BE1022649B1 - Verbeteringen in of m.b.t. gewasuitlopen. - Google Patents

Verbeteringen in of m.b.t. gewasuitlopen. Download PDF

Info

Publication number
BE1022649B1
BE1022649B1 BE2015/5208A BE201505208A BE1022649B1 BE 1022649 B1 BE1022649 B1 BE 1022649B1 BE 2015/5208 A BE2015/5208 A BE 2015/5208A BE 201505208 A BE201505208 A BE 201505208A BE 1022649 B1 BE1022649 B1 BE 1022649B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
elbow
spout
run
outlet
actuator
Prior art date
Application number
BE2015/5208A
Other languages
English (en)
Inventor
Frank R.G. Duquesne
Pieter Vandevelde
Original Assignee
Cnh Industrial Belgium Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Cnh Industrial Belgium Nv filed Critical Cnh Industrial Belgium Nv
Priority to BE2015/5208A priority Critical patent/BE1022649B1/nl
Priority to BR102016007000-7A priority patent/BR102016007000B1/pt
Priority to EP16163479.5A priority patent/EP3078253B1/en
Priority to US15/088,889 priority patent/US9815398B2/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1022649B1 publication Critical patent/BE1022649B1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60PVEHICLES ADAPTED FOR LOAD TRANSPORTATION OR TO TRANSPORT, TO CARRY, OR TO COMPRISE SPECIAL LOADS OR OBJECTS
    • B60P1/00Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading
    • B60P1/40Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading using screw conveyors thereon
    • B60P1/42Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading using screw conveyors thereon mounted on the load-transporting element
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D41/00Combines, i.e. harvesters or mowers combined with threshing devices
    • A01D41/12Details of combines
    • A01D41/1208Tanks for grain or chaff
    • A01D41/1217Unloading mechanisms
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G41/00Supporting frames or bases for conveyors as a whole, e.g. transportable conveyor frames
    • B65G41/001Supporting frames or bases for conveyors as a whole, e.g. transportable conveyor frames with the conveyor adjustably mounted on the supporting frame or base
    • B65G41/002Pivotably mounted

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Threshing Machine Elements (AREA)

Abstract

Een gewasuitloopgeheel van eenoogstmachine{10') bevat een uitloop-elleboog (11,12} waarvan een eerste uiteinde uitloopt in een eerste flens (13) die bevestigd is aan de uitgang van een gewastank van de oogstmachine (16). De eerste flens (13) bevat één of meerdere lagers die de uitloop-elleboog in staat stellen rond een zwenkas te zwenken, en de uitloop-elleboog (12) bevat een geknikt gedeelte waarvan een tweede uiteinde uitloopt in een opening. Hët üitioopgeheet (10) bevat verder een vasit elefhérrt (19) dat in de buurt ligt van de uitloop-elleboog (12), waarbij de uitloop-elleboog (12) verbonden is met het vaste element (19) dmv. eensehamler (1T) waarvan de as met de zwenkas samenvalt. Het uitloopgeheei (10) bevat een draaibaar aandrijftandwie! en een motor (28) die aandrijvend eraan gekoppeld is om rotatie te veroorzaken van de uitloop­ elleboog (12) rond de zwenkas, waarbij de rotatïeas van het aandrijftandwie! ook met de zwenkas samenvalt.

Description

VERBETERINGEN IN OF M.B.T. GEWASUITLQPEN
De uitvinding betreft verbeteringen van of m.b.t. gewasuitlopen van oogstmachines.
Meer bepaald, maar niet exclusief, betreft de uitvinding een gewasuitloop van een oogstvoertuig, zoals een maaidorser, die bedoeld is om de stroom gewaskorrels bv. vanuit een graantank naar de buitenkant van het voertuig te leiden om ze over te brengen naar een aanhanger of een wagen.
De uitvinding is ook geschikt voor gebruik in andere types oogstmachines, hoewel het wenselijk ïs dat het gewas dat ontladen wordt via de uitloop zogenaamde karakteristieken van een “bulkstroom" vertoont waarbij de beweging in sommige opzichten van het meeste gewas gelijkt op de beweging van een vloeistof.
Zoals welbekend bevat een maaidorser een grote tank die schoon graan ontvangt nadat dit in de operationele onderdelen van de machine gescheiden is van verontreinigingen en van gewasdelen met Jage waarde.
Deze schoongraantank kan een aanzienlijke hoeveelheid graan bevatten, maar niettegenstaande dat is de opslagcapaciteit van de machine aanzienlijk kleiner dan de hoeveelheid graan die van een typisch veld geoogst wordt.
Bijgevolg is het nodig om de graantank periodiek leeg te maken terwijl een maaidorser op een veld aan het oogsten is. Het is echter om verschillende redenen (met inbegrip van de inefficiëntie die gepaard gaat met het onderbreken van de oogstactiviteit) niet wenselijk om de maaidorser te laten stoppen terwijl graankorrels uit de graantank gelost worden.
In plaats daarvan is het heel gebruikelijk voor een tractor om langs een maaidorser een grote graanaanhanger te slepen, en graan van de maaidorser naar de aanhanger over te dragen terwijl de twee voertuigen met eenzelfde snelheid op een veld in de buurt van elkaar rijden.
Een maaidorser is gewoonlijk uitgerust met een graanuitloop die verbonden is met de schoongraantank. De uitloop bevat een scharnier zodat hij in de meeste maaidorserconstructies horizontaal bewogen kan worden, vanaf een opgeborgen positie, verzonken in de maaidorser, naar een naar buiten stekende opengevouwen positie waarin hij zich boven de open bovenkant van de graanaanhanger bevindt wanneer de graantank gelost moet worden. Na afloop van het lossen keert de uitloop terug naar zijn opgeborgen positie om geen gevaar te vormen wanneer de maaidorser verder voortbeweegt.
Om het stoppen van de maaidorser te vermijden, wordt de beweging van de uitloop tussen de opgeborgen positie en de opengevouwen positie uitgevoerd met behulp van een aangedreven actuator. Als gevolg daarvan kan de bestuurder van de maaidorser zelf het openvouwen en dichtvouwen van de uitloop bedienen, met behulp van de passende in de cabine aangebrachte bedieningselementen, zonder de cabine te verlaten of zelfs de maaidorser te vertragen tijdens de oogstactiviteit.
De uitloop volgens de stand van de techniek is een buis met bv. een haakse elleboog in de buurt van een flens die een scharnier bevat waarmee de uitloop bevestigd is en een opening bedekt die in de schoongraantank gevormd is. Een hydraulische actuator verbindt, via respectieve scharnierbare verbindingen aan elk uiteinde, de wand van de .uitloop .en een deel van de maaidorser dat vast bevestigd ten opzichte van ,de schoongraantank.
Door de hydraulische actuator in één opstelling volgens de stand van de techniek te bekrachtigen zodat hij intrekt, beweegt de üitloop van de opgéborgen positie naar de naar buiten stekende positie; en door de actuator zo te bekrachtigen dat hij uitschuift (of door de kracht op de actuator weg te nemen als deze onder veerspanning staat) beweegt de uitloop in de tegenoverliggende richting, naar de opgeborgen positie.
In een andere bekende maaidorser zwenkt een uitloop open wanneer een cilinder wordt uitgeschoven; en zwenkt hij naar zijn opslagpositie wanneer de cilinder ingetrokken wordt.
De eerste van deze types opstellingen volgens de stand van de techniek is samengevat in Figuur 1, die een uitloopgeheel 10 toont waarvan een uitloop aan zijn begin bestaat uit een holle metalen uitloop 11 (bv. een gietstuk, een metaalplaat) die zo gevormd is dat hij een haakse loselleboog 12 van ongeveer 90° vormt zoals geïllustreerd.
Aan één uiteinde loopt de uitloop 11 uit in een cirkelvormige eerste flens 13 die een scharnierend lager bevat dat in Figuur 1 niet zichtbaar is. De eerste flens 13 is bevestigd aan een bijpassende tankflens 14 die de rand afbakent van een cirkelvormige opening die gevormd is in de bovenzijde van een schoongraantank 16 van een maaidorser. De cirkelvormige eerste flens 13 en de tankflens 14 zijn draaibaar ten opzichte van elkaar aan elkaar bevestigd, met het scharnierende lager ertussen. Als gevolg daarvan kan de uitloop 11 in wezen horizontaal van de opgeborgen positie, die geïllustreerd is in Figuur 1, gezwenkt worden naar een opengevouwen positie waarin hij naar buiten steekt vanaf de bovenkant van de schoongraantank.
De uitloop 11 wordt aan zijn boveneinde gestabiliseerd door een stabilisatiestang 17 die aan één lagergelegen, uiteinde bevestigd is aan de uitloop 11 d.m.v. een uitstulping 18, en is aan zijn vrije, bovenste uiteinde eenzijdig gelagerd in een steunlager.
Het steunlager is aangebracht binnen een zich horizontaal uitstrekkende, holle balk 19 die de bovenkant van de uitloop 11 bedekt. Daardoor is het steunlager in Figuur 1 niet zichtbaar.
Het steunlager maakt rotatie mogelijk van de stang 17 rond een as die over het algemeen.samenvalt met de as waarrond de uitloop 11 / elleboog 12 zwenktlen opzichte van de tankflens 14, en daarbij de uitloop 11 stut ten opzichte van laterale krachten die anders een ongelijkmatig belasting van het zwenklager zouden veroorzaken tijdens de beweging van de uitloop tussen de beschreven opgeborgen positie en de opengevouwen positie.
Aan zijn andere vrije, geknikte uiteinde loopt uitloop 11 uit in een eindflens 21 die aan zijn omtrek met bouten bevestigd is aan een volgende cirkelvormige flens 22 om zo één uiteinde te vormen van een hol uitloopverlengstuk 23. De uitloop 11 of het uitloopverlengstuk 23 kan een aangedreven gewastransportopstelling bevatten, zoals een vijzel of een riem. Het uitloopverlengstuk 23 maakt het geknikte deel van uitloop 11 langer en is voldoende lang om tot boven de binnenkant van een gesleepte aanhanger te komen die langs de maaidorser beweegt wanneer de uitloop 11 zijn opengevouwen positie aanneemt. Als gevolg daarvan gaan graan of andere gewassen die uit de schoongraantank 16 gestoten worden via het verlengstuk 23 van de uitloop 11 in de aanhanger over.
Beweging van de uitloop 11, en dus van het uitloopverlengstuk 23, wordt tussen de opgeborgen positie en de opengevouwen positie uitgevoerd op een aangedreven manier door een actuatorzuiger 24 die gewoonlijk hydraulisch bediend wordt. Eén uiteinde 26 van de actuatorzuiger 24 is bevestigd d.m.v. een scharnierende verbinding aan de uitloop 11. Het tegenoverliggende uiteinde van de zuiger 24 is bevestigd d.m.v. een vergelijkbaar scharnier aan een deel van de maaidorser, bv. het voertuigframe, dat vast ten opzichte van de schoongraantank 16 bevestigd is.
Als gevolg van deze opstelling veroorzaakt het bekrachtigen van de zuiger 24 om in te schuiven de beweging van de uitloop 11 en het verlengstuk 23 vanuit de opgeborgen naar de beschreven opengevouwen positie; en veroorzaakt het bekrachtigen van de zuiger 24 om hem uit te strekken de omgekeerde beweging, vanuit de opengevouwen naar de opgeborgen positie. Zoals opgemerkt zijn echter andere opstellingen bekend, met inbegrip van deze waarin bv. het uitschuiven van een zuiger beweging veroorzaakt van een uitloop naar een opengevouwen positie, en het inschuiven van de zuiger resulteert in het opbergen van de uitloop.
De beschreven uitloopopstelling volgens de stand van de techniek heeft verscheidene nadelen waarvan het eerste de verandering is van de overbrengingshoek tussen de actuatorzuiger 24 en de uitloop 11 als de uitloop 11 tussen de opgeborgen positie en de openvouweapositie beweegt. Dit betekent dan weer dat de kracht van de actuator op.de uitloop 11 èn het verlengstuk 23 niet constant is.
Dit wordt geïllustreerd in Figuur 2, waarin de hefboomarm van de actuatorkracht in mm (d.w.z. de loodrechte hefboomarm in mm, die bepalend is voor de grootte van het koppel dat kan worden aangebracht door een bepaalde kracht) (y-as) uitgezet is in functie van de lengte van de actuator in mm op een reeks punten tussen de volledig opgeborgen positie en de volledig opengevouwen positie.
Uit Figuur 2 blijkt dat de hefboomarm van de kracht die uitgeoefend wordt door de actuatorzuiger 24 niet constant is, en kleiner is aan het begin en aan het einde van zijn beweging dan in een middelste bewegingszone. Op zijn beurt betekent dit dat om een aanvaardbare gemiddelde grootte van de hefboomarm van de kracht te bereiken de actuatorzuiger in feite overgedimensioneerd moet zijn, met als resultaat dat de kostprijs, grootte gewicht en opgenomen vermogen van de actuatorzuiger onaanvaardbaar hoog zijn.
Ook is er een speciale nodig voor uitlopen voor zwaar gebruik om de hoge kracht te compenseren die de actuator opwekt. De reactiekrachten die voortkomen uit de werking van de actuator kunnen in zulke omstandigheden de graantank vervormen.
Volgens de uitvinding wordt, vanuit een ruim oogpunt gezien, een gewasuitloopgeheel voor een oogstmachine verschaft die een uitloop-elleboog bevat waarvan een eerste uiteinde uitloopt in een eerste flens die bevestigd is aan de uitgang van de gewastank van een oogstmachine, waarbij de eerste flens één of meer lagers bevat die de uitloop-elleboog in staat stellen te zwenken rond een zwenkas en waarbij de uitloop-elleboog een geknikt gedeelte bevat waarmee de uitloop-elleboog aan een tweede uiteinde uitloopt in een opening, waarbij het uitloopgeheel verder een vast element bevat dat in de buurt ligt van de uitloop-elleboog; en de uitloop-elleboog verbonden is met het vaste element d.m.v. een scharnier waarvan de as met de zwenkas samenvalt, gekenmerkt doordat het uitloopgeheel een draaibaar aandrijftandwiel en een motor bevat die aandrijvend eraan gekoppeld zijn om rotatie te veroorzaken van de uitloop-elleboog rond de zwenkas, waarbij‘de rotatieas van het aandrijftandwiel ook met de zwenkas samenvalt.
Het is een voordeel dat zulke opstelling een aandrijfopstelling bevat om een uitloop tussen de opgeborgen positie en de opengevouwen positie te bewegen, die een gelijkmatig draaimoment overbrengt op het uitloopgeheel, ongeacht de hoekpositie van deze Jaatste; en waarbij,de mate waarin de uitloop gedraaid kan worden vanuit zijn opgeborgen positie niet wordt beperkt. Op zich betekent dit dat de uitloop gedraaid kan worden over een grotere boog dan mogelijk is met de actuatorzuigers volgens de beschreven stand van de techniek, waarvan de lengten het bewegingsbereik van de uitloop beperken. Als gevolg daarvan wordt het rendement van oogstactiviteiten verbeterd.
Bij voorkeur bevat het scharnier een zwenkas die bevestigd is aan de uitloop-elleboog en eenzijdig gelagerd is op het vaste element; en is het aandrijftandwiel een rondsel dat bevestigd is aan de zwenkas. Zulke opstelling heeft als voordeel dat ze compact is en gebruik maakt van het vaste element in de vorm van een balk en de bijbehorende stang die voorkomen in uitlopen volgens de stand van de techniek.
Gewoonlijk is het vaste element hol en bevindt het rondsel zich binnen in het vaste element. Dit aspect van de uitvinding bevordert verder compactheid van de opstelling, en helpt ook vervuiling te vermijden van en schade aan de onderdelen die de uitloop aandrijven en eender welk verlengstuk dat eraan is bevestigd.
Verder bevat de motor bij voorkeur één of meerdere uitgangstandwielen die in het rondsel ingrijpen; en facultatief is de motor een dubbelwerkende draaiende hydraulische actuator of kan hij deze bevatten. Deze aspecten van de opstelling van de uitvinding maken het mogelijk de aandrijving uit te voeren als een combinatie van een tandheugel en een rondsel. Zulke constructie is sterk en werkt nauwkeurig.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding is de draaiende actuator een actuator met twee zuigers. Andere vormen actuators met een enkelvoudige zuiger zijn ook mogelijk binnen het bestek van de uitvinding, net als tal van andere actuatortypes.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding is het vaste element een balk die de uitloop-elleboog bedekt. Dus kan het vaste element gemakkelijk gevormd worden als een slechts'heel gering gewijzigde versie van de balk 19 van Figuur 1. In andere uitvoeringsvormen van de uitvinding kan het stabiliseren van de beweging van de uitloop ten opzichte van de schoongraantank (of een gelijkaardige structuur) echter verwezenlijkt worden op andere manieren die vakman zich kan indenken.
In een uitvoeringsvorm van de uitvinding kan, als alternatief ten opzichte van de uitvoeringsvorm waarin het rondsel binnen een vast element zit zoals een balk die de uitloop-elleboog bedekt, het aandrijftandwiel zich facultatief rond een omtrek van de uitloop-elleboog uitstrekken. Meer bepaald kan het aandrijftandwiel geconfigureerd zijn als een kroohwiel dat zich rond de eerste flens uitstrekt.
Zulke opstelling kan, door de toegenomen diameter van de uitloop-elleboog groter zijn dan de zwenkas, een groter koppel aanleggen op de uitloop-elleboog dan het rondsel dat binnen in het vaste element zit; hoewel het koppel dat uitgeoefend wordt door het rondsel ook bruikbaar is, zonder dat daarbij een tandwieloverbrenging vereist is, om rotatie van de uitloop-elleboog en van eender welk eraan bevestigd verlengstuk over een ruim hoekbereik te veroorzaken.
De uitvinding wordt ook beschouwd te berusten in een oogstmachine (meer bepaald een maaidorser, hoewel de principes van de uitvinding bruikbaar zijn in andere types oogstmachines) die een gewasuitloopgeheel bevatten zoals het hierin is gedefinieerd.
Nu volgt er een beschrijving van voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding, bij wijze van niet-beperkend voorbeeld, met verwijzing naar de bijbehorende tekeningen waarin: Figuur 1 een perspectiefaanzicht is van een uitloopgeheel volgens de stand van de techniek;
Figuur 2 een grafische voorstelling is van de hefboomarm van de kracht die door de actuator die zichtbaar is in Figuur 1 uitgeoefend wordt tegen het uitschuiven van de actuator in;
Figuur 3 een perspectief aanzicht is, dat vergelijkbaar is met Figuur 1, die één uitvoeringsvorm van de uitvinding toont en een mogelijk positie aangeeft van een kroonwiel van een alternatieve uitvoeringsvorm; en
Figuur 4 een actuator toont die geschikt is om in te bouwen in de balk van Figuur 4, en een opstelling met een tandheugelaandrijving bevat.
Figuren 1 en 2 zijn hierboven beschreven.
Figuur 3 toont in perspectiefaanzicht één opstelling van een uitloopgeheel 10’ volgens de uitvinding.
In Figuur 3 zijn de meeste onderdelen dezelfde als de daarmee overeenkomstige onderdelen van Figuur .1, en zijn dan ook met dezelfde referentienummers geïdentificeerd. Dus zijn de uitloop 11, de elleboog 12, de eerste flens 13, de tankflens 14, de schoongraantank 16, de uitstulping 18, de balk 19, de eindflens 21, de volgende flens 22 en het uitloopverlengstuk 23 in de uitvoeringsvorm van Figuur 4 onveranderd ten opzichte van de componenten die weergegeven zijn in Figuur 1. Dit is evenwel niet noodzakelijk, en in andere uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen sommige of alle onderdelen gewijzigde vormen aannemen, volledig afwezig zijn of vervangen worden door andere onderdelen.
De opstelling van Figuur 3 verschilt van deze van Figuur 1 doordat de actuatorzuiger 24 en zijn bijbehorende scharnierende bevestigingen aan elk uiteinde niet nodig zijn. Ook kan de reactiestang weggelaten worden. In plaats daarvan wordt de draaiende aandrijving die een selectieve rotatie veroorzaakt van de uitloop-elleboog 12 en het bijbehorende uitloopverlengstuk tot stand gebracht door een motor in de vorm van een draaiende actuator 28 (zie Figuur 4 nl. een combinatie van een motor en een draaiende aandrijvende tandwieloverbrenging) die aangebracht is binnenin een vast element in de vorm van balk 19 die vast gekoppeld is aan of deel uitmaakt van het maaidorserchassis en inwerkt op een rondsel dat gevormd is in het bovenste uiteinde van een gewijzigde versie 17’ van de stabilisatiestang van Figuur 1.
Stabilisatorstang 17’ van Figuur 3 is eenzijdig gelagerd in de buurt van zijn bovenste uiteinde in een door uitstulping 18 ondersteund lager, zoals in de opstelling van Figuur 1, en kan beschouwd worden als een zwenkas. Het bovenste uiteinde van de stang 17’ bevat een vast erop bevestigd rondsel dat aan weerszijden ingrijpt in, een respectieve tandheugel die deel uitmaakt van de draaiende actuator 28. Het rondsel is bij voorkeur zo aangebracht dat het vervangen kan worden als reserveonderdeel, hoewel in andere uitvoeringsvormen van de uitvinding de onderdelen van de motor “voor het leven afgedichf kunnen zijn, een type waar een vakman mee vertrouwd is.
De tandheugels, die niet weergegeven zijn in de Figuren, maar die gemakkelijk verwezenlijkt kunnen worden door een vakman, zijn bevestigd aan de uitgaande assen van een‘paar (in'de weergegeven uitvoeringsvorm, is dit een paar, hoewel een versie met enkelvoudige actuator van de uitvinding ook mogelijk is) hydraulische lineaire actuators die ook gelegen zijn aan weerskanten van de stang 17’ en daarbij zo bevestigd zijn dat ze evenwijdig met elkaar bevestigd zijn, zoals geïllustreerd in de cilindrische behuizingen 26a, 26b, 26c, 26d.
De cilindrische behuizingen»26a, 26b strekkenzich uit aan tegenoverliggende uiteinden van een kubusvormige tandwielkast 27 waarbinnen het rondsel draaibaar is opgesloten wegens de voornoemde eenzijdige lagering van de stang 17’. De behuizingen 26a, 26b zijn excentrisch ten opzichte van de kanten van de tandwielkast 27 waar ze uitsteken.
De cilindrische behuizingen 26c, 26d strekken zich op vergelijkbare wijze uit aan dezelfde kanten van de tandwielkast, respectievelijk als behuizingen 26a, 26b, met het verschil dat ze ten opzichte van het centrum van de tandwielkast verschoven zijn. Het resultaat van de opstelling is dat de tandheugels die deel vormen van de actuator aandrijvend ingrijpen in het rondsel zodat de overlangse beweging van de tandheugels een draaiende beweging van het rondsel veroorzaakt, en dus ook van de stang 17’. Aangezien de stang 17’ vastgemaakt is aan de uitloop 11, veroorzaakt de werking van de draaiende actuator 28 een rotatie van de stang en dus van de uitloop 11 rond het scharnier dat gedefinieerd is tussen de eerste flens 13 en de tankflens 14.
De draaiende actuator 28 is een hydraulische actuator, hoewel andere vormen van actuators (zoals, maar niet beperkt tot elektrische en pneumatische actuators) mogelijk zijn binnen de reikwijdte van de uitvinding. De opstelling van Figuur 4 bevat bij wijze van voorbeeld gegeven niet-beperkende hydraulische voedingsleidingen 29 voor het verwezenlijken van de aangedreven, gecoördineerde beweging van de tandheugels.
De opstelling van de bedieningen van de draaiende actuator 28 zorgt ervoor dat de tandheugels altijd in tegenover elkaar gelegen richtingen bewegen ten opzichte van het rondsel, met het resultaat dat het rondsel gelijktijdig aan weerszijden aangedreven wordt. Dit resulteert in de toepassing van een maximaal koppel op het rondsel en herleidt het risico op botsing tussen de tanden van de tandheugel en de tanden van het rondsel tot een minimum.
Zoals vermeld, is een versie van de draaiende actuator 28 met een enkelvoudige lineaire actuator mogelijk binnen de reikwijdte van de uitvinding. Het middel waarbij zulke opsteiling1<an worden 'uitgevoerd zal gemakkelijk verwezenlijkt kunnen worden door een vakman.
De opstelling van de bedieningen voor het toestel van de uitvinding kan bv. bestaan uit een draaiend bedieningselement dat op een dashboard in de cabine van de maaidorser is aangebracht. De verbinding van de hydraulische leidingen zou zo kunnen zijn dat ze de rotatie veroorzaakt van de uitloop-elleboog 11 en uitloopverlengstuk 23 evenredig met de mate van rotatie van het draaiende bedieningselement. Andere bedieningsmiddelen kunnen echter ook worden verschaft. Deze zouden hendels kunnen omvatten, lineaire bedieningselementen of via een aanraakscherm zoals gewenst.
Tijdens het gebruik van de opstelling van de uitvinding is een groter bereik van de hoekbeweging van de uitloop-elleboog 11 en het eraan bevestigde verlengstuk 23 mogelijk dan in geval van de opstelling van Figuur 1. Dit lost de zichtbaarheidsproblemen op van uitvoeringen volgens de stand van de techniek zoals het beschreven beperkte bereik van de uitloopbeweging en het onklaar raken/blokkeren van de hydraulische actuator aan de buitenkant van de uitloop. Bovendien kan het toestel van de uitvinding uitgevoerd worden in een compacte, betrouwbare configuratie. De behoefte om elke tandwieloverbrenging tussen de draaiende actuator en het rondsel te vermijden, minimaliseert het risico op speling tussen de tanden van de tandwieloverbrenging die onnauwkeurigheid zou kunnen veroorzaken bij het positioneren van de uitloop tijdens het openvouwen. Bovendien is het koppel dat aangebracht wordt op de uitloop 11 en de bevestigde onderdelen constant over het volledige beschikbare bewegingsbereik.
In een alternatieve uitvoeringsvorm van de uitvinding kan het rondsel weggelaten worden en kan de stang 17 eenzijdig gelagerd worden op dezelfde manier als in Figuur 1. In zulke uitvoeringsvorm van de aandrijving zou voor het draaien van de uitloop 11 en het verlengstuk 23 een kroonwiel toegepast kunnen worden dat bv. op de eerste flens 13 is aangebracht (d.w.z. rond een omtrek van de uitloop-elleboog 12) zoals bij benadering aangegeven met referentienummer 31. In zulke uitvoeringsvorm van de uitvinding zou de draaiende actuator 27 vervangen worden door een verschillend type aandrijving, zoals een aangedreven tandwiel of een tandheugel waarvan de tanden ineengrijpen met de tanden van het kroonwiel om te zorgen voor het opwekken van een draaiende beweging van de uitloop 11. Zulke opstelling kan op een gelijkaardige manier bediend worden als wat uitgelegd werd m.b.t. de geïllustreerde uitvoeringsvorm.
Voorkeuren en opties voor een bepaald aspect, een bepaald kenmerk of parameter van de uitvinding'zouden, tenzij de context iets anders aangeeft, 'beschouwd moeten worden als onthuld in combinatie met eender welke voorkeuren en opties voor alle andere aspecten, kenmerken en parameters van de uitvinding.
De opsomming of bespreking in deze specificatie van een blijkbaar eerder gepubliceerd document dient niet noodzakelijk gezien te worden als een erkenning dat het document een deel is van de. stand van de techniek,ofdat het.onder de .gebruikelijke algemene kennis valt.

Claims (10)

  1. CONCLUSIES
    1. Een gewasuitloopgeheel (10’) voor een oogstmachine dat een uitloop-elleboog (12) bevat waarvan een eerste uiteinde uitloopt in een eerste flens (13) die bevestigd is aan de uitgang van een gewastank van de oogstmachine (16), en waarbij de eerste flens (13) één of meer lagers bevat die de uitloop-elleboog (12) in staat stellen te zwenken rond een zwenkas en waarbij de uitloop-elleboog (12) een geknikt gedeelte bevat waarmee de uitloop-elleboog (12) aan een tweede uiteinde uitloopt in een opening, waarbij het uitloopgeheel (10’) verder een vast element (19) bevat dat in de buurt ligt van deuitloop-elleboog (12); en de uitloop-elleboog (12) verbonden rs mét het vaste element (19) d.m.v. een scharnier (17', 18) waarvan de rotatieas samenvalt met de zwenkas, gekenmerkt doordat het uitloopgeheel (10') een draaibaar aandrijftandwiel en een motor bevat die aandrijvend eraan gekoppeld zijn om rotatie te veroorzaken van de uitloop-elleboog (12) rond de zwenkas en waarbij de rotatieas van het aandrijftandwiel ook met de zwenkas samenvalt.
  2. 2. Uitloopgeheel volgens conclusie.1, gekenmerkt doordat het scharnier een scharnieras (17’) bevat die bevestigd is aan de uitloop-elleboog (12) en eenzijdig gelagerd is ten opzichte van het vaste element; en doordat het aandrijftandwiel een rondsél is dat bevestigd Is aan de zwenkas (17’).
  3. 3. Uitloopgeheel volgens conclusie 2, gekenmerkt doordat het vaste element (19) hol is en het rondsel zich binnen in het vaste element (19) bevindt.
  4. 4. Uitloopgeheel volgens conclusie 3, gekenmerkt doordat de motor één of meerdere uitgangstandwielen bevat die in het rondsel ingrijpen.
  5. 5. Uitloopgeheel volgens conclusie volgens een of meerdere van de vorige conclusies, gekenmerkt doordat de motor een dubbelwerkende draaiende hydraulische actuator (28) is of bevat.
  6. 6. Uitloopgeheel volgens conclusie 5, gekenmerkt doordat de draaiende actuator (28) een actuator is met twee zuigers.
  7. 7. Uitloopgeheel volgens een of meerdere van de vorige conclusies, gekenmerkt doordat het vaste element (19) een balk is die de uitloop-elleboog (12) bedekt.
  8. 8. Uitloopgeheel volgens een of meerdere van de voorgaande conclusies gekenmerkt doordat het aandrijftandwiel zich rond een omtrek van de uitloop-elleboog uitstrekt.
  9. 9. Uitloopgeheel volgens conclusie 8, gekenmerkt doordat het aandrijftandwiel een kroonwiel is dat zich rond de eerste flens (13) uitstrekt.
  10. 10. Oogstmachine die een uitloopgeheel (10’) bevat volgens een of meerdere van de voorgaande conclusies.
BE2015/5208A 2015-04-02 2015-04-02 Verbeteringen in of m.b.t. gewasuitlopen. BE1022649B1 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2015/5208A BE1022649B1 (nl) 2015-04-02 2015-04-02 Verbeteringen in of m.b.t. gewasuitlopen.
BR102016007000-7A BR102016007000B1 (pt) 2015-04-02 2016-03-30 Conjunto de bico de descarga de cultura de máquina colheitadeira e máquina colheitadeira
EP16163479.5A EP3078253B1 (en) 2015-04-02 2016-04-01 Improvements in or relating to crop unloading spouts
US15/088,889 US9815398B2 (en) 2015-04-02 2016-04-01 Crop unloading spouts

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2015/5208A BE1022649B1 (nl) 2015-04-02 2015-04-02 Verbeteringen in of m.b.t. gewasuitlopen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1022649B1 true BE1022649B1 (nl) 2016-06-24

Family

ID=53800778

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2015/5208A BE1022649B1 (nl) 2015-04-02 2015-04-02 Verbeteringen in of m.b.t. gewasuitlopen.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US9815398B2 (nl)
EP (1) EP3078253B1 (nl)
BE (1) BE1022649B1 (nl)
BR (1) BR102016007000B1 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB201806796D0 (en) * 2018-04-26 2018-06-13 Agco Int Gmbh Auger cover
EP3671590A1 (en) * 2018-12-21 2020-06-24 AGCO Corporation Method of unloading batch grain quantities for harvesting machines
US20230027697A1 (en) * 2021-07-22 2023-01-26 Cnh Industrial America Llc System and method for controlling crop unloading tube position of an agricultural harvester

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2047902A1 (nl) * 1969-06-24 1971-03-19 Clayson Nv
FR2083946A5 (nl) * 1970-03-11 1971-12-17 Fortschritt Lan K
US3638812A (en) * 1970-04-07 1972-02-01 Allis Chalmers Mfg Co Tilting grain auger
US3825138A (en) * 1972-10-24 1974-07-23 Mathews B Unloader for the grain bin of a combine
FR2518362A1 (fr) * 1981-12-22 1983-06-24 Kloeckner Humboldt Deutz Ag Dispositif pour le vidage du reservoir a grain d'une moissonneuse-batteuse
DE19802199A1 (de) * 1998-01-22 1999-07-29 Ernst Dipl Ing Schumacher Entleervorrichtung für einen Behälter
US6247886B1 (en) * 2000-05-09 2001-06-19 Deere & Company Unloader tube upper pivot support mechanism

Family Cites Families (18)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3251631A (en) * 1965-04-15 1966-05-17 Deere & Co Discharge spout control
EP0129611B1 (de) 1983-06-23 1987-02-04 Deere & Company Verriegelungsvorrichtung für ein verschwenkbares Entleerungsrohr einer Erntebergungsmaschine, insbesondere Mähdrescher
US5359838A (en) * 1994-01-27 1994-11-01 Madsen William H Apparatus for controlling the direction of a crop discharge spout on agricultural machinery with respect to an associated collector
DE4403893A1 (de) * 1994-02-08 1995-08-10 Claas Ohg Vorrichtung zur automatischen Befüllung von Ladebehältern mit einem Gutstrom
GB2287633A (en) * 1994-03-16 1995-09-27 New Holland Belguim Nv Forage harvester
US6339917B1 (en) 1998-03-18 2002-01-22 Ben N. Dillon Articulated combine
DE19951825A1 (de) 1999-10-27 2001-05-03 Alfred Eggenmueller Verfahren und Vorrichtung zum Ernten von landwirtschaftlichen Gütern
DE10141702A1 (de) * 2001-08-25 2003-03-06 Deere & Co Einrichtung zum Antrieb einer Austrageinrichtung einer landwirtschaftlichen Erntemaschine
US7367881B2 (en) 2006-02-10 2008-05-06 Agco Corporation High capacity combine grain bin unload system
US8696292B2 (en) * 2008-05-30 2014-04-15 Deere & Company Unloading auger elbow
US8147176B2 (en) 2008-06-17 2012-04-03 Deere & Company Work machine and unloading system for unloading an agricultural product from a work machine
US8398469B2 (en) 2008-07-09 2013-03-19 Deere & Company Agricultural work machine having an unloading system for unloading an agricultural product
US8186497B2 (en) 2009-10-13 2012-05-29 Deere & Company Unloading conveyor suspension system
CN202455836U (zh) 2012-01-15 2012-10-03 福田雷沃国际重工股份有限公司 谷物联合收割机的卸粮结构
CN202773381U (zh) 2012-09-16 2013-03-13 韩灯亮 谷物联合收割机卸粮绞龙
CN203646065U (zh) 2013-12-05 2014-06-18 郑州中联收获机械有限公司 一种储粮仓及使用该储粮仓的收割机
CN203633158U (zh) 2013-12-24 2014-06-11 湖州丰源农业装备制造有限公司 一种收割机高位卸粮结构
CA2956226C (en) * 2014-07-30 2023-01-03 Par-Kan Company Self-filling agricultural tender

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2047902A1 (nl) * 1969-06-24 1971-03-19 Clayson Nv
FR2083946A5 (nl) * 1970-03-11 1971-12-17 Fortschritt Lan K
US3638812A (en) * 1970-04-07 1972-02-01 Allis Chalmers Mfg Co Tilting grain auger
US3825138A (en) * 1972-10-24 1974-07-23 Mathews B Unloader for the grain bin of a combine
FR2518362A1 (fr) * 1981-12-22 1983-06-24 Kloeckner Humboldt Deutz Ag Dispositif pour le vidage du reservoir a grain d'une moissonneuse-batteuse
DE19802199A1 (de) * 1998-01-22 1999-07-29 Ernst Dipl Ing Schumacher Entleervorrichtung für einen Behälter
US6247886B1 (en) * 2000-05-09 2001-06-19 Deere & Company Unloader tube upper pivot support mechanism

Also Published As

Publication number Publication date
US20160286724A1 (en) 2016-10-06
BR102016007000B1 (pt) 2021-06-15
BR102016007000A2 (pt) 2016-10-04
US9815398B2 (en) 2017-11-14
EP3078253A1 (en) 2016-10-12
EP3078253B1 (en) 2018-08-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1022649B1 (nl) Verbeteringen in of m.b.t. gewasuitlopen.
US10071669B2 (en) Grain cart with auger delivery on either side
US10143138B2 (en) Transport system for a center pivot agricultural machine
US7111891B2 (en) Tarp covering system
US9386748B2 (en) Transport system for a header of an agricultural harvester
US20070163842A1 (en) Low lift truck
US8167527B2 (en) Auger wagon with folding lift auger and retracting delivery hood
US20180170458A1 (en) Extendable trailer for freight containers
EP2143592A1 (en) Rear bumber for a truck with a tipper body
EP2512212B1 (en) Agricultural device
US8146338B1 (en) Adjustable rake for feed material with multiple width adjustment
EP2231430B1 (en) Container truck cover system
CN102596791A (zh) 带有可枢轴转动的支柱臂组件的车辆
US8851489B2 (en) Steering system for motor vehicles, in particular for agricultural machines
GB2455735A (en) Wing mirror that can extend away from the vehicle, for use in particular with articulated vehicles
NL1037078C2 (nl) Landbouwmachine.
US9108494B2 (en) Convertible top with link arrangements for adjusting a convertible top element
EP1894462A1 (de) Landwirtschaftliches Trägerfahrzeug
NL2019038B1 (nl) Meeneemheftruck voor het laden en/of lossen van een vrachtruimte, en werkwijze daarvoor
US11358792B2 (en) Cart washer lifter
NL1036491C2 (nl) Rotator voor het roteren van bijvoorbeeld kisten alsmede heftruck voorzien van een dergelijke rotator.
NL1033091C2 (nl) Hooibouwmachine met stuurstang.
DE102005059698A1 (de) Selbstfahrende landwirtschaftliche Erntemaschine mit Lenkeinrichtung
NL1030109C2 (nl) Aan een landbouwtrekker of dergelijk voertuig aan te koppelen machine en giekdeel.
NL2005382C2 (nl) Inrichting voor het verplaatsen van een met de inrichting koppelbare container.