BE1020161A3 - Meervoudig gedipcoate glasvezel en werkwijze voor het meervoudig dipcoaten van glasvezel. - Google Patents

Abstract

De huidige uitvinding betreft een werkwijze voor het meervoudig coaten van een glasvezel die de stappen omvat van (i) voorzien van een glasvezel, (ii) primair dipcoaten van de glasvezel en blootstellen aan een eerste temperatuur, en (iii) secundair dipcoaten van de glasvezel en blootstellen aan een tweede temperatuur, daardoor gekenmerkt dat de tweede temperatuur verschillend is van de eerste temperatuur. De huidige uitvinding betreft verder een meervoudig gecoate glasvezel zoals kan bekomen worden met de beschreven werkwijze, een textiel dat voorzien is van een meervoudig gecoate glasvezel en een inrichting die voorzien is van een dergelijk weefsel.

Description

MEERVOUDIG GEDIPCOATE GLASVEZEL EN WERKWIJZE VOOR HET MEERVOUDIG DIPCOATEN VAN GLASVEZEL

De uitvinding heeft betrekking op een meervoudig gedipcoate glasvezel en een werkwijze voor het meervoudig dipcoaten van een glasvezel of een garen van glasvezels. De uitvinding heeft verder ook betrekking op textiel zoals weefsels, breisels, non-wovens of gevlochten textiel, gemaakt met zulke meervoudig gedipcoate glasvezels, zoals een brandveilig elastisch of inelastisch zonnescherm of muggengaas en textiel gemaakt met zulke meervoudig gedipcoate glasvezels dat nadien nog kan gemetalliseerd worden.

STAND DER TECHNIEK

Glasvezels die gecoat zijn met Polyvinylchloride (PVC) zijn welbekend in de huidige stand der techniek. Het octrooi LIS 3,323,975 beschrijft een garen van glasvezels dat gecoat is met een hars en weefsels gemaakt met dit garen. Glasvezels met een centrale kern van in wezen parallelle vezels met lateraal uitstekende filamenten worden gecoat (oplossing, smelting, etc.) met een hars, bij voorkeur PVC, of minder bij voorkeur polyurethaan, acryl, cellulose ester, polyolefines, polyester of epoxyhars, om de lateraal uitstekende filamenten vast te houden in de vorm van een wolkachtige niet-gecompactificeerde buitenlaag van het garen. Deze garens hebben een flexibiliteit, een uitrekbaarheid, een compresseerbaarheid, treksterkte-eigenschappen, en een aanvoelen die hen geschikt maken om gebruikt te worden in kledij en stoffering. Een probleem met deze gecoate glasvezel is dat de dikte van de coating beperkt is en moeilijk regelbaar.

Een mogelijke oplossing voor het verkrijgen van een garen met een dikkere coating is door een vezel twee keer te coaten. Een dubbel-gecoate glasvezel is gekend uit document US 2010/089017, dat een composietgaren, een methode voor het maken ervan en de resulterende weefsels beschrijft. Het composietgaren heeft de vorm van een continu filament met een kern van gesponnen organisch, anorganisch of natuurlijke vezels, uniform verdeeld in een polymeermateriaal zodat iedere vezel gecoat is. Deze kern is gecoat met een laag van hetzelfde polymeer materiaal. De kernvezeis kunnen gemaakt zijn van een polymeer, glas of silica, en zowel het vezei-coating materiaal en de buitencoating kunnen een brandveilige component bevatten zoals zinkboraat, aluminiumhydroxide, antimoontrioxide, en zinkhydroxystannaat. Het spinnen van de kernvezels wordt gevolgd door een proces waarin de vezels mechanisch gescheiden worden en gecoat worden met een vloeibaar monomeer- of polymeer-preparaat vooraleer een buitencoating wordt aangebracht. De aldus bekomen vezel kan gebruikt worden in brandbestendig textiel, bv. voor binnen- en buitenblinden. Het voordeel van de vezel is dat geen extra behandeling nodig is om de brandbestendigheid te waarborgen. De kernvezels kunnen gemaakt zijn van polyester en de polymeer gebruikt voor vezelcoating en buitencoating kunnen geselecteerd worden uit de groep van Polyvinylchloride, post-gechlorineerde PVC, polyvinylideenchloride en gechlorineerde poly-olefinen; het kan ook organopolysiloxaan of polyurethaan zijn.

Een probleem met de dubbel-gecoate vezel beschreven in document US 2010/089017 is dat deze niet altijd de juiste oppervlakte eigenschappen bezit om in verschillende soorten weefsels verwerkt te worden. Meer specifiek, is het buitenste oppervlak niet ruw genoeg zodat de gecoate vezels minder gemakkelijk verweefbaar zijn. Ook een probleem is dat de kernvezels mechanisch gescheiden worden vooraleer gecoat te worden. Zo'n mogelijks moeilijke of kostelijke scheidingsmethode is niet altijd nodig en kan de sterkte verminderen van de resulterende gecoate vezel. Bovendien wordt niet uiteengezet onder welke omstandigheden de coatings op de vezels gedeponeerd worden. Er is dus nood aan een werkwijze of een verbeterde werkwijze om een dubbel-gecoated glasvezel te vervaardigen, die brandveilige eigenschappen heeft, waarvan de coating sterk aan de kern van glasvezels is gehecht, die de juiste of een controleerbare dikte heeft voor de coating, en/of waarvan de ruwheidseigenschappen van het buitenoppervlak een gemakkelijke verweefbaarheid van de vezel opleveren en eenvoudige confectie mogelijk maakt.

Document WO 2011/150902 beschrijft een verduisteringstextiel, b.v. een verduisteringsstof, voor gebruik in een woonomgeving, met openingen die in het textiel gevormd worden bij een uitrekking van het textiel in de richting waarin het textiel flexibel is, waarbij de grootte van elke opening aangepast is op basis van de expansie-eigenschappen van het materiaal. Het textiel heeft kettingdraden gemaakt van elastische vezels en inslagdraden ontworpen als gedraaide garens en geordend achter elkaar, waarbij de textielstof flexibel is in een kettingrichting of in een inslagrichting. Reflecterende filamenten gemaakt van aluminiumfolie of filterfolies zijn aangebracht tussen de’ kettingdraden, zodanig dat’het zonlicht ” geheei of gedeeltelijk gereflecteerd en/of geabsorbeerd wordt. Openingen worden gevormd in het textiel door het te verlengen in de richting waarin het textiel flexibel is, waarbij de grootte van elke opening aangepast is op basis van de uitrekbaarheid van een materiaal waarbij de mate van verduistering, de lichtdoorlaatbaarheid en luchtdoorlatendheid gecontroleerd kunnen worden, waarmee het gewenste effect bereikt wordt in een kamer. Een onafhankelijke conclusie is ook opgenomen voor een werkwijze voor het regelen van klimatologische omstandigheden in een kamer. Het verduisteringstextiel bijv. een verduisteringsstof en een verduisteringsweefsel, kan worden gebruikt in een woonomgeving. Het kan ook worden gebruikt in de landbouw, bv. in serres met bloemen en groenten. Het document beschrijft ook dat het textiel een brandvertragend garen omvat. Een bestaat echter nog steeds een nood in de huidige stand der techniek aan een garen dat zowel brandvertragend is als dimensioneel stabiel, i.e. weinig uitrekbaar, en tegelijkertijd gemakkelijk verweefbaar tot een verduisteringstextiel.

Er is ook nood aan inelastische textielen, bv. voor het vervaardigen van muggengaas of zonneblinden, waarvan de garens brandveilig of brandvertragend, gemakkelijk verweefbaar, gemakkelijk en goedkoop te vervaardigen, en dimensioneel stabiel zijn.

US octrooi 6,159,875 behandelt een stof die een materiaal omvat dat een eerste en een tweede afwerking op tegenoverliggende zijden heeft. De eerste afwerking omvat een mengeling dat een eerste pigment met een eerste deeltjesgrootte bevat; de tweede afwerking omvat een mengeling dat een tweede pigment met een tweede deeltjesgrootte bevat dat groter is dan de eerste. Ook worden een werkwijze voor het behandelen van een stof en een venster-afschermende inrichting behandeld. De stof kan gebruikt worden voor gordijnen, verduisteringen en blinden voor vensters. De stof is bestand tegen vocht, condens, schoonmaakprodukten voor vensters, insectenuitwerpselen en extreme temperatuurscondities. De stof heeft ongeveer dezelfde eigenschappen wat warmte en lichtreflectie betreft als een conventionele gemetalliseerde stof. Een probleem met een gecoate of gemetalliseerde stof is om garen te vinden dat geschikt is voor het weven van een stof die gemakkelijk coatbaar is met o.a. metaal; een gedipcoat garen zou hierbij uitkomst bieden. Het garen moet bovendien in vele gevallen voldoende stevigheid bieden, mag niet te veel uitrekken, moet brandveilig of brandvertragend zijn, gemakkelijk verweefbaar zijn, en bij voorkeur gemakkelijk en goedkoop te vervaardigen zijn en maakt eenvoudige confëctie mogelijk.

De huidige uitvinding beoogt een oplossing te vinden voor tenminste enkele van bovenvermelde problemen. De uitvinding betreft daartoe een werkwijze voor het meervoudig coaten van een glasvezel met PVC en het resulterende garen. De uitvinding betreft tevens een textiel, bv. een weefsel, een breisel, een non-woven, een gevlochten textiel, etc., bij voorkeur een breisei of een weefsel, dat bv. als zonnescherm of muggengaas kan gebruikt worden. Het textiel omvat tenminste in een eerste richting, bij voorkeur de inslagrichting, het garen zoals kan bekomen worden uit de vermelde werkwijze, zodat het textiel in deze richting dimensioneel stabiel is. Het textiel omvat in een tweede richting ofwel een elastisch ofwel een inelastisch garen. Ook betreft de uitvinding een gecoat textiel, bij voorkeur een breisel of een weefsel, dat kan gemetalliseerd worden of gecoat met één of meerdere PVC- of acryllagen, dat in de eerste richting, bij voorkeur de kettingrichting, het garen omvat zoals dit kan bekomen worden uit de vermelde werkwijze, zodat het textiel in deze richting dimensioneel stabiel is. Bij voorkeur omvat het textiel ook in een tweede richting, bij voorkeur de kettingrichting, het garen zoals kan bekomen worden uit de vermelde werkwijze, zodat het textiel in de kettingrichting dimensioneel stabiel is, waardoor de coating gemakkelijker aan te brengen is en langer houdbaar is.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

De uitvinding betreft een werkwijze voor het meervoudig coaten van een vezel, bij voorkeur een glasvezel, en het resulterende garen. De werkwijze omvat de volgende stappen: - voorzien van een glasvezel, bij voorkeur een gesponnen glasvezel, bij voorkeur dikker dan 5 micron en dunner dan 1000 micron; primair coaten van de glasvezel met een eerste coating en blootstellen aan een eerste temperatuur, bij voorkeur dipcoaten, en bij voorkeur waarbij de eerste coating Polyvinylchloride (PVC) omvat; - secundair coaten van de glasvezel met een tweede coating en blootstellen aan een tweede temperatuur, bij voorkeur dipcoaten, en bij voorkeur waarbij de tweede coating PVC omvat; waarbij de tweede temperatuur verschillend is van de eerste temperatuur. Doordat de coatings in gescheiden stappen aangebracht worden en aan verschillende temperaturen worden blootgesteld, kan de dikte van de resulterende vezef beter onder controie worden gehouden en iigt de giasvezei beter gecentreerd in de resulterende gedipcoate glasvezel. De resulterende vezel bezit in dit geval ook een hogere ruwheid, waardoor deze gemakkelijker te verweven valt en waardoor confectie vergemakkelijkt wordt. De verweefbaarheid van de resulterende gecoate glasvezel blijkt beter te worden wanneer de tweede temperatuur anders is dan de eerste temperatuur. De tweede coating blijkt ook sterker te hechten aan de eerste coating in het geval van verschillende temperaturen.

In een tweede aspect betreft de uitvinding een glasvezel die een meervoudige coating van Polyvinylchloride omvat, bij voorkeur bekomen uit een werkwijze zoals in dit document beschreven, waarvan de dikte ligt tussen 15 micron en 2000 micron.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is de gedipcoate glasvezel dikker dan 20 micron, bij voorkeur dikker dan 40 micron, meer bij voorkeur dikker dan 100 micron, en dunner dan 1500 micron, bij voorkeur dunner dan 1000 micron, meer bij voorkeur dunner dan 700 micron. In een meer geprefereerde uitvoeringsvorm is de glasvezel rond de 330 micron dik.

De uitvinding betreft ook een apparaat dat geschikt is om een glasvezel te voorzien van een meervoudige coating volgens de werkwijze die in dit document wordt beschreven. Bij voorkeur omvat dit apparaat een eerste coatinginrichting, bij voorkeur voorzien van PVC, een eerste oven, een tweede coatinginrichting, bij voorkeur voorzien van PVC, en een tweede oven.

In een volgend aspect betreft de uitvinding een textiel zoals een weefsel, een breisel, een non-woven of een gevlochten textiel, dat voorzien is van een meervoudig gecoate glasvezel. Bij voorkeur is het textiel een breisel of een weefsel. In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het textiel een meervoudig gecoate glasvezel zoals die verkregen wordt met een werkwijze zoals beschreven is in dit document. Een dergelijk textiel is gemakkelijker te produceren dankzij de verweefbaarheid en/of dimensionele stabiliteit van een meervoudig gecoate glasvezel. Een dergelijk textiel is ook brandveiliger door de brandvertragende eigenschappen van de gebruikte gecoate glasvezel.

In een verder aspect betreft de uitvinding een verduisteringsinrichting die voorzien is van een textiel zoals in dit document besproken is,’ bij voorkeur eën breisel of een weefsei, dat in een eerste richting een meervoudig gecoate giasvezei omvat en in een tweede richting verschillend van de eerste richting, een elastisch garen omvat. Zulk een inrichting is brandveilig vanwege de brandvertragende eigenschappen van de meervoudig gecoate glasvezel, en is bovendien uitrekbaar in de tweede richting. Door over het textiel in de tweede richting een trekspanning aan te leggen, ontstaan gaten in het textiel die groter of kleiner zijn naargelang de spanning die wordt aangelegd en waarbij de lucht- en/of lichtdoorlaatbaarheid van het textiel en de inrichting kan geregeld worden. Een dergelijke inrichting kan gebruikt worden in een zonnescherm.

In nog een verder aspect betreft de uitvinding een verduisteringsinrichting of een afscherming die voorzien is van een textiel zoals in dit document besproken is, bij voorkeur een breisel of een weefsel, en bij voorkeur een textiel dat zowel in een eerste richting een meervoudig gecoate glasvezel omvat als in een tweede richting die niet dezelfde is als de eerste richting. Zo een verduisteringsinrichting of afscherming heeft een grote stevigheid en dimensionele stabiliteit. Bovendien behoudt zo een verduisteringsinrichting of afscherming voor lange periode een constante licht-, lucht- en/of dampdoorlatendheid omdat de openingen van het textiel stabiel blijven. Een dergelijke verduisteringsinrichting of afscherming kan gebruikt worden als bv. zonnescherm of muggengaas.

BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN

In figuur 1 wordt schematisch een apparaat getoond dat een glasvezel kan voorzien van een meervoudige coating volgens een uitvoeringsvorm van de werkwijze die in dit document is beschreven.

Figuren 2a en 2b illustreren een uitvoering van een textiel volgens onderhavige uitvinding dat bv. kan gebruikt worden in een elastisch zonneblind.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING

De uitvinding betreft een werkwijze voor het meervoudig coaten van een vezel en textiel gemaakt met zulke meervoudig gedipcoate glasvezels, zoals een brandveilig elastisch of inelastisch zonnescherm of muggengaas en textiel gemaakt met zulke meervoudig gedipcoate glasvezels dat nadien gemetalliseerd of gecoat kan worden.

Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technisch en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd.

"Een", "de" en "het" refereren in dit document naar zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, "een segment" betekent een of meer dan een segment.

Wanneer "ongeveer" of "rond" in dit document gebruikt wordt bij een meetbare grootheid, een parameter, een tijdsduur of moment, en dergelijke, dan worden variaties bedoeld van +/-20% of minder, bij voorkeur +/-10% of minder, meer bij voorkeur +/-5% of minder, nog meer bij voorkeur +/-1% of minder, en zelfs nog meer bij voorkeur +/-0.1% of minder dan en van de geciteerde waarde, voor zoverre zulke variaties van toepassing zijn in de beschreven uitvinding. Hier moet echter wel onder verstaan worden dat de waarde van de grootheid waarbij de term "ongeveer" of "rond" gebruikt wordt, zelf specifiek wordt bekendgemaakt.

De termen "omvatten", "omvattende", "bestaan uit", "bestaande uit", "voorzien van", "bevatten", "bevattende", "behelzen", "behelzende", "inhouden", "inhoudende" zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.

Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen.

De term "glasvezel" refereert in dit document naar zowel een enkele glasvezel als een garen hoofdzakelijk bestaande uit en bij voorkeur volledig bestaande uit glasvezels die door spinnen, twijnen, vlechten of enig andere manier tot een garen zijn samengevoegd.

De uitvinding betreft een werkwijze voor het meervoudig coaten van een vezel, bij voorkeur een glasvezel, en het resulterende garen. De werkwijze omvat de volgende stappen: - voorzien van een glasvezel, bij voorkeur een gesponnen glasvezel, bij voorkeur dikker dan 5 micron en dunner dan 1000 micron; primair coaten van de glasvezel met een eerste coating en blootstellen aan een eerste temperatuur, bij voorkeur dipcoaten, en bij voorkeur waarbij de eerste coating Polyvinylchloride (PVC) omvat; - secundair coaten van de glasvezel met een tweede coating en blootstellen aan een tweede temperatuur, bij voorkeur dipcoaten, en bij voorkeur waarbij de tweede coating PVC omvat; waarbij de tweede temperatuur verschillend is van de eerste temperatuur. Doordat de coatings in gescheiden stappen aangebracht worden en aan verschillende temperaturen worden blootgesteld, kan de dikte van de resulterende vezel beter onder controle worden gehouden en ligt de glasvezel beter gecentreerd in de resulterende gedipcoate glasvezel. De resulterende vezel bezit in dit geval ook een hogere ruwheid, waardoor deze gemakkelijker te verweven valt en waardoor confectie vergemakkelijkt wordt. De verweefbaarheid van de resulterende gecoate glasvezel blijkt beter te worden wanneer de tweede temperatuur anders is dan de eerste temperatuur. De tweede coating blijkt ook sterker te hechten aan de eerste coating in het geval van verschillende temperaturen.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is de tweede temperatuur lager dan de eerste temperatuur. In een andere voorkeursuitvoeringsvorm is de tweede temperatuur hoger dan de eerste temperatuur.

In een voorkeursdragende uitvoeringsvorm omvat de coating brandvertragende additieven om de brandveiligheid van de resulterende vezel te verhogen.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is de glasvezel dikker dan 10 micron, bij voorkeur dikker dan 20 micron, meer bij voorkeur dikker dan 50 micron, en dunner dan 750 micron, bij voorkeur dunner dan 600 micron, meer bij voorkeur dunner dan 500 micron. In een meer geprefereerde uitvoeringsvorm is de glasvezel rond de 200 micron dik.

In een voorkeursdragende uitvoeringsvorm omvat de werkwijze ook de stap van het gecontroleerd afkoelen van de glasvezel na het coaten, bij voorkeur onder een vochtige atmosfeer en/of waarbij bij voorkeur de afkoelingssnelheid geregeld Is. De vochtige atmosfeer versnelt de afkoeling van de gedipcoate giasvezei waardoor deze vlugger en dichter bij het dipcoating-apparaat opgerold kan worden. Dit bespaart tijd en ruimte. Een gecontroleerde afkoeling verbetert ook de ruwheid van de draad. Bij voorkeur is de atmosfeer bij afkoeling voor minstens 10%, meer bij voorkeur minstens 30%, nog meer bij voorkeur 50%, nog liever minstens 70%, liefst minstens 90% verzadigd met water.

In een voorkeursdragende uitvoeringsvorm gebeurt het coaten ten minste één keer door het trekken van de glasvezel door een PVC-bad, bij voorkeur een opborrelend of een spuitend PVC-bad, aan 50 tot 1000 meter per minuut.

In een voorkeursdragende uitvoeringsvorm bedraagt het verschil tussen de eerste temperatuur en de tweede temperatuur minstens 5°C, bij voorkeur minstens 10°C, meer bij voorkeur minstens 15°C en maximaal 200°C, bij voorkeur maximaal 185°C, meer bij voorkeur maximaal 175°C.

In een voorkeursdragende uitvoeringsvorm zijn de eerste temperatuur en de tweede temperatuur beiden minstens 80°C, bij voorkeur minstens 100°C.

In een tweede aspect betreft de uitvinding een glasvezel die een meervoudige coating van Polyvinylchloride omvat, bij voorkeur bekomen uit een werkwijze zoals in dit document beschreven, waarvan de dikte ligt tussen 15 micron en 2000 micron.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is de gedipcoate glasvezel dikker dan 20 micron, bij voorkeur dikker dan 40 micron, meer bij voorkeur dikker dan 100 micron, en dunner dan 1500 micron, bij voorkeur dunner dan 1000 micron, meer bij voorkeur dunner dan 700 micron. In een meer geprefereerde uitvoeringsvorm is de glasvezel rond de 330 micron dik.

In een volgend aspect betreft de uitvinding een textiel zoals een weefsel, een breisel, een non-woven of een gevlochten textiel, dat voorzien is van een meervoudig gecoate glasvezel. Bij voorkeur is het textiel een breisel of een weefsel. In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het textiel een meervoudig gecoate glasvezel zoals die verkregen wordt met een werkwijze zoals beschreven is in dit document. Een dergelijk textiel is gemakkelijker te produceren dankzij de verweefbaarheid en/of dimensionele stabiliteit van een meervoudig gecoate glasvezel. Een dergeiijk textiel is ook brandveiliger door de brandvertragende eigenschappen van de gebruikte gecoate glasvezel.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het textiel de meervoudig gecoate glasvezel in een eerste richting, bij voorkeur de inslagrichting, om de dimensionele stabiliteit en stevigheid van het textiel gedurende en na het weven in de eerste richting te verbeteren of te verzekeren en om de brandveiligheid van het textiel te verhogen.

In een meer voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het textiel een elastisch garen in een tweede richting verschillend van de eerste richting, bij voorkeur loodrecht op de eerste richting, en bij voorkeur de kettingrichting, waardoor het textiel in de tweede richting uitrekbaar is en waarbij de licht-, lucht- en/of dampdoorlatendheid van het textiel geregeld kan worden door de spanning op het textiel in de tweede richting te controleren. In een nog meer voorkeurdragende uitvoeringsvorm is het elastisch garen bestand tegen UV stralen en/of tegen verouderingseffecten. Het elastisch garen kan bv. een elastaanvezel en een polyolefinevezel, bv. een polypropylèenvezel, omvatten die in elkaar getwijnd zijn, waarbij de elastaanvezel grotendeels de elastische eigenschappen, zoals uitrekbaarheid en treksterkte, van het elastisch garen bepaalt en waarbij de polyolefinevezel de elastaanvezel beschermd tegen UV straling en tegen verouderingseffecten zoals verdorring en verstarring.

Bij voorkeur kan het textiel meer dan 1%, liever meer dan 2%, bij voorkeur meer dan 3%, nog liever meer dan 5%, zelfs liever meer dan 10%, zelfs nog liever meer dan 20%, dan nog liever meer dan 30% uitgerokken worden. Bij voorkeur kan het textiel minder dan een factor 5, liever minder dan een factor 4,5, bij voorkeur minder dan een factor 4 uitgerokken worden.

In een meer voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het textiel een meervoudig gecoate glasvezel in een tweede richting verschillend van de eerste richting, bij voorkeur loodrecht op de eerste richting, en bij voorkeur de kettingrichting, waardoor de dimensionele stabiliteit van het textiel tijdens en na de productie van het textiel in de tweede richting verhoogd wordt en de brandveiligheid van het textiel verbeterd wordt. Bovendien zorgt de totale dimensionele stabiliteit en stevigheid van het textiel waarbij de meervoudig gecoate glasvezel in twee verschillende, en bij voorkeur loodrechte, richtingen voorzien is, ervoor dat het textiel goed coatbaar is met één of meer afwerkende cöatings.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het textiel een of meerdere coatings langs één of beide zijden, meer bij voorkeur omvat het textiel één of meerdere metaalcoatings zoals een aluminium-coating. In een meer voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het textiel een meervoudig gecoate glasvezel in twee niet-parallelle richtingen, bij voorkeur in de inslagrichting en in de kettingrichting, om de dimensionele stabiliteit van het textiel tijdens en/of na het coaten van het textiel te verhogen en/of te verzekeren.

Door de dimensionele stabiliteit is het textiel uiterst geschikt om gemetalliseerd te worden. Daarom is in een voorkeursdragende uitvoeringsvorm, het textiel gemetalliseerd, bij voorkeur door het opdampen van metaal op het textiel. Het metalliseren kan gebeuren langs één kant of langs twee kanten, in één of meerdere lagen, over het volledige oppervlak van het textiel of over een gedeelte, bv. in een vooraf gekozen patroon, etc. Het textiel met de meervoudig gedipcoate glasvezel zoals bv. beschreven in dit document bevat voldoende stabiliteit om onder lage druk en onder hoge temperaturen, weinig dimensionele veranderingen te ondergaan, i.e. weinig krimp of uitzetting. Het textiel blijft bv. voldoende stabiel onder drukken lager dan atmosfeerdruk tot vacuum, en onder temperaturen tot 2500°C, 3000°C, 3500°C en zelfs hoger, hetgeen nodig is om metaal op het textiel te dampen. Het metaal gebruikt voor het metalliseren van het textiel kan één of een combinatie van de volgende materialen omvatten: aluminium, chroom, zink, tin, cadmium, koper, nikkel, lood, zilver, goud.

In een verder aspect betreft de uitvinding een inrichting, zoals een verduisteringsinrichting, die voorzien is van een textiel zoals in dit document besproken is, bij voorkeur een breisel of een weefsel, dat bij voorkeur in een eerste richting een meervoudig gecoate glasvezel omvat en in een tweede richting verschillend van de eerste richting, een elastisch garen omvat.

In een voorkeursdragende uitvoeringsvorm omvat de inrichting ook opspanelementen aan beide uiteinden van het textiel in de tweede richting. Zulke opspanelementen kunnen de spanning regelen dat over het textiel langs de tweede richting wordt aangelegd, en daarmee ook de lucht-, licht- en/of dampdooriaatbaarheid van het textiel en de inrichting kunnen regelen.

In nog een verder aspect betreft de uitvinding een inrichting, zoais een verduisteringsinrichting of een afscherming, die voorzien is van een textiel zoals in dit document besproken is, bij voorkeur een breisel of een weefsel, en bij voorkeur een textiel dat zowel in een eerste richting een meervoudig gecoate glasvezel omvat als in een tweede richting verschillend van de eerste richting. Zo een inrichting, bv. een verduisteringsinrichting of afscherming, heeft een grote stevigheid en dimensionele stabiliteit. Bovendien behoudt zo een inrichting voor lange periode een constante licht-, lucht- en/of dampdoorlatendheid omdat de openingen van het textiel stabiel blijven.

In een voorkeursdragende uitvoeringsvorm omvat de inrichting een frame waarop het textiel opgespannen is.

In een voorkeursdragende uitvoeringsvorm is het textiel van de inrichting afgewerkt met één of meerdere coatings, waarvan bij voorkeur één of meerdere metaal-coatings, zoals een aluminium coating, om de reflectie- en/of absorptie-eigenschappen van de inrichting of afscherming te verbeteren. In een voorkeursdragende uitvoeringsvorm is het textiel van de inrichting gemetalliseerd.

In wat volgt, wordt de uitvinding beschreven a.d.h.v. niet-limiterende voorbeelden die de uitvinding illustreren, en die niet bedoeld zijn of geïnterpreteerd mogen worden om de omvang van de uitvinding te limiteren.

VOORBEELDEN

VOORBEELD 1:

In fig. 1 wordt schematisch een apparaat (1) getoond dat een glasvezel kan voorzien van een meervoudige coating volgens een uitvoeringsvorm van de werkwijze die in dit document is beschreven. De dikte van de niet-gecoate glasvezels (2a-2d) is 50 micron. Elke glasvezel (2a-2d) is een gesponnen garen van glasvezels en wordt opgespannen over een eerste plaat (5) en een tweede plaat (6) tussen afrollende bobijnen (3a-3d) en aangedreven oprollende bobijnen (4a-4d). De platen (5, 6) zijn voorzien van geleidingsmiddelen (7) om elke glasvezel goed te positioneren. Een eerste coating is een PVC coating (8) die wordt aangebracht door dipcoating van de glasvezels in een PVC-bad (9). Nadien wordt elke éénmaal-gecoate vezel (10a-10d) door een eerste oven (11) op een eerste temperatuur getrokken. Een tweede coating is een PVC coating (12) die bijna onmiddellijk na de doortocht door de eerste oven (11) wordt aangebracht door dipcoating van de glasvezels in een PVC-bad (13). Hierna worden de dubbelgecoate vezels (14a-14d) door een tweede oven (15) getrokken op een tweede temperatuur. Het verschil tussen de tweede temperatuur en de eerste temperatuur is 20°C. De snelheid waarmee de glasvezel doorheen de twee PVC-baden wordt getrokken is 250 meter per minuut. De dubbelgecoate glasvezels (16a-16d) worden daarna doorheen een afkoelinstallatie (17) getrokken in een voor 98% met water verzadigde atmosfeer. De uiteindelijke dikte van de gecoate glasvezels (18a-18d) is gemiddeld 150 micron.

VOORBEELD 2:

Figuren 2a en 2b illustreren een uitvoering van een stuk textiel volgens onderhavige uitvinding dat bv. kan gebruikt worden in een elastisch zonneblind. In fig. 2a wordt een stuk van een niet-opgespannen gebreid doek (23a) getoond met meervoudig gecoate glasvezels (19) zoals beschreven in dit document in de inslagrichting en elastische vezels (20) in de kettingrichting. Het stuk doek is hierbij niet opgespannen en vertoont slechts nauwe openingen (22) die maximaal 1% van het licht doorlaten. In fig. 2b wordt hetzelfde stuk van een gebreid doek getoond, maar dan opgespannen (23b). Het opspannen gebeurt hierbij door aan de uiteinden een kracht of trekspanning (21a, 21b) in de kettingrichting aan te leggen. Door de opspanning wordt het doek met ongeveer een factor 3 uitgerokken. De openingen (24) tussen de meervoudig gecoate vezels (19) die hierdoor ontstaan zijn voldoende om het stuk doek voor meer dan 60% doorlaatbaar te maken.

VOORBEELD 3:

Een textiel wordt geweven in een leno-weefsel met een dubbel gedipcoate glasvezel zoals in dit document beschreven in zowel ketting- als inslagrichting. Het textiel heeft openingen tussen de draden tussen 0.9 x 0.9 mm2 en 1.1 x 1.1 mm2, waardoor het gebruikt kan worden als bv. muggengaas. Het textiel wordt verder afgewerkt door het te metalliseren met aluminium onder lage druk (<10 5 bar) en bij een temperatuur tussen 2750°C en 2900°C. Hierna wordt het textiel op maat gesneden en opgehangen in een kader van voorafbepaalde afmetingen. Het kader past in een opening zoals een venster of deuropening. Dankzij de dimensionele stabiliteit, blijven de openingen in het textiel stabiel qua grootte, ook tijdens en na het metalliseren. Dankzij de dubbel gedipcoate glasvezel is de brandveiligheid verhoogd: de glasvezel brandt niet en behoudt zijn stabiliteit zelfs bij hoge temperaturen. Door de metaallaag werkt het textiel reflecterend en isolerend.

Het is verondersteld dat de huidige uitvinding niet beperkt is tot de uitvoeringsvormen die hierboven beschreven zijn en dat enkele aanpassingen of veranderingen aan de beschreven voorbeelden kunnen toegevoegd worden zonder de toegevoegde conclusies te herwaarderen.

Claims (15)

1. Werkwijze voor het meervoudig coaten van een glasvezel die de volgende stappen omvat: voorzien van een gesponnen glasvezel dikker dan 5 micron en dunner dan 1000 micron; primair dipcoaten van de glasvezel met een eerste coating en blootstellen aan een eerste temperatuur, waarbij de eerste coating Polyvinylchloride (PVC) omvat; secundair dipcoaten van de glasvezel met een tweede coating en blootstellen aan een tweede temperatuur, waarbij de tweede coating PVC omvat; daardoor gekenmerkt dat de tweede temperatuur verschillend is van de eerste temperatuur.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, die de stap omvat van het sequentieel aanbrengen van één of meerdere extra coatings via dipcoating aan de glasvezel.

3. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de extra coatings aangebracht worden bij temperaturen verschillend van de tweede temperatuur.

4. Werkwijze volgens één der conclusies 2 of 3, waarbij de extra coatings aangebracht worden bij telkens verschillende temperaturen.

5. Werkwijze volgens één der conclusies 1 tot 4, die de stap omvat van het gecontroleerd afkoelen van de glasvezel na het coaten onder een met water verzadigde atmosfeer en/of waarbij de afkoelingssnelheid geregeld is.

6. Werkwijze volgens één der conclusies 1 tot 5, waarbij het verschil tussen de eerste temperatuur en de tweede temperatuur tenminste 20°C bedraagt.

7. Textiel dat voorzien is van een meervoudig gecoate glasvezel zoals bekomen wordt met de werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot 6.

8. Textiel volgens conclusie 7 dat een breisel of een weefsel is.

9. Textiel volgens één der conclusies 7 of 8, waarbij het textiel een meervoudig gecoate glasvezel in een inslagrichting omvat.

10. Textiel volgens één van de conclusies 7 tot 9, waarbij het textiel een elastisch garen in een kettingrichting omvat.

11. Textiel volgens één van de conclusies 7 tot 9, waarbij het textiel een meervoudig gecoate glasvezel in een kettingrichting omvat.

12. Textiel volgens conclusie 11, waarbij het textiel gemetalliseerd is.

13. Textiel volgens één van de conclusies 7 tot 12, waarbij het textiel één of meerdere coatings omvat aan één of aan beide zijden.

14. Inrichting die voorzien is van een textiel volgens één van de conclusies 7 tot 13.

15. Apparaat dat geschikt is om een glasvezel te voorzien van een meervoudige coating volgens de werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot 6.