BE1018215A3

BE1018215A3 - Werkwijze voor het produceren van chocoladeproducten voorzien van een eetbare bedrukking.

Info

Publication number: BE1018215A3
Application number: BE2008/0390A
Authority: BE
Inventors: Paul Sulmon
Original assignee: Pralibel Nv
Priority date: 2008-07-14
Filing date: 2008-07-14
Publication date: 2010-07-06

Abstract

Deze uitvinding betreft een werkwijze voor het produceren van chocoladeproducten voorzien van een eetbare bedrukking(2), waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat:-het aanbrengen van een eetbare bedrukking(2) op een kunststofplaatmateriaal(1) of kunststoffolie;-het omvormen van het bedrukte plaatmateriaal(1) of de bedrukte folie tot een inlegger(3) voor chocoladeproducten;-vullen van de gevormde inlegger(3) met chocolade;-transfer van de eetbare bedrukking(2) naar het chocoladeproduct;-verwijderen van het bedrukte chocoladeproduct(4) uit de inlegger.

Description

WERKWIJZE VOOR HET PRODUCEREN VAN CHOLADEPRODUCTEN VOORZIEN VAN EEN EETBARE BEDRUKKING

Deze uitvinding betreft een werkwijze voor het produceren van chocoladeproducten voorzien van een eetbare bedrukking. Deze werkwijze betreft in het bijzonder een werkwijze voor het produceren (vormen) van bedrukte pralines, paaseieren en dergelijke.

Het aanbrengen van bedrukkingen zoals bijvoorbeeld afbeeldingen, letters, logo's, enz... met een eetbare inkt zijn reeds gekend.

Zo beschrijft de Amerikaanse octrooipublicatie US 6 376 000 een werkwijze voor het vormen van een bedrukt chocoladeproduct, waarbij eerst een afbeelding met eetbare inkt wordt gedrukt op eetbaar papier (ouwel). Vervolgens wordt het bedrukte papier bevestigd op de chocolade door het bedrukte papier in een matrijs te plaatsen en er vervolgens de chocolade in te brengen. Het eindproduct is een stuk chocolade voorzien van een afbeelding op eetbaar papier.

Een andere gekende manier om chocoladeproducten te bedrukken is via tampondrukken en wordt o.a beschreven in de Belgische octrooipublicatie BE 1003568. Bij tampondrukken wordt eetbare inkt op een cliché - metalen plaatje dat voorzien is van bijv. een ontwerp van afbeelding of logo - aangebracht. Via een tampon, een rubberen stempel, wordt het ontwerp van het cliché gedrukt op het chocoladeproduct. Via deze techniek kunnen naast vlakke oppervlakken, tevens ook driedimensionaal gevormde oppervlakken zoals o.a paaseieren en pralines voorzien worden van een eetbare bedrukking.

Ondanks de voordelen van bovenbeschreven technieken, heeft deze uitvinding tot doel een alternatieve werkwijze te verschaffen om chocoladeproducten te vormen voorzien van een eetbare bedrukking.

Het doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een werkwijze voor het produceren van chocoladeproducten voorzien van een eetbare bedrukking, waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat: - het aanbrengen van een eetbare bedrukking op een kunststofplaatmateriaal of kunststoffolie; - het omvormen van het bedrukte plaatmateriaal of de bedrukte folie tot een inlegger voor chocoladeproducten; - vullen van de gevormde inlegger met chocolade; - transfer van de eetbare bedrukking naar het chocoladeproduct; - verwijderen van het bedrukte chocoladeproduct uit de inlegger.

Deze werkwijze laat toe om op een eenvoudige en elegante manier chocoladeproducten van allerlei vormen (bijv. vlak, bol of andere vormen) te voorzien van een eetbare bedrukking.

De werkwijze overeenkomstig de uitvinding kan zowel continu als discontinu gebeuren, waarbij bijvoorbeeld eerst de inlegger voorzien van een eetbare bedrukking gevormd wordt die dan pas later gebruikt wordt om een chocoladeproduct te produceren.

In een voorkeurdragende werkwijze overeenkomstig de uitvinding wordt de genoemde inlegger via thermovormen gevormd. De inlegger is in het bijzonder vervaardigd uit PS, PP, ABS, PVC of PETG. De inlegger kan echter ook nog uit andere geschikte kunststofmaterialen, zoals bijv. ethyleenvinylacetaat of co-polymeren van eerder genoemde kunststoffen, vervaardigd worden.

In een bij zonder werkwij ze volgens de uitvinding wordt het chocoladeproduct gevormd uit melkchocolade, witte chocolade, pure chocolade of imitatiechocolade. Het is evident dat het chocoladeproduct uit andere types van chocolade gevormd kan worden. Bij een voorkeurswerkwijze omvat het bedrukte chocoladeproduct een vulling. In dit geval wordt de gevormde inlegger gevuld met chocolade en een specifieke vulling.

Het gevormde chocoladeproduct is meer in het bijzonder een praline of een paasei.

In een meer bijzondere werkwijze volgens de uitvinding omvat de inlegger een aantal holtes die voorzien zijn voor het vormen van een bedrukt chocoladeproduct. Bij voorkeur is elk van de genoemde holtes voorzien is van een eetbare bedrukking.

Om de eigenschappen van deze uitvinding verder te verduidelijken en om bijkomende voordelen en bijzonderheden ervan aan te duiden volgt nu een meer gedetailleerde beschrijving van de werkwijze voor het produceren van pralines of andere chocoladeproducten overeenkomstig deze uitvinding. Het weze duidelijk dat niets in de hierna volgende beschrijving kan geïnterpreteerd worden als een beperking van de in de conclusies opgeëiste bescherming voor deze uitvinding.

In deze beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde figuren, waarbij: figuur 1: een schematische voorstelling is van de opeenvolgende stappen van de werkwijze overeenkomstig de uitvinding; figuur 2: een voorstelling is van een aantal bedrukte chocoladeproducten, in het bij zonder pralines.

Deze uitvinding betreft een werkwijze voor het produceren van chocoladeproducten zoals bijvoorbeeld pralines, paaseieren, bonbons, enz... voorzien van een eetbare bedrukking (2) . De bedrukking (2) kan een afbeelding, logo of een bepaald patroon zijn en wordt aangebracht met een eetbare inkt die voldoet aan alle voedingsvereisten. De eetbare inkt bevat o.a cacaoboter, suikers, kleurstoffen en andere hulpstoffen.

De werkwijze overeenkomstig deze uitvinding wordt schematisch voorgesteld op figuur 1 en omvat de volgende stappen: - het aanbrengen van een eetbare bedrukking (2) op een kunststofplaatmateriaal (1) of kunststoffolie (stap a); - het omvormen van het bedrukte plaatmateriaal of de bedrukte folie tot een inlegger (3) voor chocoladeproducten (stap b); - vullen van de gevormde inlegger (3) met chocolade en eventueel een vulling (stap c); - transfer van de eetbare bedrukking (2) naar het chocoladeproduct (stap d); - verwijderen van het bedrukte chocoladeproduct (4) uit de inlegger (stap e).

Het aanbrengen van een eetbare bedrukking (2) op een plaatmateriaal (1) of folie (1) die dan later wordt omgevormd tot een inlegger (3) voor chocoladeproducten laat toe om heel flexibel te werken. Men kan namelijk heel eenvoudig en snel de bedrukking (2) gaan wijzigen. Bovendien kan op éénzelfde plaat (1) of folie, een aantal verschillende bedrukkingen (2) geplaatst worden zodat men met één inlegger (3) een aantal chocoladeproducten (4) kan vormen die voorzien zijn van verschillende bedrukkingen (2). Tevens kan men exact de plaats bepalen waar de bedrukking op het chocoladeproduct (4) dient te komen. Verder kan men met deze werkwijze bedrukkingen (2) in een veelheid van kleuren gaan aanbrengen op chocoladeproducten.

Het omvormen van het bedrukte plaatmateriaal (1) of folie tot een inlegger (3) gebeurt door thermovormen. Bij thermovormen wordt vertrokken van een plaat (1) of folie vervaardigd uit een al dan niet transparante kunststof. Veelgebruikte materialen hiervoor zijn: PS, PP, ABS, PVC, EVA, PE, PET, PETG, PETAG, enz... Standaard omvat een inlegger (3) 24 holtes die elk voorzien zijn om één chocoladeproduct (4) te vormen. Het is evident dat in functie van de grootte van de plaat (1) of folie en de grootte van het te vormen chocoladeproduct, het aantal holtes per inlegger (3) hoger of lager kan liggen. De bedrukking (2) wordt zodanig op het plaatmateriaal (1) of folie aangebracht zodat iedere holte aan zijn binnenzijde voorzien is van een afzonderlijke bedrukking (2).

Het plaatmateriaal wordt verwarmd, bijvoorbeeld met behulp van infraroodstraling (via infrarood elementen) of op een andere gekende manier en vervolgens in een matrijs gevormd (veelal door onderdruk, overdruk of beiden) en daarin afgekoeld.

De meest toegepaste techniek is vacuümvormen, waarbij de verwarmde plaat of folie d.m.v luchtdruk (onderdruk) in of over de wand van de mal of matrijs getrokken wordt. Deze onderdruk kan eventueel aangevuld worden door overdruk aan de andere kant van de folie of plaatmateriaal, dit om een meer scherp detail te krijgen van de vorm van de folie. Er kan gebruik gemaakt worden van zowel een positieve als een negatieve mal of matrijs. Een andere techniek om tot een inlegger (3) te komen is d.m.v persen, hierbij wordt de verwarmde plaat of folie in de matrijs geperst.

Eens de inlegger (3) gevormd, worden de verschillende holtes gevuld met vloeibare chocolade (en eventueel een vulling). Bij het vullen wordt er vloeibare chocolade in de verschillende gevormde holtes van de inlegger (3) gegoten. De chocolade is getempereerd en bevindt zich op dat ogenblik op een temperatuur gelegen tussen 25° en 35°C. Echter, afhankelijk van de toevoegingen kunnen de temperaturen hiervan wat afwijken. De gebruikte chocolade kan zowel witte chocolade, melkchocolade, pure chocolade, imitatie chocolade of andere types van chocolade zijn. Gedurende het vullen kunnen tevens in functie van het recept verschillende toevoegingen gebeuren aan de chocolade al of niet gemalen noten (hazelnoten, amandelen, ...) , kleurstoffen, aroma's, ... . Tevens kan het product al of niet gevuld worden met o.a. praliné, ganache, botercrème, ... . Deze vullingen kunnen op de klassieke manier of via een moderne techniek (bijv. one shot) aangebracht worden in de praline.

Gedurende het hardingsproces van de chocolade zal de eetbare bedrukking (2) , die zich aan de binnenzijde van iedere holte bevindt, getransfereerd worden naar het oppervlak van het chocoladeproduct in de inlegger (3) . Nadat de chocolade is uitgehard, wordt het bedrukt chocoladeproduct (4) uit de inlegger (ook wel blister genoemd) gehaald, bijvoorbeeld met de hand op een lopende band of automatisch, al dan niet via een robot, waarna de verschillende bedrukte chocoladeproducten (4) verpakt en geëtiketteerd kunnen worden. Enkele voorbeelden van bedrukte chocoladeproducten staan afgebeeld op figuur 2.

Bovengenoemde werkwijze kan continue gebeuren waarbij de hierboven beschreven stappen achtereenvolgens, in lijn, worden uitgevoerd. Echter, het is tevens mogelijk de werkwijze overeenkomstig de uitvinding discontinu uit te voeren, waarbij men eerst de inleggers (3) voorzien van de eetbare bedrukking (2) zal produceren en deze pas later (bijv. de week de maand erop of eventueel nog later) zal vullen met chocolade om de bedrukking (2) over te zetten naar het chocoladeproduct.

Claims

1. Werkwijze voor het produceren van chocoladeproducten voorzien van een eetbare bedrukking (2) , met het kenmerk dat deze werkwijze de volgende stappen omvat: het aanbrengen van een eetbare bedrukking (2) op een kunststofplaatmateriaal (1) of kunststoffolie; het omvormen van het bedrukte plaatmateriaal (1) of de bedrukte folie tot een inlegger (3) voor chocoladeproducten; vullen van de gevormde inlegger (3) met chocolade; transfer van de eetbare bedrukking (2) naar het chocoladeproduct; verwijderen van het bedrukte chocoladeproduct (4) uit de inlegger (3).

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de genoemde inlegger (3) via thermovormen wordt gevormd.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de inlegger (3) vervaardigd is uit PS, PP, ABS, PVC of PETG.

4. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het chocoladeproduct gevormd wordt uit melkchocolade, witte chocolade, pure chocolade of imitatiechocolade.

5. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het bedrukte chocoladeproduct (4) een vulling omvat.

6. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de inlegger (3) een aantal holtes omvat die voorzien zijn voor het vormen van een bedrukt chocoladeproduct (4) .

7. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk dat elk van de genoemde holtes voorzien is van een eetbare bedrukking (2) .

8. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het gevormde chocoladeproduct een praline of een paasei is.