BE1018789A3 - Watertankbodem. - Google Patents

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een watertank voor wateropslag, omvattende op een fundament(2) gemonteerde zijnwanden (1) en een membraan(4) dat het fundament bedekt en zich naar boven toe op de zijwand(1) uitstrekt, waardoor hetmembraan(4) zich slechts op een laagste bodemgedeelte van de zijwand(1) uitstrekten onder het waterniveau eindigt. De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het construeren van een dergelijke watertank.

Description

Watertankbodem

De uitvinding heeft betrekking op een waterdichte bodem van een stalen watertank die geschikt is voor de opslag van sprinklerwater voor brandpreventie. De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het installeren van genoemde bodem in een stalen watertank.

Traditioneel wordt een stalen watertank geïnstalleerd met een waterdichte bodem door te voorzien in een betonvulling van circa 20 cm dik op de bodem binnenin de tank. Er ontstaat echter een probleem wanneer watertanks moeten worden geïnstalleerd in geïsoleerde gebieden waar de aanvoer van beton een probleem is. Een ander probleem kan de kwaliteit en betrouwbaarheid van het betonmengsel zijn, dat scheuren moet weerstaan en waterdicht moet zijn. Met andere woorden, het proces van het maken en de beschikbaarheid van beton als zodanig kan niet volledig worden gecontroleerd door de installateur. Bovendien maakt beton dit tot een kostbare installatie.

Een andere wijze van installeren van een waterdichte stalen watertank is door te voorzien in een binnenvoering, bijvoorbeeld van rubber. De binnenvoering bedekt de gehele tankwand van de watertank en reikt tot aan de bovenzijde, tot boven het watemiveau. Dit lost het zojuist genoemde probleem op, echter zijn er enkele grote nadelen. Een probleem met dit type ontwerp is dat de watertank gaat lekken en onbruikbaar wordt zodra de voering gescheurd of beschadigd raakt. Een ander probleem is ernstige corrosie van de tankwand ten gevolge van condensatie tussen de voering en genoemde wand.

Het is daarom een doel van de onderhavige uitvinding om gelijktijdig te voorzien in een goedkope en betrouwbare oplossing voor de hierboven genoemde problemen, als oplossing waarbij de installatie volledig autonoom door de installateur kan worden uitgevoerd zonder afhankelijk te zijn van de (kwaliteit van) derde partijen. Een ander doel van de uitvinding is het voorzien in een watertank die volkomen waterdicht is gedurende de vereiste levensduur.

Hiertoe voorziet de uitvinding in een watertank voor wateropslag, omvattende op een fundament (2) gemonteerde zijwanden (1) en een membraan (4) dat het fundament bedekt en zich naar boven toe op de binnenste zijwanden uitstrekt, waarbij de rand van het membraan (4) onder het watemiveau eindigt. Het membraan strekt zich slechts uit over een gedeelte van de zijwanden, namelijk het gedeelte van de ruimte dat nodig is voor het bevestigen van het membraan op het onderste gedeelte van de binnenste zijwanden.

Het membraan strekt zich slechts op het onderste gedeelte van de zijwanden uit en reikt niet tot het bovenste niveau van de tank. Omdat de membraanrand onder het watemiveau ligt is er een noodzaak voor een waterdichte afdichting van het membraan tegen de tankwand. Deze waterdichte afdichting wordt verschaft door de uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding.

Het voordeel van de watertank van de uitvinding is dat deze goedkoop is, eenvoudig, gemakkelijk, betrouwbaar en snel te installeren. Verder is de watertank volkomen waterdicht. Er wordt een minimale hoeveelheid membraanmateriaal gebruikt. Vanwege de geringe dikte van het membraan in vergelijking met een tankbodem die gevuld is met beton, kan de hoogte van de tank met dezelfde capaciteit (inhoud) wordt verminderd, waardoor een redelijke kostenbesparing wordt verkregen. Het installatieproces is van het begin tot het einde uitsluitend afhankelijk van één installateur.

In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding wordt genoemd membraan (4) waterdicht aangebracht tussen genoemde binnenste zijwanden (1) en een bevestigingsmiddel (8) door middel van bouten (9) in tevoren aangebrachte gaten (5a, 5b) en mastiek (6, 7, 10).

In een voorkeursuitvoering strekt genoemd membraan (4) zich 10 tot 50 cm, bij voorkeur 10 tot 30 cm of enige geschikte afstand, naar boven toe op de zijwanden (1) uit voor het bevestigen van het membraan op de zijwanden met een bevestigingsmiddel, waardoor op kosteneffectieve manier slechts een minimale hoeveelheid benodigd membraan wordt aangebracht.

In een specifieke uitvoeringsvorm wordt ten minste één rij zwelafdichtmastiek (7) op een ononderbroken waterdichte manier tussen de zijwanden (1) en het membraan (4) aangebracht.

In een voorkeursuitvoering wordt genoemd bevestigingsmiddel (8) aangebracht op de zijwanden (1) door middel van twee of meer rijen (I, II) bouten (9). Genoemde twee of meer rijen (I, II) zijn bij voorkeur horizontaal, d.w.z. parallel aan het vlak van het fundament of de bodem van de tank.

In een specifieke uitvoeringsvorm wordt een mastiek (6) in elk gat (5a, 5b) op een ononderbroken waterdichte manier aangebracht. Een mastiek (10) wordt op een ononderbroken waterdichte manier aangebracht tussen het onderste uiteinde van het bevestigingsmiddel (8) en het membraan (4), tussen de bovenrand van het bevestigingsmiddel (8) en het membraan (4), en tussen de bovenrand van het membraan en de zijwanden.

Genoemd bevestigingsmiddel (8) omvat één of meer verstevigingsribben (11) die zich buiten het oppervlak van genoemd bevestigingsmiddel uitstrekken. In een specifieke uitvoeringsvorm is genoemde verstevigingsribbe (11) een gebogen rand of een afdichtrand.

In een voorkeursuitvoering omvat genoemd bevestigingsmiddel (8) één of meer perifere banden (8) klemplaten, waarbij elke band twee of meer horizontale rijen (I, II) tevoren aangebrachte gaten (5b) omvat, overeenkomend met tevoren aangebrachte gaten (5a) in de zijwanden.

Het membraan (4) is bij voorkeur gemaakt van EPDM. Een beschermlaag (3) wordt aangebracht pp de bodem tussen het fundament (2) en het membraan (4).

In een specifieke uitvoeringsvorm is een omhulling (12) aangebracht die gravel (13) rondom de bùitenbodem van de tank bijeenhoudt voor het verbergen van een van bouten (16) voorzien L-profiel (14) waardoor de tank op het fundament (2) is gemonteerd.

De uitvinding voorziet tevens in een werkwijze voor het construeren van een watertank zoals hierboven beschreven, welke werkwijze de stappen omvat van: a) monteren van de zijwanden (1) van een watertank op een fundament (2); b) uitspreiden van een membraan (4) op het fundament (2) en het uitstrekken van genoemd membraan op de binnenste zijwanden tot een niveau onder het watemiveau; c) aanbrengen van een ononderbroken zwelafdichtmastiek (7) tussen het membraan (4) en de zijwanden (1); d) aanbrengen van een ononderbroken mastiek (6) tussen het membraan (4) en de zijwand (1) op het niveau van de rijen (I, II) gaten (5a); e) aanbrengen van een ononderbroken mastiek (6) tussen het membraan (4) en een klemplaat (8) op het niveau van de rijen (I, II) gaten (5b); f) bevestigen van de klemplaat (8) op de zijwanden (1) door middel van bouten (9) door de gaten (5a, 5b) en de mastiek (6); g) aanbrengen van mastiek (10) aan de randen van de klemplaat (8) en het membraan (4), waarbij elke ruimte tussen de rand van het membraan (4) en de zijwanden (1) en elke ruimte tussen de klemplaat (8) en het membraan (4) wordt afgedicht; h) optioneel aanbrengen van een buitenomhulling rondom de bodem van de watertank.

De uitvinding voorziet ook in het gebruik van een sprinklerwatertank zoals hierboven beschreven voor waterdichte opslag.

De watertank kan worden geïnstalleerd op ieder horizontaal oppervlak dat sterk en stabiel genoeg is op het gewicht van de tank en het water daarin te kunnen dragen. Als zodanig kan de watertank (op een betonplaat) op de grond worden geïnstalleerd, maar kan eveneens op een toren, een dak of een ander ondersteuningsmiddel worden geïnstalleerd.

De uitvinding zal nu nader beschreven worden aan de hand van volgende figuren:

Figuur 1 toont een doorsnede van een cilindrische watertank volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont een fotodetail van een watertankconstructie volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont een doorsnede van een cilindrische watertank (1) die is geplaatst op een betonnen fundament (2). De tank is waterpas gemonteerd (tolerantie van ongeveer 10 mm) en met ankerbouten in de betonplaat vastgezet. De watertank is gemaakt van gegalvaniseerde modulaire stalen platen, geassembleerd met silobouten en afgedicht met mastiek.

Het bovenvlak van het beton is schoongebezemd en vrijgemaakt van alle delen die het membraan zouden kunnen beschadigen. Een beschermlaag (3) is op de bovenzijde van het betonoppervlak geplaatst en strekt zich gedeeltelijk uit tot op de zijkanten van de tank. Voorbeelden van beschermlagen zijn geotextielen (300 gr/m2) of equivalenten.

Het membraan (4) wordt eerst aan de bovenzijde van de beschermlaag gepositioneerd, in het middelpunt van de tank, in een speciaal verpakte uitvoeringsvorm. Dan wordt die geopend om de bodem van de tank te bedekken, zich daarbij gedeeltelijk naar boven toe, bij voorkeur 20 tot 30 cm, op de zijkanten van tank uitstrekkend. Als zodanig komt het membraan (4) niet boven het watemiveau uit maar eindigt onder het watemiveau, binnenin de tank. Het membraan is bij voorkeur gemaakt van EPDM (1,2 mm dikte) of equivalenten.

De tankwand is voorzien van tevoren aangebrachte gaten (5a), bij voorkeur in twee horizontale rijen (I, II) parallel aan de bodem van de tank. Een mastiek (6) wordt op de binnenzijde van de tank aangebracht op een ononderbroken manier langs elk van de twee horizontale rijen (I, II) tevoren aangebrachte gaten. Ook in een horizontale rij, tussen de twee horizontale rijen aangebrachte gaten in, wordt met zwelafdichtmastiek (7) een zwelverbinding aangebracht, eveneens bij voorkeur op een ononderbroken manier. De zwelverbinding kan hetzelfde materiaal zijn als de mastiek.

Het membraan (4) wordt krachtig op de twee rijen (I, II) mastiek (6) en de zwelafdichtmastiek (7) gedrukt, waarbij elk lekken van water wordt verhinderd.

Een klemplaat (8) die is voorzien van twee horizontale rijen (I, II) tevoren aangebrachte gaten (5b) wordt aangebracht aan de bovenzijde van het membraan en vastgezet aan de overeenkomstige rijen tevoren aangebrachte gaten (5a) in de tankwand. Beide rijen gaten van de klemplaat (8) zijn eveneens voorzien van mastiek (6) in ononderbroken horizontale rijen.

De klemplaat (8) wordt segment na segment bevestigd op de tankwand (1) door middel van silobouten (9) die passen in de gaten (5a, 5b), waarbij een ononderbroken perifere klemband (8) wordt gevormd.

De boven- en onderzijde van de klemplaat (8) wordt voorzien van een ononderbroken rij mastiek (10) teneinde de klemplaat goed af te dichten en elke lekkage van water uit de tank te voorkomen.

In deze uitvoeringsvorm bezit de klemplaat (8) een bovenrand (11) die enigszins is opengevouwen in de richting van het middelpunt van de tank. Een vormgeving als deze, uitstekend buiten het vlak van de plaat, voorkomt dat de plaat verbuigt wanneer de bouten worden aangetrokken door vergroting van de stijfheid van de plaat. Andere uitvoeringsvormen van een dergelijke vormgeving zijn mogelijk. Deze uitvoeringsvorm hier vergemakkelijkt eveneens het aanbrengen van de mastiek (10) in de ruimte van de gevouwen bovenrand (11).

Rond de buitenzijde van de tank, ter hoogte van de betonvloerbodem, wordt een opstaande omhulling (12) aangebracht die gravel (13) tussen de omhulling en de tank bijeenhoudt. Een L-profiel (14) wordt aangebracht op de tankwand en pas gemaakt met opvulstukken (15) en door middel van silobouten (16) op de tankwand (1) vastgezet en met ankerbouten (16) op de betonvloer (2) om te voorkomen dat gravel (13) door de onderzijde van de beschermende voering (3) en het membraan (4) heen dringt. De opstaande omhulling (12) is bij voorkeur ongeveer 15 cm hoog. De gevulde omhulling verschaft een esthetisch uiterlijk aan de tank en voorkomt dat vuil of ander materiaal onder de zijkant van de tank door naar binnen komt.

De voor afdichting gebruikte mastiek (6, 7, 10) wordt speciaal gemaakt voor goede hechting aan zowel de gegalvaniseerde stalen tank als aan het (EPDM) membraan. Voorbeelden van voor dit doel geschikte mastieken zijn AvascoFlex en AvascoRub of equivalenten.

De binnenzijde van de tank (1) kan tegen corrosie en vuilafzetting worden beschermd. Het water binnenin de tank kan eveneens tegen vuilafzetting worden behandeld. De tank wordt bij voorkeur geaard.

Figuur 2 toont een gedetailleerd aanzicht van de tankbodem, waarin de zijwanden (1) en het membraan (4) op de bodem worden getoond. De klemplaat (8) is nabij de bodem van de tank gemonteerd maar zou ook op een hoger niveau kunnen worden gemonteerd. Figuur 2 toont de lege waterdichte watertank die gereed is om water te op te vangen. Zoals kan worden gezien wordt de klemplaat aan de onderbodem van de tank gemonteerd.

Claims (16)

1. Watertank voor wateropslag, omvattende op een fundament (2) gemonteerde zijwanden (1) en een membraan (4) dat het fundament bedekt en zich naar boven toe op de binnenste zijwanden uitstrekt, met het kenmerk dat de rand van het membraan (4) onder het watemiveau eindigt.

2. Watertank volgens conclusie 1, met het kenmerk dat genoemd membraan (4) waterdicht is aangebracht tussen genoemde binnenste zijwanden (1) en een bevestigingsmiddel (8) door middel van bouten (9) in tevoren aangebrachte gaten (5a, 5b) en mastiek (6, 7, 10).

3. Watertank volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat genoemd membraan (4) zich 10 tot 50 cm, bij voorkeur 10 tot 30 cm, naar boven toe op de zijwanden (1) uitstrekt.

4. Watertank volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk dat ten minste één rij zwelafdichtmastiek (7) op een ononderbroken waterdichte manier tussen de zijwanden (1) en het membraan (4) is aangebracht.

5. Watertank volgens één van de conclusies 2 t/m 4, met het kenmerk dat genoemd bevestigingsmiddel (8) op de zijwanden (1) is aangebracht door middel van twee of meer rijen (I, II) bouten (9).

6. Watertank volgens conclusie 5, met het kenmerk dat genoemde twee of meer rijen (I, II) horizontaal zijn.

7. Watertank volgens één van de conclusies 2 t/m 6, met het kenmerk dat een mastiek (6) is aangebracht in elk gat (5a, 5b) op een ononderbroken waterdichte manier.

8. Watertank volgens één van de conclusies 2 t/m 7, met het kenmerk dat op een ononderbroken waterdichte manier een mastiek (10) is aangebracht tussen het onderste uiteinde van het bevestigingsmiddel (8) en het membraan (4), tussen de bovenrand van het bevestigingsmiddel (8) en het membraan (4), en tussen de bovenrand van het membraan en de zijwanden.

9. Watertank volgens één van de conclusies 2 t/m 8, omvattende op een fundament (2) gemonteerde zijwanden (1) en een membraan (4) dat het fundament bedekt en zich naar boven toe op de binnenste zijwanden uitstrekt, met het kenmerk dat de rand van het membraan (4) onder het watemiveau eindigt, waarbij er zich tussen het membraan en de zijwand een zwelvoeg bevindt in ononderbroken horizontale lijn, en waarbij de zwelvoeg zich bevindt boven een eerste en een tweede horizontale rij gaten waardoor bouten steken die het membraan bevestigen aan de zijwand via overeenkomstige gaten in een ononderbroken klemplaat, of klemplaatsegmenten, die loopt van onder de eerste rij gaten en boven de tweede rij gaten, waarbij de gaten waardoor de bouten gaan verder zijn opgevuld met mastiek, en waarbij de klemplaat het membraan en de zijwand waterdicht afsluiten door een eerste omtrekvoeg van ononderbroken mastiek bovenaan de klemplaat, en een tweede omtrekvoeg van ononderbroken mastiek onderaan de klemplaat.

10. Watertank volgens één van de conclusies 2 t/m 9, met het kenmerk dat genoemd bevestigingsmiddel (8) één of meer verstevigingsribben (11) omvat die zich buiten het oppervlak van genoemd bevestigingsmiddel uitstrekken.

11. Watertank volgens conclusie 10, met het kenmerk dat genoemde verstevigingsribbe (11) een gebogen rand of een afdichtrand is.

12. Watertank volgens één van de conclusies 2 t/m 11, met het kenmerk dat genoemd bevestigingsmiddel (8) één of meer perifere banden (8) klemplaten omvat, waarbij elke band twee of meer horizontale rijen (I, II) tevoren aangebrachte gaten (5b) omvat, overeenkomend met tevoren aangebrachte gaten (5a) in de zijwanden.

13. Watertank volgens één van de conclusies 1 t/m 12, met het kenmerk dat het membraan (4) is gemaakt van EPDM.

14. Watertank volgens één van de conclusies 1 t/m 13, met het kenmerk dat een beschermlaag (3) is aangebracht op de bodem tussen het fundament (2) en het membraan (4).

15. Werkwijze voor het construeren van een watertank volgens conclusies 1 t/m 14, waarbij genoemde werkwijze de stappen omvat: a. Monteren van de zijwanden (1) van een watertank op een fundament (2); b. Uitspreiden van een membraan (4) op het fundament (2) en uitstrekken van genoemd membraan op de binnenste zijwanden tot een niveau onder het watemiveau; c. Aanbrengen van een ononderbroken zwelafdichtmastiek (7) tussen het membraan (4) en de zijwanden (1); d. Aanbrengen van een ononderbroken mastiek (6) tussen het membraan (4) en de zijwand (1) op het niveau van de rijen (I, II) gaten (5a); e. Aanbrengen van een ononderbroken mastiek (6) tussen het membraan (4) en een klemplaat (8) op het niveau van de rijen (I, II) gaten (5b); f. Vastzetten van de klemplaat (8) op de zijwanden (1) door middel van bouten (9) door de gaten (5a, 5b) en de mastiek (6); g. Aanbrengen van mastiek (10) aan de randen van de klemplaat (8) en het membraan (4) die elke ruimte tussen de rand van het membraan (4) en de zijwanden (1) en elke ruimte tussen de klemplaat (8) en het membraan (4) afdichten; h. Optioneel, voorzien in een buitenomhulling rondom de bodem van de watertank.

16. Gebruik van een watertank volgens één van de conclusies 1 t/m 14 voor waterdichte opslag.