BE1026319B1 - Towing device for pile warp threads in a towel weaving machine - Google Patents

Towing device for pile warp threads in a towel weaving machine Download PDF

Info

Publication number
BE1026319B1
BE1026319B1 BE20180070A BE201800070A BE1026319B1 BE 1026319 B1 BE1026319 B1 BE 1026319B1 BE 20180070 A BE20180070 A BE 20180070A BE 201800070 A BE201800070 A BE 201800070A BE 1026319 B1 BE1026319 B1 BE 1026319B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
support
bellows spring
support boom
bellows
boom
Prior art date
Application number
BE20180070A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
BE1026319A1 (en
Inventor
Ward Boudry
Original Assignee
Picanol Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Picanol Nv filed Critical Picanol Nv
Priority to BE20180070A priority Critical patent/BE1026319B1/en
Priority to CN201880094036.7A priority patent/CN112437820B/en
Priority to EP18733517.9A priority patent/EP3802933B1/en
Priority to PCT/EP2018/064941 priority patent/WO2019228655A1/en
Publication of BE1026319A1 publication Critical patent/BE1026319A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1026319B1 publication Critical patent/BE1026319B1/en

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D39/00Pile-fabric looms
    • D03D39/22Terry looms
    • D03D39/223Cloth control
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D49/00Details or constructional features not specially adapted for looms of a particular type
    • D03D49/04Control of the tension in warp or cloth
    • D03D49/22Back rests; Lease rods; Brest beams

Abstract

Een sleepsamenstelling voor poolkettingdraden (13) in een baddoek weefmachine (1), waarbij een spanrol (16) is aangebracht om de poolkettingdraden (13) te geleiden, waarbij de steunboom (33) gemonteerd is om heen en weer roteerbaar te zijn om een steunboom as (34), waarbij de spanrol (16) evenwijdig met de steunboom (33) ondersteund is door twee of meer steunelementen (51), welke steunelementen (51) vast in positie op de steunboom (33) zijn gemonteerd, en waarbij de spanrol (16) door minstens één balgveer (52, 152) is belast. Een sleepsamenstelling met een steunboom (33) die aan zijn manteloppervlak voorzien is van een positioneringselement (65) dat zich evenwijdig met de steunboom as (34) uitstrekt en steunelementen (51) die ten opzichte van elkaar zijn uitgelijnd door middel van het positioneringselement (65). Een baddoek weefmachine met een dergelijke sleepsamenstelling (3).A towing assembly for pile warp threads (13) in a bath towel weaving machine (1), wherein a tension roller (16) is arranged to guide the pile warp threads (13), the support boom (33) being mounted to be rotatable to and fro around a support boom shaft (34), wherein the tensioner roller (16) is supported parallel to the support boom (33) by two or more support elements (51), which support elements (51) are fixedly mounted on the support boom (33), and wherein the tensioner roller (16) is loaded by at least one bellows spring (52, 152). A towing assembly with a support boom (33) provided on its lateral surface with a positioning element (65) extending parallel to the support shaft (34) and support elements (51) aligned with respect to each other by means of the positioning element (65) ). A bath towel weaving machine with such a towing composition (3).

Description

Sleepinrichting voor poolkettingdraden in een baddoek weefmachine.Towing device for pile warp threads in a towel weaving machine.

Sleepsamenstelling voor pookkettingdraden in een baddoek weefmachine.Sleep composition for poker warp threads in a bath towel weaving machine.

Technisch gebied en stand van de techniek.Technical field and state of the art.

De uitvinding betreft een sleepsamenstelling voor poolkettingdraden in een baddoek weefmachine, bevattende een spanrol en een steunboom, waarbij de spanrol aangebracht is om de poolkettingdraden te geleiden, waarbij de steunboom op een freem van de weefmachine monteerbaar is om heen en weer roteerbaar te zijn om een steunboom as, en waarbij de spanrol evenwijdig met de steunboom ondersteund is door twee of meer steunelementen, welke steunelementen vast in positie op de steunboom zijn gemonteerd.The invention relates to a towing assembly for pile warp threads in a bath towel weaving machine, comprising a tension roll and a support boom, the tension roll being arranged to guide the pile warp threads, the support boom being mountable on a frame of the weaving machine to be rotatable to and fro around a support shaft, and wherein the tension roller is supported parallel to the support boom by two or more support elements, which support elements are fixedly mounted on the support boom.

Zoals algemeen gekend voor de vakman, voor het weven van een baddoek weefsel, wordt de weefsellijn van het weefsel ten opzichte van een riet verplaatst voor het veroorzaken van een variatie van een afstand tussen een constante aanslaglijn en de weefsellijn. Indien, nadat meerdere ingebrachte inslagdraden en aanslagen die tot stand zijn gebracht op een afstand van de weefsellijn, de weefsellijn van het weefsel wordt verplaatst zodanig dat de weefsellijn dichter bij de aanslaglijn van het riet wordt bewogen, worden de vooraf ingebrachte inslagdraden meegedragen naar de weefsellijn tijdens aanslag van een volgende ingebrachte inslagdraad. De inslagdraden bewegen ten opzichte van de strakker gespannen grondkettingdraden, terwijl ze de losser gespannenAs is well known to those of skill in the art for weaving a bath towel fabric, the weave line of the fabric is displaced relative to a cane to cause a variation of a distance between a constant stop line and the weave line. If, after a plurality of inserted weft threads and stops created at a distance from the weave line, the weave line of the fabric is moved such that the weave line is moved closer to the stroke line of the reed, the pre-inserted weft threads are carried to the weave line during the attack of a next inserted weft thread. The weft threads move relative to the tighter ground warp threads while they tension the looser

BE2018/0070 poolkettingdraden met zich meedragen. Daardoor vormen de poolkettingdraden lussen.BE2018 / 0070 polar warp threads. As a result, the pile warp threads form loops.

Voor het vormen van lussen is een lage poolkettingspanning vereist. In baddoek weefsels is het echter gebruikelijk om een eerste weefseldeel geweven als een baddoek weefsel te hebben gevolgd door een tweede weefseldeel geweven als een normaal of plat weefsel. Daarom is het algemeen gekend in baddoek weefmachines om een lage spanning van de poolkettingdraden voor het weven van een baddoek weefsel en hoge spanning van de poolkettingdraden voor het weven van een plat weefsel tussen de baddoek weefsels te gebruiken.A low pile chain tension is required to form loops. However, in bath towel fabrics, it is common to have a first woven fabric woven as a bath towel fabric followed by a second woven fabric woven as a normal or flat fabric. Therefore, it is well known in bath towel weaving machines to use a low tension of the pile warp threads for weaving a towel fabric and high tension of the pile warp threads for weaving a flat fabric between the towel fabrics.

Zoals bijvoorbeeld in EP 1888826 BI beschreven, is het gekend om een veerkrachtig gehouden spanrol te voorzien die is aangebracht om de poolkettingdraden te geleiden, die samen met het geweven weefsel kunnen bewegen als het geweven weefsel weg van de aanslaglijn wordt bewogen om te vermijden dat poolkettingdraden uit het zojuist geweven baddoek weefsel worden teruggetrokken.As described, for example, in EP 1888826 B1, it is known to provide a resiliently held tension roller arranged to guide the pile warp threads, which can move together with the woven fabric when the woven fabric is moved away from the stop line to prevent pile warp threads be withdrawn from the newly woven towel fabric.

Het is een doel van de huidige aanvraag om te voorzien in een sleepsamenstelling met een beweegbaar gemonteerde spanrol, waarbij het vermeden wordt dat een spanning van de poolkettingdraden aanzienlijk zal toenemen tijdens een beweging van de spanrol bij een verplaatsing van het geweven weefsel.It is an object of the present application to provide a drag assembly with a movably mounted tensioner roller, wherein it is avoided that a tension of the pile warp threads will increase considerably during a movement of the tensioner roller upon a movement of the woven fabric.

Het is een ander doel van de huidige aanvraag om te voorzien in een sleepsamenstelling met een spanrol die door steunbeugels op een steunboom is gemonteerd, wat een eenvoudige aanpassing van een positie van de steunbeugels toelaat langs de steunboom as op de steunboom.It is another object of the present application to provide a towing assembly with a tensioner roller mounted on a support boom by support brackets, allowing for a simple adjustment of a position of the support brackets along the support boom axis on the support boom.

BE2018/0070BE2018 / 0070

Samenvatting van de uitvinding.Summary of the invention.

Volgens een eerste aspect van de uitvinding wordt een sleepsamenstelling voor poolkettingdraden in een baddoek weefmachine voorzien, bevattende een spanrol en een steunboom, waarbij de spanrol is aangebracht om de poolkettingdraden te geleiden, waarbij de steunboom op een freem van de weefmachine monteerbaar is om heen en weer roteerbaar te zijn om een steunboom as, waarbij de spanrol evenwijdig met de steunboom ondersteund is door twee of meer steunelementen, welke steunelementen vast in positie op de steunboom zijn gemonteerd, en waarbij de spanrol door minstens één balgveer is belast.According to a first aspect of the invention, a towing assembly for pile warp threads is provided in a bath towel weaving machine, comprising a tension roll and a support boom, the tension roll being arranged to guide the pile warp threads, the support boom being mountable on a frame of the weaving machine around and to be rotatable again about a support shaft, wherein the tensioning roller is supported parallel to the support boom by two or more support elements, which support elements are fixedly mounted on the support boom, and wherein the tensioning roller is loaded by at least one bellows spring.

De spanrol wordt veerkrachtig gemonteerd zodat de spanrol verplaatsbaar is bij een beweging van een geweven weefsel voor het vormen van lussen in de poolkettingdraden van een baddoek weefsel. In voorkeurdragende uitvoeringsvormen is de sleepsamenstelling een passieve inrichting, waarbij de spanrol verplaatst wordt door krachten uitgeoefend door de poolkettingdraden zonder een aandrijving voor het actief verplaatsen van de spanrol.The tensioner is resiliently mounted so that the tensioner is movable upon movement of a woven fabric to form loops in the pile warp threads of a towel fabric. In preferred embodiments, the towing assembly is a passive device, wherein the tensioner roller is displaced by forces exerted by the pile warp threads without a drive for actively moving the tensioner roller.

Met behulp van minstens één balgveer wordt een kettingspanning van de poolkettingdraden ingesteld. In de context van de aanvraag wordt de uitdrukking balgveer gebruikt om een veer te beschrijven die één balg of meerdere balgen gevuld met een comprimeerbaar fluïdum bevat, welke balg toelaat dat de veer in een lineaire richting uitzet en inkrimpt. De elastische kracht of veerkracht van de balgveer is instelbaar door de druk van het fluïdum in de balg. In voorkeurdragende uitvoeringsvormen is de balg gevuld met lucht, in het bijzonder perslucht. De vakman zal begrijpen dat in plaats vanA chain tension of the pile warp threads is adjusted with the help of at least one bellows spring. In the context of the application, the term bellows spring is used to describe a spring that contains one or more bellows filled with a compressible fluid, which bellows allows the spring to expand and contract in a linear direction. The elastic force or spring force of the bellows spring is adjustable by the pressure of the fluid in the bellows. In preferred embodiments, the bellows is filled with air, in particular compressed air. The skilled person will understand that instead of

BE2018/0070 lucht een ander fluïdum kan worden gebruikt. De balgveer kan zo worden uitgevoerd dat de druk en, aldus, de kracht uitgeoefend door de balgveer niet of slechts onbeduidend varieert met de uitzetting en inkrimping van de balg te wijten aan een beweging van de spanrol.BE2018 / 0070 another fluid can be used. The bellows spring can be designed such that the pressure and, thus, the force exerted by the bellows spring does not vary, or only insignificantly, with the expansion and contraction of the bellows due to a movement of the tensioner roller.

De kettingspanning van de poolkettingdraden hangt af van de druk binnen de balgveer. Door het instellen van de druk, kan de kettingspanning eenvoudig en zonder stappen worden ingesteld. Met de beweging van de spanrol, wordt/worden de balg of de balgen van de balgveer uitgezet of ingekrompen in een lineaire richting. Wanneer de balgveer zo wordt uitgevoerd dat de kracht uitgeoefend door de balgveer niet of slechts onbeduidend varieert met de uitzetting en inkrimping van de balg(en) te wijten aan een beweging van de spanrol kan een minstens hoofdzakelijk constante kettingspanning bereikt worden in de poolkettingdraden die door de spanrol worden geleid zelfs wanneer de spanrol over een grote afstand wordt bewogen voor een verplaatsing van het geweven weefsel in gebruik van de baddoek weefmachine. Met andere woorden, de sleepsamenstelling heeft een lage inertie en de beweging van de spanrol veroorzaakt enkel lage variaties of geen variaties in de kettingspanning tijdens het baddoek weefproces, hoewel de sleepsamenstelling zelf vrij stijf is en de spanrol over een grote afstand beweegt.The chain tension of the pile warp threads depends on the pressure within the bellows spring. By adjusting the pressure, the chain tension can be adjusted easily and without steps. With the movement of the tensioner roller, the bellows or the bellows of the bellows spring is expanded or contracted in a linear direction. When the bellows spring is designed so that the force exerted by the bellows spring does not vary or only slightly varies with the expansion and contraction of the bellows due to a movement of the tensioner roller, an at least substantially constant chain tension can be achieved in the pile warp threads which the tensioner roller can be guided even when the tensioner roller is moved a great distance for displacement of the woven fabric in use of the towel weaving machine. In other words, the towing composition has low inertia and the movement of the tensioner roll causes only low variations or no variations in the chain tension during the towel weaving process, although the towing composition itself is quite stiff and the tensioner roller moves a great distance.

De sleepsamenstelling in uitvoeringsvormen bevat of werkt samen met een drukregelaar systeem dat in staat is om de druk van het fluïdum te regelen in de minstens één balgveer en/of de druk van het fluïdum te meten in de minstens één balgveer, welke druk evenredig is met de poolkettingdraadspanning. Het gebruikte fluïdum is bij voorkeur lucht.The towing composition in embodiments includes or cooperates with a pressure regulator system capable of controlling the pressure of the fluid in the at least one bellows spring and / or measuring the pressure of the fluid in the at least one bellows spring, which pressure is proportional to the pole chain tension. The fluid used is preferably air.

BE2018/0070BE2018 / 0070

In voorkeurdragende uitvoeringsvormen is de balgveer een rolbalg veer, in het bijzonder een rolbalg luchtveer. De rolbalg veer bevat een balg, die meestal bevestigd is aan één einde van een afrolzuiger, welke afrolzuiger bijvoorbeeld gemaakt is uit metaal of kunststof. Bij een inkrimping beweegt de afrolzuiger binnen de balg, en wordt de balg over de afrolzuiger geduwd zodat de balg een rolbalg bepaalt die rolt over het buitenoppervlak van de afrolzuiger. Een intern volume van een dergelijke rolbalg veer verandert slechts marginaal wanneer de rolbalg veer uitzet of inkrimpt, dit betekent wanneer de balg over het buitenoppervlak van de afrolzuiger rolt. Als alternatief of als aanvulling is de balgveer in fluïdum communicatie met een grote fluïdum container, in het bijzonder een grote luchttank, voor het voorzien van een intern volume, dat slechts marginaal verandert met de uitzetting of inkrimping van de balgveer. Verschillende rolbalg veren kunnen gecombineerd worden om één balgveer te vormen.In preferred embodiments, the bellows spring is a bellows spring, in particular a bellows air spring. The bellows spring comprises a bellows, which is usually attached to one end of a rolling piston, which rolling piston is for instance made of metal or plastic. In the event of a contraction, the unwinding piston moves inside the bellows, and the bellows is pushed over the unwinding piston so that the bellows defines a bellows that rolls over the outer surface of the unwinding piston. An internal volume of such a bellows spring only changes marginally when the bellows spring expands or shrinks, this means when the bellows rolls over the outer surface of the unwinding piston. Alternatively or additionally, the bellows spring is in fluid communication with a large fluid container, in particular a large air tank, for providing an internal volume that changes only marginally with the expansion or contraction of the bellows spring. Different bellows springs can be combined to form one bellows spring.

De spanrol beweegt in een weefvlak, dat minstens hoofdzakelijk in een horizontaal vlak is. In een uitvoeringsvorm is de balgveer gemonteerd om evenwijdig met de weefrichting uit te zetten of in te krimpen en met de steunelementen gekoppeld voor een krachtuitoefening. De balgveer is bij voorkeur gemonteerd om uit te zetten en in te krimpen in een richting hoofdzakelijk loodrecht op de weefrichting. Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de minstens één balgveer met de steunboom gekoppeld door een verbindingssysteem met minstens een koppel hefboom bevestigd aan de steunboom om met de steunboom te roteren. Dit laat een geschikte opstelling van de balgveer op de omtrek van de steunboom toe, terwijl de steunbeugels, die zich doorheen de kettingdraden kunnen uitstrekken, klein gehouden worden.The tensioner roller moves in a weaving plane that is at least mainly in a horizontal plane. In one embodiment the bellows spring is mounted to expand or contract in parallel with the weaving direction and is coupled to the support elements for exerting force. The bellows spring is preferably mounted to expand and contract in a direction substantially perpendicular to the weaving direction. According to a preferred embodiment, the at least one bellows spring is coupled to the support boom by a connecting system with at least one torque lever attached to the support boom to rotate with the support boom. This allows a suitable arrangement of the bellows spring on the circumference of the support boom, while the support brackets, which can extend through the warp threads, are kept small.

BE2018/0070BE2018 / 0070

In een uitvoeringsvorm is een afstand tussen de krachtaanbrengpositie van de minstens één balgveer op de koppel hefboom en de steunboom as korter dan of gelijk aan een afstand tussen een as van de spanrol en de steunboom as. Wanneer de afstand tussen de krachtaanbrengpositie van de minstens één balgveer op de koppel hefboom en de steunboom as korter is dan of gelijk is aan de afstand tussen de spanrol as en de steunboom as, wordt een hefboom effect voordelig gebruikt omdat elke variatie in de druk uitgeoefend door de minstens één balgveer een kleiner effect op de kettingspanning zal hebben dan uitgeoefend op de poolkettingdraden door de spanrol.In one embodiment, a distance between the force application position of the at least one bellows spring on the torque lever and the support shaft is less than or equal to a distance between a shaft of the tensioner roller and the support shaft. When the distance between the force application position of the at least one bellows spring on the torque lever and the support shaft is shorter than or equal to the distance between the tensioner shaft and the support shaft, a lever effect is advantageously used because any variation in pressure is exerted due to the at least one bellows spring having a smaller effect on the chain tension than exerted on the pile warp threads by the tensioner.

In een uitvoeringsvorm zijn de koppel hefboom via welke de minstens één balgveer met de steunboom is gekoppeld en de steunelementen die de spanrol ondersteunen onder een hoek van ongeveer 75° tot ongeveer 105° aangebracht. Hierdoor is een bewegingsrichting aan een uiteinde van de koppel hefboom nagenoeg loodrecht op een bewegingsrichting aan een uiteinde van de steunelementen. Hierdoor wordt, wanneer de spanrol in een weefvlak wordt bewogen, dat minstens hoofdzakelijk in een horizontaal vlak is, het uiteinde van de koppel hefboom minstens hoofdzakelijk in een verticale richting bewogen.In one embodiment, the torque lever via which the at least one bellows spring is coupled to the support boom and the support elements supporting the tension roller are arranged at an angle of about 75 ° to about 105 °. As a result, a direction of movement at one end of the torque lever is substantially perpendicular to a direction of movement at an end of the support elements. As a result, when the tensioning roller is moved in a weaving plane that is at least substantially in a horizontal plane, the end of the torque lever is moved at least substantially in a vertical direction.

In een uitvoeringsvorm wordt de balgveer geleid om een beweging van de balgveer in andere richtingen dan zijn axiale richting te vermijden en aldus om een knikken of buigen van de balg van de balgveer te vermijden. In voorkeurdragende uitvoeringsvormen is het verbindingssysteem een vierkoppeling verbinding bevattende een stang die zich in een axiale richting van de minstens één balgveer of zich evenwijdig met een axiale richting van de minstens één balgveer uitstrekt, de koppel hefboom is met de stang aan eenIn one embodiment, the bellows spring is guided to prevent movement of the bellows spring in directions other than its axial direction and thus to prevent kinking or bending of the bellows of the bellows spring. In preferred embodiments, the connection system is a four-coupling connection comprising a rod extending in an axial direction of the at least one bellows spring or parallel to an axial direction of the at least one bellows spring, the coupling lever being with the rod on a

BE2018/0070 eerste verbinding gekoppeld en bevestigd aan de steunboom om met de steunboom te roteren, en een hulphefboom evenwijdig is aangebracht met de koppel hefboom, de hulphefboom is met de stang aan een tweede verbinding gekoppeld en monteerbaar op het freem van de weefmachine om heen en weer roteerbaar te zijn om een as evenwijdig met de steunboom as. Het vierkoppeling verbindingssysteem vermijdt eveneens een doorbuiging van de stang en dus een beweging van de balgveer in andere richtingen dan zijn axiale richting, waarbij bovendien wrijvingskrachten zijn vermeden.BE2018 / 0070 first connection coupled and attached to the support boom to rotate with the support boom, and an auxiliary lever is arranged parallel to the torque lever, the auxiliary lever is coupled to the second connection with the rod and mountable on the frame of the weaving machine around it and to be rotatable again about an axis parallel to the support axis. The four-coupling connection system also avoids a bending of the rod and therefore a movement of the bellows spring in directions other than its axial direction, while moreover frictional forces are avoided.

In een uitvoeringsvorm is de minstens één balgveer gemonteerd via een krachtmeetinrichting voor het meten van de kracht die op balgveer werkt. De krachtmeetinrichting is bijvoorbeeld tussen de balgveer en een freem van de weefmachine gemonteerd. In voorkeurdragende uitvoeringsvormen, in het bijzónder wanneer de balgveer gemonteerd is om in een verticale richting uit te zetten en in te krimpen, is de krachtmeetinrichting onder de balgveer gemonteerd. In een uitvoeringsvorm wordt een kettingspanning bepaald op basis van dergelijke gemeten krachten die op de balgveer werken. In voorkeurdragende uitvoeringsvormen, in gebruik wordt een kettingspanning bepaald op basis van een druk van het fluïdum in de balgveer gemeten door een druksensor of elke andere drukmeetinrichting, waarbij de krachtmeetinrichting die tussen de balgveer en het freem van de weefmachine is gemonteerd bijvoorbeeld gebruikt wordt om een waarde van de kettingspanning te kalibreren gebaseerd op de waarde van de druk in de balgveer gemeten door de druksensor of elke andere drukmeetinrichting. Als alternatief of als aanvulling, ingeval een kracht uitgeoefend op een uiteinde van de koppel hefboom nagenoeg loodrecht op een kettingspanning is zoals uitgeoefend op de spanrol door deIn one embodiment, the at least one bellows spring is mounted via a force measuring device for measuring the force acting on bellows spring. The force measuring device is mounted, for example, between the bellows spring and a frame of the weaving machine. In preferred embodiments, particularly when the bellows spring is mounted to expand and contract in a vertical direction, the force sensing device is mounted under the bellows spring. In one embodiment, a chain tension is determined on the basis of such measured forces acting on the bellows spring. In preferred embodiments, in use, a chain tension is determined based on a pressure of the fluid in the bellows spring measured by a pressure sensor or any other pressure-measuring device, the force-measuring device mounted between the bellows spring and the frame of the weaving machine being used, for example, to calibrate value of the chain tension based on the value of the pressure in the bellows spring measured by the pressure sensor or any other pressure measuring device. Alternatively or additionally, if a force exerted on one end of the torque lever is substantially perpendicular to a chain tension as exerted on the tensioner roller by the

BE2018/0070 poolkettingdraden in een weefrichting, is in een uitvoeringsvorm de steunboom gemonteerd via een steunboom krachtmeetinrichting voor het meten van de kracht die evenwijdig met het weefvlak op de steunboom werkt. .BE2018 / 0070 pile warp threads in a weaving direction, in one embodiment the support boom is mounted via a support boom force measuring device for measuring the force acting on the support boom parallel to the weaving surface. .

Als alternatief of als aanvulling op de krachtmeetinrichting is in een uitvoeringsvorm een positiebepaalinrichting voorzien voor het bepalen van een positie van de spanrol. Een bepaalde positie van de spanrol wordt in een uitvoeringsvorm gebruikt voor het sturen van een rotatie van een poolkettingboom via welke poolkettingdraden zodanig worden toegevoerd naar de spanrol, dat de spanrol heen en weer om deze bepaalde positie beweegt binnen een bepaald bereik, bijvoorbeeld een bepaalde positie waarin de steunelementen voor de spanrol nagenoeg verticaal zijn georiënteerd. In een uitvoeringsvorm wordt de positie van de spanrol direct gemeten. In voorkeurdragende uitvoeringsvormen wordt de positie van de spanrol indirect bepaald door een hoekpositie van de steunboom te meten. In een uitvoeringsvorm wordt de hoekpositie van de steunboom gemeten met behulp van. een absolute hoekpositie sensor, bijvoorbeeld een encoder. In andere uitvoeringsvormen wordt een positiedetector, bijvoorbeeld een lineaire afstandsdetector, voorzien op een freem van de weefmachine, welke positiedetector met een nokkenprofiel samenwerkt dat op de steunboom is gemonteerd voor het meten van een lineaire afstand tussen het nokkenprofiel en de positiedetector, zodat de hoekpositie van de steunboom bepaald kan worden op basis van de gemeten afstand tussen het nokkenprofiel en de positiedetector.Alternatively or in addition to the force measuring device, in one embodiment a position determining device is provided for determining a position of the tensioning roller. A specific position of the tensioning roller is used in one embodiment to control a rotation of a pile warp tree through which pile warp threads are supplied to the tensioning roller such that the tensioning roller moves back and forth around this specific position within a specific range, for example a specific position wherein the support elements for the tensioner roller are oriented substantially vertically. In one embodiment, the position of the tensioner is measured directly. In preferred embodiments, the position of the tensioner is indirectly determined by measuring an angular position of the support boom. In one embodiment, the angular position of the support boom is measured using. an absolute angular position sensor, for example an encoder. In other embodiments, a position detector, for example a linear distance detector, is provided on a frame of the weaving machine, which position detector cooperates with a cam profile mounted on the support beam for measuring a linear distance between the cam profile and the position detector, so that the angular position of the support boom can be determined based on the measured distance between the cam profile and the position detector.

De positiebepaalinrichting en de minstens één balgveer kunnen aan tegenoverliggende einden van de steunboom worden aangebracht. In voorkeurdragende uitvoeringsvormen zijn deThe position-determining device and the at least one bellows spring can be arranged at opposite ends of the support boom. In preferred embodiments, the

BE2018/0070 positiebepaalinrichting en de minstens één balgveer aan hetzelfde einde van de steunboom aangebracht.BE2018 / 0070 position-determining device and the at least one bellows spring arranged at the same end of the support beam.

In een uitvoeringsvorm wordt de positiebepaalinrichting gebruikt om te bepalen of de spanrol binnen een bepaald bereik ligt. In andere uitvoeringsvormen, als alternatief of als aanvulling, wordt een veiligheidsdetector inrichting voorzien om te detecteren of een positie van de spanrol binnen een bepaald bereik ligt, welke veiligheidsdetector inrichting bevattende een sensor en een detector object, waarbij één van de sensor en het detector object aangebracht is om met de steunboom te bewegen en de andere vast in positie op het freem van de weefmachine is gemonteerd. De sensor of het detector object, dat aangebracht is om met de steunboom te bewegen, is in een uitvoeringsvorm op de steunboom zelf bevestigd. In andere uitvoeringsvormen is het aan een verder element bevestigd, dat met de steunboom is gekoppeld om met de steunboom te bewegen. Het zou bijvoorbeeld kunnen worden bevestigd op het nokkenprofiel van de positiebepaalinrichting, op één van de steunelementen, op één van de elementen van het verbindingssysteem, bijvoorbeeld de koppel hefboom, of op een bijkomend element, dat met de steunboom is gekoppeld om met de steunboom te bewegen. De veiligheidsdetector inrichting en de minstens één balgveer kunnen aan tegenoverliggende einden van de steunboom worden aangebracht. In voorkeurdragende uitvoeringsvormen zijn de veiligheidsdetector inrichting en de minstens één balgveer aan hetzelfde einde van de steunboom aangebracht.In one embodiment, the position determining device is used to determine whether the tension roller is within a certain range. In other embodiments, alternatively or in addition, a safety detector device is provided to detect whether a position of the tension roller is within a certain range, which safety detector device comprising a sensor and a detector object, one of the sensor and the detector object is arranged to move with the support and the other is fixed in position on the frame of the weaving machine. In one embodiment, the sensor or the detector object arranged to move with the support boom is mounted on the support boom itself. In other embodiments, it is attached to a further element that is coupled to the support boom to move with the support boom. It could, for example, be mounted on the cam profile of the position-determining device, on one of the support elements, on one of the elements of the connection system, for example the torque lever, or on an additional element, which is coupled to the support boom to connect to the support boom to move. The safety detector device and the at least one bellows spring can be arranged at opposite ends of the support boom. In preferred embodiments, the safety detector device and the at least one bellows spring are arranged at the same end of the support boom.

In voorkeurdragende uitvoeringsvormen is de druk van de minstens één balgveer variabel tussen een lage druk en een hoge druk om toe te laten met verschillende kettingspanningen te weven, bijvoorbeeldIn preferred embodiments, the pressure of the at least one bellows spring is variable between a low pressure and a high pressure to allow for weaving with different chain tensions, for example

BE2018/0070 voor verschillende bindingen. Zoals hierboven beschreven, in gebruik van baddoek weefmachines, is het goed gekend om een baddoek handdoek te produceren die een eerste deel met baddoek lussen heeft en die een tweede deel heeft, bijvoorbeeld een eindboord, welk tweede deel een normaal of plat weefsel zonder baddoek lussen is. Het is gebruikelijk om een dergelijk tweede deel met een vrij hoge spanning voor de poolkettingdraden te weven. Hierdoor worden in een uitvoeringsvorm de poolkettingdraden langs de spanrol geleid om een hogere spanning te hebben wanneer een normaal weefsel moet worden geweven, dan wanneer een baddoek weefsel moet worden geweven, waarbij de kettingspanning wordt geregeld door de druk van de minstens één balgveer te variëren.BE2018 / 0070 for different bonds. As described above, in the use of bath towel weaving machines, it is well known to produce a towel towel that has a first part with towel loops and that has a second part, for example an endboard, which second part is a normal or flat fabric without towel loops is. It is common to weave such a second part with a relatively high tension for the pile warp threads. As a result, in one embodiment, the pile warp threads are guided along the tensioner roller to have a higher tension when a normal fabric is to be woven than when a bath towel is to be woven, the chain tension being controlled by varying the pressure of the at least one bellows spring.

Om een eenvoudige aanpassing van de spanning van de poolkettingdraad toe te laten, zijn in een uitvoeringsvorm minstens een eerste balgveer en een tweede balgveer voorzien, waarbij bij voorkeur de druk in de eerste balgveer anders instelbaar is dan de druk in de tweede balgveer. Met een dergelijke uitvoeringsvorm, wordt de eerste balgveer bijvoorbeeld op een lage druk ingesteld, zodat de resulterende poolkettingspanning geschikt is voor het weven van baddoek weefsel, waarbij de aangewende spanning in voorkeurdragende uitvoeringsvormen minstens hoofdzakelijk constant is om het vormen van lussen van vrij constante hoogte toe te laten. De tweede balgveer wordt op een hoge druk ingesteld voor het weven van een plat weefsel, bijvoorbeeld een eindboord. In een uitvoeringsvorm is de tweede balgveer mechanisch ontkoppeld van de steunboom voor het weven van baddoek weefsel. In andere uitvoeringsvormen is de tweede balgveer bovendien op een lage druk ingesteld of zelfs een minstens bijna nuldruk bij het weven van baddoek weefsel.In order to allow a simple adjustment of the tension of the pile warp thread, at least a first bellows spring and a second bellows spring are provided, wherein the pressure in the first bellows spring is preferably adjustable differently than the pressure in the second bellows spring. With such an embodiment, the first bellows spring is set, for example, to a low pressure, so that the resulting pile chain tension is suitable for weaving bath towel fabric, the applied tension in preferred embodiments being at least substantially constant to form loops of fairly constant height. to leave. The second bellows spring is set to a high pressure for weaving a flat fabric, for example an endboard. In one embodiment, the second bellows spring is mechanically disconnected from the support boom for weaving towel fabric. In other embodiments, the second bellows spring is moreover set to a low pressure or even an at least nearly zero pressure when weaving bath towel fabric.

BE2018/0070BE2018 / 0070

Met andere woorden, het voorzien van minstens twee balgveren biedt het voordeel dat de druk van de eerste balgveer op de gewenste lage druk kan worden ingesteld en de eerste balgveer kan worden geregeld om de gewenste lage druk zo constant mogelijk te houden, bijvoorbeeld op een constante waarde. Die lage druk is in de eerste balg aanwezig tijdens het weven van baddoek, en bij voorkeur ook bij het weven van een plat weefsel. Anderzijds is de druk op de tweede balgveer variabel en.ingesteld op een hoge druk voor het weven van een plat weefsel en op een lage of nuldruk ingesteld bij het weven van een baddoek weefsel. Voor dit doel wordt in een uitvoeringsvorm een geschikt drukregelaar systeem, in het bijzonder een kleppensysteem, voorzien voor het toevoeren van een fluïdum van hoge druk via het regelaar systeem naar de tweede balgveer bij het weven van een normaal weefsel, en om het fluïdum te laten ontsnappen, bijvoorbeeld via een uitlaatklep, voor het weven van een baddoek weefsel. In een uitvoeringsvorm bevat het regelaar systeem een afsluitventiel, dat tussen een fluïdum inlaat naar de tweede balgveer en een grote fluïdum container is aangebracht. Voor het weven van een normaal weefsel is het afsluitventiel gesloten om te verhinderen dat het fluïdum die in de tweede balgveer aanwezig is uit de balg ontsnapt en naar de grote fluïdum container vloeit, zodat de tweede balgveer als een veer werkt met een stijvere of sterkere karakteristiek. Bij het voorzien van een tweede balgveer met een relatief klein volume, laat dit een snelle toename van de druk van het fluïdum in de tweede balgveer toe.In other words, providing at least two bellows springs has the advantage that the pressure of the first bellows spring can be adjusted to the desired low pressure and the first bellows spring can be adjusted to keep the desired low pressure as constant as possible, for example at a constant value. This low pressure is present in the first bellows during the weaving of a towel, and preferably also during the weaving of a flat fabric. On the other hand, the pressure on the second bellows spring is variable and set to a high pressure for weaving a flat fabric and set to a low or zero pressure when weaving a towel fabric. For this purpose, in one embodiment, a suitable pressure regulator system, in particular a valve system, is provided for supplying a fluid of high pressure via the regulator system to the second bellows spring when weaving a normal fabric, and for allowing the fluid escape, for example through an outlet valve, for weaving a towel fabric. In one embodiment, the regulator system comprises a shut-off valve, which is arranged between a fluid inlet to the second bellows spring and a large fluid container. For weaving a normal fabric, the shut-off valve is closed to prevent the fluid present in the second bellows spring from escaping and flowing to the large fluid container, so that the second bellows spring acts as a spring with a stiffer or stronger characteristic . When a second bellows spring is provided with a relatively small volume, this allows a rapid increase in the pressure of the fluid in the second bellows spring.

In een alternatieve uitvoeringsvorm wordt in plaats van een tweede balgveer een mechanische veersamenstelling voorzien, die met de toevoerboom is gekoppeld voor het weven van een plat weefsel en van de toevoerboom is ontkoppeld voor het weven van baddoekIn an alternative embodiment, instead of a second bellows spring, a mechanical spring assembly is provided, which is coupled to the feed boom for weaving a flat fabric and disengaged from the feed boom for weaving a towel

BE2018/0070 weefsel.BE2018 / 0070 fabric.

In een uitvoeringsvorm zijn de eerste balgveer en de tweede balgveer aan tegenoverliggende einden van de spanrol aangebracht.In one embodiment, the first bellows spring and the second bellows spring are arranged at opposite ends of the tensioner roller.

Volgens een tweede aspect is een sleepsamenstelling voor poolkettingdraden in een baddoek weefmachine bevattende een spanrol en een steunboom voorzien, waarbij de spanrol is aangebracht om de poolkettingdraden te geleiden, waarbij de steunboom monteerbaar is op een freem van de weefmachine om heen en weer roteerbaar te zijn om een steunboom as, waarbij de spanrol evenwijdig met de steunboom ondersteund is door twee of meer steunelementen, welke twee of meer steunelementen vast in positie op de steunboom zijn gemonteerd, in het bijzonder bevestigd in een instelbare positie op de steunboom, waarbij de steunboom aan zijn manteloppervlak voorzien is van een positioneringselement dat zich evenwijdig met de steunboom as uitstrekt, en waarbij de steunelementen langs de steunboom as verplaatsbaar zijn en ten opzichte van elkaar uitgelijnd zijn door middel van het positioneringselement.According to a second aspect, a towing assembly for pile warp threads is provided in a bath towel weaving machine comprising a tension roll and a support boom, the tension roll being arranged to guide the pile warp threads, the support boom being mountable on a frame of the weaving machine to be rotatable to and fro about a support shaft, wherein the tensioning roller is supported parallel to the support boom by two or more support elements, which two or more support elements are fixedly mounted in position on the support boom, in particular fixed in an adjustable position on the support boom, the support boom its outer surface is provided with a positioning element that extends parallel to the support axis, and wherein the support elements are movable along the support axis and are aligned relative to each other by means of the positioning element.

Om te zorgen voor een voldoende draagvermogen is het algemeen gekend om een aantal steunelementen te voorzien, die verdeeld langs de steunboom zijn aangebracht. Bij voorkeur, om de kettingdraden die zich in een geweven baddoek weefsel uitstrekken niet te beschadigen, zijn de steunelementen tussen twee naast elkaar te weven handdoeken aangebracht. Hierdoor kunnen alleen kettingdraden worden beschadigd die zich tussen twee te weven baddoek handdoeken uitstrekken, en zullen beschadigde kettingdraden niet in de handdoek zelf aanwezig zijn. Het is daarvoor algemeen gekend om het aantal en/of positie van deIn order to ensure a sufficient bearing capacity, it is generally known to provide a number of support elements which are arranged distributed along the support boom. Preferably, in order not to damage the warp threads extending into a woven bath towel fabric, the support elements are arranged between two towels to be woven side by side. As a result, only warp threads can be damaged which extend between two towel towels to be woven, and damaged warp threads will not be present in the towel itself. It is therefore generally known for the number and / or position of the

BE2018/0070 steunelementen langs de steunboom as aan te passen afhankelijk van een breedte van een te weven handdoek en/of een aantal gelijktijdig te weven aantal handdoeken.BE2018 / 0070 support elements along the support axis to be adjusted depending on a width of a towel to be woven and / or a number of towels to be woven simultaneously.

Met het positioneringselement kan een positie langs de as van de verplaatsbaar aangebrachte steunelementen eenvoudig worden aangepast terwijl het positioneringselement zorgt voor een perfecte uitlijning van de steunelementen ten opzichte van elkaar. Dit laat toe om alle steunelementen in eenzelfde hoekpositie ten opzichte van de steunboom aan te brengen. Een dergelijke steunboom met een positioneringselement is voordelig voor verschillende types sleepsamenstellingen. In een dergelijke sleepsamenstelling is de spanrol bij voorkeur belast door minstens één balgveer. In andere uitvoeringsvormen, in een dergelijke sleepsamenstelling met een positioneringselement, wordt de spanrol belast door een mechanische veersamenstelling of enkel belast door middel van een actieve inrichting voor het verplaatsen van de spanrol.With the positioning element, a position along the axis of the movably arranged support elements can be easily adjusted, while the positioning element ensures perfect alignment of the support elements relative to each other. This makes it possible to arrange all support elements in the same angular position with respect to the support boom. Such a support boom with a positioning element is advantageous for different types of towing assemblies. In such a towing composition, the tensioning roller is preferably loaded by at least one bellows spring. In other embodiments, in such a drag assembly with a positioning element, the tensioning roller is loaded by a mechanical spring assembly or only loaded by means of an active device for moving the tensioning roller.

In voorkeurdragende uitvoeringsvormen bevat het positioneringselement minstens één railsegment, waarbij de steunelementen elk voorzien zijn van een geleidingsgroef, welke geleidingsgroef complementair met de vorm van het railsegment is gevormd en aangepast is om het railsegment te ontvangen om het bijbehorende steunelement verschuifbaar op de steunboom te connecteren. Een railsegment is voordelig voor het voorkomen van stofophoping.In preferred embodiments, the positioning element comprises at least one rail segment, the support elements each having a guide groove, which guide groove is formed complementary to the shape of the rail segment and is adapted to receive the rail segment to slidably connect the associated support element to the support boom. A rail segment is advantageous for preventing dust accumulation.

In een uitvoeringsvorm wordt een positioneringselement voorzien dat gemaakt is uit een enkel railsegment, ook rail genoemd, dat zich over de volledige lengte van de steunboom uitstrekt. In andere uitvoeringsvormen bevat het positioneringselement minstens tweeIn one embodiment, a positioning element is provided that is made from a single rail segment, also called rail, which extends the full length of the support boom. In other embodiments, the positioning element comprises at least two

BE2018/0070 railsegmenten die ten opzichte van elkaar uitgelijnd zijn aangebracht, en bijvoorbeeld aangrenzend of op een kleine afstand van elkaar.BE2018 / 0070 rail segments arranged aligned with respect to each other, and for example adjacent or at a small distance from each other.

In een uitvoeringsvorm zijn de steunelementen op het railsegment gemonteerd. In voorkeurdragende uitvoeringsvormen voorziet het railsegment in een uitlijning, waarbij de steunelementen telkens op de steunboom zijn gemonteerd door middel van een beugel samenstelling die de steunboom omringt, de beugel samenstelling bevattende minstens een eerste beugel en een tweede beugel, welke eerste beugel en tweede beugel samen de steunboom omringen. Dit zorgt voor een veilige montage met een voldoende draagvermogen.In one embodiment, the support elements are mounted on the rail segment. In preferred embodiments, the rail segment provides alignment, wherein the support elements are each mounted on the support boom by means of a bracket assembly that surrounds the bracket, the bracket assembly comprising at least a first bracket and a second bracket, which first bracket and second bracket together surround the support tree. This ensures a safe assembly with a sufficient bearing capacity.

Volgens een derde aspect wordt een baddoek weefmachine voorzien die een dergelijke sleepsamenstelling bevat.According to a third aspect, a bath towel weaving machine is provided which contains such a towing composition.

Korte beschrijving van de tekeningen.Brief description of the drawings.

Hierna wordt een uitvoeringsvorm van de uitvinding in detail beschreven met verwijzing naar de tekeningen. Doorheen de tekeningen worden dezelfde elementen aangeduid door dezelfde referentienummers. In de schematische tekeningenIn the following, an embodiment of the invention is described in detail with reference to the drawings. Throughout the drawings, the same elements are indicated by the same reference numbers. In the schematic drawings

Figuur 1 toont een baddoek weefmachine met een sleepsamenstelling voor poolkettingdraden.Figure 1 shows a bath towel weaving machine with a tow assembly for pile warp threads.

Figuur 2 is een perspectief aanzicht van een sleepsamenstelling voor poolkettingdraden.Figure 2 is a perspective view of a tow assembly for pile warp threads.

Figuur 3 is een perspectief aanzicht van de sleepsamenstelling van figuur 2 zonder een freem van de weefmachine.Figure 3 is a perspective view of the tow assembly of Figure 2 without a frame of the weaving machine.

Figuur 4 toont een detail van de sleepsamenstelling van figuur 2. Figuur 5 toont een zijaanzicht detail van de sleepsamenstellingFigure 4 shows a detail of the towing assembly of Figure 2. Figure 5 shows a side view detail of the towing assembly

BE2018/0070 van figuur 2 zonder het freem van de weefmachine.BE2018 / 0070 of Figure 2 without the frame of the weaving machine.

Figuur 6 toont een positiemeetinrichting van de sleepsamenstelling van figuur 1.Figure 6 shows a position measuring device of the towing assembly of Figure 1.

Figuur 7 toont in detail een deel van een spanrol die op een steunboom is gemonteerd door een steunbeugel.Figure 7 shows in detail a part of a tensioner roller mounted on a support beam by a support bracket.

Figuur 8 toont een detail van de sleepsamenstelling volgens een tweede uitvoeringsvorm gelijkaardig aan figuren 2 tot 7 gezien van een andere zijde.Figure 8 shows a detail of the tow assembly according to a second embodiment similar to Figures 2 to 7 seen from another side.

Figuur 9 toont een baddoek weefmachine met een sleepsamenstelling voor poolkettingdraden volgens een derde uitvoeringsvorm gelijkaardig aan figuur 3.Figure 9 shows a bath towel weaving machine with a tow assembly for pile warp threads according to a third embodiment similar to Figure 3.

Figuur 10 toont een luchttoevoersysteem voor een baddoek weefmachine met een sleepsamenstelling van figuur 9.Figure 10 shows an air supply system for a towel weaving machine with a tow assembly of Figure 9.

Gedetailleerde beschrijving van uitvoeringsvormen van de uitvinding.Detailed description of embodiments of the invention.

Figuur 1 toont schematisch een baddoek weefmachine 1 met een sleepsamenstelling 3 voor poolkettingdraden 13, welke sleepsamenstelling 3 onder andere een spanrol 16 en een steunboom 33 bevat. De baddoek weefmachine getoond in figuur 1 is gelijkaardig aan de baddoek weefmachine die gekend is uit EP 1888826 BI. Een baddoek weefmachine kan een lansweefmachine, een luchtstraalweefmachine of eender welk gelijkaardig type weefmachine zijn.Figure 1 shows diagrammatically a bath towel weaving machine 1 with a towing composition 3 for pile warp threads 13, which towing composition 3 comprises, inter alia, a tensioner roller 16 and a support boom 33. The bath towel weaving machine shown in Figure 1 is similar to the bath towel weaving machine known from EP 1888826 BI. A bath towel weaving machine can be a lance weaving machine, an air jet weaving machine or any similar type of weaving machine.

De baddoek weefmachine 1 getoond in figuur 1 bevat een kettingboom 10 met grondkettingdraden 11 en een kettingboom 12 met poolkettingdraden 13. De grondkettingdraden 11 worden over een sleep 14 in het weefvlak omgebogen. De poolkettingdraden 13 lopen over een ombuiger 15 naar een spanrol 16 en via de spanrolThe bath towel weaving machine 1 shown in Fig. 1 comprises a chain tree 10 with base warp threads 11 and a chain tree 12 with pile warp threads 13. The base warp threads 11 are bent over a drag 14 in the weaving surface. The pile warp threads 13 run over a deflector 15 to a tensioner 16 and via the tensioner

BE2018/0070 in het weefvlak. Zowel de grondkettingdraden 11 en de poolkettingdraden 13 lopen naar gaapvormingsinrichtingen aangeduid door pijlen 17.BE2018 / 0070 in the weaving surface. Both the ground warp threads 11 and the pole warp threads 13 run to shed forming devices indicated by arrows 17.

Stroomopwaarts van de sleep 14 voor de grondkettingdraden 11 is een stationaire ombuigrol 44 voorzien, zodat de grondkettingdraden 11 altijd onder dezelfde hoek naar de sleep 14 worden geleid, ongeacht een hoeveelheid grondkettingdraden 11 die op de kettingboom 10 zijn gewikkeld zoals aangeduid door stippellijnen 11A, 11B. Voor hetzelfde doel is een stationaire ombuigrol 45 stroomopwaarts van de ombuiger 15 aangebracht, zodat de poolkettingdraden 13 altijd in dezelfde richting naarde ombuiger 15 lopen, waarbij de baan van de poolkettingdraden 13 door stippellijnen 13A, 13B is aangeduid.A stationary deflection roller 44 is provided upstream of the ground chain wire drag 14, so that the ground chain wires 11 are always guided to the drag 14 at the same angle, irrespective of an amount of ground chain wires 11 wound on the chain tree 10 as indicated by dotted lines 11A, 11B . For the same purpose, a stationary deflection roller 45 is arranged upstream of the deflector 15, so that the pile warp threads 13 always run in the same direction to the deflector 15, the path of the pile warp threads 13 being indicated by dotted lines 13A, 13B.

Inslagdraden (niet getoond) zijn ingébracht in de weefvakken gevormd door de grondkettingdraden 11 en de poolkettingdraden 13, gezamenlijk aangeduid als kettingdraden. Een riet 19, dat gemonteerd is op en zwenkbaar is met een lade 18, brengt de ingebrachte inslagdraden naar een aanslaglijn. Aan de aanslaglijn worden de inslagdraden ingebonden door middel van de kettingdraden 11, 13 wanneer het weefvak wordt veranderd. Een geweven weefsel 20 op die manier gevormd wordt door middel van een optrek rol 21 opgetrokken en daarna op een doekboom 22 gewikkeld. In de uitvoeringsvorm getoond in figuur 1 zijn een borstboom 23 en twee ombuigers 24, 25 stroomopwaarts van de optrek rol 21 aangebracht, welke optrek rol 21 in de optrekrichting wordt aangedreven. Het geweven weefsel 20 dat door de borstboom 23 naar beneden uit het weefvlak wordt omgebogen, wordt zodanig door de ombuiger 25 omgebogen dat dezelfde weefselzijde (onderzijde van het weefsel) die op de borstboom 23 ligt ook op hetWeft threads (not shown) are inserted into the weaving compartments formed by the base warp threads 11 and the pile warp threads 13, collectively referred to as warp threads. A reed 19 mounted on and pivotable with a drawer 18 brings the inserted weft threads to a stop line. At the stop line, the weft threads are bound by means of the warp threads 11, 13 when the weaving section is changed. A woven fabric 20 formed in this way is pulled up by means of a pull-up roll 21 and then wound onto a cloth tree 22. In the embodiment shown in Fig. 1, a boom 23 and two deflectors 24, 25 are arranged upstream of the take-up roller 21, which take-up roller 21 is driven in the pull-up direction. The woven fabric 20 which is bent downwards from the weaving surface by the brush 23 is bent by the deflector 25 such that the same fabric side (underside of the fabric) which is on the brush 23 is also on the

BE2018/0070 omtrek oppervlak van de optrek rol 21 ligt. In een niet getoond alternatief is de ombuiger 25 weggelaten en ligt het geweven weefsel 20 met zijn bovenzijde op het omtrek oppervlak van de optrek rol 21, en wordt verder via een andere geleiding naar de doekboom 22 geleid, gelijkaardig zoals getoond in de uitvoeringsvorm getoond in figuur 12 van EP 1899515 BI hierbij door referentie geïncorporeerd.BE2018 / 0070 circumference surface of the pull-up roller 21. In an alternative (not shown) the deflector 25 is omitted and the woven fabric 20 lies with its top side on the circumferential surface of the pull-up roller 21, and is further guided via a different guide to the cloth boom 22, similar as shown in the embodiment shown in Figure 12 of EP 1899515 B1 is hereby incorporated by reference.

De sleep 14 van de grondkettingdraden 11 en de borstboom 23 kunnen heen en weer worden bewogen zoals respectievelijk aangeduid door twee-puntige pijlen A en B. In deze uitvoeringsvorm is de sleep 14 voor de grondkettingdraden 11 zwenkbaar door middel van hefbomen 26 gehouden aan zijn twee einden. De hefbomen 26 zijn gekoppeld met een stationaire as 40 die coaxiaal ten opzichte van de as 48 van de sleep 14 voor de grondkettingdraden 11 is aangebracht. De hefboom 26 die de sleep 14 draagt, bevat een arm 46 die door een veerelement 47 wordt gehouden dat op het freem van de weefmachine wordt ondersteund. In de uitvoeringsvorm getoond in figuur 1 is het veerelement 47 aan de rechter zijde van de sleep 14 aangebracht. In een alternatief kan het veerelement 47 aan de linker zijde van de sleep 14 worden aangebracht. De borstboom 23 is aan beide zijden via hefbomen 27 gemonteerd, die zwenkbaar zijn om een as coaxiaal met de as van de ombuiger 24.The drag 14 of the ground warp threads 11 and the brush 23 can be moved to and fro as indicated respectively by double-pointed arrows A and B. In this embodiment the drag 14 for the ground warp threads 11 is pivotally held by means of levers 26 on its two ends. The levers 26 are coupled to a stationary shaft 40 which is arranged coaxially with respect to the shaft 48 of the drag 14 for the ground warp threads 11. The lever 26 carrying the tow 14 comprises an arm 46 held by a spring element 47 supported on the frame of the weaving machine. In the embodiment shown in Figure 1, the spring element 47 is arranged on the right-hand side of the drag 14. In an alternative, the spring element 47 can be arranged on the left-hand side of the drag 14. The brush 23 is mounted on both sides via levers 27 which are pivotable about an axis coaxial with the axis of the deflector 24.

De hefbomen 26, 27 worden in werking gesteld door overbrengingsbaren 28, 29, waarvan de respectievelijke andere einden met een zwenkarm 30 zijn gekoppeld. Aan beide zijden van de weefsel breedte zijn dergelijke zwenkarmen 30 niet-roteerbaar aangebracht op een as die heen en weer kan worden gezwenkt door middel van een aandrijfmotor 31, bijvoorbeeld een stappenmotor of een tandwielmotor. Door middel van dit aandrijfsysteem 32 bevattende de hefbomen 26, 27, de overbrengingsbaren 28, 29, deThe levers 26, 27 are actuated by transmission bars 28, 29, the other ends of which are coupled to a pivot arm 30. On both sides of the fabric width, such pivot arms 30 are arranged non-rotatably on a shaft that can be pivoted back and forth by means of a drive motor 31, for example a stepper motor or a gear motor. By means of this drive system 32 comprising the levers 26, 27, the transmission bars 28, 29, the

BE2018/0070 zwenkarmen 30 en de aandrijfmotor 31, kunnen de sleep 14 voor de grondkettingdraden 11 en de borstboom 23 heen en weer in dezelfde richting worden bewogen. Tijdens deze heen- en weergaande beweging wordt het geweven weefsel 20 ten opzichte van het rietBE2018 / 0070 swinging arms 30 and the drive motor 31, the drag 14 for the ground warp threads 11 and the boom 23 can be moved back and forth in the same direction. During this reciprocating movement, the woven fabric becomes 20 relative to the cane

19 verplaatst, dat tussen een achterste positie en een voorste positie kan worden gezwenkt. In het proces wordt de afstand vanaf de weefsellijn van het geweven weefsel 20 naar de aanslaglijn van het riet 19 gevarieerd.19, which can be pivoted between a rear position and a front position. In the process, the distance from the weave line of the woven fabric 20 to the stop line of the reed 19 is varied.

ίο In de getoonde uitvoeringsvorm wordt de sleepsamenstelling 3 voor de poolkettingdraden 13, waarvan de uitvoering hierna in meer detail wordt uitgelegd, niet aangedreven door het aandrijfsysteem 32. De spanrol 16 is echter veerkrachtig gemonteerd, zodat het beweegbaar is in een richting, die minstens hoofdzakelijk samenvalt 15 met het weefvlak. Hierbij kan de spanrol 16 de beweging van het geweven weefsel 20 volgen. De spanrol 16 is deel van de sleepsamenstelling 3, die verder een steunboom 33 bevat, waarbij de spanrol 16 evenwijdig met de steunboom 33 wordt ondersteund door twee of meer steunelementen 51.In the embodiment shown, the towing assembly 3 for the pile warp threads 13, the embodiment of which is explained in more detail below, is not driven by the drive system 32. However, the tensioner roller 16 is resiliently mounted so that it is movable in a direction at least substantially coincides with the weaving surface. The tensioning roller 16 can follow the movement of the woven fabric 20. The tensioner roller 16 is part of the towing assembly 3, which further comprises a support boom 33, the tensioner roller 16 being supported parallel to the support boom 33 by two or more support elements 51.

Indien bijvoorbeeld wordt voorzien dat het geweven weefsel 20 weg van het riet 19 moet worden bewogen, links in figuur 1, na aanslag van een inslagdraad naar de weefsellijn van het weefsel, worden de volgende inslagdraden niet aangeslagen naar de weefsellijn, maar 25 blijven op een afstand daarvan. Indien bijvoorbeeld het geweven weefsel 20 met zijn weefsellijn dan terug dichter naar het riet 19 wordt bewogen na twee tot vier of meer inserties, door de sleep 14 en de borstboom 23 overeenkomstig (rechts in figuur 1) te bewegen, beweegt het riet 19 de laatst ingebrachte inslagdraden tot de 30 weefsellijn tijdens de volgende aanslag. In het proces glijden deze inslagdraden langs de grondkettingdraden 11, die relatief strakFor example, if it is anticipated that the woven fabric 20 is to be moved away from the reed 19, on the left in Figure 1, after a weft thread is struck to the fabric weave line, the following weft threads are not struck to the weave line, but remain on a fabric line distance from it. For example, if the woven fabric 20 with its weave line is then moved back closer to the reed 19 after two to four or more insertions, moving the drag 14 and the brush 23 23 accordingly (right in Figure 1), the reed 19 moves the last weft threads inserted up to the tissue line during the next stop. In the process, these weft threads slide along the ground warp threads 11, which are relatively tight

BE2018/0070 gespannen zijn. De poolkettingdraden 13 zijn minder strak gespannen, zodat de inslagdraden de poolkettingdraden 13 met zich dragen gedurende de aanslagbeweging. Op die manier worden de respectievelijke delen van de poolkettingdraden 13 tot lussen gevormd. Indien de sleep 14 en de borstboom 23 dan terug gezwenkt worden door middel van de aandrijfmotor 31 zodanig dat de weefsellijn van het geweven weefsel 20 weg van het riet 19 beweegt (links in figuur 1), worden de poolkettingdraden 13 aangespannen. De poolkettingdraden 13 trekken dan de spanrol 16 in de richting naar het riet 19 toe, waarbij het verend monteren van de spanrol 16 een beweging van de spanrol 16 toelaat zodanig dat de voorheen gevormde lussen niet teruggetrokken worden uit het geweven weefsel 20 wanneer het geweven weefsel 20 wordt verplaatst. In voorkeurdragende uitvoeringsvormen helpt de ombuiger 15 bij deze verende functie, waarbij de ombuiger 15 hiertoe van elastische constructie is. De ombuiger 15 is bij voorkeur een cilindrisch gebogen veerstaalplaat, waarvan de randen aan een staaf zijn bevestigd, gelijkaardig zoals getoond in de uitvoeringsvorm getoond in figuur 3 van EP 1888825 BI hierbij door referentie geïncorporeerd. In een andere uitvoeringsvorm (niet getoond), is de ombuiger 15 roteerbaar gemonteerd en/of voorzien van een rotatieve aandrijving.BE2018 / 0070. The pile warp threads 13 are less tightly tensioned, so that the weft threads carry the pile warp threads 13 during the stop movement. In this way the respective parts of the pile warp threads 13 are formed into loops. If the drag 14 and the boom 23 are then pivoted back by means of the drive motor 31 such that the weave line of the woven fabric 20 moves away from the reed 19 (left in Figure 1), the pile warp threads 13 are tightened. The pile warp threads 13 then pull the tensioner roller 16 in the direction toward the reed 19, wherein resilient mounting of the tensioner roller 16 permits movement of the tensioner roller 16 such that the previously formed loops are not withdrawn from the woven fabric 20 when the woven fabric 20 is being moved. In preferred embodiments, the deflector 15 assists with this resilient function, the deflector 15 being of elastic construction for this purpose. The deflector 15 is preferably a cylindrically curved spring steel plate, the edges of which are attached to a rod, similar as shown in the embodiment shown in Figure 3 of EP 1888825 B1, hereby incorporated by reference. In another embodiment (not shown), the deflector 15 is rotatably mounted and / or provided with a rotary drive.

Figuren 2 tot 7 tonen een uitvoeringsvorm van een sleepsamenstelling 3 voor poolkettingdraden 13 (zie figuur 1). De sleepsamenstelling 3 getoond in figuren 2 tot 7 bevat de steunboom 33, waarbij de steunboom 33 op een freem 50 (zie figuur 2) van de weefmachine 1 (zie figuur 1) is gemonteerd om heen en weer roteerbaar te zijn om een steunboom as 34 (zie figuur 3) zoals aangeduid door een twee-puntige pijl R in figuur 2.Figures 2 to 7 show an embodiment of a tow assembly 3 for pile warp threads 13 (see Figure 1). The towing assembly 3 shown in Figures 2 to 7 comprises the support boom 33, the support boom 33 being mounted on a frame 50 (see Figure 2) of the weaving machine 1 (see Figure 1) to be rotatable to and fro about a support shaft axis 34 (see figure 3) as indicated by a two-pointed arrow R in figure 2.

BE2018/0070BE2018 / 0070

De sleepsamenstelling 3 bevat verder de spanrol 16, welke spanrol 16 evenwijdig met de steunboom 33 door zes steunelementen 51 wordt ondersteund. In een uitvoeringsvorm wordt de spanrol 16 in de steunelementen 51 ondersteund om roteerbaar te zijn om zijn as 35. Bij voorkeur wordt de spanrol 16 in de steunelementen 51 ondersteund om niet roteerbaar te zijn om zijn as 35. De steunelementen 51 zijn vast in een ingestelde positie langs de steunboom as 34 op de steunboom 33 gemonteerd. Het is duidelijk voor de vakman dat het aantal en relatieve positie van steunelementen 51 slechts bij wijze van voorbeeld is en bijvoorbeeld kan worden aangepast afhankelijk van het aantal baddoek weefsels dat parallel wordt geweven.The towing assembly 3 further comprises the tension roller 16, which tension roller 16 is supported parallel to the support boom 33 by six support elements 51. In one embodiment, the tensioner roller 16 is supported in the support elements 51 to be rotatable about its axis 35. Preferably, the tensioner roller 16 is supported in the support elements 51 to be non-rotatable about its axis 35. The support elements 51 are fixed in an adjusted mounted along the support shaft 34 on the support tree 33. It is clear to those skilled in the art that the number and relative position of support elements 51 is merely exemplary and can be adjusted, for example, depending on the number of bath towel fabrics being woven in parallel.

De spanrol 16 wordt verder belast door een balgveer 52, in het bijzonder een rolbalg balgveer. In de getoonde uitvoeringsvorm is de balgveer 52 gekoppeld met de steunboom 33 door een verbindingssysteem 53, om indirect een belasting uit te oefenen op de spanrol 16 via de steunboom 33.The tensioner roller 16 is further loaded by a bellows spring 52, in particular a bellows spring bellows. In the embodiment shown, the bellows spring 52 is coupled to the support boom 33 by a connecting system 53 for indirectly exerting a load on the tensioner roller 16 via the support boom 33.

Zoals best in het detail van figuur 4 wordt getoond, in de getoonde uitvoeringsvorm, is het verbindingssysteem 53 een vierkoppeling verbinding met een stang 54 die zich evenwijdig met een axiale richting 42 van de balgveer 52 uitstrekt en een koppel hefboom 55 die op de steunboom 33 is bevestigd om met de steunboom 33 te roteren, waarbij de koppel hefboom 55 met de stang 54 is gekoppeld aan een eerste verbinding 56. Het verbindingssysteem 53 heeft verder een hulphefboom 57 die evenwijdig met de koppel hefboom 55 is aangebracht, waarbij de hulphefboom 57 met de stang 54 is gekoppeld aan een tweede verbinding 58 en monteerbaar op het freem van de weefmachine om heen en weer roteerbaar te zijn om een as 59 evenwijdig met de steunboom as 34 (zie figuur 3). In deAs best shown in the detail of Figure 4, in the embodiment shown, the connection system 53 is a four-coupling connection with a rod 54 extending parallel to an axial direction 42 of the bellows spring 52 and a coupling lever 55 which is on the support boom 33. is mounted to rotate with the support boom 33, the torque lever 55 with the rod 54 being coupled to a first connection 56. The connection system 53 further has an auxiliary lever 57 arranged parallel to the torque lever 55, the auxiliary lever 57 having the rod 54 is coupled to a second connection 58 and mountable on the frame of the weaving machine to be rotatable to and fro about an axis 59 parallel to the support axis 34 (see Figure 3). In the

BE2018/0070 getoonde uitvoeringsvorm zijn de balgveer 52 en de stang 54 verticaal aangebracht, dit betekent dat de balgveer 52 zich uitzet of inkrimpt in de verticale richting. Het vierkoppeling verbindingssysteem voorziet een lineaire beweging van de stang 54 langs zijn lengterichting, dit betekent in de getoonde uitvoeringsvorm in de verticale richting zoals aangeduid door een twee-puntige pijl C in figuur 4, en vermijdt doorbuigingen van de stang 54. Hierdoor worden krachten op de balgveer 52 in andere richtingen dan zijn lengterichting, dit betekent de verticale richting in de getoonde uitvoeringsvorm, vermeden.In the embodiment shown in BE2018 / 0070, the bellows spring 52 and the rod 54 are arranged vertically, this means that the bellows spring 52 expands or shrinks in the vertical direction. The four-coupling connection system provides a linear movement of the rod 54 along its longitudinal direction, this means in the shown embodiment in the vertical direction as indicated by a double-pointed arrow C in Figure 4, and avoids deflections of the rod 54. As a result, forces are exerted on the bellows spring 52 in directions other than its longitudinal direction, this means the vertical direction in the embodiment shown, avoided.

In de getoonde uitvoeringsvorm is de stang 54 evenwijdig met de axiale richting 42 van de balgveer 52 aangebracht. Deze opstelling is voordelig voor het monteren van de balgveer 52 op het freem 50. In andere uitvoeringsvormen is de stang 54 collineair ten opzichte van de axiale richting 42 van de balgveer 52 aangebracht.In the embodiment shown, the rod 54 is arranged parallel to the axial direction 42 of the bellows spring 52. This arrangement is advantageous for mounting the bellows spring 52 on the frame 50. In other embodiments, the rod 54 is arranged collinearly with respect to the axial direction 42 of the bellows spring 52.

De lengte van de koppel hefboom 55 en de positie van de eerste verbinding 56 zijn zo gekozen dat een afstand tussen de krachtaanbrengpositie van de balgveer 52 op de koppel hefboom 55 en de steunboom as 34 (zie figuur 3) korter is dan een afstand tussen de as 35 van de spanrol 16 en de steunboom as 34. Hierdoor is een effectieve hefboomarm voor een kracht uitgeoefend door de balgveer 52 korter dan een effectieve hefboomarm voor een resulterende kracht op de spanrol 16. Dit hefboomeffect is voordelig daar slechts een lage kettingspanning vereist is voor de poolkettingdraden.The length of the torque lever 55 and the position of the first connection 56 are chosen such that a distance between the force application position of the bellows spring 52 on the torque lever 55 and the support shaft 34 (see Figure 3) is shorter than a distance between the axis 35 of the tensioner roller 16 and the support shaft 34. As a result, an effective lever arm for a force exerted by the bellows spring 52 is shorter than an effective lever arm for a resulting force on the tensioner roller 16. This lever effect is advantageous since only a low chain tension is required for the pile warp threads.

In de getoonde uitvoeringsvorm zijn de koppel hefboom 55 en de steunelementen 51 ondereen hoek van ongeveer 100° aangebracht. Hierdoor is een bewegingsrichting van de stang 54 die met de koppelIn the embodiment shown, the coupling lever 55 and the support elements 51 are arranged at an angle of approximately 100 °. As a result, a direction of movement of the rod 54 is that with the torque

BE2018/0070 hefboom 55 is gekoppeld nagenoeg loodrecht op een bewegingsrichting van de spanrol 16 die door de steunelementen 51 wordt ondersteund.BE2018 / 0070 lever 55 is coupled substantially perpendicular to a direction of movement of the tension roller 16 supported by the support elements 51.

Zoals best getoond in de details van figuren 4 en 5, in de getoonde uitvoeringsvorm, bevat de sleepsamenstelling 3 verder een krachtmeetinrichting 60 voor het meten van de kracht die op de balgveer 52 werkt. In de getoonde uitvoeringsvorm is de krachtmeetinrichting 60 onder de balgveer 52 aangebracht, tussen een steun 49 voor de balgveer 52 en een montagesteun 61, welke montagesteun 61 op het freem 50 van de weefmachine is bevestigd. De krachtmeetinrichting 60 meet de kracht die op de balgveer 52 werkt.As best shown in the details of Figures 4 and 5, in the shown embodiment, the drag assembly 3 further comprises a force measuring device 60 for measuring the force acting on the bellows spring 52. In the embodiment shown, the force measuring device 60 is arranged under the bellows spring 52, between a support 49 for the bellows spring 52 and a mounting support 61, which mounting support 61 is mounted on the frame 50 of the weaving machine. The force measuring device 60 measures the force acting on the bellows spring 52.

De kracht gemeten door de krachtmeetinrichting 60 wordt in een uitvoeringsvorm gebruikt voor het regelen van de kettingspanning. Bij voorkeur wordt een druk van het fluïdum in de balgveer 52 bijvoorbeeld ook gemeten door middel van een druksensor (niet getoond), waarbij de kettingspanning wordt geregeld op basis van een gemeten druk van het fluïdum in de balgveer 52. De kracht gemeten door de krachtmeetinrichting 60 wordt dan gebruikt voor het kalibreren van de waarde van de kettingspanning gebaseerd op de waarde van de druk van het fluïdum in de balgveer 52 gemeten door een druksensor.The force measured by the force measuring device 60 is used in one embodiment to control the chain tension. Preferably, a pressure of the fluid in the bellows spring 52 is also measured, for example, by means of a pressure sensor (not shown), the chain tension being controlled on the basis of a measured pressure of the fluid in the bellows spring 52. The force measured by the force measuring device 60 is then used to calibrate the value of the chain tension based on the value of the pressure of the fluid in the bellows spring 52 measured by a pressure sensor.

Zoals best in het detail van figuren 5 en 6 wordt getoond, in de getoonde uitvoeringsvorm, bevat de sleepsamenstelling 3 verder een positiebepaalinrichting 62 voor het bepalen van een positie van de spanrol 16. In de getoonde uitvoeringsvorm wordt de positie van de spanrol 16 indirect bepaald door een hoekpositie van de steunboom 33 te meten. De positiebepaalinrichting 62 van deAs best shown in the detail of Figures 5 and 6, in the embodiment shown, the towing assembly 3 further comprises a position determining device 62 for determining a position of the tensioning roller 16. In the shown embodiment the position of the tensioning roller 16 is determined indirectly by measuring an angular position of the support boom 33. The position determining device 62 of the

BE2018/0070 getoonde uitvoeringsvorm bevat een positiedetector 63 bijvoorbeeld een lineaire afstandsdetector, die vast in positie op het freem 50 van de weefmachine 1 is aangebracht. Een nokkenprofiel 64 is op de steunboom 33 gemonteerd om met de steunboom 33 te roteren. De positiedetector 63 werkt samen met het nokkenprofiel 64 voor het meten van een lineaire afstand D tussen het nokkenprofiel 64 en de positiedetector 63. Wanneer het nokkenprofiel 64 met de steunboom 33 roteert, kan de hoekpositie van de steunboom 33 worden bepaald op basis van de gemeten afstand D tussen het nokkenprofiel 64 en de positiedetector 63.The embodiment shown in BE2018 / 0070 comprises a position detector 63, for example a linear distance detector, which is fixedly positioned on the frame 50 of the weaving machine 1. A cam profile 64 is mounted on the support boom 33 to rotate with the support boom 33. The position detector 63 cooperates with the cam profile 64 for measuring a linear distance D between the cam profile 64 and the position detector 63. When the cam profile 64 rotates with the support boom 33, the angular position of the support boom 33 can be determined based on the measured distance D between the cam profile 64 and the position detector 63.

In de getoonde uitvoeringsvorm zijn de positiebepaalinrichting 62 en de balgveer 52 aan hetzelfde einde van de steunboom 33 aangebracht. In andere uitvoeringsvormen zijn de positiebepaalinrichting 62 en de balgveer 52 aan tegenoverliggende einden van de steunboom 33 aangebracht.In the embodiment shown, the position determining device 62 and the bellows spring 52 are arranged at the same end of the support boom 33. In other embodiments, the position determining device 62 and the bellows spring 52 are arranged at opposite ends of the support boom 33.

De steunelementen 51 zijn vast in een instelbare axiale positie op de steunboom 33 gemonteerd, en in een bepaalde hoekpositie ten opzichte van de steunboom 33. Zoals best te zien is in figuur 7, in de getoonde uitvoeringsvorm, is de steunboom 33 aan zijn manteloppervlak voorzien van een positioneringselement 65 in de vorm van een railsegment 66 dat zich evenwijdig met de steunboom as 34 uitstrekt, waarbij de steunelementen 51 elk voorzien zijn van een geleidingsgroef 67, welke geleidingsgroef 67 complementair met de vorm van het railsegment 66 is gevormd en aangepast is om het railsegment 66 te ontvangen om het bijbehorende steunelement 51 verschuifbaar in een bepaalde hoekpositie op de steunboom 33 te connecteren. Zoals getoond in figuur 2, in de getoonde uitvoeringsvorm, bevat het positioneringselement 65 verschillende railsegmenten 66 die uitgelijnd en aangrenzend ten opzichte vanThe support elements 51 are fixedly mounted on the support boom 33 in an adjustable axial position, and in a certain angular position with respect to the support boom 33. As can best be seen in Figure 7, in the embodiment shown, the support boom 33 is provided on its lateral surface of a positioning element 65 in the form of a rail segment 66 extending parallel to the support shaft 34, the support elements 51 each being provided with a guide groove 67, which guide groove 67 is formed complementary to the shape of the rail segment 66 and adapted to receive the rail segment 66 to slidably connect the associated support element 51 to the support boom 33 in a certain angular position. As shown in Figure 2, in the embodiment shown, the positioning element 65 includes different rail segments 66 that are aligned and adjacent to

BE2018/0070 elkaar zijn aangebracht.BE2018 / 0070.

Voor het bevestigen van de steunelementen 51 in een gekozen positie op de steunboom 33, is elk steunelement 51 verder voorzien van een beugel samenstelling 68 die de steunboom 33 omringt. In de getoonde uitvoeringsvorm bevat de beugel samenstelling 68 een eerste beugel 69, die door middel van twee schroeven 70 op de steunelementen 51 is bevestigd. De beugel samenstelling 68 bevat verder een tweede beugel 71, die met schroeven 72 (zie figuur 6) aan de eerste beugel 69 is geschroefd voor het klemmen van de steunboom 33 tussen de twee beugels 69 en 71. Het positioneringselement 69 is in een uitvoeringsvorm voorzien van markeringen die vooraf bepaalde posities voor de steunelementen 51 aanduiden.For attaching the support elements 51 in a selected position on the support tree 33, each support element 51 is further provided with a bracket assembly 68 that surrounds the support tree 33. In the embodiment shown, the bracket assembly 68 comprises a first bracket 69, which is attached to the support elements 51 by means of two screws 70. The bracket assembly 68 further comprises a second bracket 71 which is screwed to the first bracket 69 with screws 72 (see Figure 6) for clamping the support boom 33 between the two brackets 69 and 71. The positioning element 69 is provided in one embodiment of markings indicating predetermined positions for the support elements 51.

Het is duidelijk voor de vakman dat andere inrichtingen voor het bevestigen van de steunelementen 51 kunnen worden gecombineerd met de sleepsamenstelling 3 die een spanrol 16 heeft die door een balgveer 52 wordt belast, alsook kan de beugel samenstelling 68 voordelig in een sleepsamenstelling 3 worden gebruikt, waarbij de spanrol 16 niet door een balgveer 52 wordt belast.It is clear to the person skilled in the art that other devices for attaching the support elements 51 can be combined with the towing assembly 3 which has a tensioning roller 16 loaded by a bellows spring 52, and the bracket assembly 68 can advantageously be used in a towing assembly 3, wherein the tensioner roller 16 is not loaded by a bellows spring 52.

In een uitvoeringsvorm wordt de hierboven beschreven positiebepaalinrichting 62 verder gebruikt voor het bepalen of de spanrol 16 binnen een bepaald bereik ligt, waarbij het verlaten van het bepaald bereik een noodstop van de weefmachine 1 veroorzaakt.In one embodiment, the position determining device 62 described above is further used to determine whether the tension roller 16 is within a certain range, leaving the specified range to cause an emergency stop of the weaving machine 1.

Figuur 8 toont een detail van de sleepsamenstelling 3 volgens een tweede uitvoeringsvorm. De sleepsamenstelling 3 van figuur 8 is gelijkaardig aan die van figuren 2 tot 7, waarbij dezelfde referentienummers worden gebruikt voor dezelfde of gelijkaardigeFigure 8 shows a detail of the tow assembly 3 according to a second embodiment. The towing composition 3 of Figure 8 is similar to that of Figures 2 to 7, the same reference numbers being used for the same or similar

BE2018/0070 elementen. In de uitvoeringsvorm getoond in figuur 8, wordt naast de positiebepaalinrichting 62 een veiligheidsdetector inrichting 36 voorzien om te detecteren of een positie van de spanrol 16 binnen een bepaald bereik ligt. De veiligheidsdetector inrichting 36 bevat een sensor 73 en een detector object 74, bijvoorbeeld een deel van de hulphefboom 57, waarbij de sensor 73 vast in positie door middel van een bevestigingsplaat 37 op een freem van de weefmachine is gemonteerd. Het is duidelijk dat het detector object 74 een deel kan zijn van eender welk deel van het verbindingssysteem 53. In de getoonde uitvoeringsvorm zijn de veiligheidsdetector inrichting 36 en de balgveer 52 aan hetzelfde einde van de steunboom 33 aangebracht. In andere uitvoeringsvormen zijn de veiligheidsdetector inrichting 36 en de balgveer 52 aan tegenoverliggende einden van de steunboom 33 aangebracht.BE2018 / 0070 elements. In the embodiment shown in Figure 8, in addition to the position determining device 62, a safety detector device 36 is provided to detect whether a position of the tensioner roller 16 is within a certain range. The safety detector device 36 comprises a sensor 73 and a detector object 74, for example a part of the auxiliary lever 57, wherein the sensor 73 is fixedly mounted in position by means of a mounting plate 37 on a frame of the weaving machine. It is clear that the detector object 74 can be a part of any part of the connection system 53. In the embodiment shown, the safety detector device 36 and the bellows spring 52 are arranged at the same end of the support boom 33. In other embodiments, the safety detector device 36 and the bellows spring 52 are arranged at opposite ends of the support boom 33.

In de hierboven getoonde uitvoeringsvormen is één balgveer 52 voorzien. Het is duidelijk voor de vakman dat in plaats van één balgveer 52, twee of meer balgveren aan dezelfde of tegenoverliggende einden van de steunboom 33 kunnen worden voorzien. Als alternatief of als aanvulling bevatten in een uitvoeringsvorm elke balgveer of afzonderlijke van meerdere balgveren meer dan één balg, waarbij de balgen via een gemeenschappelijk verbindingssysteem met de steunboom 33 zijn gekoppeld.In the embodiments shown above, one bellows spring 52 is provided. It is clear to the person skilled in the art that instead of one bellows spring 52, two or more bellows springs can be provided at the same or opposite ends of the support boom 33. Alternatively or additionally, in one embodiment each bellows spring or separately from several bellows springs comprises more than one bellows, the bellows being coupled to the support boom 33 via a common connecting system.

Zoals algemeen gekend bij baddoek weefsels is het gebruikelijk om een eerste weefseldeel geweven als een baddoek weefsel te hebben gevolgd door een tweede weefseldeel geweven als een normaal of plat weefsel, bijvoorbeeld aan een eindboord. Voor het weven van het platte weefsel is een hogere kettingspanning van de poolkettingdraden vereist. Hiervoor is in een uitvoeringsvorm deAs is well known in bath towel fabrics, it is common to have a first fabric section woven as a towel fabric followed by a second fabric section woven as a normal or flat fabric, for example on a endboard. A higher chain tension of the pile warp threads is required for weaving the flat fabric. For this, in one embodiment the

BE2018/0070 druk in de balgveer 52 variabel tussen een lage druk voor het weven van een baddoek binding en een hoge druk voor het weven van een platte binding.BE2018 / 0070 pressure in the bellows spring 52 is variable between a low pressure for weaving a towel binding and a high pressure for weaving a flat binding.

Figuren 9 en 10 tonen respectievelijk een sleepsamenstelling 3 volgens een derde uitvoeringsvorm en een fluïdum toevoersysteem 75 voor een dergelijke sleepsamenstelling 3. De sleepsamenstelling 3 van figuur 9 is gelijkaardig aan die van figuren 2 tot 7, waarbij dezelfde referentienummers worden gebruikt voor dezelfde of gelijkaardige elementen. In de uitvoeringsvorm getoond in figuren 9 en 10, zijn twee balgveren 52, 152 voorzien, die aan tegenoverliggende einden van de steunboom 33 zijn aangebracht. De balgveren 52, 152 zijn elk met de steunboom 33 via een verbindingssysteem 53, 153 gekoppeld. Beide verbindingssystemen 53, 153 zijn uitgevoerd als een vierkoppeling verbinding met een stang 54, 154 die zich evenwijdig met een axiale richting van de balgveer 52, 152 uitstrekt en een koppel hefboom 55, 155 die op de steunboom 33 is bevestigd om met de steunboom 33 te roteren, waarbij de koppel hefboom 55, 155 met de stang 54, 154 is gekoppeld aan een eerste verbinding 56, 156. Elk verbindingssysteem 53, 153 bevat verder een hulphefboom 57, 157 die evenwijdig met de koppel hefboom 55, 155 is aangebracht, waarbij de hulphefboom 57, 157 met de stang 54, 154 aan een tweede verbinding 58, 158 is gekoppeld en monteerbaar op het freem van de weefmachine om heen en weer roteerbaar te zijn om een as 59, 159 evenwijdig met de steunboom as 34 (zie figuur 3).Figures 9 and 10 show, respectively, a towing composition 3 according to a third embodiment and a fluid supply system 75 for such a towing composition 3. The towing composition 3 of Figure 9 is similar to that of Figures 2 to 7, wherein the same reference numbers are used for the same or similar elements . In the embodiment shown in Figures 9 and 10, two bellows springs 52, 152 are provided, which are arranged at opposite ends of the support boom 33. The bellows springs 52, 152 are each coupled to the support boom 33 via a connecting system 53, 153. Both connecting systems 53, 153 are designed as a four-coupling connection with a rod 54, 154 that extends parallel to an axial direction of the bellows spring 52, 152 and a coupling lever 55, 155 which is fixed on the support boom 33 to support the support boom 33. to rotate, the coupling lever 55, 155 with the rod 54, 154 being coupled to a first connection 56, 156. Each connection system 53, 153 further comprises an auxiliary lever 57, 157 which is arranged parallel to the coupling lever 55, 155, the auxiliary lever 57, 157 with the rod 54, 154 being coupled to a second connection 58, 158 and mountable on the frame of the weaving machine to be rotatable to and fro about an axis 59, 159 parallel to the support axis axis 34 (see figure 3).

In een uitvoeringsvorm worden de drukken binnen de twee balgveren 52, 152 steeds zo ingesteld dat ze nagenoeg identiek zijn, met andere woorden minstens binnen grenzen identiek.In one embodiment, the pressures within the two bellows springs 52, 152 are always set so that they are substantially identical, in other words identical at least within limits.

BE2018/0070BE2018 / 0070

In voorkeurdragende uitvoeringsvormen wordt de druk in de eerste balgveer 52 anders ingesteld dan de druk in de tweede balgveer 152. De eerste balgveer 52 wordt bijvoorbeeld op een lage druk ingesteld, zodat de resulterende poolkettingspanning geschikt is voor het weven van het baddoek weefsel, de druk in de eerste balgveer 52 wordt constant gehouden voor alle weefprocessen. De druk in de tweede balgveer 152 is variabel. In een uitvoeringsvorm wordt de druk in de tweede balgveer 152 op een hoge druk ingesteld voor het weven van een plat weefsel, bijvoorbeeld een eindboord, en op een lage druk of zelfs een minstens nagenoeg nuldruk ingesteld bij het weven van het baddoek weefsel.In preferred embodiments, the pressure in the first bellows spring 52 is set differently from the pressure in the second bellows spring 152. The first bellows spring 52 is set, for example, at a low pressure, so that the resulting pile chain tension is suitable for weaving the bath towel fabric, the pressure in the first bellows spring 52 is kept constant for all weaving processes. The pressure in the second bellows spring 152 is variable. In one embodiment, the pressure in the second bellows spring 152 is set to a high pressure for weaving a flat fabric, for example an endboard, and to a low pressure or even a substantially zero pressure when weaving the towel fabric.

In de uitvoeringsvorm getoond in figuur 9 wordt elke balgveer 52, 152 via een krachtmeetinrichting 60, 160 op het freem 50 van de weefmachine gemonteerd. Verder is een positiebepaalinrichting 62 aan de zijkant van de steunboom 33 aangebracht waarop de eerste balgveer 52 is voorzien. Het is duidelijk dat de positiebepaalinrichting 62 ook aan de tegenoverliggende zijde van de steunboom 33 zou kunnen worden aangebracht waarop de tweede balgveer 152 is voorzien. In nog een andere uitvoeringsvorm is geen positiebepaalinrichting 62 voorzien.In the embodiment shown in Figure 9, each bellows spring 52, 152 is mounted on the frame 50 of the weaving machine via a force measuring device 60, 160. Furthermore, a position-determining device 62 is arranged on the side of the support boom 33 on which the first bellows spring 52 is provided. It is clear that the position-determining device 62 could also be arranged on the opposite side of the support boom 33 on which the second bellows spring 152 is provided. In yet another embodiment, no position determining device 62 is provided.

Voor het regelen van de variabele druk van de tweede balgveer 152 evenals voor het regelen van de druk van de eerste balgveer 52 om een gewenste kettingspanning te bereiken, is in de getoonde uitvoeringsvorm het fluïdumtoevoer systeem 75 zoals getoond in figuur 10 voorzien. In de getoonde uitvoeringsvorm wordt een druk in de twee balgveren 52, 152 op dezelfde manier geregeld maar door onafhankelijke elementen om een onafhankelijke drukinstelling toe te laten.For controlling the variable pressure of the second bellows spring 152 as well as for controlling the pressure of the first bellows spring 52 to achieve a desired chain tension, the fluid supply system 75 as shown in Figure 10 is provided in the shown embodiment. In the embodiment shown, a pressure in the two bellows springs 52, 152 is controlled in the same way but by independent elements to allow an independent pressure setting.

BE2018/0070BE2018 / 0070

Het fluïdumtoevoer systeem 75 is met een fluïdumtoevoer 76 geconnecteerd, in het bijzonder een luchttoevoer. Tussen de fluïdumtoevoer 76 en de balgveer 52, 152 wordt telkens een gestuurd drukregelaar systeem 77, 177 voorzien dat zorgt voor een regelbare fluïdumtoevoer naar de balgveer 52, 152 of een regelbare fluïdum ontsnapping uit de balgveer 52, 152. Stroomafwaarts van het drukregelaar systeem 77, 177 is een fluïdum container 78, 178 zoals een luchttank voorzien, die in fluïdum communicatie is met de bijbehorende balgveer 52, 152 via een gestuurd afsluitventiel 79, 179. De druk stroomafwaarts van het drukregelaar systeem 77, 177 wordt gemeten met behulp van een druksensor 80, 180, ook drukmeter genoemd.The fluid supply system 75 is connected to a fluid supply 76, in particular an air supply. Between the fluid supply 76 and the bellows spring 52, 152 a controlled pressure regulator system 77, 177 is each provided for an adjustable fluid supply to the bellows spring 52, 152 or an adjustable fluid escape from the bellows spring 52, 152. Downstream of the pressure regulator system 77 177, a fluid container 78, 178 such as an air tank is provided, which is in fluid communication with the associated bellows spring 52, 152 via a controlled shut-off valve 79, 179. The pressure downstream of the pressure regulator system 77, 177 is measured using a pressure sensor 80, 180, also called pressure meter.

De druk in de eerste balgveer 52 kan met het afsluitventiel 79 open worden ingesteld, dit betekent met de balgveer 52 in fluïdum communicatie met de fluïdum container 78. De druk wordt door het drukregelaar systeem 77 op een lage waarde die geschikt is voor het weven van een baddoek weefsel, ingesteld.The pressure in the first bellows spring 52 can be set open with the shut-off valve 79, this means with the bellows spring 52 in fluid communication with the fluid container 78. The pressure is set by the pressure regulator system 77 to a low value suitable for weaving a towel set.

Zoals hierboven beschreven, in een uitvoeringsvorm, wordt de druk in de tweede balgveer 152 op een hoge druk ingesteld voor het weven van een plat weefsel, bijvoorbeeld een eindboord, en op een lage druk of zelfs een minstens bijna nuldruk ingesteld bij het weven van het baddoek weefsel. Voor het instellen van de druk in de tweede balgveer 152 op een lage waarde, kan de druk met het afsluitventiel 179 open worden ingesteld, dit betekent met de tweede balgveer 152 in fluïdum communicatie met de fluïdum container 178 zoals beschreven voor de eerste balgveer 52. Als alternatief wordt het drukregelaar systeem 177 zo gestuurd dat fluïdum uit de balgveer 152 kan ontsnappen, zodat geen kracht wordt uitgeoefend door de tweede balgveer 152 op de spanrol 16 (zie figuur 9). Voor dit doelAs described above, in one embodiment, the pressure in the second bellows spring 152 is set to a high pressure for weaving a flat fabric, for example an endboard, and to a low pressure or even an at least nearly zero pressure when weaving the towel fabric. To set the pressure in the second bellows spring 152 to a low value, the pressure with the shut-off valve 179 can be set open, this means with the second bellows spring 152 in fluid communication with the fluid container 178 as described for the first bellows spring 52. Alternatively, the pressure regulator system 177 is controlled so that fluid can escape from the bellows spring 152, so that no force is exerted by the second bellows spring 152 on the tensioner roller 16 (see Figure 9). For this purpose

BE2018/0070 wordt het afsluitventiel 179 bij voorkeur gesloten, zodat het fluïdum aanwezig in de tweede balgveer 152 vrij snel uit de balgveer 152 kan ontsnappen, terwijl de druk aanwezig in de fluïdum container 178 behouden blijft. Om de druk op een hoge waarde in te stellen, wordt in een uitvoeringsvorm het drukregelaar systeem 177 zo gestuurd dat fluïdum van de fluïdumtoevoer 76 naar de balgveer 152 vloeit, bijvoorbeeld wanneer het afsluitventiel 179 gesloten is zodat het toegevoerde fluïdum verhinderd wordt om naar de grote fluïdum container 178 te vloeien. Bijgevolg kan de druk in de balgveer 152 vrij snel toenemen. Verder, wanneer het afsluitventiel 179 gesloten is, werkt de tweede balgveer 152 als een veer met een stijvere of sterkere eigenschap. In het bijzonder, bij het voorzien van een tweede balgveer 152 met een relatief klein volume, laat dit een snelle toename van de druk van het fluïdum in de twee balgveer 152 toe.BE2018 / 0070, the shut-off valve 179 is preferably closed, so that the fluid present in the second bellows spring 152 can escape relatively quickly from the bellows spring 152, while the pressure present in the fluid container 178 is maintained. To set the pressure to a high value, in one embodiment, the pressure regulator system 177 is controlled so that fluid flows from the fluid supply 76 to the bellows spring 152, for example when the shut-off valve 179 is closed so that the supplied fluid is prevented from entering the large fluid container 178. Consequently, the pressure in the bellows spring 152 can increase quite quickly. Further, when the shut-off valve 179 is closed, the second bellows spring 152 acts as a spring with a stiffer or stronger property. In particular, when providing a second bellows spring 152 with a relatively small volume, this allows a rapid increase in the pressure of the fluid in the two bellows spring 152.

In de getoonde uitvoeringsvorm is de sleepsamenstelling een passieve inrichting zonder een aandrijving voor het actief verplaatsen van de spanrol. In een andere uitvoeringsvorm wordt een aandrijfinrichting toegevoegd aan de sleepsamenstelling voor de poolkettingdraden bevattende de spanrol voor een actieve verplaatsing van de spanrol, welke aandrijfinrichting gelijkaardig kan zijn aan de aandrijfinrichting getoond in de uitvoeringsvorm getoond in figuur 3 van EP 1888825 BI hierbij door referentie geïncorporeerd. In nog een andere uitvoeringsvorm wordt een aandrijfinrichting toegevoegd aan de balgveer voor een actieve verplaatsing van de balgveer, waardoor een verplaatsing van de spanrol wordt veroorzaakt. ,In the embodiment shown, the towing assembly is a passive device without a drive for actively moving the tensioner. In another embodiment, a drive device is added to the towing assembly for the pile warp threads comprising the tension roller for active movement of the tension roller, which drive device may be similar to the drive device shown in the embodiment shown in Figure 3 of EP 1888825 B1, hereby incorporated by reference. In yet another embodiment, a drive device is added to the bellows spring for an active displacement of the bellows spring, thereby causing a displacement of the tension roller. ,

Claims (17)

Conclusies.Conclusions. 1. Sleepsamenstelling voor poolkettingdraden (13) in een baddoek weefmachine (1), bevattende een spanrol (16) en een steunboom (33), waarbij de spanrol (16) is aangebracht om de poolkettingdraden (13) te geleiden, waarbij de steunboom (33) op een freem (50) van de weefmachine (1) monteerbaar is om heen en weer roteerbaar te zijn om een steunboom as (34), en waarbij de spanrol (16) evenwijdig met de steunboom (33) ondersteund is door twee of meer steunelementen (51), welke steunelementen (51) vast in positie op de steunboom (33) zijn gemonteerd, daardoor gekenmerkt dat de spanrol (16) door minstens één balgveer (52, 152) is belast.A pile assembly for pile warp threads (13) in a towel weaving machine (1), comprising a tensioner roller (16) and a support boom (33), wherein the tensioner roller (16) is arranged to guide the pole warp threads (13), the support boom (13) 33) is mountable on a frame (50) of the weaving machine (1) to be rotatable to and fro about a support boom axis (34), and wherein the tensioner roller (16) is supported parallel to the support boom (33) by two or more support elements (51), which support elements (51) are fixedly mounted in position on the support boom (33), characterized in that the tensioning roller (16) is loaded by at least one bellows spring (52, 152). 2. Sleepsamenstelling volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de minstens één balgveer (52, 152) met de steunboom (33) is gekoppeld dooreen verbindingssysteem (53, 153) met minstens een koppel hefboom (55, 155) bevestigd aan de steunboom (33) om met de steunboom (33) te roteren, waarbij bij voorkeur een afstand tussen de krachtaanbrengpositie van de minstens één balgveer (52, 152) op de koppel hefboom (55, 155) en de steunboom as (34) korter is dan of gelijk is aan een afstand tussen een as (35) van de spanrol (16) en de steunboom as (34).The bed assembly according to claim 1, characterized in that the at least one bellows spring (52, 152) is coupled to the support boom (33) by a connection system (53, 153) with at least one torque lever (55, 155) attached to the support boom (33) ) for rotating with the support boom (33), preferably a distance between the force application position of the at least one bellows spring (52, 152) on the torque lever (55, 155) and the support shaft (34) is shorter than or equal is at a distance between a shaft (35) of the tensioner roller (16) and the support shaft (34). 3. Sleepsamenstelling volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat de koppel hefboom (55, 155) en de steunelementen (51) onder een hoek van ongeveer 75° tot ongeveer 105° zijn aangebracht.The load assembly according to claim 2, characterized in that the torque lever (55, 155) and the support elements (51) are arranged at an angle of about 75 ° to about 105 °. 4. Sleepsamenstelling volgens conclusie 2 of 3, daardoor gekenmerkt dat het verbindingssysteem (53) een vierkoppeling verbinding is bevattende een stang (54, 154) die zich in een axiale Cargo assembly according to claim 2 or 3, characterized in that the connection system (53) is a four-coupling connection comprising a rod (54, 154) which is located in an axial BE2018/0070 richting van de minstens één balgveer (52, 152) of zich evenwijdig met een axiale richting van de minstens één balgveer (52, 152) uitstrekt, de koppel hefboom (55, 155) met de stang (54, 154) aan een eerste verbinding (56, 156) gekoppeld is en aan de steunboom (33) bevestigd is om met de steunboom (33) te roteren, en een hulphefboom (57, 157) evenwijdig met de koppel hefboom (55, 155) aangebracht is, de hulphefboom (57, 157) met de stang (54, 154) aan een tweede verbinding (58, 158) gekoppeld is en op het freem (50) van de weefmachine (1) monteerbaar is om heen en weer roteerbaar te zijn om een as (59, 159) evenwijdig met de steunboom as (34).BE2018 / 0070 direction of the at least one bellows spring (52, 152) or extending parallel to an axial direction of the at least one bellows spring (52, 152), the coupling lever (55, 155) with the rod (54, 154) a first connection (56, 156) is coupled and attached to the support boom (33) to rotate with the support boom (33), and an auxiliary lever (57, 157) is arranged parallel to the torque lever (55, 155), the auxiliary lever (57, 157) is coupled with the rod (54, 154) to a second connection (58, 158) and is mountable on the frame (50) of the weaving machine (1) to be rotatable to and fro to shaft (59, 159) parallel to the support shaft (34). 5. Sleepsamenstelling volgens één van de conclusies 1 tot 4, daardoor gekenmerkt dat de minstens één balgveer (52, 152) via een krachtmeetinrichting (60, 160) is gemonteerd voor het meten van de kracht die op balgveer (52, 152) werkt.The load assembly according to any of claims 1 to 4, characterized in that the at least one bellows spring (52, 152) is mounted via a force measuring device (60, 160) for measuring the force acting on bellows spring (52, 152). 6. Sleepsamenstelling volgens één van de conclusies 1 tot 5, daardoor gekenmerkt dat een positiebepaalinrichting (62) is voorzien voor het bepalen van een positie van de spanrol (16), waarbij in het bijzonder de positie van de spanrol (16) indirect is bepaald door het meten van een hoekpositie van de steunboom (33).Slip assembly according to one of claims 1 to 5, characterized in that a position-determining device (62) is provided for determining a position of the tensioning roller (16), wherein in particular the position of the tensioning roller (16) is determined indirectly by measuring an angular position of the support boom (33). 7. Sleepsamenstelling volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat de positiebepaalinrichting (62) en de minstens één balgveer (52, 152) aan een einde van de steunboom (33) zijn aangebracht.The bed assembly according to claim 6, characterized in that the position determining device (62) and the at least one bellows spring (52, 152) are arranged at one end of the support boom (33). 8. Sleepsamenstelling volgens één van de conclusies 1 tot 7, daardoor gekenmerkt dat een veiligheidsdetector inrichting (36) is voorzien om te detecteren of een positie van de spanrol (16) binnen een bepaald bereik ligt, welke veiligheidsdetector inrichting (36) The bed assembly according to one of claims 1 to 7, characterized in that a safety detector device (36) is provided for detecting whether a position of the tensioning roller (16) is within a certain range, which safety detector device (36) BE2018/0070 bevattende een sensor (73) en een detector object (74), waarbij één van de sensor (73) en het detector object (74) aangebracht is om met de steunboom (33) te bewegen en de andere vast in positie op het freem (50) van de weefmachine (1) is gemonteerd.BE2018 / 0070 comprising a sensor (73) and a detector object (74), one of the sensor (73) and the detector object (74) being arranged to move with the support (33) and the other fixed in position on the frame (50) of the weaving machine (1) is mounted. 9. Sleepsamenstelling volgens conclusie 1 tot 8, daardoor gekenmerkt dat de druk van de minstens één balgveer (52, 152) variabel is tussen een lage druk en een hoge druk om toe te laten met verschillende kettingspanningen te weven.The bed assembly according to claims 1 to 8, characterized in that the pressure of the at least one bellows spring (52, 152) is variable between a low pressure and a high pressure to allow it to weave with different chain tensions. 10. Sleepsamenstelling volgens één van de conclusies 1 tot 9, daardoor gekenmerkt dat een eerste balgveer (52) en een tweede balgveer (152) zijn voorzien, waarbij bij voorkeur de druk in de eerste balgveer (52) anders instelbaar is dan de druk in de tweede balgveer (152).The bed assembly according to one of claims 1 to 9, characterized in that a first bellows spring (52) and a second bellows spring (152) are provided, wherein the pressure in the first bellows spring (52) is preferably adjustable other than the pressure in the second bellows spring (152). 11. Sleepsamenstelling volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt dat de eerste balgveer (52) en de tweede balgveer (152) aan tegenoverliggende einden van de spanrol (16) zijn aangebracht.The bed assembly according to claim 10, characterized in that the first bellows spring (52) and the second bellows spring (152) are arranged at opposite ends of the tensioner roller (16). 12. Sleepsamenstelling volgens één van de conclusies 1 tot 11, daardoor gekenmerkt dat de minstens één balgveer (52, 152) een luchtveer is, in het bijzonder een rolbalg luchtveer.Cargo assembly according to one of claims 1 to 11, characterized in that the at least one bellows spring (52, 152) is an air spring, in particular a roller bellows air spring. 13. Sleepsamenstelling volgens één van de conclusies 1 tot 12, daardoor gekenmerkt dat de twee of meer steunelementen (51) vast in een positie op de steunboom (33) zijn gemonteerd, waarbij de steunboom (33) aan zijn manteloppervlak voorzien is van een positioneringselement (65) dat zich evenwijdig met de steunboom as (34) uitstrekt, en waarbij de steunelementen (51) langs de The bed assembly according to one of claims 1 to 12, characterized in that the two or more support elements (51) are fixedly mounted on the support boom (33), the support boom (33) being provided with a positioning element on its lateral surface (65) extending parallel to the support shaft (34), and wherein the support elements (51) extend along the BE2018/0070 steunboom as (34) verplaatsbaar zijn en ten opzichte van elkaar zijn uitgelijnd door middel van het positioneringselement (65).BE2018 / 0070 support shaft (34) are movable and are aligned relative to each other by means of the positioning element (65). 14. Sleepsamenstelling volgens conclusie 13, daardoor gekenmerkt dat het positioneringselement (65) minstens één railsegment (66) bevat, waarbij de steunelementen (51) elk van een geleidingsgroef (67) zijn voorzien, welke geleidingsgroef (67) complementair met de vorm van het railsegment (66) is gevormd en aangepast om het railsegment (66) te ontvangen om het bijbehorende steunelement (51) verschuifbaar op de steunboom (33) te connecteren.Cargo assembly according to claim 13, characterized in that the positioning element (65) comprises at least one rail segment (66), the supporting elements (51) each being provided with a guide groove (67), which guide groove (67) is complementary to the shape of the rail segment (66) is formed and adapted to receive the rail segment (66) for slidably connecting the associated support element (51) to the support boom (33). 15. Sleepsamenstelling volgens conclusie 14, daardoor gekenmerkt dat het positioneringselement (65) minstens twee railsegmenten (66) bevat die ten opzichte van elkaar uitgelijnd zijn aangebracht, en in het bijzonder aangrenzend of op een afstand van elkaar.The load assembly according to claim 14, characterized in that the positioning element (65) comprises at least two rail segments (66) arranged arranged aligned with respect to each other, and in particular adjacent or spaced apart. 16. Sleepsamenstelling volgens conclusie 13, 14 of 15, daardoor gekenmerkt dat de steunelementen (51) telkens op de steunboom (33) zijn gemonteerd door middel van een beugel samenstelling (68) die de steunboom (33) omringt, in het bijzonder de beugel samenstelling (68) bevattende minstens een eerste beugel (69) en een tweede beugel (71).Cargo assembly according to claim 13, 14 or 15, characterized in that the support elements (51) are each mounted on the support boom (33) by means of a bracket assembly (68) surrounding the support boom (33), in particular the bracket assembly (68) comprising at least a first bracket (69) and a second bracket (71). 17. Baddoek weefmachine bevattende een sleepsamenstelling (3) volgens één van de conclusies 1 tot 16.A bath towel weaving machine comprising a towing composition (3) according to any one of claims 1 to 16.
BE20180070A 2018-05-31 2018-05-31 Towing device for pile warp threads in a towel weaving machine BE1026319B1 (en)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20180070A BE1026319B1 (en) 2018-05-31 2018-05-31 Towing device for pile warp threads in a towel weaving machine
CN201880094036.7A CN112437820B (en) 2018-05-31 2018-06-06 Back rest assembly for pile warp yarn in terry loom
EP18733517.9A EP3802933B1 (en) 2018-05-31 2018-06-06 Backrest assembly for pile warp threads in a terry weaving machine
PCT/EP2018/064941 WO2019228655A1 (en) 2018-05-31 2018-06-06 Backrest assembly for pile warp threads in a terry weaving machine

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20180070A BE1026319B1 (en) 2018-05-31 2018-05-31 Towing device for pile warp threads in a towel weaving machine

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1026319A1 BE1026319A1 (en) 2020-01-06
BE1026319B1 true BE1026319B1 (en) 2020-01-13

Family

ID=62985843

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20180070A BE1026319B1 (en) 2018-05-31 2018-05-31 Towing device for pile warp threads in a towel weaving machine

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP3802933B1 (en)
CN (1) CN112437820B (en)
BE (1) BE1026319B1 (en)
WO (1) WO2019228655A1 (en)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4485848A (en) * 1982-01-13 1984-12-04 Sulzer Brothers, Ltd. Terry weaving machine having a deflecting mechanism for warp yarns
DE9304801U1 (en) * 1993-04-02 1993-05-27 Chemnitzer Webmaschinenbau Gmbh, O-9010 Chemnitz, De
US5743307A (en) * 1995-10-24 1998-04-28 Michel Van De Wiele N.V. Hydraulic warp tensioning apparatus
EP1335052A1 (en) * 2002-02-06 2003-08-13 SCHÖNHERR Textilmaschinenbau GmbH Process and apparatus to adjust and control the warp tension in weaving machines
US20160230317A1 (en) * 2013-10-01 2016-08-11 Lindauer Dornier Gesellschaft Mit Beschränkter Haftung Method and Device for Applying Forces and Motions to Warp Threads of Weaving Machine

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE19537277C1 (en) * 1995-10-06 1996-08-08 Dornier Gmbh Lindauer Pile height adjuster for terry cloth loom
EP1375714B1 (en) * 2002-06-24 2009-08-12 SCHÖNHERR Textilmaschinenbau GmbH Method for manufacturing a pile fabric
BRPI0613489B8 (en) 2005-06-10 2017-03-21 Picanol Nv sill for loom and cloth loom
DE102005028126A1 (en) 2005-06-10 2006-12-14 Picanol N.V. terry
DE102005028127A1 (en) 2005-06-10 2006-12-14 Picanol N.V. terry
CN1827878A (en) * 2006-03-31 2006-09-06 邹荣金 Bottom warp feeding tension balance regulating mechanism for towel rapier loom
JP5464172B2 (en) * 2011-05-27 2014-04-09 株式会社豊田自動織機 Pile loom pile warp tension adjuster

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4485848A (en) * 1982-01-13 1984-12-04 Sulzer Brothers, Ltd. Terry weaving machine having a deflecting mechanism for warp yarns
DE9304801U1 (en) * 1993-04-02 1993-05-27 Chemnitzer Webmaschinenbau Gmbh, O-9010 Chemnitz, De
US5743307A (en) * 1995-10-24 1998-04-28 Michel Van De Wiele N.V. Hydraulic warp tensioning apparatus
EP1335052A1 (en) * 2002-02-06 2003-08-13 SCHÖNHERR Textilmaschinenbau GmbH Process and apparatus to adjust and control the warp tension in weaving machines
US20160230317A1 (en) * 2013-10-01 2016-08-11 Lindauer Dornier Gesellschaft Mit Beschränkter Haftung Method and Device for Applying Forces and Motions to Warp Threads of Weaving Machine

Also Published As

Publication number Publication date
BE1026319A1 (en) 2020-01-06
EP3802933C0 (en) 2023-12-27
CN112437820A (en) 2021-03-02
WO2019228655A1 (en) 2019-12-05
CN112437820B (en) 2022-12-09
EP3802933A1 (en) 2021-04-14
EP3802933B1 (en) 2023-12-27

Similar Documents

Publication Publication Date Title
TW530104B (en) Cloth take-up device for loom
US9586249B2 (en) Apparatus for feeding wire to wire processing machines
US8915460B2 (en) Device for feeding a quasi-endless material web
CN103359541B (en) For the device for the winding line being tensioned in up- coiler
BE1026319B1 (en) Towing device for pile warp threads in a towel weaving machine
WO2012031802A2 (en) Back rest for a weaving machine
BE1026809B1 (en) Towing device for pile warp threads in a towel weaving machine
US3950966A (en) Demand responsive positive feed device for knitting machine
US3583619A (en) Yarn accumulator
EP2318580B1 (en) Storage element for weft thread
US3550827A (en) Uniform tension textile accumulator
US5722464A (en) Pile warp thread tension control apparatus for terry cloth weaving
AT517296B1 (en) Winding machine for winding up winding material
JPH0214451B2 (en)
US20100187349A1 (en) In or relating to creels
CN111699144A (en) Method for optimizing yarn feed of textile machines operating highly discontinuously or with alternating motion, and improved yarn feed system and device
EP2128318A1 (en) Take-up device
US284323A (en) Delivery apparatus for machines for finishing fabrics
US3752378A (en) Device for supplying strip-like fabric by means of rollers
US4781222A (en) Fabric winding device for weaving looms
SE405990B (en) DEVICE FOR REGULATING THE RELEASE MOVEMENT OF THE WARPING WHEELS WHILE MAINTAINING THE WARPING TENSION TENSION IN WOVING MACHINES
ITMI961310A1 (en) WIRE BRAKING DEVICE FOR TEXTILE MACHINES
WO2010049128A1 (en) Thread brake and method of using the thread brake
EP3022345B1 (en) Back rest device for a weaving machine
CS197284B2 (en) Pile warp let-off mechanism for terry-looms

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20200113