BE1015798A3 - Betonneermachine. - Google Patents

Betonneermachine. Download PDF

Info

Publication number
BE1015798A3
BE1015798A3 BE2003/0629A BE200300629A BE1015798A3 BE 1015798 A3 BE1015798 A3 BE 1015798A3 BE 2003/0629 A BE2003/0629 A BE 2003/0629A BE 200300629 A BE200300629 A BE 200300629A BE 1015798 A3 BE1015798 A3 BE 1015798A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
chassis
concreting machine
arms
machine according
aforementioned
Prior art date
Application number
BE2003/0629A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Cmi Belgium Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Cmi Belgium Nv filed Critical Cmi Belgium Nv
Priority to BE2003/0629A priority Critical patent/BE1015798A3/nl
Priority to EP04078152A priority patent/EP1553227B1/en
Priority to ES04078152T priority patent/ES2308103T3/es
Priority to DE602004014239T priority patent/DE602004014239D1/de
Priority to CA002488109A priority patent/CA2488109A1/en
Priority to US10/994,276 priority patent/US7503412B2/en
Priority to AU2004231249A priority patent/AU2004231249A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1015798A3 publication Critical patent/BE1015798A3/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01CCONSTRUCTION OF, OR SURFACES FOR, ROADS, SPORTS GROUNDS, OR THE LIKE; MACHINES OR AUXILIARY TOOLS FOR CONSTRUCTION OR REPAIR
    • E01C19/00Machines, tools or auxiliary devices for preparing or distributing paving materials, for working the placed materials, or for forming, consolidating, or finishing the paving
    • E01C19/48Machines, tools or auxiliary devices for preparing or distributing paving materials, for working the placed materials, or for forming, consolidating, or finishing the paving for laying-down the materials and consolidating them, or finishing the surface, e.g. slip forms therefor, forming kerbs or gutters in a continuous operation in situ

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • On-Site Construction Work That Accompanies The Preparation And Application Of Concrete (AREA)
  • Road Paving Machines (AREA)

Abstract

Betonneermachine die in hoofdzaak bestaat uit een chassis en uit rupsaandrijvingen, waarop het chassis door middel van armen is aangebracht, welke armen in de hoogte verplaatsbaar zijn, daardoor gekenmerkt dat de betonneermachine (1) is voorzien van middelen voor het in de hoogte verplaatsen van het chassis (4) ten opzichte van de armen (3).

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Betonneermachine Deze uitvinding betreft een betonneermachine, meer speciaal een betonneermachine die is voorzien van een hoogteregeling, en die, bij voorkeur, kan worden uitgerust met verschillende werktuigen voor het vervaardigen van greppels, borduren, betonbanen of dergelijke. 



  Men kent reeds zulke betonneermachine die hoofdzakelijk bestaat uit een rupsaandrijving die is voorzien van verschillende draagarmen die een chassis ondersteunen. 



  In deze bekende betonneermachine is de rupsaandrijving voorzien van middelen, bijvoorbeeld een hydraulische zuiger, die toelaat de voornoemde draagarmen verticaal of nagenoeg verticaal te bewegen. 



  Het chassis van de bekende betonneermachine is verder voorzien van middelen die toelaten een voornoemd werktuig aan een zijkant van het chassis of onder het chassis te bevestigen. 



  Een nadeel van deze bekende betonneermachine is dat, voor het in de hoogte verstellen van het werktuig, steeds het volledige chassis samen met de voornoemde armen moet worden versteld. 



  Dit heeft als nadeel dat het zwaartepunt van de betonneermachine relatief hoog komt te liggen, wanneer een werktuig wordt gebruikt dat zelf relatief hoog is of wanneer er een groot niveauverschil is tussen het 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 werkoppervlak en het rijoppervlak van de rupsaandrijvingen, wat een verminderde stabiliteit van de betonneermachine tot gevolg heeft, waardoor, bij het aanleggen van een weg of dergelijke, een slechte afwerking van het wegdek wordt verkregen. 



  Een ander nadeel is dat de hoogte-instelling van het chassis beperkt is en dat de armen die het chassis ondersteunen niet tot onder het niveau van de rupsaandrijvingen kunnen zakken, waardoor, voor het bewerken van een oppervlak gelegen onder het niveau van de rupsaandrijving, bijvoorbeeld voor het werken in greppels, het betreffende werktuig een relatief grote hoogte moet bezitten, daar het de afstand moet overbruggen tussen het chassis en het werkoppervlak. 



  Het nadeel hiervan is dat verschillende werktuigen moeten worden voorzien met dezelfde functie maar met een andere hoogte, waardoor niet alleen veel werktuigen moeten worden aangeschaft maar, waardoor ook, in vele gevallen, de hoeveelheid werktuigen een belangrijk nadeel vormen voor de mobiliteit van de betonneermachine tussen bijvoorbeeld verschillende werven. 



  De huidige uitvinding heeft als doel aan één of meerdere van de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden. 



  Hiertoe betreft de uitvinding een betonneermachine die in hoofdzaak bestaat uit een chassis en uit rupsaandrijvingen, waarop het chassis door middel van armen is aangebracht, welke armen in de hoogte verplaatsbaar zijn, waarbij de 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 betonneermachine is voorzien van middelen voor het in de hoogte verplaatsen van het chassis ten opzichte van de armen. 



  Bij voorkeur bestaan deze voornoemde middelen voor het in de hoogte verplaatsen van het chassis uit, hoofdzakelijk, minstens één slede die verschuifbaar is aangebracht op minstens één geleiding die deel uitmaakt van het chassis, en waarop één of meer van de voornoemde armen zijn bevestigd ; en uit een aandrijving voor het verplaatsen van de slede. 



  Een voordeel van de betonneermachine volgens de uitvinding is dat het chassis in de hoogte kan worden verplaatst ten opzichte van de armen die zelf in hoogte kunnen worden verplaatst ten opzichte van de rupsaandrijving, waardoor de betonneermachine beschikt over meer instelmogelijkheden van het zwaartepunt dan in het geval van de bekende betonneermachines, waardoor ten allen tijde het laagste zwaartepunt kan ingesteld worden om een grotere stabiliteit te bekomen. 



  Een voordeel van deze dubbele hoogteregeling is dat het chassis tot tussen de rupsaandrijving kan worden neergelaten, waardoor een werktuig zich tot relatief ver onder de rupsaandrijving kan uitstrekken. 



  Met het inzicht de kenmerken van een betonneermachine volgens de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 figuur 1 schematisch een betonneermachine volgens de uitvinding weergeeft; figuur 2 een zicht weergeeft volgens pijl F2 in figuur l; figuur 3, op grotere schaal, een doorsnede weergeeft van een gedeelte dat in figuur 2 door pijl F3 is aangeduid ; figuur 4 een zicht weergeeft volgens pijl F4 in figuur
3 ; figuur 5 schematisch de betonneermachine uit figuur 1 weergeeft, doch in een andere opstelling; figuur 6 schematisch de betonneermachine uit figuur 2 weergeeft, doch in een andere opstelling. 



  In de figuren 1 en 2 is schematisch een betonneermachine 1 volgens de uitvinding weergegeven, die hoofdzakelijk bestaat uit één of meerdere rupsaandrijvingen 2, waarop   telkens een verplaatsbare arm 3 is aangebracht ; uit een   chassis 4, waarbij tussen het chassis 4 en de armen 3 middelen zijn voorzien voor het in de hoogte verplaatsen van het chassis 4 ten opzichte van de voornoemde armen 3. 



  De rupsaandrijvingen 2 bevatten elk, zoals bekend, een wielkast 5, waarop centraal een stang 6 is bevestigd die zich verticaal of nagenoeg verticaal naar boven uitstrekt. 



  Elk van de voornoemde armen 3 bestaat hoofdzakelijk uit twee even lange en evenwijdige balken 7-8, die, enerzijds, zijn bevestigd aan een hoofdzakelijk buisvormig gedeelte 9 en, anderzijds, aan een slede 10, waarbij de balken 7-8 elk zijn voorzien van twee doorgangen 11-12, één aan elk 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 uiteinde, die zich uitstrekken in de hoogterichting van de balken 7-8. 



  Het buisvormig gedeelte 9 bestaat uit een hol cilindervormig lichaam en bevat aan zijn buitenzijde een uitsteeksel 14 dat aan zijn uiteinde is voorzien van twee evenwijdige oren 15-16, waarin telkens twee gaten 17-18 zijn aangebracht. 



  Doorheen elk van de gaten 17-18 en doorheen de doorgangen 11 in de betreffende balken 7-8, is telkens een as 19 aangebracht, waardoor de balken 7-8 verdraaibaar zijn bevestigd tussen de oren 15-16. 



  Elk van de voornoemde buisvormige gedeelten 9 is, zoals bekend, verdraaibaar aangebracht op de stang 6 van de betreffende rupsaandrijvingen 2, waarbij de stang 6 en het buisvormig gedeelte 9 zijn uitgerust met bekende, doch niet in de figuren weergegeven, middelen voor het in de hoogte verplaatsen van het buisvormig gedeelte 9 ten opzichte van de stang 6, bijvoorbeeld in de vorm van een cilinder. 



  Zoals is weergegeven in figuur 3, bestaat elke slede 10, in dit geval, uit een paar evenwijdige platen 20-21, waar doorheen telkens drie gaten 22-23-24 zijn aangebracht die, in dit geval, op één lijn zijn gelegen. 



  Doorheen de centrale gaten 23 in elk paar platen 20-21, is telkens een bus 25 bevestigd met een co-axiaal aangebrachte moer 26. 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 Aan weerzijden van elke voornoemde bus 25 zijn de uiteinden van elk van de balken 7-8, van de betreffende arm 3, tussen het betreffende paar platen 20-21 verdraaibaar aangebracht, waarbij de gaten 22 en 24, in de platen 20-21, in het verlengde zijn gelegen van de betreffende doorgang 12 in de voornoemde balken 7-8. 



  Volgens de hierboven beschreven uitvoering, vormt elk paar oren 15-16 samen met de betreffende balken 7-8 en de betreffende slede 10 een parallellogram, waarin, zoals bekend, in diagonale richting, een cilinder 27 wordt aangebracht, welke cilinder 27, bij voorkeur, een hydraulische cilinder is. 



  Het chassis 4 bestaat hoofdzakelijk uit twee evenwijdig gelegen kaders 28-29, die op een onderlinge afstand zijn gelegen die substantieel groter is dan de hoogte van de balken 7-8 van de armen 3. 



  De beide kaders 28-29 zijn, in dit geval, vijfhoekig uitgevoerd met vijf zijden, respectievelijk 30 tot 34. 



  Op het bovenste kader 28 van het chassis 4, is een stuurcabine 35 aangebracht, terwijl, in dit geval, in de zijden 30,31, 33 van beide kaders 28-29 telkens drie gaten 36-37-38 zijn aangebracht, waarbij de onderlinge afstanden tussen deze gaten 36-37-38 gelijk is aan de onderlinge afstanden tussen de gaten 22-23-24 in de platen 20-21 van de slede 10. 



  Het chassis 4 is verder voorzien van geleidingen 39-40 in de vorm van stangen, die doorheen elk van de gaten 36 en 38 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 in de kaders 28-29 zijn aangebracht, waarbij de slede 10 verschuifbaar is aangebracht op deze geleidingen 39-40 door middel van glijlagers 41 die in de doorgangen 12 van de balken 7-8 zijn bevestigd. 



  Zoals is weergegeven in de figuren 3 en 4 is aan een uiteinde van en co-axiaal met elk van deze voornoemde geleidingen 39-40 een vrij draaibaar tandwiel 42-43 aangebracht. 



  Doorheen elk van de centrale gaten 37 in de kaders 28-29 en doorheen de betreffende bus 25, is een verdraaibare draadstang 44 aangebracht die is voorzien van een tandwiel 45, welk tandwiel 45 in het verlengde van deze draadstang 44, is bevestigd. 



  Een eindeloze ketting 46, die is voorzien van, een niet in de figuren weergegeven, aandrijving, is, volgens een zigzag figuur, over de tandwielen 42-45-43 geleid. 



  De kettingaandrijving zal bij voorkeur gemeenschappelijk zijn voor alle draadstangen 44, waarbij, in dat geval, de enige ketting 46 rond de stuurcabine 35 over de tandwielen 42-43-45 van alle geleidingen en alle voornoemde draadstangen 45 is geleid. 



  Voor het gebruik van de hiervoor beschreven betonneermachine 1 wordt naast en/of onder het onderste kader 29 van het chassis 4 een werktuighouder 47 bevestigd, die hoofdzakelijk bestaat uit een kader 48, waarop, verschillende cilinders 49 zijn bevestigd. 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 



  De stangen 50 van deze voornoemde cilinders 49 dragen steunen 51, waaraan, een werktuig 52, zoals bijvoorbeeld een mal of een trilinrichting, kan worden bevestigd. 



  In het geval van de figuren 1, 2 en 5, is een werktuig 52 weergegeven dat is uitgerust met een inrichting 53 voor het voeden van beton 54 of dergelijke, welke inrichting 53 in dit geval bestaat uit een toevoer 55 waarin een schroef van Archimedes 56 is voorzien, welke toevoer 55 uitmondt in een conische trechter 57 die is aangebracht in of vóór het werktuig 53. 



  De betonneermachine 1 is op bekende wijze voorzien van een niet in de figuren weergegeven motor voor de bekrachtiging van een hydraulisch circuit met een pomp en bedieningsmiddelen voor de aandrijving van, respectievelijk, de hydraulische motoren van de   rupsaandrijvingen 2 ; cilinders 27 van de armen 3 ; kettingaandrijving van de middelen voor het verplaatsen van het chassis 4 ten opzichte van de armen 3 ; cilinders 49 van de werktuighouder 47 ; de aandrijving van de   werktuigen 53. 



  De werking van de betonneermachine 1 is eenvoudig en als volgt. 



  In figuur 2 is de betonneermachine 1 weergegeven waarbij de armen 3 ongeveer centraal ten opzichte van de stangen 6 van de rupsaandrijvingen 2 zijn gepositioneerd. 



  In deze opstelling, bevinden de sleden 10 zich nagenoeg volledig onderaan de geleidingen 39-40 van het chassis 4, 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 waardoor het chassis zich in een relatief hoge positie bevindt ten opzichte van het rijvlak van de rupsaandrijvingen 2, en waardoor de stangen 50 van de cilinders 49 op de voornoemde werktuighouder 47, zich tot relatief ver uit de voornoemde cilinders 50 uitstrekken. 



  In de hierboven beschreven opstelling, bevindt het zwaartepunt van de betonneermachine 1 zich relatief hoog boven het rijvlak van de rupsaandrijvingen 2, waardoor de stabiliteit van de betonneermachine 1 eerder laag is. 



  In figuur 6 daarentegen is dezelfde betonneermachine 1 weergegeven, met een zelfde positie van de armen 3 ten opzichte van de rupsaandrijvingen 2, maar waarbij de sleden 10 zich nagenoeg volledig bovenaan de geleidingen 39-40 bevinden, zodat het chassis 4 zich in een relatief lage positie bevindt, waardoor een betere stabiliteit wordt verkregen ten opzichte van de opstelling die is weergegeven in figuur 2. 



  De voornoemde stangen 50 bevinden zich nu relatief diep in de cilinders 49, teneinde het hoogteverschil tussen het werkvlak en het niveau van het chassis 4 te compenseren. 



  Het verstellen van de positie van het chassis 4 gebeurt door het aandrijven van de ketting 46, die in haar beweging, de tandwielen 45 van de draadstangen 44 laat roteren, waardoor, door de samenwerking tussen de moeren 26 en de betreffende draadstangen 44, de betreffende slede 10 wordt verplaatst ten opzichte van de geleidingen 39-40. 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 Door alle draadstangen 44 met één en dezelfde ketting 46 te verbinden, bekomt men steeds eenzelfde verplaatsing van het chassis 4 ten opzichte van elk van de armen 3, zodoende dat het chassis 4 steeds horizontaal beweegt. 



  Een derde hoogteregeling van het werktuig kan worden bekomen door het bedienen van de cilinders 49 die zijn bevestigd op de werktuighouder 47. 



  Opgemerkt wordt dat het in hoogte verstellen van het werktuig 53 ten opzichte van het chassis 4 niet noodzakelijk met cilinders 49 moet gebeuren, hiertoe kunnen namelijk ook draadstangen en geleidingen worden gebruikt die worden aangedreven door een ketting, gelijkaardig aan de hierboven beschreven hoogteregeling voor het verstellen van het chassis 4 ten opzichte van de armen 3. 



  Deze drie voornoemde hoogteregelingen laten toe het chassis 4 steeds op een minimale hoogte te plaatsen ten opzichte van het grondvlak, zodat het zwaartepunt van de betonneermachine 1 relatief laag kan blijven en de stabiliteit van de betonneermachine 1 relatief hoog is, zodat steeds een goede afwerking van het te bewerken betonproduct kan worden bekomen. 



  Opgemerkt wordt dat er in de kaders 28-29 van het chassis 4 meerdere series van gaten 36-37-38 kunnen worden aangebracht, waardoor de geleidingen 39-40 en draadstangen 44 op verschillende posities in het chassis 4 kunnen worden bevestigd, zodat ook de armen 3 op verschillende posities aan het chassis 4 kunnen worden gekoppeld, dit laat toe de 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 stand van de rupsaandrijvingen 2 steeds te optimaliseren in functie van de uit te voeren bewerking. 



  Een bijkomend voordeel van deze verschillende series gaten 36-37-38 is dat het ook   mogelij k   is één of meerdere extra rupsaandrijvingen 2 te voorzien. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om vier rupsaandrijvingen 2 te voorzien, dit in tegenstelling tot de uitvoeringsvormen weergegeven in de figuren, waarin slechts drie rupsaandrijvingen 2 zijn weergegeven. 



  Het aanbrengen van een vierde rupsaandrijving 2 biedt onder andere de mogelijkheid om brede werktuigen onder de betonneermachine 1 te bevestigen, bijvoorbeeld voor het betonneren van 2,5m brede rijstrook. 



  Doordat de betonneermachine 1 verder, bij voorkeur symmetrisch is uitgevoerd, is het mogelijk gelijktijdig aan beide zijden van de betonneermachine 1 eenzelfde bewerking uit te voeren, door het bevestigen van twee gelijkaardige werktuigen 53 aan beide zijden van het chassis 4. 



  Verder wordt opgemerkt dat de ketting 46 niet   noodzakelij k   alle draagstangen 44 moet aandrijven, dit kan namelijk ook gebeuren door verschillende kettingen 46, die alle één of meer draadstangen 44 aandrijven, en die op hun beurt worden aangedreven door één of meer, niet in de figuren weergegeven kettingaandrijvingen. 



  Het is uiteraard ook tussen de armen 3 en het chassis 4 andere middelen te voorzien voor het op en neer bewegen van het chassis 4, zoals bijvoorbeeld hydraulische cilinders. 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 



  Tot slot, worden in figuur 6 de verschillende hoogteregelingen die mogelijk zijn in een betonneermachine 1 volgens de uitvinding, aangeduid door de   dubbelpij len   A, B en C, waarbij de hoogteregelingen aangeduid door pijl A bijvoorbeeld 60 cm bedraagt, terwijl het maximale bereik van de hoogteregelingen aangeduid door de pijlen B en C, bijvoorbeeld 40 cm is, waardoor de totale hoogteregeling voor de betonneermachine 1, in dit geval, 140 cm bedraagt. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld weergegeven uitvoeringsvorm, doch dergelijke betonneermachine, volgens de uitvinding, kan volgens verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (9)

  1. Conclusies l.- Betonneermachine die in hoofdzaak bestaat uit een chassis en uit rupsaandrijvingen, waarop het chassis door middel van armen is aangebracht, welke armen in de hoogte verplaatsbaar zijn, daardoor gekenmerkt dat de betonneermachine (1) is voorzien van middelen voor het in de hoogte verplaatsen van het chassis (4) ten opzichte van de armen (3).
  2. 2. - Betonneermachine volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde middelen voor het in de hoogte verplaatsen van het chassis (4), hoofdzakelijk bestaan uit minstens één slede (10) die verschuifbaar is aangebracht op minstens één geleiding (39-40) die deel uitmaakt van het chassis (4), en waarop één of meer van de voornoemde armen (3) zijn bevestigd ; uit een aandrijving voor het verplaatsen van de slede (10).
  3. 3. - Betonneermachine volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde aandrijving bestaat uit één of meerdere kettingaandrijvingen met minstens één ketting (46) die rond een tandwiel (45) van minstens één draadstang is geleid, welke draadstang (44) is aangebracht doorheen een moer (26) die deel uitmaakt van de voornoemde slede (10).
  4. 4. - Betonneermachine volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat elke geleiding (39-40) is voorzien van een vrij verdraaibaar tandwiel (42-43), waarbij de voornoemde ketting (46) volgens een zigzag-figuur over de tandwielen <Desc/Clms Page number 14> (42-43-45) van de geleidingen (39-40) en de draadstangen (44) is geleid.
  5. 5. - Betonneermachine volgens één van de conclusies 2 tot 4, daardoor gekenmerkt dat elke arm (3) is verbonden aan één van de voornoemde sleden (10).
  6. 6. - Betonneermachine volgens één van de conclusies 3 tot 5, daardoor gekenmerkt dat de kettingaandrijving bestaat uit één gemeenschappelijke ketting (46) die rond de tandwielen (45) van de verschillende draadstangen (44) wordt geleid.
  7. 7. - Betonneermachine volgens één van de conclusies 2 tot 6, daardoor gekenmerkt dat de geleidingen (39-40) zijn aangebracht doorheen gaten (36-38) die zijn voorzien in het chassis (4), waarbij in het chassis (4), voor iedere geleiding (39-40) verschillende gaten (36-38) zijn voorzien, zodat de geleidingen (39-40) verzetbaar zijn.
  8. 8. - Betonneermachine volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat de draadstangen (44) zijn aangebracht doorheen gaten (37) in het chassis (4) waarbij, voor iedere draadstang (44), verschillende gaten (37) zijn voorzien in overeenstemming met de verschillende gaten (36-38) voor de voornoemde geleidingen (39-40).
  9. 9.- Betonneermachine volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de armen (3), in hoofdzaak, worden gevormd door twee evenwijdige en even lange balken (7-8), die met hun uiteinden scharnierbaar zijn aangebracht op, enerzijds, de voornoemde slede (10) en, anderzijds, de rupsaandrijvingen (2). <Desc/Clms Page number 15> 10. - Betonneermachine volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat de armen (3) elk een cilinder (27) bevatten die zich tussen de slede (10) en de rupsaandrijvingen (2) uitstrekt.
BE2003/0629A 2003-11-24 2003-11-24 Betonneermachine. BE1015798A3 (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2003/0629A BE1015798A3 (nl) 2003-11-24 2003-11-24 Betonneermachine.
EP04078152A EP1553227B1 (en) 2003-11-24 2004-11-18 Concrete machine
ES04078152T ES2308103T3 (es) 2003-11-24 2004-11-18 Maquina para hormigon.
DE602004014239T DE602004014239D1 (de) 2003-11-24 2004-11-18 Betoniereinrichtung
CA002488109A CA2488109A1 (en) 2003-11-24 2004-11-23 Concrete machine
US10/994,276 US7503412B2 (en) 2003-11-24 2004-11-23 Concrete machine
AU2004231249A AU2004231249A1 (en) 2003-11-24 2004-11-24 Concrete machine

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2003/0629A BE1015798A3 (nl) 2003-11-24 2003-11-24 Betonneermachine.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1015798A3 true BE1015798A3 (nl) 2005-09-06

Family

ID=34578214

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2003/0629A BE1015798A3 (nl) 2003-11-24 2003-11-24 Betonneermachine.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US7503412B2 (nl)
EP (1) EP1553227B1 (nl)
AU (1) AU2004231249A1 (nl)
BE (1) BE1015798A3 (nl)
CA (1) CA2488109A1 (nl)
DE (1) DE602004014239D1 (nl)
ES (1) ES2308103T3 (nl)

Families Citing this family (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102011102704A1 (de) * 2011-05-20 2012-11-22 Bilfinger Berger Ingenieurbau Gmbh Fertiger
WO2016199176A1 (en) * 2015-06-10 2016-12-15 Delta Engineering S.R.L. Undercarriage with selectively variable geometry
FR3039450B1 (fr) * 2015-07-29 2017-08-11 Airbus Operations Sas Systeme de support-outil
EP3498914B1 (de) 2017-12-13 2024-05-15 Joseph Vögele AG Anpassung der nivellierzylindereinstellung bei einem strassenfertiger
EP3498915B1 (de) * 2017-12-13 2020-10-14 Joseph Vögele AG Strassenfertiger mit anhebbarem chassis
EP3498913B1 (de) * 2017-12-13 2020-05-13 Joseph Vögele AG Strassenfertiger mit anhebbarem chassis
US11008714B2 (en) * 2018-04-09 2021-05-18 Howard Cooper Slip forming structures using multiple molds
US11421389B2 (en) 2018-12-28 2022-08-23 Wirtgen Gmbh Variable height mold
US11047095B2 (en) * 2018-12-28 2021-06-29 Wirtgen Gmbh Variable height offset mold
CN114990967B (zh) * 2022-07-04 2024-05-31 江苏四明工程机械有限公司 一种升降立柱回转装置及滑模摊铺机

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4360293A (en) * 1980-08-18 1982-11-23 Gomaco, Inc. Canal paving machine
US6481924B1 (en) * 1999-11-26 2002-11-19 Wirtgen Gmbh Slip-form paver

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3540360A (en) * 1968-08-02 1970-11-17 Cmi Corp Control systems for road construction machinery
US3970405A (en) * 1974-05-03 1976-07-20 Cmi Corporation Slipform paving apparatus
US4029165A (en) * 1976-02-05 1977-06-14 Miller Formless Co., Inc. Convertible construction machine
US4789266A (en) * 1987-11-27 1988-12-06 Power Curbers, Inc. Self-propelled construction apparatus
US5590977A (en) * 1995-05-25 1997-01-07 Guntert & Zimmerman Constr. Div. Inc. Four track paving machine and process of transport

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4360293A (en) * 1980-08-18 1982-11-23 Gomaco, Inc. Canal paving machine
US6481924B1 (en) * 1999-11-26 2002-11-19 Wirtgen Gmbh Slip-form paver

Also Published As

Publication number Publication date
ES2308103T3 (es) 2008-12-01
EP1553227A1 (en) 2005-07-13
US7503412B2 (en) 2009-03-17
US20050194195A1 (en) 2005-09-08
CA2488109A1 (en) 2005-05-24
DE602004014239D1 (de) 2008-07-17
AU2004231249A1 (en) 2005-06-09
EP1553227B1 (en) 2008-06-04

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1015798A3 (nl) Betonneermachine.
DE2262227A1 (de) Ruettelrechen, insbesondere fuer fahrbahnfertiger und dgl
US4986604A (en) Roadway grooving apparatus
BE1008262A6 (nl) Verbeteringen aan betonnivelleermachines.
GB2225962A (en) Bar Screen
US3175478A (en) Apparatus for laying strips of paving material
DE102009007083A1 (de) Schleifmaschine zum Planschleifen von Bauelementen aus keramischem oder ähnlichem oder ähnlichem Material, insbesondere von Ziegelsteinen
US3986562A (en) Turf perforating device
US4961337A (en) Parts unloader for top delivery dies
CN113787850B (zh) 一种胶装机
US3272560A (en) Concrete bump cutter with carriage level adjustment
EP0539649B2 (de) Transportvorrichtung für längliche Werkstücke
US880663A (en) Sandpapering-machine.
DE19953239A1 (de) Steinbearbeitungsvorrichtung
DE2657248C3 (de) Schwingantrieb für Stranggießkokillen einer Mehrfachstranggießanlage
US1284652A (en) Stock-feeding device for cutting-off machines.
DE202552C (nl)
DE2203530C2 (de) Maschine zum Abfräsen von Straßendecken
US1173824A (en) Drag-saw machine.
US412974A (en) Post or pile driving machine
JP2021017354A (ja) 昇降台装置
SU42507A1 (ru) Встр хивающа формовочна машина
CN115674307A (zh) 一种便于整齐堆垛的瓦楞纸切割设备
DE1456929A1 (de) Anordnung zur Entleerung von Bunkern fuer Schuettgueter
DE414678C (de) Maschine zur Herstellung von Gussformen mittels Schleuderrades

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20171130