlatend voor lucht. De isolatiematten 16 geven daarbij aanleiding tot onderliggende luchtkamers 29 die zij aan de bovenzijde begrenzen en afsluiten. Verder worden de luchtkamers 29 nog zijdelings ingesloten tussen naburige buissegmenten 11, en/of door een zijrand van een paneel 13 dat over de buissegmenten 11 heen is gevat. In neerwaartse richting 26 staan de luchtkamers 29 weliswaar in contact met de geperforeerde metalen plaatstructuur 21. De temperatuur van deze plaatstructuur 21 kan dus snel en efficiënt worden geregeld vanuit de luchtkamers 29. Onder andere is er een intense convectieve warmte- uitwisseling tussen de lucht in de luchtkamers 29 enerzijds, en de (open) metalen plaatstructuur 21 anderzijds. Bij het voeren van warm water, zullen de buissegmenten 11 gaan opwarmen. Onder andere zal de buiswand daarbij netto warmtestraling afgeven. Dit effect wordt eventueel versterkt door infrarood-absorberende pigmenten, aanwezig in en/of op de buiswand. Belangrijk is dat deze warmtestraling niet of nauwelijks kan ontsnappen in opwaartse richting 25. Het ingesloten karakter van de luchtkamer 29 is hiervoor verantwoordelijk. Wel kan warmtestraling worden geabsorbeerd door structuren die de luchtkamer 29 begrenzen (bv. de onderste verpakkingsfolie 27, de draagprofielen 4 en/of de geperforeerde plaatstructuur 21). Bij voorkeur zijn ook deze structuren daartoe voorzien van infrarood-absorberende pigmenten. Vervolgens zal de lucht aanwezig in de luchtkamer 29 deze warmte efficiënt kunnen opnemen. Bijvoorbeeld is er convectieve uitwisseling met elk van voorgenoemde structuren, binnen de luchtkamer

29. Belangrijk is dat ook hierbij nauwelijks vermogensverlies optreedt naar boven toe. De actief gewarmde lucht kan niet opwaarts uit de luchtkamer ontsnappen, omdat deze opwaarts wordt begrenst door de luchtdicht verpakte isolatiemat. Bovendien is de isolatiemat zelf thermisch isolerend, zodat warmte er niet doorheen kan sijpelen. Wel zal de lucht zijn warmte efficiënt kunnen afstaan aan de onderliggende (en open) plaatstructuur 21. Op zijn beurt kan de plaatstructuur 21 de warmte gaan afgeven aande onderliggende binnenruimte 2. Bijvoorbeeld is het aandeel van stralingswarmte daarbij ongeveer 100%.

Bij het voeren van koud water, zullen de buissegmenten 11 gaan afkoelen. Onder andere zal de buiswand daarbij netto warmtestraling opnemen. Ook dit effect wordt eventueel versterkt door infrarood-absorberende pigmenten, aanwezig in en/of op de buiswand. Een vergelijkbare redenering als hierboven kan worden gemaakt. Uiteindelijk zal de plaatstructuur 21 daarbij warmte gaan opnemen uit de onderliggende binnenruimte 2. Bijvoorbeeld is het aandeel van stralingswarmte daarbij ongeveer 90%, en het aandeel van convectieve warmte ongeveer 10%. Figuren 3A-B tonen perspectivistische aanzichten op een doorsneden deel van een klimaatregelend plafondsysteem 1, volgens nog een mogelijke uitvoeringsvorm. Respectievelijk de bovenzijde en de onderzijde worden getoond. Het plafondsysteem 1 omvat twee draagprofielen 4 in de lengterichting 5. Onderin zijn een reeks rechte buissegmenten 11 in deze draagprofielen 4 geklikt (evt. via buishouders 20 met klemmen). De buissegmenten 11 strekken zich tussen de draagprofielen 4 uit, volgens de breedterichting 6. Daaronder zijn er nog geperforeerde metalen panelen 13 voorzien, met opstaande geprofileerde zijranden 22 die op de draagprofielen 4 inhaken. Aan de onderzijde (Fig. 3B) werden deze panelen 13 echter weggelaten. Tot slot omvat het plafondsysteem nog één of meerdere isolatiematten 16. Deze zijn steunend bovenop de buissegmenten 11 gerangschikt. Zij sluiten luchtkamers 29 af die tussen de buissegmenten 11 in zijn gelegen. De isolatiematten 16 omvatten een kunststoffolie verpakkingsmateriaal 27. Volgens een niet-limitatief voorbeeld, gaat het om een polyethyleen-omvattende folie met een foliedikte van ongeveer 0,025 mm. Bij voorkeur strekken de isolatiematten 16 zich uit tussen onderling naburige draagprofielen 4 (dus tussen i.p.v. bijvoorbeeld bovenop deze draagprofielen 4). De globale inbouwhoogte 30 (zie Fig. 2A) ligt daarbij lager. Bijvoorbeeld is de isolatiemat 16 ongeveer 25 mm dik, en bedraagt de totale inbouwhoogte 30 ongeveer 50 mm. De metalen panelen 13 zijn nog voorzien van een veelheid aan perforaties. Het is dus een open structuur. Bijvoorbeeld is de doorsnede van de perforaties gelegen tussen 0,5 mm en 5,0 mm, bij voorkeur tussen 1,5 mm en 2,5 mm. De openheid van de panelen 13 is daarbij gelegen tussen 5% en 50%, bij voorkeur tussen 10% en 40%. De uitvinding is hier geenszins toe gelimiteerd. In elk geval staan de isolatiematten 16 in akoestisch contact met de onderliggende binnenruimte 2, doorheen de open plaatstructuur 21. Zij vervullen daarbij een akoestisch dempende en/of akoestisch isolerende functie.

u BE2019/5119 Overigens is het niet noodzakelijk zo dat alle buissegmenten 11 volledig worden afgedekt door isolatiematten 16. Tussen buissegmenten 11 die niet zijn afgedekt - of nog, tussen vrijligende buissegmenten 11 - vormen zich eventuele “inblaasopeningen”. Lucht kan vanuit het plenum in de binnenruimte 2 worden geblazen, via dergelijke inblaasopeningen, en doorheen de perforaties in de panelen 13. Deze fijne perforaties verzorgen een meer gelijkmatige spreiding van de ingeblazen lucht. Bijvoorbeeld kan een dergelijk luchttoevoersysteem worden geactiveerd op basis van metingen m.b.t. een temperatuur, een CO2-gehalte en/of een relatieve luchtvochtigheid in de binnenruimte 2.

Voorbeeld - buisstructuur volgens een mogelijke uitvoeringsvorm De buisstructuur heeft een meerlagige opbouw. Bijvoorbeeld heeft de buisstructuur opeenvolgend een structurele binnenlaag van PE-RT, een eerste verbindingslaag, een tussenlaag van EVOH, een tweede verbindingslaag, en een beschermende buitenlaag van PE-RT. De verbindingslaag verzorgt een aanhechting tussen EVOH enerzijds en PE- RT anderzijds. Bij voorkeur is de buisstructuur hoofdzakelijk samengesteld uit kunststof. I.h.b. verzorgt de EVOH-tussenlaag een diffusiebarrière voor zuurstof. Hiervoor wordt dus geen aluminium tussenlaag toegepast, zoals gebruikelijk is in de stand der techniek. Met een dergelijke, vijflagige opbouw is de buisstructuur voldoende stevig om te worden opgehangen onder de draagstructuur, zonder dat zij al te veel gaat doorhangen. Tegelijkertijd zijn dergelijke kunststof buizen voldoende flexibel zodat zij in bochten kunnen worden gebogen. Het is daardoor mogelijk om de buisstructuur lusvormig en/of meanderend aan te brengen. Zie bijvoorbeeld de meervoudige lusvorm van Fig. 1. Buitenlaag heeft een relatief hoge emissie in minstens een deel van het infrarode gebied. Bij voorkeur omvat minstens de buitenlaag daartoe een zwart (of beter: infrarood- absorberend) pigment. Bijvoorbeeld omvat de buitenlaag daartoe carbon black. De genummerde elementen op de figuren zijn:

1. Plafondsysteem

2. Binnenruimte

3. Draagstructuur

4. Draagprofiel

5. Lengterichting

6. Breedterichting

7. Wand

8. Buisstructuur

9. Invoer

10. Uitvoer

11. Rechte buissegmenten

12. Gebogen buissegmenten

13. Geperforeerd paneel

14. Technisch paneel

15. Lamp

16. Isolatiemat

17. Bevestigingsgat

18. Bevestigingssleuf 19, Bevestigingshaak

20. Buishouder

21. Plaatstructuur

22. Zijrand

23. Steunrand (van zijrand paneel)

24. Bovenrand (van recht buissegment)

25. Opwaartse richting

26. Neerwaartse richting

27.Kunststoffolie verpakkingsmateriaal

28. Verstevigingspaneel

29. Luchtkamer

30. Inbouwhoogte Het is verondersteld dat de huidige uitvinding niet beperkt is tot de uitvoeringsvormen die hierboven beschreven zijn en dat enkele aanpassingen of veranderingen aan de beschreven voorbeelden en figuren kunnen toegevoegd worden, zonder de toegevoegde conclusies te herwaarderen.

Claims (15)

CONCLUSIES

1. Een klimaatregelend plafondsysteem (1) voor regeling van de temperatuur in een binnenruimte (2), het systeem (1) omvattende: - een Vlakke en open draagstructuur (3), - een meanderende en/of lusvormige kunststof buisstructuur (8) met een invoer (9) en een uitvoer (10), geschikt voor het voeren van een warmtetransportmedium, welke buisstructuur (8) onder en langsheen de draagstructuur (3) is bevestigd, en welke buisstructuur (8) een veelheid aan rechte buissegmenten (11) omvat die zich volgens een breedterichting (6) van de binnenruimte (2) uitstrekken, - een geperforeerde metalen plaatstructuur (21) die onder en langsheen de buisstructuur (8) is bevestigd, voor uitwisseling van warmte met de binnenruimte (2), en - minstens één isolatiemat (16), verder voorzien van een luchtdichte verpakking (27) omvattende een kunststoffolie, met het kenmerk, dat de isolatiemat (16) op vlakke wijze boven de buisstructuur (8) is gerangschikt, rechtstreeks steunend op minstens twee naburige rechte buissegmenten (11), waarbij de isolatiemat (16) een opwaartse begrenzing vormt voor een luchtkamer (29) die onder de isolatiemat (16) en tussen laatstgenoemde buissegmenten (11) is gelegen, welke luchtkamer (29) verder neerwaarts in contact staat met de geperforeerde metalen plaatstructuur (21).

2. Het systeem (1) volgens conclusie 1, waarbij de kunststof buisstructuur (8) een infrarood-absorberend pigment, bij voorkeur carbon black omvat.

3. Het systeem (1) volgens één der conclusies 1 en 2, waarbij het genoemde kunststoffolie verpakkingsmateriaal (27) een infrarood-absorberend pigment, bij voorkeur carbon black omvat.

4. Het systeem (1) volgens één der conclusies 2-3, waarbij zowel de kunststof buisstructuur (8) als het kunststoffolie verpakkingsmateriaal (27) carbon black omvat.

5. Het systeem (1) volgens één der conclusies 1-4, waarbij de draagstructuur (3) twee of meerdere draagprofielen (4) omvat die zich uitstrekken volgens een lengterichting (5) van de binnenruimte (2), en die elk voorzien zijn van eenveelheid aan regelmatig gepositioneerde bevestigingsgaten (17), bevestigingssleuven (18) en bevestigingshaken (19).

6. Het systeem (1) volgens voorgaande conclusie 5, waarbij de draagstructuur (3) minstens drie zulke draagprofielen (4) omvat.

7. Het systeem (1) volgens één der conclusies 5-6, waarbij de plaatstructuur (3) een veelheid aan geperforeerde panelen (13) omvat die zich volgens de breedterichting (6) uitstrekken, en die aan de draagprofielen (4) zijn bevestigd.

8. Het systeem (1) volgens voorgaande conclusie 7, waarbij een paneel (13) twee geprofileerde zijranden (22) omvat die op de bevestigingshaken (19) inhaken.

9. Het systeem (1) volgens één der conclusies 7-8, waarbij een paneel (13) twee geprofileerde zijranden (22) omvat die elk een vlak verlopende, opwaartse steunrand (23) vormen waar de isolatiemat (16) steunend op is gerangschikt.

10. Het systeem (1) volgens één der conclusies 5-9, waarbij de isolatiemat (16) zich tussen twee onderling naburige draagprofielen (4) uitstrekt.

11. Het systeem (1) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij minstens een buitenlaag van de buisstructuur (8) carbon black omvat.

12.Het systeem (1) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de buisstructuur (8) meerlagig is met een binnenlaag omvattende een verhoogde- temperatuurbestendige polyetheen (PE-RT), een zuurstofbarrièrelaag, en een buitenlaag omvattende een verhoogde-temperatuurbestendige polyetheen (PE- RT).

13. Het systeem (1) volgens conclusie 12, waarbij de zuurstofbarrièrelaag een etheenvinylalcohol (EVOH) omvat, en waarbij de buisstructuur (8) verder nog een eerste en een tweede verbindingslaag omvat.

14.Het systeem (1) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het kunststoffolie verpakkingsmateriaal (27) een polyethyleen (PE), bij voorkeur een lagedichtheidpolyetheen (LDPE) omvat.

15.Het systeem (1) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de plaatstructuur (21) staal omvat.