BE1010389A3 - Draadrem voor het remmen van een inslagdraad bij een weefmachine. - Google Patents

Draadrem voor het remmen van een inslagdraad bij een weefmachine. Download PDF

Info

Publication number
BE1010389A3
BE1010389A3 BE9600584A BE9600584A BE1010389A3 BE 1010389 A3 BE1010389 A3 BE 1010389A3 BE 9600584 A BE9600584 A BE 9600584A BE 9600584 A BE9600584 A BE 9600584A BE 1010389 A3 BE1010389 A3 BE 1010389A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
brake
elements
thread
weft thread
drive
Prior art date
Application number
BE9600584A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Picanol Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Picanol Nv filed Critical Picanol Nv
Priority to BE9600584A priority Critical patent/BE1010389A3/nl
Priority to PCT/EP1997/003259 priority patent/WO1997049850A1/de
Application granted granted Critical
Publication of BE1010389A3 publication Critical patent/BE1010389A3/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/34Handling the weft between bulk storage and weft-inserting means
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H59/00Adjusting or controlling tension in filamentary material, e.g. for preventing snarling; Applications of tension indicators
    • B65H59/10Adjusting or controlling tension in filamentary material, e.g. for preventing snarling; Applications of tension indicators by devices acting on running material and not associated with supply or take-up devices
    • B65H59/20Co-operating surfaces mounted for relative movement
    • B65H59/22Co-operating surfaces mounted for relative movement and arranged to apply pressure to material
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H59/00Adjusting or controlling tension in filamentary material, e.g. for preventing snarling; Applications of tension indicators
    • B65H59/10Adjusting or controlling tension in filamentary material, e.g. for preventing snarling; Applications of tension indicators by devices acting on running material and not associated with supply or take-up devices
    • B65H59/20Co-operating surfaces mounted for relative movement
    • B65H59/26Co-operating surfaces mounted for relative movement and arranged to deflect material from straight path
    • B65H59/28Co-operating surfaces mounted for relative movement and arranged to deflect material from straight path the surfaces being urged towards each other
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H2555/00Actuating means
    • B65H2555/10Actuating means linear
    • B65H2555/13Actuating means linear magnetic, e.g. induction motors
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H2701/00Handled material; Storage means
    • B65H2701/30Handled filamentary material
    • B65H2701/31Textiles threads or artificial strands of filaments

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Looms (AREA)

Abstract

Draadrem voor het remmen van een inslagdraad (3,4,5) bij een weefmachine, die remelementen (45,52,54,46,55,61,67) en stuurbare aandrijfmiddelen (34,35,36,37,38;62,63,64,65) bevat waarbij de stuurbare aandrijfmiddelen een aandrijfelement (34,35,36,37,38;62,62,63,64,65) bevatten dat naar keuze verschillende types remelementen (45,52,54,61,67) kan aandrijven.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 
 EMI1.1 
 



  Draadrem voor het remmen van een inslagdraad bij een weefmachine. weefmachine. 



  De uitvinding betreft een draadrem voor het remmen van een inslagdraad bij een weefmachine, die remelementen en stuurbare aandrijfmiddelen bevat. 



  Bij weefmachines is het gekend gebruik te maken van draadremmen die instaan voor het remmen van een inslagdraad, waarbij de remkracht dat deze draadremmen uitoefenen op de inslagdraad varieert. Hiertoe wordt een remelement bevolen door aandrijfmiddelen die kunnen bestaan uit een nokkensysteem zoals beschreven in US 2537476, een elektromagnetisch systeem zoals beschreven in US 4875506, een pneumatisch systeem zoals beschreven in IT 593034, of enig ander aandrijfsysteem. De remkracht varieert hierbij meestal volgens een bepaald verloop in functie van de weefcyclus. 



  Wanneer de aandrijfmiddelen elektrisch gestuurd worden door een stuureenheid van de weefmachine, wordt de remkracht meestal gestuurd in functie van een in de stuureenheid opgeslagen verloop dat hoort bij de in het weefvak ingebrachte inslagdraad of een verloop dat door de stuureenheid bepaald wordt in functie van het bewegingsverloop waarmee de inslagdraad ingebracht wordt. 



  Bij weefmachines is het ook gekend dat bepaalde draadremmen de inslagdraden kunnen beschadigen of aanleiding kunnen geven tot het breken van inslagdraden. Dit is vooral het geval bij inslagdraden die proppen of plaatselijke verdikkingen bevatten, die een onregelmatig diktepatroon vertonen, die sterk getorst zijn, en dergelijke. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 



  Bij gebruik van gekende elektrisch stuurbare draadremmen zoals beschreven in US 4875506 is de remkracht die de draadrem uitoefent op de inslagdraden niet alleen afhankelijk van de stroom waarmee de elektromagneten door de stuureenheid gestuurd worden, maar tevens van de dikte van de inslagdraad die zich tussen de elektromagneten en het aangetrokken remelement bevindt, daar de magnetische kracht wijzigt wanneer de afstand tussen de elektromagneten en het remelement wijzigt. Hierdoor kan een dergelijke draadrem geen gewenste kracht uitoefenen op inslagdraden met een veranderlijke dikte, zoals inslagdraden die proppen bevatten, waardoor dergelijke draadremmen minder geschikt zijn voor het remmen van dergelijke inslagdraden. 



  De uitvinding heeft als doel een draadrem die de voornoemde nadelen niet vertoont en die eender welk type inslagdraad zonder beschadigen of breken kan remmen met een stuurbare kracht. 



  Tot dit doel bevatten de stuurbare aandrijfmiddelen van de draadrem volgens de uitvinding een aandrijfelement dat naar keuze verschillende types remelementen kan aandrijven. 



  De uitvinding biedt als voordeel dat de draadrem voor eender welk type inslagdraad kan voorzien worden van een bepaald type remelement dat minder aanleiding geeft tot het beschadigen of breken van de inslagdraad en dat de dikte van de inslagdraad geen rol speelt voor de remkracht dat de draadrem op de inslagdraad uitoefent daar het remelement door de aandrijfmiddelen wordt aangedreven. 



  Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm bevatten de stuurbare aandrijfmiddelen   een   of meerdere aandrijfelementen 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 die kunnen samenwerken met remelementen van verschillende types die naar keuze aangebracht worden, waarbij de remelementen aanbrengbaar zijn tussen de aandrijfelementen en de te remmen inslagdraad. Bij voorkeur bestaat een type aan te brengen remelementen uit een bladveer die zieh uitstrekt langsheen de één of meerdere aandrijfelementen. Volgens nog een mogelijkheid bestaat een type aan te brengen remelementen uit een freem dat zieh uitstrekt langsheen de   een   of meerdere aandrijfelementen en waarop staafjes zijn voorzien die loodrecht op de langsrichting van de inslagdraad zijn opgesteld.

   Dit laat een eenvoudige constructie van de draadrem toe en laat ook toe de remkracht eenvoudig op de inslagdraad aan te brengen en te regelen. Deze uitvoeringsvorm laat ook toe eenvoudig de remelementen te vervangen die bijvoorbeeld door slijtage aangetast zijn. 



  Volgens nog een voorkeurdragende uitvoeringsvorm bevatten de stuurbare aandrijfmiddelen één of meerdere aandrijfelementen waarop een eerste type remelement is bevestigd dat naar keuze kan samenwerken met de te remmen inslagdraad of met een tweede type remelement, waarbij het tweede type remelement aanbrengbaar is tussen het eerste type remelement en de te remmen inslagdraad. Bij voorkeur bestaat het tweede type remelement uit een bladveer die zieh uitstrekt langsheen de aandrijfelementen. Volgens nog een mogelijkheid bestaat het tweede type remelement uit een freem dat zieh uitstrekt langsheen de aandrijfelementen en waarop staafjes zijn voorzien die loodrecht op de langsrichting van de inslagdraad zijn opgesteld. Dit laat een eenvoudige constructie van de draadrem toe en laat ook toe de remkracht eenvoudig op de inslagdraad aan te brengen en te regelen. 



  Volgens een uitvoeringsvorm bevatten de aandrijfelementen een 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 lineaire aandrijfmotor die een doorn bevat die elektromagnetisch bevolen wordt en die hoofdzakelijk onafhankelijk van de positie van de doorn een kracht levert die functie is van de aan de aandrijfmotor toegevoerde stroom. Dit laat toe de remkracht te regelen hoofdzakelijk in functie van de toegevoerde stroom aan de aandrijfmiddelen en onafhankelijk van de dikte van de te remmen inslagdraad. Dit betekent ook dat de remkracht op een herhaalbare waarde kan ingesteld worden, en volgens een gewenst patroon kan ingesteld worden. Dit laat ook toe de waarde van de remkracht snel te laten varieren. 



  Volgens een uitvoeringsvorm bevat de draadrem één of meerdere vast opgestelde remelementen die tegenover de aandrijfmiddelen zijn voorzien zodanig dat een inslagdraad geremd wordt met één of meerdere vast opgestelde remelementen en   één   of meerdere door de aandrijfmiddelen bevolen remelementen. 



  Hierbij kan gebruik gemaakt worden van een vast opgesteld remelement dat bestaat uit een vlakke plaat of van meerdere vast opgestelde remelementen die bestaan uit staafjes die loodrecht op de langsrichting van de inslagdraad zijn opgesteld. De draadrem kan ook middelen bevatten om verschillende types vast opgestelde remelementen naar keuze met de inslagdraad te laten samenwerken. 



  Teneinde de kenmerken van de uitvinding duidelijker naar voor te brengen wordt de uitvinding hieronder nader toegelicht aan de hand van tekeningen met uitvoeringsvoorbeelden, waarin : figuur 1 schematisch een grijperweefmachine met een draadrem volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 2 een draadrem volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 3 de draadrem van figuur 2 in een andere stand weergeeft ; 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 figuur 4 de draadrem met een verschillend type aangedreven remelement in een stand analoog aan figuur 2 weergeeft ; figuur 5 de draadrem van figuur 4 in een stand analoog aan figuur 3 weergeeft ; figuur 6 de draadrem met een verschillend type vast remelement in een stand analoog aan figuur 2 weergeeft ; figuur 7 de draadrem van figuur 6 in een andere stand weergeeft ;

   figuur 8 de draadrem met een verschillend type aangedreven remelement in een stand analoog aan figuur 7 weergeeft ; figuur 9 de draadrem met een verschillend type aangedreven remelement in een stand analoog aan figuur 2 weergeeft ; figuur 10 de draadrem van figuur 9 in een stand analoog aan figuur 3 weergeeft ; figuur 11 de draadrem van figuur 10 in een stand analoog aan figuur 7 weergeeft ; figuur 12 een draadrem volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 13 de draadrem van figuur 12 met een verschillend type remelement weergeeft ; figuur 14 de draadrem van figuur 13 met nog een verschillend type remelement weergeeft. 



  In figuur 1 is een grijperweefmachine weergegeven met een gevergrijper 1 en een nemergrijper 2 om inslagdraden 3,4 en 5 doorheen het weefvak 6 te transporteren. Het weefvak 6 wordt gevormd tussen kettingdraden 7 die door niet weergegeven gaapvormingsmiddelen worden bevolen. De inslagdraden worden hierbij door een draadpresentator 8 met bijhorende naalden 9, 10 en 11 aan de gevergrijper 1 gepresenteerd, worden door de gevergrijper 1 opgenomen, worden vervolgens door een inslagschaar 12 nabij een aan de insertiezijde 14 gelegen geleiding 13 van de weefselrand 15 losgesneden en worden met behulp van de gevergrijper 1 tot nagenoeg in het 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 midden van het weefvak 6 getransporteerd. De nemergrijper 2 beweegt vanaf de overzijde 16 van het weefvak 6 nagenoeg synchroon met de gevergrijper 1 in en uit het weefvak 6.

   In het midden van het weefvak 6 worden de inslagdraden van de gevergrijper 1 door de nemergrijper 2 overgenomen en worden door de nemergrijper 2 naar de overzijde 16 van het weefvak 6 getransporteerd. Vervolgens worden de inslagdraden nabij deze overzijde 16 door de nemergrijper 2 losgelaten en door het riet 17 tegen het weefsel 18 aangeslagen terwijl deze door de kettingdraden 7 ingebonden worden. De gevergrijper 1 en de nemergrijper 2 worden respectievelijk door middel van aangedreven grijperbanden 19 en 20 doorheen het weefvak 6 getransporteerd. 



  De inslagdraden 3,4 en 5 worden in het weergegeven voorbeeld vanaf bobijnen 21,22 en 23 via voorafwikkelaars 24,25 en 26 en de draadpresentator 8 naar het weefvak 6 toe geleid. De voorafwikkelaars 24,25 en 26 bevatten een vaste wikkeltrommel 27 waarop windingen inslagdraad met een door een motor aangedreven wikkelarm 28 worden gelegd, een aan het voorste einde van de wikkeltrommel 27 opgestelde uitgangsrem 29 voor het remmen van een af de wikkeltrommel 27 getrokken inslagdraad en een draadoog 30 waar de inslagdraad de voorafwikkelaar verlaat. 



  Tussen de elke voorafwikkelaar 24,25 en 26 en het weefvak 6, meer speciaal tussen de draadogen 30 van elke voorafwikkelaar 24,25 en 26 en de bijhorende naald 9,10 en 11 van de draadpresentator 8 is een draadrem 31 volgens de uitvinding opgesteld. Verder is een stuureenheid 32 weergegeven die de voorafwikkelaar 24,25, 26, de draadremmen 31 en de draadpresentator 8 stuurt. De draadremmen 31, de draadpresentator 8, de stuureenheid 32 en de bobijnen 21,22 en 23 worden 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 
 EMI7.1 
 bevestigd aan een freem 33 waarop tevens de voorafwikkelaars 24, 25 en 26 met niet weergegeven steunen worden bevestigd. 



  Zoals verduidelijkt in figuur 2 bevat de draadrem 31 stuurbare aandrijfmiddelen in de vorm van meerdere aandrijfelementen 34, 35, 36, 37 en 38 die elk een lineaire aandrijfmotor bevatten. De aandrijfmotoren bevatten elk een doorn 39 waarop stroomgeleidende wikkelingen 41 gewikkeld zijn. De stuureenheid 32 stuurt via niet weergegeven elektrische geleiders stroom doorheen deze wikkelingen 41. De doorn 39 kan rusten op de kern 42 en wordt met weing speling axiaal geleid ten opzichte van de kern 42. Verder bevat de aandrijfmotor een permanente magneet 40 die een magnetisch veld opwekt ter hoogte van de kern 42 en de behuizing 43. De permanente magneet 40 kan ook vervangen worden door een door de stuureenheid 32 met een instelbare stroom stuurbare elektromagneet.

   Tus. de doorn 39 en de behuizing 43 is een elastisch afdekelement 44 voorzien dat aangebracht is om te verhinderen dat weefstof in de aandrijfmiddelen kan binnendringen. Door de opstelling van de magneet 40, de wikkeling 41, de kern 42 en de behuizing 43, leveren dergelijke aandrijfelementen wanneer de doorn 39 zich in werkpositie bevindt een kracht die hoofdzakelijk onafhankelijk is van de positie van de doorn 39 is en die functie is van de aan de wikkelingen 41 toegevoerde stroom. Door het rechtstreeks elektromagnetisch aandrijven van de doorn 39 met behulp van de magneet 40, de wikkelingen 41, de kern 42 en de behuizing 43, is het duidelijk dat de dikte van de inslagdraad 3 geen invloed heeft op de magnetische kracht waarmee de doorn 39 bevolen wordt.

   Door de stroom toegevoerd aan de wikkelingen 41 volgens een bepaald verloop door middel van de stuureenheid 32 te sturen, wordt het verloop van de remkracht dat de draadrem 31 op de inslagdraad uitoefent stuurbaar. 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 



  De stuurbare aandrijfelementen 34 tot 38 van de in figuur 2 weergegeven draadrem 31 werken elk samen met een remelement 45 dat gevormd wordt door het kopvlak van de doorn 39 van de aandrijfmiddelen. De remelementen 45 vormen hierbij een eerste type remelementen die bevestigd zijn op de aandrijfelementen 34 tot 38 en die kunnen samenwerken met de te remmen inslagdraad 3. De draadrem 31 bevat verder nog een vast opgesteld remelement 46 dat bestaat uit een vlakke remschoen die voorzien is aan een stuk 47 dat met bouten 48 bevestigd is aan zijsteunen 49 van de draadrem 31. De zijsteunen 49 zijn met bouten 50 bevestigd aan de behuizing 43. De inslagdraad 3 wordt geleid door in de zijsteunen 49 voorziene draadogen 51 en strekt zieh uit tussen deze twee draadogen 51.

   Hierbij bevinden de aandrijfelementen 34 tot 38 zieh volgens de langsrichting van de inslagdraad 3 die bepaald wordt door de verbindingslijn tussen de twee draadogen 51. Het vast opgesteld remelement 46 is voorzien tegenover de aandrijfelementen 34 tot 38 zodanig dat de inslagdraad 3 geremd kan worden tussen dit vast opgesteld remelement 46 en de remelementen 45 die bevolen worden door de aandrijfelementen 34 tot 38. Om een inslagdraad 3 te remmen worden   een   of meerdere van de aandrijfelementen 34 tot 38 door de stuureenheid 32 bekrachtigd zodat de inslagdraad 3 met een bepaalde kracht tussen de remelementen 45 en 46 wordt gedrukt. In de stand in figuur 2 wordt geen enkel aandrijfelement 34 tot 38   bekrachtigd,   terwijl in de stand van figuur 3 alle aandrijfelementen 34 tot 38 met een zekere stroom worden bekrachtigd.

   Zoals zichtbaar zijn de door de aandrijfelementen 34 tot 38 bevolen remelementen 45 gelegen tussen de te remmen inslagdraad 3 en de aandrijfelementen 34 tot 38. De remkracht wordt geregeld door respectievelijk de stroom naar de verschillende aandrijfelementen 34 tot 38 te sturen. 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 



  Volgens de uitvinding kunnen de stuurbare aandrijfelementen 34 tot 38 naar keuze samenwerken met twee verschillende types remelementen. Een eerste type remelement bestaat uit de in figuren 2 en 3 weergegeven remelementen 45 die bevestigd zijn op de stuurbare aandrijfelementen 34 tot 38. Een tweede type remelement waarmee de aandrijfmiddelen 34 tot 38 naar keuze kunnen samenwerken, bestaat zoals weergegeven in figuren 4 en 5 uit een langwerpige lichte bladveer 52 die zich uitstrekt langsheen de aandrijfelementen 34 tot 38 en die geleid wordt door de zijsteunen 49 van de draadrem 31 zodanig dat dit remelement 52 volgens de bewegingsrichting van de aandrijfelementen 34 tot 38 kan bewegen en niet volgens de langsrichting van de inslagdraad 3 kan bewegen. Dit tweede type remelement 52 is hierbij aangebracht tussen het eerste type remelement 45 en de te remmen inslagdraad 3.

   Hierbij vervult het eerste type remelement 45 niet meer de functie van remelement op zich, maar dient alleen om het remelement 52 tegen de inslagdraad 3 te drukken zodanig dat de inslagdraad 3 tussen het remelement 52 en het remelement 46 wordt geremd. Het is duidelijk dat de bladveer 52 zeer eenvoudig in de draadrem 31 kan gebracht wordt, en uiteraard bij vertoon van slijtage eenvoudig kan vervangen worden. 



  Bij de in figuren 1 tot 5 weergegeven uitvoeringsvormen is het remelement 46 bedoeld om samen te werken met de inslagdraad 3. De bouten 48 waarmee het stuk 47 bevestigd is aan de zijsteunen 49, vormen tevens middelen om verschillende types vast opgestelde remelementen naar keuze met de inslagdraad te laten samenwerken. Bij de in figuren 6 en 7 weergegeven uitvoeringsvorm zijn meerdere vast opgestelde remelementen voorzien die bestaan uit cilindervormige staafjes 55 die bevestigd zijn aan uitsteeksels 56 van het stuk 47 en die bedoeld zijn om samen met de door de 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 aandrijfmiddelen 34 tot 38 bevolen remelementen 45 een inslagdraad 3 te remmen. De cilindervormige staafjes 55 zijn hierbij loodrecht op de langsrichting van de inslagdraad 3 opgesteld.

   Opgemerkt wordt hierbij dat de inslagdraad 3 geremd wordt door omgebogen te worden langsheen de remelementen 45 en 55 en niet door geklemd te worden tussen deze remelementen 45 en 55. 



  De in figuur 8 weergegeven uitvoeringsvorm verschilt van die van figuur 7 daar de aandrijfmiddelen 34 tot 38 samenwerken met een verschillend type remelement, namelijk met een bladveer 52 die analoog aan deze van figuur 4 is uitgevoerd. 



  Hierbij wordt de inslagdraad geremd tussen de bladveer 52 en de verschillende staafjes 55. 



  In figuren 9 en 10 is een variante weergegeven waarbij een freem 53 aangebracht wordt, waarop meerdere remelementen 54 zijn voorzien, dat aangedreven wordt door de stuurbare aandrijfmiddelen 34 tot 38. Het is duidelijk dat de remelementen 54 van een verschillend type zijn dan de reeds besproken remelementen 45 en 52. Dit freem 53 strekt zieh hierbij ook langsheen de voornoemde aandrijfmidelen 34 tot 38 uit en is aanbrengbaar tussen de aandrijfelementen 34 tot 38 en de te remmen inslagdraad 3. De remelementen 54 worden bevestigd aan het freem 53 op bepaalde afstanden van elkaar en bestaan uit cilindervormige staafjes 54 die loodrecht op de langsrichting van de inslagdraad 3 zijn opgesteld. In vergelijking met de uitvoeringvormen van figuren 2 tot 8 worden de zijfremen 49 in een verschillende positie ten opzichte van de behuizing 43 opgesteld.

   De inslagdraad 3 wordt hierbij, zoals verduidelijkt in figuur 10, geremd tussen de staafjes 54 en het remelement 46. 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 



  Bij de uitvoeringvorm van figuur 11 werken de aandrijfmiddelen 34 tot 38 samen met de remelementen 54 en wordt de inslagdraad 3 geremd door langsheen de remelementen 54 en de remelementen 55 omgebogen te worden. 



  In figuur 12 is nog een variante weergegeven waarbij het stuk 47 vervangen werd door een behuizing 66 waarop remelementen 61 zijn voorzien die bevolen worden door stuurbare aandrijfmiddelen 62 tot 65, die analoog zijn uitgevoerd als de aandrijfmiddelen 34 tot 38. De in figuur 13 weergegeven uitvoeringsvorm bevat tevens nog een remelement in de vorm van een bladveer 52 die tussen de remelementen 61 is voorzien, zodat de bovenste remelementen 61 effectief als remelement werken en de onderste remelementen 45 alleen dienen om het remelement 52 tegen de inslagdraad 3 te drukken zodanig dat de inslagdraad 3 tussen het remelement 52 en de remelementen 61 geremd wordt. Volgens de in figuur 14 weergegeven uitvoeringsvorm wordt de inslagdraad 3 geremd tussen twee remelementen in de vorm van een bladveer 52,67 die met aandrijfmiddelen 34 tot 38 of 62 tot 65 worden bevolen. 



  Volgens niet weergegeven varianten kan bij de uitvoeringsvorm van figuren 12 en 13 ook een freem 53 met remelementen 54 voorzien worden tussen de de remelementen 45 en 61 om een inslagdraad tussen remelementen 45,61, 52 of 67 en de remelementen 54 te remmen. 



  Niettegenstaande in de weergegeven uitvoeringsvormen telkens meerdere aandrijfelementen 34 tot 38 en 62 tot 65 werden voorzien, is het duidelijk dat eveneens een draadrem 31 kan aangewend worden met slechts   n enkel aandrijfelement. 



  Bijvoorbeeld kan in de uitvoeringsvorm van figuren 9 en 10 alleen het aandrijfelement 36 voorzien worden, zodanig dat het freem 53 alleen door het aandrijfelement 36 wordt aange- 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 dreven. Het gebruik van slechts   n aandrijfelement 36 vormt weinig verschil wanneer het freem 53 voldoende stijf is. 



  Het is eveneens duidelijk dat niet alle aandrijfelementen 34 tot 38 en 62 tot 65, tegelijkertijd gestuurd moeten worden teneinde een inslagdraad te remmen. Bijvoorbeeld kunnen voor het remmen van een bepaalde inslagdraad alleen de aandrijfelementen 34,36 en 38 gestuurd worden, en voor een andere inslagdraad alleen de aandrijfelementen 35 en 37. 



  Uiteraard is het mogelijk de verschillende aandrijfelementen voor het remmen van een inslagdraad op een verschillend ogenblik en met een verschillende kracht te sturen. 



  Remelementen waartussen de inslagdraad over een relatief grote lengte wordt geremd, zoals weergegeven in figuren 4 en 5, zijn geschikt om samen te werken met zwakke en weinig getorste inslagdraden. Remelementen waartussen de inslagdraad over een beperkte lengte wordt geremd, zoals weergegeven in figuren 2 en 3 en figuren 9 en 10, zijn geschikt om samen te werken met zwakke en weinig getorste inslagdraden die stof afgeven. Remelementen waarlangs de inslagdraden omgebogen worden, zoals weergegeven in figuren 6 en 7 en figuur 11, zijn geschikt om samen te werken met sterk getorste of stofafgevende inslagdraden. Remelementen zoals aangewend in figuur 8 zijn geschikt voor inslagdraden die proppen bevatten.

   Afhankelijk van het type te remmen inslagdraad worden de remelementen van de draadrem 31 rekening houdende met voornoemde richtlijnen op proefondervindelijke wijze zodanig gekozen dat de meest geschikte remelementen aangewend worden om de betreffende inslagdraad te remmen. Daar bij de draadrem 31 volgens de uitvinding meerdere verschillende types remelementen kunnen aangewend worden, is deze draadrem 31 geschikt voor het remmen van eender welk type inslagdraad. 

 <Desc/Clms Page number 13> 

 
 EMI13.1 
 



  Het is duidelijk dat de aandrijfmiddelen 34 tot 38, naar keuze met meerdere verschillende types remelementen 45, 52, 54 kunnen samenwerken, waarbij een door de aandrijfmiddelen gestuurd remelement 45, 52 of 54 tussen de te remmen inslagdraad 3 en de aandrijfmiddelen 34 tot 38 is gelegen. 



  In figuur 1 is tevens een as 57 weergegeven, die synchroon draait met de aandrijfas van de grijperweefmachine. Teneinde de hoekpositie van deze as 57 te bepalen wordt een encoderschijf 58 voorzien op de as 57 die samenwerkt met een detector 59 die verbonden is met de stuureenheid 32 en die signalen naar de stuureenheid 32 stuurt in functie van de hoekpositie van de as 57. Uit deze posities wordt vervolgens door de stuureenheid 32 het bewegingsverloop van de weefmachine bepaald. 



  De stuureenheid 32 is tevens met ingavemiddelen 60 verbonden, waarmee een verloop in de stuureenheid 32 kan ingegeven worden dat hoort bij een in het weefvak 6 in te brengen inslagdraad 3, 4, 5 of een verloop dat bepaald wordt in functie van het bewegingsverloop van de in het weefvak 6 ingebrachte inslagdraad 3, 4, 5. 



  Niettegenstaande in de in figuren 2 tot 14 weergegeven uitvoeringsvormen alleen de draadrem 31 voor het remmen van de inslagdraad 3 werd weergegeven, is het duidelijk dat de draadremmen 31 voor het remmen van de inslagdraden 4 en 5 identiek zijn uitgevoerd. Hierbij is het mogelijk dat bijvoorbeeld de draadrem 31 die samenwerkt met de inslagdraad 3 aangewend wordt als de in figuur 3 weergegeven draadrem, de draadrem 31 die samenwerkt met inslagdraad 4 als in figuur 5 en de draadrem 31 die samenwerkt met inslagdraad 3 als in figuur 7. Uiteraard zijn nog andere combinaties mogelijk. 

 <Desc/Clms Page number 14> 

 



  Niettegenstaande in de weergegeven voorbeelden de draadrem 31 aangewend wordt bij een grijperweefmachine, is het duidelijk dat deze draadrem 31 eveneens kan aangewend worden voor het remmen van een inslagdraad bij andere soorten weefmachines zoals een luchtweefmachine, projectielweefmachine, of nog andere soorten weefmachines. 



  De draadrem volgens de uitvinding beperkt zieh uiteraard niet tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen maar kan binnen het kader van de uitvinding volgens verschillende varianten uitgevoerd worden.

Claims (15)

Conclusies. EMI15.1
1. Draadrem voor het remmen van een inslagdraad (3, bij een weefmachine, die remelementen (45, en stuurbare aandrijfmiddelen (34, bevat, daardoor gekenmerkt dat de stuurbare aandrijfmiddelen een aandrijfelement (34, bevatten dat naar keuze verschillende types remelementen (45, kan aandrijven.
2. Draadrem volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de stuurbare aandrijfmiddelen één of meerdere aandrijfelementen (34, bevatten die kunnen samenwerken met remelementen (45, van verschillende types die naar keuze kunnen aangebracht worden, waarbij de remelementen (52, aanbrengbaar zijn tussen de aandrijfelementen (34, 35, en de te remmen inslagdraad (3,
3. Draadrem volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat een type aan te brengen remelementen bestaat uit een bladveer (52, die zieh uitstrekt langsheen de aandrijfelementen (34,
4. Draadrem volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat een type aan te brengen remelementen bestaat uit een freem (53) dat zieh uitstrekt langsheen de aandrijfelementen (34, en waarop staafjes (54) zijn voorzien die loodrecht op de langsrichting van de inslagdraad zijn opgesteld.
5. Draadrem volgens één van de conclusies 1 tot 4, daardoor gekenmerkt dat de stuurbare aandrijfmiddelen een of meerdere aandrijfelementen (34, bevatten <Desc/Clms Page number 16> waarop een eerste type remelement (45, 61) is bevestigd dat naar keuze kan samenwerken met de te remmen inslagdraad (3, 4, 5) of met een tweede type remelement (52, 54 ; 67), waarbij het tweede type remelement (52, 54 ; 67) aanbrengbaar is tussen het eerste type remelement (45, 61) en de te remmen inslagdraad (3, 4, 5).
6. Draadrem volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat het tweede type remelement bestaat uit een bladveer (52, 67) die zich uitstrekt langsheen de aandrijfelementen (34, 35, 36, 37, 38 ; 62, 63, 64, 65).
7. Draadrem volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat het type remelement bestaat uit een freem (53) dat zich uistrekt langsheen de aandrijfelementen (34, 35, 36, 37, 38) en waarop staafjes (54) zijn voorzien die loodrecht op de langsrichting van de inslagdraad zijn opgesteld.
8. Draadrem volgens één van de conclusies 1 tot 7, daardoor EMI16.1 gekenmerkt dat de aandrijfelementen (34, 64, een lineaire aandrijfmotor (39, bevatten die een doorn (39) bevat die elektro-magnetisch bevolen wordt en die hoofdzakelijk onafhankelijk van de positie van de doorn (39) een kracht levert die functie is van de aan de aandrijfmotor (39, 40, 41, 42, 43) toevoerde stroom.
9. Draadrem volgens een van de conclusies 5 tot 8, daardoor gekenmerkt dat het eerste type remelementen (45, 61) dat bevestigd is op de aandrijfelementen (34, 35, 36, 37, 38 ; 62, 63, 64, 65) gevormd wordt door het kopvlak van de doorn (39) van de aandrijfelementen (34, 35, 36, 37, 38 ; 62, 63, 64, 65).
10. Draadrem volgens een van de conclusies 1 tot 9, daardoor <Desc/Clms Page number 17> gekenmerkt dat de draadrem (31) één of meerdere vast opgestelde remelementen (46, 55) bevat die tegenover de aandrijfmiddelen (34, 35, 36, 37, 38) zijn voorzien zodanig dat een inslagdraad (3, 4, 5) geremd wordt met een of meerdere vast opgesteld remelementen (45, 55) en één of meerdere door de aandrijfmiddelen (34, 35, 36, 37, 38) bevolen remelementen (45, 52, 53, 54).
11. Draadrem volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt dat het vast opgesteld remelement bestaat uit een vlakke remschoen (46).
12. Draadrem volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt dat de meerdere vast opgestelde remelementen bestaan uit staafjes (55) die loodrecht op de langsrichting van de inslagdraad (3, 4, 5) zijn opgesteld.
13. Draadrem volgens één van de conclusies 10 tot 12, daardoor gekenmerkt dat de draadrem (1) middelen (48) bevat om verschillende types vast opgestelde remelementen (46, 55) naar keuze met de inslagdraad (3, 4, 5) te laten samenwerken.
14. Draadrem volgens één van de conclusies 1 tot 9, daardoor EMI17.1 gekenmerkt dat de draadrem (31) aandrijfmiddelen (34, 37, bevat die tegenover elkaar zijn opgesteld.
15. Draadrem volgens één van de conclusies 1 tot 14, daardoor gekenmerkt dat de draadrem (31) twee draadogen (51) bevat EMI17.2 waardoor een inslagdraad (3, uitstrekt en dat de aandrijfelementen (34, tussen de twee draadogen (51) naast elkaar volgens de langsrichting van de inslagdraad (3, 4, 5) zijn opgesteld.
BE9600584A 1996-06-26 1996-06-26 Draadrem voor het remmen van een inslagdraad bij een weefmachine. BE1010389A3 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9600584A BE1010389A3 (nl) 1996-06-26 1996-06-26 Draadrem voor het remmen van een inslagdraad bij een weefmachine.
PCT/EP1997/003259 WO1997049850A1 (de) 1996-06-26 1997-06-21 Fadenbremse

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9600584A BE1010389A3 (nl) 1996-06-26 1996-06-26 Draadrem voor het remmen van een inslagdraad bij een weefmachine.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1010389A3 true BE1010389A3 (nl) 1998-07-07

Family

ID=3889842

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9600584A BE1010389A3 (nl) 1996-06-26 1996-06-26 Draadrem voor het remmen van een inslagdraad bij een weefmachine.

Country Status (2)

Country Link
BE (1) BE1010389A3 (nl)
WO (1) WO1997049850A1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2010049128A1 (en) * 2008-10-31 2010-05-06 Picanol N. V. Thread brake and method of using the thread brake

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
SE520305C2 (sv) * 1999-12-08 2003-06-24 Texo Ab Bromsanordning för ett antal frammatningsbara trådar eller garn i eller till textilmaskin
US7806358B2 (en) * 2007-12-04 2010-10-05 American Linc Corporation Yarn tension control device
EP2354070B1 (en) * 2010-02-01 2013-01-02 Iro Ab Yarn tensioner

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2537476A (en) * 1944-11-22 1951-01-09 Sulzer Ag Thread brake
FR2597889A1 (fr) * 1986-04-28 1987-10-30 Univ Kazakhsky Dispositif electrique de freinage de fil de trame pour metier a tisser sans navette
US4875506A (en) * 1987-05-27 1989-10-24 Sulzer Brothers Limited Yarn brake for a weft yarn
EP0498758A1 (de) * 1991-02-06 1992-08-12 Sulzer RàœTi Ag Fadenbremse mit elektromagnetisch betätigter Bremslamelle

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
IT1260645B (it) * 1993-04-08 1996-04-22 Lgl Electronics Spa Dispositivo di frenatura modulata del filato per apparecchi alimentatori di trama

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2537476A (en) * 1944-11-22 1951-01-09 Sulzer Ag Thread brake
FR2597889A1 (fr) * 1986-04-28 1987-10-30 Univ Kazakhsky Dispositif electrique de freinage de fil de trame pour metier a tisser sans navette
US4875506A (en) * 1987-05-27 1989-10-24 Sulzer Brothers Limited Yarn brake for a weft yarn
EP0498758A1 (de) * 1991-02-06 1992-08-12 Sulzer RàœTi Ag Fadenbremse mit elektromagnetisch betätigter Bremslamelle

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2010049128A1 (en) * 2008-10-31 2010-05-06 Picanol N. V. Thread brake and method of using the thread brake
BE1018327A3 (nl) * 2008-10-31 2010-09-07 Picanol Nv Draadrem en werkwijze om de draadrem aan te wenden.

Also Published As

Publication number Publication date
WO1997049850A1 (de) 1997-12-31

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP2007113171A (ja) グリッパ及びグリッパ織機のよこ糸挿入装置
RU1838475C (ru) Электромагнитное устройство дл торможени уточной нити
BE1012782A3 (nl) Inrichting voor het spannen en terugtrekken van vanaf een weefrek naar een weefmachine geleide kettingdraden.
US3298401A (en) Thread controller for textile machines
EP0384502B1 (en) Device for braking a weft thread in a weaving machine
BE1010389A3 (nl) Draadrem voor het remmen van een inslagdraad bij een weefmachine.
JP3721203B2 (ja) 糸ブレーキ
BE1011089A3 (nl) Draadrem met twee remelementen.
ES2117511A1 (es) Freno de trama perfeccionado para telar sin lanzadera.
BE1007898A3 (nl) Inrichting voor weefmachines.
ITTO940154A1 (it) Apparecchio alimentatore di trama con separtore di spire, per telai ad aria ad alta velocita&#39; di inserzione.
EP1136605B1 (de) Fadenbremse, insbesondere Schlussfadenbremse für Webmaschinen
BE1008376A3 (nl) Weefmachine met afvallint.
BE1014441A3 (nl) Werkwijze en inrichting voor het toevoeren van inslaggaren bij een weefmachine, alsmede rem- en/of dempingsmechanisme hierbij toegepast.
JPS6120582U (ja) 織機のための緯糸選択装置
BE1013733A3 (nl) Inrichting voor het automatisch wisselen van draadvormige materialen in een draadverwerkende machine.
BE1013285A3 (nl) Werkwijze en inrichting voor het steunen van een schaar kettingdraden bij een weefmachine.
BE1009678A3 (nl) Grijperweefmachine met een draadrem.
BE1018327A3 (nl) Draadrem en werkwijze om de draadrem aan te wenden.
JP3353643B2 (ja) 織機綜絖枠の制動装置
US20060053602A1 (en) Device and method for severing a thread
CN1095507C (zh) 电子复动式提花机开口装置
DE69305028T2 (de) Verbesserung von Schussfadenliefervorrichtungen für pneumatische Webmaschinen
BE1003977A3 (nl) Inrichting en werkwijze voor het afremmen van een inslagdraad bij weefmachines, en weefmachine die zulke inrichting toepast.
EP0676493A1 (en) Weft yarn presentation device for looms

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Effective date: 20070630