BE1008379A3

BE1008379A3 - Werkwijze voor het vervaardigen van borstels.

Info

Publication number: BE1008379A3
Application number: BE9400479A
Authority: BE
Original assignee: Boucherie Nv G B
Priority date: 1994-05-09
Filing date: 1994-05-09
Publication date: 1996-04-02
Also published as: ES2122435T3; US5588714A; DE69502997T2; EP0681797A1; DE69502997D1; EP0681797B1

Abstract

Werkwijze voor het vervaardigen van borstels, waarbij borstellichamen (2) die voorzien zijn van volgens een bepaald gatenpatroon aangebrachte openingen (12) aan een vulstation (6) worden toegevoerd, waarbij in dit vulstation (6) vezelbundels (7) in de openingen (12) worden aangebracht, daardoor gekenmerkt dat elk borstellichaam (2) in dit vulstation (6) opeenvolgend aan minstens twee vulwerktuigen (13-14) wordt gepresenteerd, waarbij elk vulwerktuig (13-14) in verschillende stappen het volledig gatenpatroon vult met vezelbundels (7) en waarbij in elke stap, ieder van de vulwerktuigen (13-14) hetzelfde gedeelte (A-B) van dit gatenpatroon op verschillende borstellichamen (2) vult.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Werkwijze voor het vervaardigen van borstels. Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van borstels, meer speciaal van het type waarbij borstellichamen die voorzien zijn van openingen aan een vulstation worden toegevoerd, waarbij in dit vulstation vezelbundels in de openingen worden aangebracht. 



  In de eerste plaats is zij bedoeld voor het vervaardigen van tandenborstels, doch in het algemeen kan zij ook worden aangewend voor het vervaardigen van andere borstels. 



  Het is bekend dat het rendement van een borstelvervaardigingsmachine sterk afhankelijk is van de kontinuiteit waarmee de borstellichamen en borstels doorheen de verschillende bewerkingsstations kunnen worden gevoerd. 



  De uitvinding beoogt een werkwijze voor het vervaardigen van borstels, waarbij deze kontinuiteit optimaal wordt gegarandeerd en een hoog rendement wordt bereikt. 



  Hiertoe betreft de uitvinding een werkwijze van het hoger genoemde type, met als kenmerk dat elk borstellichaam in het vulstation opeenvolgend aan minstens twee vulwerktuigen wordt gepresenteerd, waarbij elk vulwerktuig in verschillende stappen het volledig gatenpatroon vult met vezelbundels en waarbij in elke stap, ieder van de vulwerktuigen hetzelfde gedeelte-van dit gatenpatroon op verschillende borstellichamen vult. 



  Het aantal gebruikte vulwerktuigen is bij voorkeur gelijk aan het aantal stappen waarin elk borstellichaam gevuld wordt. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 



  Bij voorkeur worden de borstellichamen die voor de vulwerktuigen worden gepositioneerd, alsmede de zieh eventueel hiertussen bevindende borstellichamen, tijdens het vullen op een gemeenschappelijke beweegbare drager vastgehouden,   een   en ander zodanig dat de vulwerktuigen uitsluitend een vulbeweging dienen uit te voeren. 



  Volgens de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm zal ieder vulwerktuig alternatief verschillende gedeelten van de opeenvolgende borstellichamen vullen, wat het voordeel biedt dat de vulwerktuigen symmetrisch ten opzichte van elkaar kunnen worden aangebracht, zodat het gebruik van een gemeenschappelijke aandrijving geen enkel probleem stelt. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 schematisch een borstelvervaardigingsmachine weergeeft die de werkwijze volgens de uitvinding toepast ; figuur 2 schematisch de vulwerktuigen uit figuur 1 en een aantal hiervoor geplaatste borstellichamen weer- geeft ; 
 EMI2.1 
 figuur 3 een zicht weergeeft volgens lijn III-III in figuur 2 ; figuur 4 een doorsnede weergeeft volgens lijn IV-IV in figuur   3 ;   figuren 5-6,7-8, 9-10,11-12 en 13-14 voor verschil- lende standen zichten weergeven die analoog zijn aan deze van de figuren 2 en 3. 



  In figuur 1 is schematisch een borstelvervaardigingsmachine 1 weergegeven. Hierbij worden borstellichamen 2 door middel 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 van een toevoermechanisme 3 aangebracht in borstellichaamhouders 4 die samenwerken met een eindloos transportelement 5, zoals een ketting of dergelijke. Het transportelement 5 brengt de borstellichaamhouders 4, met de hierin aangebrachte borstellichamen 2 in verschillende bewerkingsstations, waaronder minstens een vulstation 6 waar vezelbundels 7, die bedoeld zijn om de borstelharen te vormen, in de borstellichamen 2 worden aangebracht.

   Verder kunnen andere bewerkingsstations worden voorzien, zoals afsnijstations 8 waar de vezelbundels 7 op de gewenste lengte worden afgesneden, stations 9, waar de uiteinden van de borstelharen worden afgerond, een reinigingsstation 10, en eventueel nog andere stations, bijvoorbeeld voor het aanbrengen van merken, voor het kontroleren van de kwaliteit, enzovoort. Uiteindelijk worden de borstellichamen 2 door middel van afvoermiddelen 11 afgevoerd. 



  Een inrichting met dergelijk eindloos transportelement 5 is reeds bekend uit het EP   563. 419.   



  Zoals weergegeven in de figuren 1 tot 3 worden de vezelbundels 7 op bekende wijze in de borstellichamen 2 aangebracht, doordat de borstellichamen 2 met de erin aangebrachte openingen 12 voor vulwerktuigen 13 en 14 worden geplaatst, die de borstellichamen 2 vullen, met andere woorden vezelbundels 7 in de voornoemde openingen 12 plaatsen. 



  Het bijzondere van- de uitvinding bestaat erin dat elk borstellichaam 2-in het vulstation opeenvolgend aan meerdere vulwerktuigen, in dit geval twee, wordt gepresenteerd, die elk een gedeelte, in de weergegeven uitvoeringsvorm van figuur 3 de gedeelten A en B, van het borstellichaam 2 vullen, waarbij de borstellichamen 2 die zich tegenover de vulwerktuigen 13-14 bevinden, synchroon 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 bewogen worden, en waarbij elk vulwerktuig 13-14 in verschillende stappen het volledig gatenpatroon vult met vezelbundels 7 en waarbij in elke stap, ieder van de vulwerktuigen 13 en 14 hetzelfde gedeelte, respektievelijk A of B, van dit gatenpatroon aan verschillende borstellichamen 2 vult. 



  Zoals weergegeven in figuur 1 worden de borstellichamen 2 die voor de vulwerktuigen 13-14 worden gepositioneerd, alsmede de zich eventueel hiertussen bevindende borstellichamen 2, tijdens het vullen op een gemeenschappelijke beweegbare drager 15 vastgehouden, die de positioneerbewegingen X en Y, en eventueel ook Z, voor de vulwerktuigen 13-14 uitvoert. De vulwerktuigen 13-14 voeren bij voorkeur uitsluitend een heen-en weergaande beweging Z uit die loodrecht staat op het vlak gevormd door X en Y. 



  In het geval dat, zoals weergegeven in de figuren, gebruik gemaakt worden van twee vulwerktuigen 13-14 wordt een gedeelte, A of B, van ieder borstellichaam 2 dat ongeveer met de helft overeenstemt, gevuld door het ene vulwerktuig 13, waarna het overblijvende gedeelte, respektievelijk B of A, gevuld wordt door het andere vulwerktuig 14. 



  De borstellichamen 2 worden stapsgewijs doorheen het vulstation 6 getransporteerd. Bij voorkeur is het aantal zogenaamde indexeringen'om een borstellichaam 2 van een vulwerktuig 13 naar een volgend vulwerktuig 14 te transporteren een onpaar getal. 



  Zoals weergegeven in figuur 2 wordt de verplaatsing van de borstellichamen 2 tussen de vulwerktuigen 13 en 14 bij 
 EMI4.1 
 voorkeur uitgevoerd in drie indexeringen, respektievelijk Sl, S2 en S3. 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 Zoals weergegeven in de figuren 2 tot 14 worden aan ieder vulwerktuig 13 en 14 bij voorkeur alternatief verschillende gedeelten van de opeenvolgende borstellichamen 2 gevuld. 



  Dit betekent dat de vulwerktuigen 13 en 14 zoals weergegeven in de figuren 2 en 3 eerst de gedeelten A van de eraan gepresenteerde borstellichamen 2 van vezelbundels 7 voorziet, en in een volgende stap, zoals weergegeven in de figuren 5 en 6, de gedeelten B van de eerst daaropvolgende borstellichamen 2 van vezelbundels 7 voorziet, en vervolgens afwisselend verder. 



  Zoals is weergegeven in de figuren 7 tot 14 worden uiteindelijk borstellichamen 2 bekomen waarvan zowel de gedeelten A als B met vezelbundels voorzien zijn. 



  Afhankelijk hoe het proces wordt aangevangen zullen, zoals weergegeven in de figuren 9 tot 14, de eerste drie borstels na iedere start onvolledig gevuld zijn, welke dan afval vormen. 



  De voornoemde werkwijze laat een zeer vlugge vulling toe en laat ook toe dat de borstellichamen 2 slechts korte tijd onder een vulwerktuig 13 of 14 aanwezig hoeven te zijn zodat zij met zeer korte tussentijden stapsgewijs kunnen worden verplaatst. 



  Het is duidelijk dat de uitvinding niet beperkt is tot borstelvervaardigingsmachines van het type waarbij de verplaatsing langs-de verschillende bewerkingsstations gebeurt door middal van een eindloos transportelement 5. 



  Eveneens is het duidelijk dat het aantal vulwerktuigen ook meer dan twee kan zijn, bijvoorbeeld drie, waarbij dan elk vulwerktuig 1/3 van een borstellichaam van vezelbundels voorziet. 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, terwijl een werkwijze voor het vervaardigen van borstels volgens verschillende varianten kan worden gerealiseerd zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims

Konklusies.

1.- Werkwijze voor het vervaardigen van borstels, waarbij borstellichamen (2) die voorzien zijn van volgens een bepaald gatenpatroon aangebrachte openingen (12) aan een vulstation (6) worden toegevoerd, waarbij in dit vulstation (6) vezelbundels (7) in de openingen (12) worden aangebracht, daardoor gekenmerkt dat elk borstellichaam (2) in dit vulstation (6) opeenvolgend aan minstens twee vulwerktuigen (13-14) wordt gepresenteerd, waarbij elk vulwerktuig (13-14) in verschillende stappen het volledig gatenpatroon vult met vezelbundels (7) en waarbij in elke stap, ieder van de vulwerktuigen (13-14) hetzelfde gedeelte (A-B) van dit gatenpatroon op verschillende borstellichamen (2) vult.

2.-Werkwijze volgens konklusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat het aantal vulwerktuigen (13-14) gelijk is aan het aantal stappen waarin elk borstellichaam (2) wordt gevuld.

3.-Werkwijze volgens konklusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de borstellichamen (2) die voor de vulwerktuigen (13-14) worden gepositioneerd, alsmede de zich eventueel hiertussen bevindende borstellichamen (2), tijdens het vullen op een gemeenschappelijke beweegbare drager (15) worden vastgehouden.

4.-Werkwijze volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat aan ieder vulwerktuig (13-14) alternatief verschillende gedeelten (A-B) van de opeenvolgende borstellichamen (2) worden gepresenteerd.

5.-Werkwijze volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat twee vulwerktuigen (13-14) worden aangewend. <Desc/Clms Page number 8> 6.-Werkwijze volgens konklusie 5, daardoor gekenmerkt dat de borstellichamen (2) stapsgewijs doorheen het vulstation (6) worden getransporteerd en dat het aantal indexeringen (S1-S2-S3) om een borstellichaam (2) van een vulwerktuig (13) naar het volgende vulwerktuig (14) te verplaatsen een onpaar getal is.

7.- Werkwijze volgens konklusie 6, daardoor gekenmerkt dat het aantal indexeringen (S1-S2-S3) drie bedraagt.

8.-Werkwijze volgens één der konklusies 3 tot 7, daardoor gekenmerkt dat ieder borstellichaam (2) voor een gedeelte (A-B) dat ongeveer met de helft overeenstemt, gevuld wordt door het ene vulwerktuig (13), terwijl het overblijvende gedeelte (B-A) daarna gevuld wordt door het andere vulwerktuig (14).

9.-Werkwijze volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de te vullen borstellichamen (2) in borstellichaamhouders (4) op een eindloos transportelement (5) worden aangebracht ; dat de borstellichamen (2) vervolgens langs verschillende bewerkingsstations (6-8-9-10) worden gevoerd, waaronder het voornoemde vulstation (6) ; dat de borstellichaamhouders (4) met de daarin aangebrachte borstellichamen (2) in het vulstation (9) tijdelijk van het eindloos transportelement (5) worden weggenomen en op een drager (15) worden geplaatst die minstens de bewegingen (X-Y) levert om de borstellichamen (2) met hun openingen (12) voor de betreffende vulwerktuigen (13-14) te positioneren ;

en dat de borstellichamen (2), nadat zij langs de voornoemde bewerkingsstations (6-8-9-10) zijn gevoerd uit de borstellichaamhouders (4) worden verwijderd. <Desc/Clms Page number 9>

10.-Werkwijze volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat zij wordt aangewend voor de vervaardiging van tandenborstels.