NL9500528A - Werkwijze voor het verwijderen van sedimentafzettingen. - Google Patents

Description

Werkwijze voor het verwijderen van sedimentafzettingen.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het verwijderen van sedimentafzettingen, zoals slib, aodder of fijn zand, van de bodea van een watergebied, waarbij de samenhang van het sediaent over een zekere diepte zodanig wordt verbroken dat het ln beweging kan worden gebracht of koot.

Het is al heel lang bekend eediaen taf zettingen in een rivier op te ruinen door de sedinentafzetting mechanisch te verstoren. Reeds ln 1435 gebruikte nen daarvoor ploegen die net zeilschepen door de ongewenste sedinentafzetting van de rivier werden getrokken. De door de ploegen losgewoelde afzetting werd dan door de stroon meegenomen. Ook is het al heel lang bekend bijvoorbeeld uit het Amerikaanse octroolschrift 260.200 van 1882 de sedimentafzetting te verwijderen met een waterstraal die op de sedimentaf zetting wordt gericht en waarbij dan het losgemaakte sediment weer aan een stroming wordt overgelaten.

In de 19e eeuw verschijnt de emmerbaggermolen waarmee dus het sediment portiegewijs wordt opgehaald, gestort in bakken en afgevoerd. Deze emmerbaggermolen is bruikbaar in havens en kanalen. Dit biedt het voordeel dat het opgebaggerde sediment wordt afgevoerd door middel van de bakken waarin het wordt gestort, heeft echter het nadeel van een vrij gering rendement. Nog later verschijnt de hopperzuiger die een mengsel van sediment en water met behulp van een zuigmond en zuigleiding opzuigt en in het ruin (hopper) stort. Is de hopper gevuld dan vaart deze weg en lost zijn inhoud op een plaats waar dit mogelijk is, bijvoorbeeld buitengaats. Deze hopperzuigers zijn grote schepen die niet bruikbaar zijn voor kleine watergebieden. Er zijn echter zeer veel kleine watergebieden zoals kleine havens, plassen, inhammen die te kampen hebben met het probleem dicht te slibben. Het gaat daarbij vaak om gebieden die voor de grote hopperzuiger niet bereikbaar zijn en waarvoor deze te kostbaar is. In de praktijk is men dan ook hedentendage praktisch aangewezen op de emmerbaggermolen dan wel op toepassing van een vrij recente ontwikkeling bekend als waterinjectiebaggeren volgens de Europese octrooien 119.653 en 243*994. Bij dit zogenaamde injectiebaggeren wordt de afzetting dikvloei-baar gemaakt met behulp van voorzichtig daarin geïnjecteerde waterstralen uit een op de afzetting neergelaten buis die dwars op diens langsrichting over de sedimentlaag wordt getrokken.

Het is daarmee mogelijk die watergebieden in het bijzonder de gebieden met stilstaand of vrijwel stilstaand water op efficiënte wijze te ontdoen van een afgezette laag van slib of dergelijk aaterla&l. zoals fijn zand.

Alhoewel aet behulp van dit injectiebaggeren een efficiënte oplossing is verkregen voor een qua oevang grote variatie van watergebieden waaruit afzettingen eoeten worden verwijderd, bestaat er toch behoefte aan een nog eenvoudigere inrichting en de uitvinding beoogt dan ook een dergelijke eenvoudige inrichting te verschaffen.

Dit doel wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt doordat een om een horizontale as draaibaar lichaam eet uitsteeksels op het bovenvlak van het sediment wordt neergelaten en in een richting dwars op de genoemde horizontale as zodanig over dit bovenvlak van het sediment wordt gerold, dat de uitsteeksels in het sediment dringen en dit los woelen. De inrichting kan een eenvoudig bootje zijn met een eenvoudige aandrijving van betrekkelijk gering vermogen. Deze inrichting draagt nu een via een eenvoudige takel op en neer beweegbare arm of ladder aan het uiteinde waarvan een van uitsteeksels voorzien lichaam vrij draaibaar kan zijn gelagerd, eventueel onder tussenkomst van een zwenk arm teneinde het lichaam door eigen gewicht op de te bewerken afzetting te laten rusten. In de eenvoudigste uitvoeringsvorm laat men dit van uitsteeksels voorziene lichaam of rol neer totdat dit lichaam op de sliblaag rust en met de uitsteeksels daarin dringt waarna men het vaartuig respectievelijk de inrichting in een richting loodrecht op de draaiïngsas van het van uitsteeksels voorziene lichaam of rol voortbeweegt waarbij de rol al rollend over de afzetting deze loswoelt en op een wijze die vergelijkbaar is net injectiebaggeren verandert in een atroonbare laag. De uitsteeksels zorgen er namelijk voor dat het water tussen de deeltjes dringt waardoor de korrelspanning wordt verlaagd. Dit losgewoelde materiaal uit de afzetting zal dan eigener beweging trachten te stromen, bijvoorbeeld naar een lager punt en op die manier vanzelf verdwijnen.

Voor het toepassen van de werkwijze volgens de uitvinding is een inrichting voldoende van zodanige eenvoud dat de eigenaar van een watergebied waarin zich dit probleem jaarlijks voordoet gemakkelijk zelf de investering kan doen om de ongewenste sedimentafzetting te verwijderen zonder dat hij daartoe de hulp moet inroepen van een baggerondememing die over geschikte apparatuur beschikt.

Is het watergebied dermate klein dat ook de bestaande apparatuur, zoals bijvoorbeeld die welke voor injectiebaggeren wordt gebruikt, respectievelijk een eamerbaggermolen daarin nauwelijks plaatsvindt, dan is het met de werkwijze volgens de uitvinding zeer wel aogelijk een nog veel kleinere inrichting toe te passen waardoor de uitvinding verdere perspectieven biedt aan kleine baggerondememingen.

De omtreksnelheid ter plaatse van de uitsteeksels kan in wezen gelijk zijn aan de voortbewegingssnelheid dat wil seggen er vindt een vrij afrollen plaats. Het is overeenkomstig de uitvinding ook A*nkha«T» het van uitsteeksels voorziene lichaaa tijdens het contact eet het sediment aan te drijven eet een oetreksnelheid die ter plaatse van de uitsteeksels in positieve of negatieve zin ten opzichte van het sediment verschilt van de voortbewegingssnelheid. Net andere woorden kunnen de uitsteeksels een trekkende of rennende werking uitoefenen hetgeen in beide gevallen intensivering van het loswoelen teweeg brengt alsmede beheersing of ondersteuning van de voortbeweging.

Bij voorkeur zijn de uitsteeksels elastisch. Dit bevordert niet alleen het loswoelen naar ook wordt daarmee vermeden dat afzettingen zoals klei de ruimten tussen de uitsteeksels verstoppen.

Een zeer doeltreffende en eenvoudige uitvoeringsvorm voor het draaibare lichaam is een rol die wordt gevormd door een borstel. Dergelijke borstels zijn in de handel verkrijgbaar als borstels voor straat-reinigingsmachines. Zij hebben lange meestal uit een kunststof, zoals nylon bestaande draden van grote flexibiliteit.

Gebleken ie reeds dat men daarmee op zeer efficiënte wijze een sedimentafzetting zoals een sliblaag kan verwijderen.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de tekeningen.

Pig. 1 toont een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding in zij-aanzicht.

Pig. 2 toont de inrichting van fig. 1 in bovenaanzicht.

De in de figuren getoonde inrichting bestaat uit een open platte schuit 1 met dieselmotor 2 voor de aandrijving van een aandrijfschroef 3 die de vort kan hebben van een roerpropeller, zoals getoond.

Nidscheeps is een ara of ladder 4 draaibaar gelagerd om een horizontale as 5· Het vooreinde daarvan is bij 6 opgehangen aan een voor de boeg uitstekende boom 7 via een kabel 8 met takel 9·

Aan het uiteinde van deze ladder 4 is een borstel 10 aan beide einden draaibaar gelagerd met twee schalmen 11 respectievelijk 12. Deze borstel 10 is vrij zwaalbaar opgehangen en rust dus in de met onderbroken lijnen aangegeven werkstand door eigen gewicht op de te bewerken laag.

Uiteraard zijn hier ook niet getoonde stelmiddelen denkbaar alsmede niet getoonde middelen voor het aandrijven van de rol of borstel 10.

Claims (8)

1. Werkwijze voor het verwijderen van sediaentafzettingen, zoals slib, aodder of fijn zand, van de bode· van een watergebied, waarbij de aaaenhang van het sediaent over een zekere diepte zodanig wordt verbroken dat het in beweging kan worden gebracht of koet, aet het Vp»nM*»rlr dat een oe een horizontale aa draaibaar llchaaa (10) aet uitsteeksela op het bovenvlak van het sediaent wordt neergelaten en in een richting dwars op de genoeade horizontale ae zodanig over dit bovenvlak van het sediaent wordt gerold, dat de uitsteeksels in het sediaent dringen en dit loewoelen.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, aet het kenmerk, dat het rollen plaatsvindt aet een oatreksnelheid ter plaatse van de uitsteeksels die in wezen gelijk is aan de voortbewegingssnelheid over het sediaent.

3. Werkwijze volgens conclusie 1. aet het lwnmoHr dat het van uitsteeksels voorziene llchaaa (10) tijdens het contact aet het sediaent wordt aangedreven aet een oatreksnelheid die ter plaatse van de uitsteeksels in positieve of negatieve zin verschilt van de voortbewegingssnel-heid ten opzichte van het sediaent.

4. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens een of •eer der voorgaande conclusies, bestaande uit een voortbewegingsinrichting zoals een vaartuig (1), een zwaai baar oa een dwars as aan de inrichting opgehangen ara of ladder (4) aet aiddelen (6, 7, 8, 9) voor het neerlaten respectievelijk ophalen van de ara of ladder (4), een oa een horizontale as draaibaar llchaaa (10) nabij het vrije einde van de ara of ladder, welk llchaaa zich aet zijn draaiIngsas dwars op de langsas van de bewegingsbaan van de inrichting uitetrekt en is voorzien van uitsteeksels.

3. Inrichting volgens conclusie 4, aet het kenmerk. dat het van uitsteeksels voorziene llchaaa (10) een vrij draaibare rol is.

6. Inrichting volgens conclusie 4, aet het kenmerk, dat het van uitsteeksels voorziene llchaaa (10) is voorzien van aandrljfaiddelen.

7. Inrichting volgens conclusie 5 of 6, aet het kenmerk, dat de uitsteeksels radiaal gerichte flexibele delen zijn.

6. Inrichting volgens conclusie 7, aet het kenmerk, dat het lichaam een borstel is.