BE1019008A3 - Vloerpaneel. - Google Patents

Vloerpaneel. Download PDF

Info

Publication number
BE1019008A3
BE1019008A3 BE2009/0721A BE200900721A BE1019008A3 BE 1019008 A3 BE1019008 A3 BE 1019008A3 BE 2009/0721 A BE2009/0721 A BE 2009/0721A BE 200900721 A BE200900721 A BE 200900721A BE 1019008 A3 BE1019008 A3 BE 1019008A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
floor panel
coupling
edges
movement
panel according
Prior art date
Application number
BE2009/0721A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Flooring Ind Ltd Sarl
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Flooring Ind Ltd Sarl filed Critical Flooring Ind Ltd Sarl
Priority to BE2009/0721A priority Critical patent/BE1019008A3/nl
Priority to PCT/IB2010/055086 priority patent/WO2011061659A2/en
Priority to EP10796480A priority patent/EP2501877A2/en
Priority to US13/509,395 priority patent/US20120222378A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1019008A3 publication Critical patent/BE1019008A3/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F15/00Flooring
    • E04F15/02Flooring or floor layers composed of a number of similar elements
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F2201/00Joining sheets or plates or panels
    • E04F2201/01Joining sheets, plates or panels with edges in abutting relationship
    • E04F2201/0153Joining sheets, plates or panels with edges in abutting relationship by rotating the sheets, plates or panels around an axis which is parallel to the abutting edges, possibly combined with a sliding movement
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F2201/00Joining sheets or plates or panels
    • E04F2201/04Other details of tongues or grooves
    • E04F2201/044Other details of tongues or grooves with tongues or grooves comprising elements which are not manufactured in one piece with the sheets, plates or panels but which are permanently fixedly connected to the sheets, plates or panels, e.g. at the factory
    • E04F2201/049Other details of tongues or grooves with tongues or grooves comprising elements which are not manufactured in one piece with the sheets, plates or panels but which are permanently fixedly connected to the sheets, plates or panels, e.g. at the factory wherein the elements are made of organic plastics with or without reinforcements or filling materials
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F2201/00Joining sheets or plates or panels
    • E04F2201/05Separate connectors or inserts, e.g. pegs, pins, keys or strips
    • E04F2201/0523Separate tongues; Interlocking keys, e.g. joining mouldings of circular, square or rectangular shape
    • E04F2201/0529Separate tongues; Interlocking keys, e.g. joining mouldings of circular, square or rectangular shape the interlocking key acting as a dovetail-type key
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T408/00Cutting by use of rotating axially moving tool
    • Y10T408/03Processes

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Floor Finish (AREA)

Abstract

Vloerpaneel dat aan minstens twee tegenovereenliggende randen (2-3) voorzien is van koppelmiddelen (6-7) die toelaten dat twee van dergelijke vloerpanelen (1) aan de betreffende randen (2-3) met elkaar kunnen worden gekoppeld, zodanig dat de betreffende vloerpanelen (1) in de gekoppelde toestand vergrendeld zijn zowel in een verticale richting (V1) loodrecht op het vlak van de gekoppelde vloerpanelen (1) als in een horizontale richting (H1) loodrecht op de betreffende randen (2-3) en in het vlak van de gekoppelde vloerpanelen (1), daardoor gekenmerkt dat de vergrendeling in minstens één van voornoemde richtingen (V1-H1) verkregen wordt door minstens een element (10) dat bij voorkeur veerkrachtig is, en tijdens de koppelbeweging (N) beweegt in de richting (K-K) van de betreffende randen (2-3).

Description

Vloerpaneel.
Deze uitvinding heeft betrekking op vloerpanelen.
In het bijzonder heeft deze uitvinding betrekking op vloerpanelen waarmede een vloerbekleding kan worden gevormd door twee of meer van deze vloerpanelen lijmloos met elkaar te verbinden. Hiertoe zijn de betreffende vloerpanelen aan minstens twee tegenovereenliggende randen voorzien van koppelmiddelen waarmede aan de betreffende randen een vergrendeling tussen twee vloerpanelen kan worden bekomen zowel in een verticale richting loodrecht op het vlak van de vloerpanelen, als in een horizontale richting loodrecht op de betreffende rand en in het vlak van de betreffende vlöëfpanelen. Dergelijke koppelmiddelen zijn op zich bekend bijvoorbeeld uit het WO 97/47834 of uit het EP 1 304 427 en bestaan hoofdzakelijk uit een mannelijk koppeldeel dat voorzien is aan minstens één van de betreffende randen en door middel vari een koppeibeweging in een'Vrouwelijk koppeldeel, voorzien aan de tegenovereenliggende rand van een gelijkaardig vloerpaneel, kan worden gebracht. Voor de koppelbeweging kan volgens dë stand van de téchnièk gebruik geniaakt worden van een wentelbeweging langs dé betreffende rand, van een schuifbeweging van de koppeldelen naar elkaar toé in een hörizontaie fichting bf van een neerwaartse beweging van het mannelijk koppeldèel in de richting Van hét vrouwelijk koppeldeél.
In‘het geval de koppeldelert een néerwaartse köppelbeWeging van het rhannélijk koppeldeel in het vroiiwelijk koppeldeel föèlatëri, laten: de vloerpanelen uit dé stand van' de techniek 'ook töe’'ät één zogéhââmdé riëervouwbeweging (Engels1: Fdld-döwn móvémeht) óf Schaarbeweging iri elkaar kunnen worden aangebracht. Dergelijke neervoüwbeweging of schaarbeweging is bijvoorbeeld beschreven in het WO 2006/043893: Hierrhede wordt bedoèld dat de betreffende koppelmiddelen in elkaar worden «angebracht door middel van ëèri Wentelbeweging langs een as dwars Op de betreffende randen. Deze wentelbeweging kén bijvoorbeeld een wentelbeweging zijn die wórdt aangewend voor het in elkaar aanbrengen van de koppeldelen aan éeh ander paar van tegenovereenliggende randen.
Koppeldelen of koppelmiddelen die in elkaar kunnen worden aangebracht aan de hand van een neerwaartse koppelbeweging kunnen eventueel zijn voorzien van een afzonderlijk vergrendelingseiement dat in één van de betreffende randen is aangebracht en bij uitvoeren van de koppelbeweging automatisch voorziet in een vergrendelende actie. Dergelijke koppelmiddelen zijn bijvoorbeeld bekend uit het voornoemde WO 2006/043893. Hierbij ontstaat de vergrendelende actie doordat de afzonderlijke vergrendelingselementen tijdelijk in de voornoemde horizontale richting kunnen weg bewegen, en naar het einde van de koppelbeweging automatisch terug bewegen om een uiteindelijke positie in te nemen waar zij samenwerken met het koppeldeel, voorzien aan een tegenovereenliggende rand van een gelijkaardig vloerpaneel, waardoor een verticale vergrendeling wordt gerealiseerd tussen de betreffende randen. Er wordt beweerd dat de bekende vloerpanelen die zijn uitgerust met dergelijke koppelmiddelen een'tijdswinst opleVêren bij installatie ervan in vergelijking met köppelmiddèlen diè dërgelijk1 neerwaartse koppelbeweging niet toelaten. Zij hebben echter het nadeel dat de Verkrégen-verticale vergrendeling te wensen overlaat. Volgens de stand van de techhiëk :vereist de mogelijkheid van de neerwaartse verbinding immers dat wordt ingeboet op de sterkte van de verticale vergrendeling. Bovendien vereist de beweging in horizontale richting een bijkomende uitsparing in het profiel van de koppelmiddelen, hetgeen de uiteindelijke vergrendeling aanzienlijk kan verzwakken en/of tot ongewenste effecten zoals opstaande randen kan leiden. Dit laatste is voornamelijk een risico wanneer dergelijk vergrendelingsysteem wordt toegepast in dunne vloerpanelen die bijvoorbeeld een dikte van minder dan 10 millimeter vertonen. Voornoemde opstaande randen vormen voornamelijk een obstakel bij vloerpanelen die aan hun sierzijde een relatief dunne toplaag vertonen, zoals een laminaat- of fineertoplaag. Dergelijke toplaag vertoont namelijk gebruikelijk een dikte van 1 millimeter of minder, of zelfs van 0,4 millimeter of minder.
Uit de stand van de techniek, bijvoorbeeld uit het WO 2008/004960, zijn tevens vloerpanelen met koppelmiddelen bekend, waarbij de verticale vergrendeling tussen vloerpanelen uit een bepaalde rij van vloerpanelen in een vloerbekleding niet automatisch gebeurt, doch slechts wordt bekomen bij de installatie van een volgende rij. Dit gebeurt doordat de panelen van deze volgende rij een vergrendelingsstrip activeren. Dergelijke vloerpanelen laten in theorie een sterkere verticale vergrendeling toe. Zij zijn echter sterk afhankelijk van de nauwkeurigheid van dergelijke verbinding. Zo bijvoorbeeld dient in sommige gevallen de beginpositie van de afzonderlijke strip nauwkeurig te zijn bepaald. Het gebrek aan een automatische vergrendeling leidt tot problemen bijvoorbeeld in verband met de vergrendeling van de laatste rij.
De huidige uitvinding beoogt in de eerste plaats alternatieve vloerpanelen die volgens verschillende voorkeurdragende uitvoeringsvormen een oplossing bieden voor de problemen uit de stand van de techniek. Zo bijvoorbeeld kunnen vloerpanelen worden bereikt met een sterke verticale vergrendeling die toch een neervouw beweging toelaten.
Hiertoe betreft de uitvinding volgens haar eerste onafhankelijk aspect een vloerpaneel dat aan minstens twee tegenovereenliggende randen voorzien is van koppelmiddelen of koppeldelen die toelaten dat twee van dergelijke vloerpanelen aan de betreffende randen met elkaar kunnen worden gekoppeld, zodanig dat de betreffende vloerpanelen in de gekoppelde toestand vergrendeld zijn zowel in een verticale richting loodrecht op het vlak van de gekoppelde vloerpanelen als in een horizontale richting loodrecht op de betreffende randen en in het vlak van de gekoppelde vloerpanelen, met als kenmerk dat de vergrendeling in minstens één van voornoemde richtingen verkregen wordt door minstens een element dat bij voorkeur veerkrachtig is, en tijdens de koppelbeweging beweegt in de richting van de betreffende rand. Hiermede wordt bedoeld dat het betreffend element een beweging uitvoert die op zijn minst een component heeft in de betreffende richting. Bij voorkeur vindt de beweging hoofdzakelijk in deze richting plaats, en/of is, op zijn minst, de verplaatsing in de betreffende richting de grootste. Het kan hierbij gaan om een hoofdzakelijk zuivere translatiebeweging of om een rotatiebeweging. Telkens wordt een verplaatsing van het betreffende element bekomen in een richting hoofdzakelijk parallel met de betreffende randen. Bij voorkeur betreft het een beweging in een richting gelegen in het vlak van de gekoppelde vloerpanelen. Bij voorkeur betreft het een beweging die automatisch wordt uitgevoerd, dit wil zeggen zonder dat hiervoor hulpmiddelen dienen te worden aangewend.
Aan de hand van de uitvinding kan een extra uitsparing in de profielen van de koppelmiddelen vermeden worden, vermits een eventuele beweging van het voornoemde element in horizontale richting geminimaliseerd of zelfs uitgesloten kan worden.
Bij voorkeur wordt de uitvinding toegepast bij dunne vloerpanelen die bijvoorbeeld een dikte van minder dan 10 millimeter vertonen, of zelfs nog beter een dikte vertonen van 5 tot 8 millimeter. Bij deze vloerpanelen is het interessant zo veel mogelijk onnodige verzwakkingen van de vergrendeling uit te sluiten.
Bij voorkeur wordt de uitvinding toegepast bij vloerpanelen die aan hun sierzijde een relatief dunne toplaag vertonen, zoals een laminaat- of fineertoplaag. Het betreft bij voorkeur vloerpanelen met een toplaag die een dikte van 1 millimeter of minder, of zelfs van 0,4 millimeter of minder vertonen. Ook hier is het interessant insnijding onder de toplaag zoveel mogelijk te vermijden, vermits deze tot opstaande randen kunnen leiden, welke op hun beurt dan aanleiding kunnen geven tot versnelde slijtage van de toplaag.
Bij voorkeur verzorgt het voornoemde’ bij (röórkéur veerkrachtige, element in de gekoppelde toestand minstens gedeeltelijk' voörnoémde vergrendeling in verticale richting; De uitvinding laat namelijk-toé dàf met een dergelijk element een stabielere en/of meer krachtige verticale vergrendeling kan worden bereikt, dan het geval was bij de vloerpanelen uit de stand van de techniek; Dè kwaliteit van de verticale vergrendeling hangt namelijk in grote mate af van de'uitgestrektheid van de vergrendelingsoppervlakken die in de verticale richting actief zijn. Aan de hand van de uitvinding' is het mogelijk aanzienlijk grotére contactoppervlakken in’déze richting te verwezenlijken. Bij voorkeur is voornoemde vérticalé vergrendeling hoofdzakèlijk, en beter nog volledig te wijten äan hét betreffende element, waarmede wordt bedoéld dat een verticale vergrendeling ernstig wordt gehypothekeerd of zelfs onmogelijk is bij afwezigheid van het element.
Het is niet uitgesloten dat voornoèmd.bij voorkeur veerkrachtig, element minstens gedeeltelijk voornoemde vergrendeling in horizontale richting verzorgt. Eventueel kan het betreffende element zowel deelnemen aan de verticale als aan de horizontale vergrendeling.
Het is duidelijk dat voornoemde koppelmiddelen van voorhoemde twee tegenovereenliggende randen bij voorkeur hoofdzakelijk zijn uitgevoerd als een mannelijk koppeldeel en een vrouwelijk koppeldeel, waarbij het mannelijk koppeldeel tijdens de koppelbeweging in het vrouwelijk koppeldeel worden aangebracht.
Verder is het duidelijk dat voornoemde koppelbeweging bij voorkeur een neerwaartse beweging betreft van het ene vloerpaneel ten opzichte van het andere.
Bij voorkeur beweegt het voornoemde, bij voorkeur veerkrachtige, element tijdens de koppelbeweging twee keer in de richting van de betreffende rand, waarbij deze twee bewegingen bij voorkeur tegengesteld zijn.
Bij voorkeur is het voornoemde, bij voorkeur veerkrachtige, element verbonden met één van voornoemde randen en grijpt het tijdens de koppelbeweging in in een vergrendelingsgroef die dwars op voornoemde horizontale richting is uitgevoerd.
Volgens een belangrijke uitvoeringsvorm maakt het voornoemde, bij voorkeur veerkrachtige, element deel uit van een afzonderlijke strip die aan één van de randen van het vloerpaneel is aangebracht. De betreffende strip kan al dan niet losmaakbaar of verwijderbaar met de betreffende rand zijn verbonden. Bij voorkeur is voornoemde strip voorzien van meerdere van dergelijke, bij voorkeur veerkrachtige, elementen. In dergelijk geval is het zowel mogelijk dat de elementen afhankelijk als onafhankelijk van elkaar bewegen. Het is ook mogelijk dat aan eenzelfde rand meerdere van dergelijke strips zijn aangebracht. Bij voorkeur blijft het overige gedeelte van voornoemde strip onbeweeglijk in de betreffende rand blijft tijdens voornoemde koppelbeweging. Onder andere dergeiijke uitvoeringsvorm maakt het mogelijk de strip vast met het betreffende vloerpaneel, of de betreffende rand ervan, te verbinden. Volgens een bijzondere mogelijkheid van de huidige belangrijke uitvoeringsvorm bestaat het voornoemde, bij voorkeur veerkrachtige, element op zich uit een star vergrendelgedeelte dat via een beweegbare, bij voorkeur veerkachtige, verbinding op de strip is voorzien.
Bij voorkeur is het vloerpaneel van de uitvinding rechthoekig uitgevoerd, en beter nog betreft het voornoemde paar randen, waar het voornoemde element optreedt, een paar korte randen van dit vloerpaneel. In dergelijk geval is het voornoemde vloerpaneel aan het paar lange randen bij voorkeur eveneens voorzien van koppelmiddelen, waarbij deze koppelmiddelen bij voorkeur in elkaar kunnen worden aangebracht door middel van een wentelbeweging rond de betreffende rand. Bij voorkeur worden dan de koppelmiddelen aan het paar korte randen in elkaar aangebracht door middel van deze zelfde wentelbeweging, of is dit op zijn minst mogelijk, waardoor een zogenaamde neervouwbeweging of schaarbeweging ontstaat.
Bij voorkeur wordt de uitvinding toegepast voor het verbinden van vloerpanelen die hoofdzakelijk uit hout of houtachtige materialen zijn opgebouwd, terwijl voornoemd, bij voorkeur veerkrachtig, element of eventueel voornoemde strip op basis van kunststof is vervaardigd. Bij voorkeur betreft het hierbij een element of een strip die door middel van spuitgieten in een matrijs is vervaardigd. Bij voorkeur bevat dit element of deze strip verder nog bestanddelen die bijdragen tot de stevigheid ervan. Zo bijvoorbeeld kan dit element of deze strip nog glasvezel of andere vezels omvatten. Voornoemd houtachtig materiaal omvat bij voorkeur MDF of HDF (Medium Density Fiberboard of High Density Fiberboard).
Met hetzelfde objectief als bij het eerste onafhankelijk aspect, betreft de huidige uitvinding volgens een tweede onafhankelijk aspect nog een vloerpaneel, dat aan minstens twee tegenovereenliggende randen voorzien is van koppelmiddelen die toelaten dat twee van dergelijke vloerpanelen aan de betreffende randen met elkaar kunnen worden gekoppeld, zodanig dat de betreffende vloerpanelen in de gekoppelde toestand vergrendeld zijn zowel in een verticale richting loodrecht op het vlak van de gekoppelde vloerpanelen als in een horizontale richting loodrecht op de betreffende randen en in het vlak van de gekoppelde vloerpanelen, met als kenmerk dat de koppelmiddelen van voornoemde randen in elkaar kunnen worden aangebracht door middel van een wentelkoppelbeweging rond een as dwars op de betreffende randen, terwijl het onmogelijk is de koppelmiddelen van voornoemde randen in elkaar te brengen via een zuivere neerwaartse koppelbeweging van het ene vloerpaneel ten opzichte van het andere vloerpaneel. Hiermede wordt bedoeld dat dit voor de installateur onmogelijk is zonder hulpmiddelen of hulpacties die vreemd zijn aan de neerwaartse koppelbeweging. Doordat de mogelijkheid wordt opgeheven om de vloerpanelen aan de betreffende randen met een zuivere neerwaartse koppelbeweging te vergrendelen ontstaan nieuwe mogelijkheden die het gebruiksgemak niet of minimaal aantasten. Het blijft immers mogelijk de vloerpanelen aan de hand van een neervouwbeweging of schaarbeweging met elkaar te verbinden.
Bij voorkeur wordt aan de betreffende randen gebruik gemaakt van een, bij voorkeur veerkrachtig, element, waarbij dit element, bij voorkeur een obstructie vormt voor voornoemde zuivere neerwaartse koppelbeweging. Bij voorkeur wordt het voornoemde element door middel van voornoemde wentelkoppelbeweging geleidelijk weggedrukt, zodanig dat voornoemde obstructie wordt opgeheven.
Het is duidelijk dat de uitvinding van het tweede aspect bij hetzelfde type vloerpanelen kan worden toegepast als het geval is bij het eerste aspect van de uitvinding, zoals bij vloerpanelen die hoofdzakelijk uit hout of houtachtige materialen zijn opgebouwd en/of bij vloerpanelen die een dunne toplaag, zoals een laminaattoplaag of fineertoplaag omvatten. Verder is het duidelijk dat de kenmerken van het eerste aspect en het tweede aspect in eenzelfde vloerpaneel kunnen worden gecombineerd, in zoverre zij niet tegenstrijdig zijn.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding bëtér aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragëhde uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 een vloerpaneel weergeeft met de kenmerken van onder andere het eerste aspect van de uitvinding; figuur 2 in perspectief weergeeft hoe het vloerpaneel van figuur 1 aan de hand van een neervouwbeweging kan worden vergrendeld met meerdere gelijkaardige vloerpanelen; .... . .
figuur 3 een zicht weergeeft óp het gebied dat öp figuur 2 met F3 is aangeduid; figuur 4 en 5 een zicht weergeeft respectievelijk volgens de op figuur 2 aangeduide pijlen F4 en de op figuur 1 aangeduide pijl F5; figuur 6 in dwarsdoorsnede een zicht weergeeft volgens de op figuur 4 aangeduide lijn VI-VI; figuren 7 tot 10 zichten weergeven volgens de op figuur 5 aangeduide pijl F6 tijdens het uitvoeren van een zuiver neerwaartse koppelbeweging aan de weergegeven randen; figuren 11 en 12 een gelijkaardig zicht weergegeven tijdens het uitvoeren van een neervouwbeweging aan de weergegeven randen; figuur 13 een zicht weergeeft op de strip die hierbij wórdt toegepast; figuur 14 een gelijkaardig zicht weergeeft op een variante van dergelijke strip; figuur 15 een zicht weergeeft op het gebied dat op figuur 10 met F15 is aangeduid voor een variante; figuur 16 in een zicht gelijkaardig aan dat van figuur 4 een vloerpaneel weergeeft met onder andere de kenmerken van het tweede aspect van de uitvinding; figuren 17 tot 19 voor de variante van figuur 16 zichten weergeven respectievelijk volgens de op figuur 2 weergegeven lijnen XVII-XVII, XVIII-XVIII en XIX-XIX.
Figuur 1 geeft een rechthoekig vloerpaneel 1 weer met een paar korte tegenovereenliggende randen 2-3 en een paar lange tegenovereenliggende randen 4-5. Het vloerpaneel 1 is aan beide paar randen 2-3, 4-5 voorzien van koppelmiddelen of koppeldelen 6-7-8-9 die toelaten dat twee van dergelijke vloerpanelen 1 aan de betreffende randen 2-3,4-5 met elkaar kunnen worden gekoppeld.
Figuur 2 geeft weer dat voornoemde koppelmiddeleh of koppeldelen 8-9 toelaten dat het vloerpaneel 1 met behulp van een wentelbeweging W rond het paar lange randen 4-5 kan worden vergrendeld met een gelijkaardig vloerpaneel 1. De voornoemde wentelbeweging W rond het paar lange randen 4-5 resulteert in een neerwaartse beweging N aan het paar korte randen 7-8.
Figuur 3 maakt duidelijk dat door middel van de wentelbeweging W in de gekoppelde toestand van de lange randen 4-5 een vergrendeling wordt verkregen in een verticale richting V1 loodrecht op het vlak van de gekoppelde vloerpanelen 1 als in een horizontale richting H1 loodrecht op de betreffende randen 4-5 en in het vlak van de gekoppelde vloerpanelen 1. Verder geeft figuur 3 weer dat in dit geval aan het lange paar tegenovereenliggende randen 4-5 koppelmiddelen of koppeldelen 8-9 zijn toegepast die tegelijk een koppeling toelaten aan de hand van een hoofdzakelijk horizontale schuif beweging S van de vloerpanelen 1 naar elkaar toe.
Figuur 4 geeft een zicht weer op één rand 3 van het tegenovereenliggend paar van korte randen 2-3. De betreffende rand 3 is voorzien van een vrouwelijk koppeldeel 7 dat veerkrachtige elementen 10 omvat. Deze elementen 10 maken deel uit van een afzonderlijke strip 11 die aan de betreffende rand 3 is aangebracht. De elementen 10 bestaan op zich telkens uit een star vergrendelgedeelte 12 dat via een veerkrachtige verbinding 13 op voornoemde strip 11 is voorzien. Voor het overige bestaat het voornoemde vrouwelijke koppeldeel 7 hoofdzakelijk uit een aan de onderzijde van het vloerpaneel 1 uitkragende onderlip 14 die voorzien is van een naar boven gericht haakvormig gedeelte 15 dat een uitsparing 16 in voornoemde onderlip 14 begrenst.
Figuur 5 geeft een zicht weer op de andere rand 2 van voornoemd tegenovereenliggend paar van korte randen 2-3. De betreffende rand 2 is voorzien van een mannelijk koppeldeel 6. Het mannelijk koppeldeel 6 bestaat hierbij hoofdzakelijk uit een aan de bovenzijde van het vloerpaneel 1 uitkragende bovenlip 17 die voorzien is van een reeks van naar beneden gerichte haakvormige gedeelten 18 die een uitsparing .19 in voornoemde bovenlip 17 begrenzen. Er wordt opgemerkt dat dergelijk koppeldeel 6 bijvoorbeeld kan worden vervaardigd aan de hand van werkwijzen gelijkaardig aan diegene beschreven in het WO 2009/116926.
Figuur 6 geeft weer dat in een gekoppelde toestand van twee van dergelijke vloerpanelenl , het mannelijk koppeldeel 6 in het vrouwelijk koppeldeel 7 is aangebracht en dat de bekomen samenwerking tussen deze koppeldelen 6-7 resulteert in een vergrendeling tussen de betreffende randen 2-3 zowel in een verticale richting V1 als in een horizontale richting H1. Voor het verkrijgen van de vergrendeling in horizontale richting H1 werken de voornoemde haakvormige gedeelten 15-18 en uitsparingen 16-19 samen. De vergrendeling in verticale richting V1 wordt voornamelijk verzorgd door de voornoemde elementen 10, meer speciaal de starre vergrendelgedeelten 12 daarvan. Deze werken hiertoe samen met een vergrendelingsgroef 20 die zich dwars op voornoemde horizontale richting uitstrekt.
Figuur 7 geeft schematisch het begin van de koppeling van de korte randen 2-3 weer, wanneer deze wordt uitgevoerd aan de hand van een zuiver neerwaartse beweging N.
Figuur 8 geeft een verder tijdsmoment weer tijdens voornoemde koppeling. Op het weergegeven ogenblik ontstaat het eerste contact tussen voornoemde naar beneden gerichte haakvormige gedeelten 18 van het mannelijk koppeldeel 6 en voomoemde veerkrachtige elementen 10, meer speciaal de starre vergrendelgedeelten 12 daarvan. Na dit eerste contact ontstaat door de afschuining 21, in dit geval voorzien op de elementen 10, een beweging van de elementen 10 in de richting K van de korte randen 2-3. In de plaats van of in combinatie met dergelijke afschuiningen 21 kunnen ook afschuiningen worden voorzien aan de onderzijde van voornoemde naar onder gerichte haakvormige gedeelten 18. In de plaats van afschuiningen 21 kunnen technisch equivalente geleidingsoppervlakken worden aangewend.
Figuur 9 geeft nog een verder ogenblik tijdens de koppeling weer. Hierbij wordt een moment weergegeven waarop de voornoemde elementen 10 hun maximale verplaatsing hebben ondergaan. Door het feit dat de op zich starre vergendelgedeelten 12 veerkrachtig zijn verbonden met de strip 11, bezitten de elementen 10 op dit ogenblik een hoeveelheid potentiële energie. Wanneer het mannelijk koppeldeel 6 verder naar beneden wordt bewogen, zullen de elementen 10 van voornoemde energie gebruik maken om in te grijpen in de voornoemde vergrendelingsgroef 20 om zodoende minstens gedeeltelijk voornoemde vergrendeling in de verticale richting V1 tussen de betreffende randen 2-3 te verzorgen. Het ingrijpen geschiedt door middel van éen beweging K’ van de elementen 10 in de richting van de betreffènde rand 2-3, doch met tegengestelde zin in vergelijking met de beweging K die ontstond op het moment weergegeven op figuur 8.
Figuur 10 geeft de bekomen gekoppelde toestand weer op het einde van voornóemde koppelbeweging, waarbij de voornoemde elementen 10 zich in de voornoemde vergrendelingsgroef 20 bevinden.
Figuur 11 geeft schematisch een tijdsopname weer van een koppeling door middel van een wentelkoppelbeweging W rond een as 22 dwars óp de betreffende korte randen 2-3. Hierdoor ontstaat automatisch een neerwaartse beweging N aan de korte randen 2-3 van het ene vloerpaneel ten opzichte van het andere. Het kan bijvoorbeeld gaan om een wentelbeweging W zoals diegene besproken en weergegeven aan de hand van figuur 2, namelijk een zogenaamde neervouwbeweging of schaarbeweging. In streeplijn 23 is de originele positie van de elementen 10 weergegeven. Hierdoor wordt duidelijk dat de strip 11 die in het voorbeeld is toegepast toelaat dat de verschillende elementen 10 onafhankelijk van elkaar bewegen en dus een onderling verschillende verplaatsing kunnen ondergaan.
Figuur 12 geeft grotendeels hetzelfde weer als figuur 11, doch voor een verder gevorderde wentelkoppelbeweging W. Bij het verder doorwentelen wordt een toestand verkregen identiek aan diegene van figuur 10.
Figuur 13 geeft nog eens de strip weer dat in de voorbeelden van de vorige figuren is toegepast. De strip 11 is voorzien van bevestigingsgedeelten 24 waarmede zij aan de betreffende rand 3 kunnen worden vastgemaakt. Eventueel kunnen de bevestigingsgedeelten 24 van de strip 11 worden verlijmd met de betreffende rand. Bij voorkeur blijven deze bevestigingsgedeelten 24 van de strip 11 onbeweeglijk in de betreffende rand 3 blijft tijdens voornoemde koppelbeweging N.
Figuur 14 geeft een mogelijke variante voor dergelijke strip 11 weer, waarbij de elementen 10 zelf niet in staat zijn onafhankelijk van elkaar te bewegen, doch allen gezamenlijk bewegen doordat zij onderling star zijn verbonden. Dergelijke strip 11 kan echter wel nog steeds een vergrendeling toelaten door middel van een zuiver neerwaartse beweging N en door middel van een neervouwbeweging W.
Figuur 15 geeft nog een variante weer waarbij de beweging die het element 10 tijdens koppelbeweging uitvoert hoofdzakelijk een rotatiebeweging R betreft, in dit geval rond een as 25 dwars op de betreffende randen 2-3. Deze rotatiebeweging R wordt in het voorbeeld geïnitieerd door een contact tussen het naar beneden gericht haakvormig gedeelte 18 en een manoeuvreergedeelte 26 van het voornoemde element 10. Opgemerkt wordt dat dit voorbeeld ook duidelijk maakt dat het element 10 niet noodzakelijk veerkrachtig moet zijn, en dat het element niet noodzakelijk twee bewegingen in tegengestelde zin hoeft te maken tijdens het uitvoeren van de koppelbeweging. Het is echter duidelijk dat dergelijke rotatiebeweging R ook kan worden uitgevoerd met veerkrachtige elementen 10, en dat twee rotatiebewegingen R in tegengestelde zin ook mogelijk zijn.
Figuur 16 geeft een vrouwelijke koppeldeel 7 weer van een vloerpaneel 1 dat de kenmerken vertoont van het tweede aspect van de uitvinding. De betreffende rand 3 is voorzien van een vrouwelijk koppeldeel 7 dat een veerkrachtig element 27 omvat. Dit element 27 bestaat, in dit geval uit een afzonderlijke strip 28 die aan de betreffende rand 3 is aangebracht.
Zoals duidelijk blijkt uit figuur 17 omvat het voornoemde vrouwelijke koppeldeel 7 verder nog een aan de onderzijde van het vloerpaneel 1 uitkragende onderlip 14 die voorzien is van een naar boven gericht haakvormig gedeelte 15 dat een uitsparing 16 in voornoemde onderlip 14 begrenst. Figuur 17 geeft verder nog het mannelijk koppeldeel 6 weer van de tegenovereenliggende rand 2, dat in het voomoemde vrouwelijk koppeldeel 7 kan worden aangebracht. Het mannelijk koppeldeel 6 omvat een aan de bovenzijde van het vloerpaneel 1 uitkragende bovenlip 17 die voorzien is van een naar beneden gericht haakvormig gedeelte 18 dat een uitsparing 19 in voornoemde bovenlip 17 begrenst.
De vloerpanelen 1 weergegeven in figuren 16 en 17 vertonen het kenmerk dat de aldaar weergegeven mannelijke en vrouwelijke koppeldelen 6-7 in elkaar kunnen worden aangebracht door middel van een wentelkoppelbeweging W rond een as 22 dwars op de betreffende randen 2-3, terwijl het onmogelijk is de koppelmiddelen of koppeldelen 6-7 van diezelfde randen 2-3 in elkaar te brengen via een zuivere neerwaartse koppelbeweging N van het ene vloerpaneel 1 ten opzichte van het andere vloerpaneel 1.
In de doorsnede weergegeven op figuur 16 lijkt het mogelijk het mannelijk koppeldeel 6 door een zuivere neerwaartse beweging N in het vrouwelijk koppeldeel 7 aan te brengen, wanneer de betreffende vloerpanelen 1 zich met hun bovenranden 29 ongeveer verticaal boven elkaar bevinden. Deze mogelijkheid is gereflecteerd in het feit dat de geleidingsoppervlakken 30-31 van zowel het veerkrachtig element 27, als de onderzijde van voornoemd naar onder gericht haakvormig gedeelte 18 minstens gedeeltelijk verticaal boven elkaar gepositioneerd zijn, zodanig dat zij bij het verder uitvoeren van een neerwaartse koppelbeweging N contact met elkaar kunnen maken. Deze mogelijkheid tot contact leidt ertoe dat het naar onder gericht haakvormig gedeelte 18 het voornoemde element 27 opzij duwt en zo de uitsparing 19 van het vrouwelijk koppeldeel 7 kan binnendringen. In het algemeen vertoont de betreffende rand 3 de mogelijkheid het mannelijk koppeldeel 6 in het vrouwelijk koppeldeel 7 aan te brengen minstens over een gedeelte 32 van de lengte van deze rand 3, waarbij dit gedeelte 32 zich situeert nabij de as 22 waarrond voornoemde wentelkoppelbeweging W dient te worden uitgevoerd.
Zoals duidelijk blijkt uit figuur 18 is het onmogelijk het mannelijk koppeldeel 6 door een zuiver neerwaartse beweging N in het vrouwelijk koppeldeel 7 aan te brengen omdat het voornoemde element 27 een obstructie vormt voor het uitvoeren van een zuivere neerwaartse koppelbeweging N. Deze obstructie wordt in dit geval veroorzaakt door het feit dat de voornoemde geleidingsoppervlakken 30-31 niet minstens gedeeltelijk verticaal boven elkaar zijn gepositioneerd. Door het feit dat een situatie zoals diegene weergegeven op figuur 18 bij voorkeur minstens over een gedeelte 33 van de lengte van de betreffende rand 3 bestaat, is het onmogelijk de vloerpanelen 1 aan de betreffende rand 3 met elkaar te laten samenwerken door middel van een zuivere neerwaartse beweging N. Bij voorkeur situeert het betreffend gedeelte 33 van die rand 3 zich, zoals hier, distaai van de as 22 waarrond voornoemde wentelkoppelbeweging W dient te worden uitgevoerd.
Door het feit dat het, in het voorbeeld, mogelijk is om het veerkrachtig element 27 weg te duwen op een gedeelte 32 van de rand 3 proximaal ten opzichte van de voornoemde as 22, wordt bij een dergelijke wentelkoppelbeweging W verkregen dat dit element 27 bij het vorderen van de koppeling geleidelijk steeds verder wordt weggëdrukt. Hierdoor verdwijnt de obstructie die zich over het voornoemde distale gedeelte 33 van deze rand 3 uitstrekte, en kan hef mannelijk koppèldeel 6 ook daar door middel van de uit de neervouwbeweging W rèsultérende neerwaartse beweging N in het vrouwelijk koppeldeel 7 worden aangebracht.
Figuur 18 geeft verder in streeplijn nog weer dat de vèrgrendelingsgroef 20 al dan niet diep genoeg is uitgevoerd om minstens een volledige ontspanning van het veerkrachtig element 10 toe te laten. Eventueel kan de diepte ook van de vergrendelingsgroef 20 ook variërend over de lengte van de rand 3 zijn uitgevoerd.
Figuur 19 toont dat over het voornoemde distale gëdéelte 33 een grote ingrijping van het veerkrachtig element 27 kan worden bekomen en dat derhalve minstens over dit gedeelte 33 een stevige vergrendeling in de verticale richting V1 kan ontstaan.
Het is duidelijk dat de innovatieve koppelmiddelen of koppeldelen van het eerste en/of het tweede aspect even goed kunnen worden toegepast voor het koppelen van andere panelen dan vloerpanelen, zoals bijvoorbeeld voor het koppelen van plafondpanelen, wandpanelen of meubelpanelen.
Verder is het duidelijk dat de afzonderlijke elementen, veerkrachtige elementen of andere elementen zich volgens de uitvinding niet noodzakelijk aan het vrouwelijk koppeldeel dienen te bevinden. Voor de vakman is het duidelijk dat equivalente uitvoeringen kunnen worden bereikt waarbij dergelijk element zich minstens aan het mannelijk koppeldeel bevindt.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen, doch dergelijke werkwijzen en panelen kunnen volgens verschillende varianten worden gerealiseerd zonder buiten het kader van de huidige uitvinding te treden.

Claims (17)

  1. 2. Vloerpaneel volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het voornoemde veerkrachtig element (10) in de gekoppelde toestand minstens gedeeltelijk voornoemde vergrendeling in verticale richting (V1 ) verzorgt.
  2. 3. Vloerpaneel volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde koppelmiddelen (6-7) van voornoemde twee tegenovereenliggende randen (2-3) hoofdzakelijk zijn uitgevoerd als een mannelijk koppeldeel (6) en een vrouwelijk koppeldeel (7), waarbij het mannelijk koppeldeel (6) tijdens de koppelbeweging in het vrouwelijk koppeldeel (7) wordt aangebracht.
  3. 4. Vloerpaneel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde koppelbeweging een neerwaartse beweging (N) betreft van het ene vloerpaneel (1) ten opzichte van het andere vloerpaneel (2).
  4. 5. Vloerpaneel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het voornoemde veerkrachtige element (10) tijdens de koppelbeweging (N) twee keer beweegt in de richting (K-K’) van de betreffende rand (2-3).
  5. 6. Vloerpaneel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het veerkrachtig element (10) verbonden is met één van voornoemde randen (2-3) en dat het tijdens de koppelbeweging (N) ingrijpt in een vergrendelingsgroef (20) die dwars op voornoemde horizontale richting (H1) is uitgevoerd.
  6. 7. Vloerpaneel volgens één van voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het voornoemde veerkrachtig element (10) deel uitmaakt van een afzonderlijke strip (11) die aan één van de randen (2-3) van het vloerpaneel (1) is aangebracht.
  7. 8. Vloerpaneel volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat voornoemde strip (11) voorzien is van meerdere van dergelijke veerkrachtige elementen (10).
  8. 9. Vloerpaneel volgens conclusie 7 of 8 daardoor gekenmerkt dat het overige gedeelte van voornoemde strip (11) onbeweeglijk in de betreffende rand (3) blijft tijdens voornoemde koppelbeweging (N).
  9. 10. Vloerpaneel volgens één van de conclusies 7 tot 9, daardoor gekenmerkt dat het voornoemde veerkrachtig element (10) op zich bestéat uit een star vergrendelgedeelte (12) dat via een veerkachtige verbinding (13) öp dë strip (11) ïs voorzien.
  10. 11. Vloerpaneel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat voornoemd veerkrachtig element (1Ô) minstens gedeeltelijk voornoemde vergrendeling in horizontale richting (H1) verzorgt.
  11. 12. Vloerpaneei volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat dit vloerpaneel (1) rechthoekig is uitgevoerd, en dat het voornoemde paar randen (2-3) een paar korte randen (2-3) betreft.
  12. 13. Vloerpaneel volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat het voornoemde vloerpaneel (1) aan het paar lange randen (4-5) eveneens voorzien is van koppelmiddelen (8-9), waarbij deze koppelmiddelen (8-9) bij voorkeur in elkaar kunnen worden aangebracht door middel van een wentelbeweging (W) rond de betreffende rand (4-5).
  13. 14. Vloerpaneel volgens conclusie 13, daardoor gekenmerkt dat de koppelmiddelen (8-9) aan het paar korte randen (2-3) in elkaar kunnen worden aangebracht door middel van dezelfde wentelbeweging (W).
  14. 15. Vloerpaneel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het vloerpaneel (1) hoofdzakelijk uit hout of houtachtige materialen is opgebouwd, terwijl voornoemd veerkrachtig element (10) op basis van kunststof is vervaardigd.
  15. 16. Vloerpaneel, dat aan minstens twee tegenovereenliggende randen (2-3) voorzien is van koppelmiddelen (6-7) die toelaten dat twee van dergelijke vloerpanelen (1) aan de betreffende randen (2-3) met elkaar kunnen worden gekoppeld, zodanig dat de betreffende vloerpanelen (1) in de gekoppelde toestand vergrendeld zijn zowel in een verticale richting (V1) loodrecht op het vlak van de gekoppelde vloerpanelen (1) als in een horizontale richting (H1) loodrecht op de betreffende randen (2-3) en in het vlak van de gekoppelde vloerpanelen (1), daardoor gekenmerkt dat de koppelmiddelen (6-7) van voornoemde randen (2-3) in elkaar kunnen worden aangebracht door middel van een wentelkoppelbeweging (W) rond een as (22) dwars op de betreffende randen (2-3), terwijl het onmogelijk is de koppelmiddelen (6-7) van voornoemde randen (2-3) in elkaar te brengen via een zuivere neerwaartse koppelbeweging (N) van het ene vloerpaneel (1) ten opzichte van het andere vloerpaneel (1).
  16. 17. Vloerpaneel volgens conclusie 16, daardoor gekenmerkt dat aan de betreffende randen (2-3) gebruik wordt gemaakt van een veerkrachtig element (27), waarbij dit veerkrachtig element (27), bij voorkeur een obstructie vormt voor voornoemde zuivere neerwaartse koppelbeweging (N).
  17. 18. Vloerpaneel volgens conclusie 17, daardoor gekenmerkt dat het voornoemde veerkrachtig element (27) door middel van voornoemde wentelkoppelbeweging (W) geleidelijk weg wordt gedrukt, zodanig dat voornoemde obstructie wordt opgeheven.
BE2009/0721A 2009-11-20 2009-11-20 Vloerpaneel. BE1019008A3 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2009/0721A BE1019008A3 (nl) 2009-11-20 2009-11-20 Vloerpaneel.
PCT/IB2010/055086 WO2011061659A2 (en) 2009-11-20 2010-11-09 Floor panel and methods for manufacturing floor panels
EP10796480A EP2501877A2 (en) 2009-11-20 2010-11-09 Floor panel and methods for manufacturing floor panels
US13/509,395 US20120222378A1 (en) 2009-11-20 2010-11-09 Floor panel and methods for manufacturing floor panels

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE200900721 2009-11-20
BE2009/0721A BE1019008A3 (nl) 2009-11-20 2009-11-20 Vloerpaneel.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1019008A3 true BE1019008A3 (nl) 2011-12-06

Family

ID=42782053

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2009/0721A BE1019008A3 (nl) 2009-11-20 2009-11-20 Vloerpaneel.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US20120222378A1 (nl)
EP (1) EP2501877A2 (nl)
BE (1) BE1019008A3 (nl)
WO (1) WO2011061659A2 (nl)

Families Citing this family (15)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
SE0300642D0 (sv) * 2003-03-11 2003-03-11 Pergo Europ Ab Process for sealing a joint
BE1018480A3 (nl) * 2008-04-16 2011-01-11 Flooring Ind Ltd Sarl Vloerpanelen, vloerbekleding daaruit samengesteld, en werkwijze voor het vervaardigen van dergelijke vloerpanelen.
CA2786768C (en) 2010-01-14 2018-09-04 Spanolux N.V.- Div. Balterio Floor panel assembly and floor panel for use therein
RU2525556C2 (ru) 2010-04-15 2014-08-20 Спанолюкс Н.В.-Див. Бальтерио Блок напольных панелей
BE1019331A5 (nl) 2010-05-10 2012-06-05 Flooring Ind Ltd Sarl Vloerpaneel en werkwijzen voor het vervaardigen van vloerpanelen.
US9725912B2 (en) * 2011-07-11 2017-08-08 Ceraloc Innovation Ab Mechanical locking system for floor panels
US8857126B2 (en) 2011-08-15 2014-10-14 Valinge Flooring Technology Ab Mechanical locking system for floor panels
WO2013030686A2 (en) 2011-08-31 2013-03-07 Flooring Industries Limited, Sarl Panel and covering assembled from such panels
DE102011121348A1 (de) * 2011-12-19 2013-06-20 Fritz Egger Gmbh & Co. Og Paneel eines Fußbodenbelags mit einer entlang einer Seitenkante geneigten Verriegelungsfläche
EA032211B1 (ru) 2013-06-27 2019-04-30 Велинге Инновейшн Аб Комплект строительных панелей с механической запирающей системой
EP2915934A1 (de) 2014-03-06 2015-09-09 Flooring Industries Ltd., SARL. Set aus Paneelen mit Verriegelungselement
JP6900313B2 (ja) 2014-11-27 2021-07-07 ベーリンゲ、イノベイション、アクチボラグVaelinge Innovation Ab フロアパネル用機械式係止システム
BE1026806B1 (nl) 2018-11-27 2020-06-30 Flooring Ind Ltd Sarl Paneel en werkwijze voor het vervaardigen van dergelijk paneel
EP3908718A4 (en) 2019-01-10 2022-10-12 Välinge Innovation AB ASSEMBLY OF PANELS THAT CAN BE UNLOCKED VERTICALLY, ASSOCIATED METHOD AND DEVICE
MX2023004372A (es) * 2020-10-23 2023-05-03 Vaelinge Innovation Ab Panel de construccion con primer y segundo sistema de bloqueo.

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2005003489A1 (de) * 2003-07-02 2005-01-13 Kaindl Flooring Gmbh Platten mit einschiebe-steckprofil
WO2007015669A2 (en) * 2006-07-11 2007-02-08 Välinge Innovation AB Mechanical locking of floor panels with a flexible bristle tongue
EP1818478A1 (de) * 2006-02-10 2007-08-15 Flooring Technologies Ltd. Einrichtung zum Verriegeln zweier Bauplatten, insbesondere Bodenpaneelen
DE102006024184A1 (de) * 2006-05-23 2007-11-29 Hipper, August, Dipl.-Ing. (FH) Verbindung für Plattenpaneele
DE102006027982B3 (de) * 2006-06-14 2007-12-06 Fritz Egger Gmbh & Co. Bauteil, vorzugsweise für die Verkleidung von Fußböden, Wänden und Decken, sowie Verfahren zu dessen Herstellung

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1010487A6 (nl) 1996-06-11 1998-10-06 Unilin Beheer Bv Vloerbekleding bestaande uit harde vloerpanelen en werkwijze voor het vervaardigen van dergelijke vloerpanelen.
SE515789C2 (sv) 1999-02-10 2001-10-08 Perstorp Flooring Ab Golvbeläggningsmaterial innefattande golvelement vilka är avsedda att sammanfogas vertikalt
US7454875B2 (en) * 2004-10-22 2008-11-25 Valinge Aluminium Ab Mechanical locking system for floor panels
SI1650375T2 (sl) 2004-10-22 2011-04-29 Vaelinge Innovation Ab Set talnih panelov
EP1902041A4 (en) 2005-07-05 2010-03-17 Astrazeneca Ab NOVEL COMPOUNDS, PROCESS FOR THEIR PREPARATION, INTERMEDIATES, PHARMACEUTICAL COMPOSITIONS AND THEIR USE IN THE TREATMENT OF 5-HT6 MEDIATION DISORDERS SUCH AS ALZHEIMER'S DISEASE, COGNITIVE DISORDERS, ASSOCIATED INTELLECTUAL DISABILITIES
EP3910131A3 (en) * 2008-01-31 2022-03-30 Välinge Innovation AB Mechanical locking of floor panels

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2005003489A1 (de) * 2003-07-02 2005-01-13 Kaindl Flooring Gmbh Platten mit einschiebe-steckprofil
EP1818478A1 (de) * 2006-02-10 2007-08-15 Flooring Technologies Ltd. Einrichtung zum Verriegeln zweier Bauplatten, insbesondere Bodenpaneelen
DE102006024184A1 (de) * 2006-05-23 2007-11-29 Hipper, August, Dipl.-Ing. (FH) Verbindung für Plattenpaneele
DE102006027982B3 (de) * 2006-06-14 2007-12-06 Fritz Egger Gmbh & Co. Bauteil, vorzugsweise für die Verkleidung von Fußböden, Wänden und Decken, sowie Verfahren zu dessen Herstellung
WO2007015669A2 (en) * 2006-07-11 2007-02-08 Välinge Innovation AB Mechanical locking of floor panels with a flexible bristle tongue

Also Published As

Publication number Publication date
US20120222378A1 (en) 2012-09-06
WO2011061659A3 (en) 2012-11-29
EP2501877A2 (en) 2012-09-26
WO2011061659A2 (en) 2011-05-26

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1019008A3 (nl) Vloerpaneel.
BE1020316A3 (nl) Samengesteld element en hoekverbinding hierbij toegepast.
US9951526B2 (en) Mechanical locking system for building panels
JP6505719B2 (ja) 機械式係止デバイスを含むパネル及びこれらのパネルでできた組立品
BE1020495A4 (nl) Samengesteld element en hoekverbinding hierbij toegepast.
AU2008297989B2 (en) Panel, especially floor panel
EP1350904B1 (de) Fussbodendielen
KR20180109957A (ko) 조립된 제품을 위한 패널들의 세트
KR20180090838A (ko) 기계적 잠금 장치를 포함하는 패널 및 이 패널을 포함하는 조립 제품
BE1010487A6 (nl) Vloerbekleding bestaande uit harde vloerpanelen en werkwijze voor het vervaardigen van dergelijke vloerpanelen.
BE1018480A3 (nl) Vloerpanelen, vloerbekleding daaruit samengesteld, en werkwijze voor het vervaardigen van dergelijke vloerpanelen.
CA2867578C (en) Method for producing a mechanical locking system for building panels
RU2602850C2 (ru) Система механического замкового соединения для панелей напольных покрытий
JP2019507296A (ja) 要素、及び分解溝を作製する方法
JP2018505355A (ja) 機械的ロック装置を備えるパネルおよびそれらのパネルを備える組み立てられた製品
EA032211B1 (ru) Комплект строительных панелей с механической запирающей системой
RU2008152007A (ru) Настил пола, элемент пола и способ для изготовления элементов пола
MX2012013684A (es) Elemento compuesto y conexion de esquina aplicada al mismo.
KR102149414B1 (ko) 기계식 잠금 시스템을 갖춘 빌딩 패널
WO2016059549A2 (en) Composed element, drawer and method for manufacturing such drawer
FR3115969A1 (fr) Table à rallonge centrale
BE1028427A1 (nl) Vloerpanelen en werkwijze voor het vervaardigen van vloerpanelen en snijgereedschappen hierbij aangewend
EP1184527B1 (de) Paneel für einen Parkettboden und Verfahren zur Herstellung eines Paneels für einen Parkettboden
BE1018949A3 (nl) Paneel, bekleding samengesteld uit dergelijke panelen, werkwijze voor het installeren van panelen en werkwijze voor het vervaardigen van panelen.
BE1022842B1 (nl) Meubel