BE1010599A6 - Contactdoos. - Google Patents

Abstract

Contactdoos die een elektrisch isolerende behuizing (1) bevat en één enkel stel daarin gemonteerde contactbussen (2) waarin via openingen (7) in een zijde van de behuizing (1) de contactpennen van een stopcontact kunnen worden aangebracht, daardoor gekenmerkt dat ze voor elke contactbus (2) ook een contactpen (3) bevat die elektrisch met de contactbus (2) in verbinding staat, waarbij de contactpennen (3) buiten een andere zijde van de behuizing (1) uitsteken op analoge manier als de pennen van een contactstop, terwijl in de elektrische verbinding van de contactbussen (2) en de contacpennen (3) één enkele, uitsluitend manueel, van buiten de behuizing (1) uit bedienbare schakelaar (5) is gemonteerd.

Description

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Contactdoos. 



  Deze uitvinding heeft betrekking op een elektrische enkelvoudige contactdoos, in het bijzonder een tweepolige contactdoos voor huishoudelijk gebruik. 



  De meeste contactdozen, zowel voor inbouw als voor opbouw, kunnen niet uit- en ingeschakeld worden en blijven dus continu onder spanning. 



  Wanneer een elektrisch apparaat, bijvoorbeeld een verlichtingstoestel, dat geen schakelaar bezit op het apparaat zelf of in zijn aansluitsnoer, op een dergelijke contactdoos aangesloten wordt, kan dit apparaat enkel uitgeschakeld worden door het uittrekken van de contactstop uit de contactdoos. 



  Er zijn tafelcontactdozen met een schakelaar bekend, maar deze zijn steeds meervoudig en dus bestemd voor meerdere contactstoppen en enkel door middel van een snoer en een contactstop op een bestaande contactdoos aan te sluiten. Deze tafelcontactdozen zijn daarom relatief duur en nemen veel plaats in terwijl zowel de eigenlijke contactdoos als het snoer veelal in de weg liggen en een rommelig uitzicht geven. 



  De uitvinding heeft een contactdoos tot doel die deze en andere nadelen niet vertoont en relatief goedkoop en compact is en waarmee een erop aangesloten toestel toch in- en uitgeschakeld kan worden zonder het snoer ervan uit de contactdoos te moeten trekken.. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 Dit doel wordt volgens de uitvinding verwezenlijkt door een contactdoos die een elektrisch isolerende behuizing bevat en   één   enkel stel daarin gemonteerde contactbussen waarin via openingen in een zijde van de behuizing de contactpennen van een stopcontact kunnen worden aangebracht, waarbij deze contactdoos daarenboven voor elke contactbus ook een contactpen bevat die elektrisch met de contactbus in verbinding staat, waarbij de contactpennen aan de andere zijde van de behuizing uitsteken op analoge manier als de pennen van een contactstop,

   terwijl in de elektrische verbinding van de contactbussen en de contactpennen   een   enkele, uitsluitend manueel, van buiten de behuizing uit bedienbare schakelaar is gemonteerd. 



  De contactdoos kan als een contactstop in een bestaande contactdoos worden gestoken. De schakelaar bepaalt of de contactdoos stroom kan geven of niet. 



  De schakelaar kan   éénpolig   zijn maar is bij voorkeur meerpolig, of met andere woorden bestuurt alle elektrische verbindingen tussen de contactbussen en de contactpennen. 



  Bij een tweepolig systeem bezit de contactdoos twee contactbussen en twee ermee verbonden contactpennen. 



  Uiteraard kan de contactdoos van een aardingscontact voorzien zijn, hetzij een randaardingscontact, hetzij een penaardingscontact. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een elektrische contactdoos volgens de uitvinding weergegeven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarbij : 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 figuur 1 een vooraanzicht weergeeft van de contactdoos volgens de uitvinding ; figuur 2 een onderaanzicht weergeeft van de contactdoos van figuur   1 ;   figuur 3 een zijaanzicht weergeeft van de contactdoos van de vorige figuren ; figuur 4 een bovenaanzicht weergeeft van de contactdoos van de vorige figuren ; figuur 5 het elektrisch schema weergeeft van de contactdoos van de vorige figuren ; figuur 6 een verlichtingstoestel weergeeft dat aangesloten is op een contactdoos volgens de figuren 1 tot 4. 



  In de figuren 1 tot 4 is een contactdoos volgens de uitvinding weergegeven die in hoofdzaak bestaat uit een elektrisch isolerende behuizing 1, bijvoorbeeld uit kunststof, en een daarin gemonteerd elektrisch gedeelte dat zoals weergegeven in figuur 5 bestaat uit twee contactbussen   2,   twee contactpennen 3, door elektrische geleiders, gevormde verbindingen 4 tussen deze contactbussen 2 en contactpennen 3 en een tweepolige schakelaar 5 met contactgedeelten 6 in beide verbindingen 4. 



  Hierbij zijn de twee contactbussen 2 met een uiteinde gelegen tegenover openingen 7 die aan de voorzijde in een nagenoeg rond inspringend gedeelte 8 van de behuizing 1 zijn aangebracht. 



  De contactpennen 3 zijn in het verlengde van de contactbussen 2 gelegen en steken aan de achterzijde buiten een nagenoeg rond uitstekend gedeelte 9 van de behuizing 1 uit. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 



  Dit uitspringende gedeelte 9 is in vorm complementair aan het inspringende gedeelte 8 en past ook in het inspringende gedeelte waarvan een genormaliseerde contactdoos met aarding aan de voorzijde is voorzien. 



  De twee contactpennen 3 komen trouwens overeen met de contactpennen van een contactstop die volgens de geldende normen is gemaakt en kunnen dus in een dergelijke bestaande contactdoos gestoken worden op dezelfde wijze als een genormaliseerde contactstop met zijn pennen in de contactbussen 2 kan worden gestoken. 



  De contactdoos volgens de uitvinding kan nog van een aardingscontact zijn voorzien die in het weergegeven voorbeeld een randaardingscontact is en bestaat uit een voorste gedeelte met twee verende lippen 10 die tegen de wand van het inspringende gedeelte 8 zijn gelegen en uit een elektrisch ermee verbonden achterste gedeelte met twee metalen strippen 11 die op de buitenkant van het uitspringende gedeelte 9 zijn aangebracht. 



  De schakelaar 5 bevat een bedieningsknop 12 van het tuimeltype die manueel bedienbaar is via een opening 13 die onder het inspringende gedeelte 8 in de voorzijde van de behuizing 1 is aangebracht. 



  Zoals weergegeven in figuur 5 is aan de zijde van de contactbussen 2 ten opzichte van de schakelaar 5 een lampje 14 tussen de twee verbindingen 4 geschakeld. 



  Dit lampje 14 is in of achter de bedieningsknop 12 gelegen die uit doorschijnend materiaal is vervaardigd. 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 



  Bij gebruik wordt de hiervoor beschreven contactdoos volgens de uitvinding met haar contactpennen 3 als een contactstop in een bestaande genormaliseerde contactdoos 15 gestoken zoals weergegeven in figuur 6. 



  In de contactbussen 2 van de contactdoos volgens de uitvinding kunnen dan de contactpennen van een bestaande genormaliseerde contactstop 16 worden gestoken. Zoals in voornoemde figuur 6 is weergegeven, is bijvoorbeeld een staanlamp 17 door middel van een snoer 18 met voornoemde contactstop 16 verbonden. 



  Met behulp van de schakelaar 5 kan bepaald worden of al dan niet stroom doorheen de contactdoos stroomt of met andere woorden kan de staanlamp 17 worden aangestoken of gedoofd zonder dat deze staanlamp 17 of het snoer 18 een eigen schakelaar bezitten. 



  Aangezien het lampje 14 enkel brandt wanneer de schakelaar 5 de verbindingen 4 niet onderbreekt en dus de contactpennen 3 en de contactbussen 2 elektrisch met elkaar verbonden zijn, kan aan de hand van dit lampje 14 gemakkelijk visueel vastgesteld worden in welke stand de schakelaar 5 zieh bevindt en of er dus al dan niet spanning op de contactbussen 2 aanwezig is. 



  De contactdoos volgens de uitvinding is rechtstreeks, zonder een snoer, op een bestaande contactdoos gemonteerd, neemt weinig plaats in en voegt op een goedkope en eenvoudige wijze een schakelfunctie aan een bestaande contactdoos toe. 



  De hiervoor beschreven contactdoos kan in plaats van een randaardingscontact, een penaardingscontact bestaande uit 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 een pen aan de voorzijde en een ermee verbonden bus aan de achterzijde bezitten. 



  Eventueel kan de contactdoos drie- of meerpolig zijn en dus drie of meer contactbussen 2, respectievelijk contactpennen 3, bezitten. 



  De schakelaar 5 moet niet noodzakelijk bediend worden door een tuimelknop. Hij kan ook een druk-in druk-uit knop, een draaiknop of een trekkoord als bedieningselement bezitten. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch dergelijke elektrische contactdoos kan in verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (11)

Conclusies. EMI7.1

1. die een elektrisch isolerende behuizing (1) bevat en één enkel stel daarin gemonteerde contactbussen (2) waarin via openingen (7) in een zijde van de behuizing (1) de contactpennen van een stopcontact kunnen worden aangebracht, daardoor gekenmerkt dat ze voor elke contactbus (2) ook een contactpen (3) bevat die elektrisch met de de contactbus (2) in verbinding staat, waarbij de contactpennen (3) buiten een andere zijde van de behuizing (1) uitsteken op analoge manier als de pennen van een contactstop, terwijl in de elektrische verbinding van de EMI7.2 contactbussen (2) en de contactpennen (3) één enkele, uitsluitend manueel, van buiten de behuizing (1) uit bedienbare schakelaar (5) is gemonteerd.

2.-Contactdoos volgens conclusie l, daardoor gekenmerkt dat de schakelaar (5) meerpolig is en alle elektrische verbindingen tussen de contactbussen (2) en de contactpennen (3) gelijktijdig bestuurt.

3.-Contactdoos volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat ze tweepolig is en twee contactbussen (2) en twee ermee verbonden contactpennen (3) bezit.

4.-Contactdoos volgens een van de conclusies 1 tot 3, daardoor gekenmerkt dat de contactbussen (2) op de voorzijde van de behuizing (1) uitgeven en de contactpennen (3) aan de tegenoverliggende achterzijde van deze behuizing (1) zijn gelegen. <Desc/Clms Page number 8>

5.-Contactdoos volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat de contactbussen (2) en de contactpennen (3) in elkaars verlengde zijn gelegen.

6.-Contactdoos volgens een van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat de contactbussen (2) met een uiteinde tegenover openingen (7) in een inspringend gedeelte (8) van de behuizing (1) zijn gelegen, terwijl de contactpennen (3) buiten een uitspringend gedeelte (9) van de behuizing (1) uitsteken. EMI8.1

7.-Contactdoos volgens een van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat ze van een aardingscontact voorzien is.

8.-Contactdoos volgens conclusies 6 en 7, daardoor gekenmerkt dat ze een randaardingscontact bezit met verende lippen (10) in het inspringende gedeelte (8) van de EMI8.2 behuizing (1) en strippen (11) op het uitspringende gedeelte (9) van deze behuizing (1).

9.-Contactdoos volgens een van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat de schakelaar (5) een bedieningsknop (12) bezit die in een opening (13) in de behuizing (1) is gemonteerd om van buiten uit bedienbaar te zijn.

10.-Contactdoos volgens een van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat ze een lampje (14) bevat dat aan de zijde van de contactpennen (3) ten opzichte van de schakelaar (5) tussen de verbindingen (4) is geschakeld.

11.-Contactdoos volgens conclusies 9 en 10, daardoor gekenmerkt dat de bedieningsknop (12) minstens gedeeltelijk <Desc/Clms Page number 9> uit doorschijnend materiaal is vervaardigd en het lampje (14) in of achter deze bedieningsknop (12) is gelegen.