NL9500316A - Double-acting flushing arrangement - Google Patents

Abstract

The invention relates to a double-acting flushing arrangement (dual-flush arrangement) for a water closet, provided with a closing device (outlet valve, shut-off valve) which can be moved between a closed position in which it seals an outlet of a cistern, a full-flush position in which it fully clears the outlet, and at least one intermediate-flush position, actuation means connected to the closing device, a main float which cooperates with the closing device to retain it in the intermediate-flush position, and at least one auxiliary float which cooperates with the closing device and retains it in the full-flush position, characterized in that at least one of the floats can be connected directly to the closing device.

Description

DUBBELWERKENDE SPOELINRICHTINQDOUBLE ACTING RINSE EQUIPMENT

De uitvinding betreft een dubbelverkende spoelinrichting voor een watercloset, voorzien van een afsluiter die verplaatsbaar is tussen een afsluitstand waarin hij een afvoeropening van een stortbak afsluit, een volledige spoel-atand waarin hij de afvoeropening volledig vrijgeeft, en ten minste één tussengelegen spoelstand, met de afsluiter verbonden bedieningsmiddelen, een met de afsluiter samenwerkende hoofdvlotter voor het in de tussengelegen spoelstand vasthouden daarvan, en ten minste één met de afsluiter samenwerkende, deze in de volledige spoelstand vasthoudende hulpvlotter. Een dergelijke spoelinrichting is bekend, bijvoorbeeld uit het Europese octrooischrift EP-A-0 578 892 of het Britse octrooischrift 6B-A-2 047 301.The invention relates to a double explored flushing device for a water closet, comprising a valve which is movable between a closing position in which it closes a discharge opening of a cistern, a complete flushing position in which it fully releases the discharge opening, and at least one intermediate flushing position, with the control means connected to a valve, a main float cooperating with the valve for retaining it in the intermediate rinsing position, and at least one auxiliary float cooperating with the valve holding it in the full rinsing position. Such a flushing device is known, for example from European patent EP-A-0 578 892 or British patent 6B-A-2 047 301.

Bij waterclosetten worden de laatste jaren in toenemende mate dubbelwerkende spoelinrichtingen toegepast, waarmee het waterverbruik van het watercloset verminderd kan worden. Dit is van belang in verband met de toenemende kosten van de watervoorziening. Afhankelijk van de aard van de in een toiletpot aanwezige verontreinigingen kan met behulp van een dergelijke dubbelwerkende spoelinrichting tijdens een spoelgang een relatief kleine of een grotere hoeveelheid water aan de toiletpot toegevoerd worden.In recent years, double-acting flushing devices have increasingly been used in water closets, with which the water consumption of the water closet can be reduced. This is important in view of the increasing costs of the water supply. Depending on the nature of the contaminants present in a toilet bowl, a relatively small or larger amount of water can be supplied to the toilet bowl during a flushing operation by means of such a double-acting flushing device.

Een relatief veelvuldig toegepaste spoelinrichting maakt gebruik van een spoelonderbrekingsmechanisme, waarmee een gebruiker een reeds begonnen spoelgang naar keuze kan onderbreken, wanneer naar zijn mening voldoende water door de toiletpot gespoeld is om deze afdoende te reinigen. Dit spoelonderbrekingsmechanisme vergt echter een bewuste handeling van de gebruiker, die vaak achterwege gelaten wordt, waardoor alsnog een volledige spoelgang uitgevoerd wordt, en dus een onnodig grote waterhoeveelheid verbruikt en op een riool geloosd wordt.A relatively frequently used flushing device makes use of a flushing interruption mechanism, with which a user can optionally interrupt an already started flushing when, in his opinion, sufficient water has been flushed through the toilet bowl for adequate cleaning. However, this flushing interruption mechanism requires a deliberate action on the part of the user, which is often omitted, as a result of which a full flushing is still carried out, and thus consumes an unnecessarily large amount of water and is discharged into a sewer.

Daarom is in de beide bovengenoemde octrooischrif-ten reeds een spoelinrichting voorgesteld die bij normaal gebruik slechts een beperkte spoeling uitvoert, en slechts een volledige spoelgang uitvoert wanneer een gebruiker bewust daarvoor kiest, door het op een bepaalde wijze bedienen van de inrichting. Deze bekende inrichtingen naken gebruik van een afsluiter die voorzien is van een of meer nokken, die in aangrijping gebracht kunnen worden met de palvormige uiteinden van twee knievormige hefbomen. Elk van de hefbomen is aan zijn andere uiteinde verbonden met een vlotter, waarbij de twee vlotters op verschillende niveau's in het in de stortbak aanwezige water drijven.Therefore, in the above two patents, a flushing device has already been proposed which only performs a limited flushing in normal use, and only performs a full flushing if a user deliberately chooses to do so, by operating the device in a specific manner. These known devices utilize a valve provided with one or more cams which can be engaged with the pawl ends of two knee-shaped levers. Each of the levers is connected at its other end to a float, with the two floats floating at different levels in the water contained in the cistern.

Door een bedieningsorgaan naar een eerste stand te bewegen wordt de afsluiter over een eerste, relatief geringe afstand gelicht, waardoor de nok voorbij het palvormig uiteinde van de eerste hefboom bewogen wordt, maar nog niet voorbij de tweede hefboom. Deze eerste hefboom is verbonden met de het hoogst in de stortbak drijvende vlotter. Doordat de afsluiter gelicht is, zal water door de zo vrijgekomen afvoeropening uit de stortbak stromen, waardoor de bovenste vlotter met het watemiveau zal dalen, en de hefboom zal doen zwenken. Bij een bepaalde waterhoogte in de stortbak zal de vlotter zover gedaald zijn, en de hefboom zover verzwenkt, dat het palvormig uiteinde daarvan buiten aangrijping raakt met de nok van de afsluiter, waardoor de afsluiter terugvalt naar zijn de afvoeropening afsluitende stand. Zo wordt een gedeeltelijke spoeling bewerkstelligd.By moving an actuator to a first position, the valve is lifted over a first, relatively short distance, so that the cam is moved past the paw-shaped end of the first lever, but not yet beyond the second lever. This first lever is connected to the float floating highest in the cistern. Because the valve is lifted, water will flow out of the cistern thus released, causing the top float to drop with the water level and to swing the lever. At a certain water height in the cistern, the float will have fallen so far, and the lever pivots so far that its pawl-shaped end engages the cam of the valve, causing the valve to fall back to its position opening the drain opening. A partial rinsing is thus effected.

Wordt daarentegen het bedieningsorgaan naar een tweede stand bewogen, waardoor de afsluiter met zijn nok tot voorbij het palvormig uiteinde van de tweede hefboom verplaatst wordt, dan zal de spoelgang pas beëindigd worden wanneer de tweede, lager in de stortbak aangebrachte vlotter voldoende gedaald is, waardoor een grotere hoeveelheid spoelwater uit de stortbak kan stromen, en een volledige spoelgang uitgevoerd wordt.If, on the other hand, the actuating member is moved to a second position, whereby the valve with its cam is moved beyond the pawl-shaped end of the second lever, the flushing operation will only be ended when the second float, lower in the cistern, has dropped sufficiently, so that a larger amount of rinse water can flow out of the cistern, and a full rinse is performed.

Hoewel met de hierboven beschreven bekende spoel-inrichting het waterverbruik van een toilet inderdaad verminderd wordt, vertoont deze inrichting toch enkele nadelen van constructieve aard. Doordat namelijk twee hefboommecha-nismen toegepast worden voor het openhouden van de afslui ter, is de inrichting constructief gecompliceerd, waardoor de kans op storingen relatief groot is. Bovendien zijn als gevolg van het relatief grote aantal onderdelen de vervaar» digingskosten van deze bekende inrichting relatief hoog.Although with the known flushing device described above the water consumption of a toilet is indeed reduced, this device nevertheless has some drawbacks of a constructional nature. Because two lever mechanisms are used to keep the valve open, the device is structurally complicated, so that the chance of malfunctions is relatively high. Moreover, due to the relatively large number of parts, the manufacturing costs of this known device are relatively high.

De uitvinding beoogt derhalve een dubbelwerkende spoelinrichting te verschaffen van de hiervoor beschreven soort, waarbij deze nadelen zich niet voordoen. Dit wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat ten minste één van de vlotters rechtstreeks met de afsluiter verbindbaar is. Op deze wijze wordt de afsluiter opengehouden, doordat hij aan de rechtstreeks daarmee verbonden vlotter hangt in plaats van door een nok- en palmechanisme. Hierdoor kan ten minste één hefboommechanisme komen te vervallen, waardoor zowel de kans op storingen als de vervaardigingskosten verminderd worden.The object of the invention is therefore to provide a double-acting flushing device of the type described above, wherein these disadvantages do not arise. This is achieved according to the invention in that at least one of the floats can be connected directly to the valve. In this way, the valve is held open by hanging from the float directly connected thereto, rather than by a cam and ratchet mechanism. This can eliminate at least one lever mechanism, reducing both the risk of failure and the manufacturing cost.

Voorkeursuitvoeringen van de spoelinrichting volgens de uitvinding worden beschreven in de volgconclusies.Preferred embodiments of the flushing device according to the invention are described in the subclaims.

De uitvinding wordt nu toegelicht aan de hand van een voorbeeld, waarbij verwezen wordt naar de bijgevoegde tekening, waarin:The invention is now elucidated on the basis of an example, reference being made to the attached drawing, in which:

Fig. 1 een gedeeltelijk opengewerkt zij-aanzicht toont van een voorkeursuitvoering van de dubbelwerkende spoelinrichting volgens de uitvinding in de ruststand;Fig. 1 shows a partially cut-away side view of a preferred embodiment of the double-acting flushing device according to the invention in the rest position;

Fig. 2 een met fig. 1 overeenkomend aanzicht is van de spoelinrichting in de tussengelegen spoelstand;Fig. 2 is a view corresponding with FIG. 1 of the rinsing device in the intermediate rinsing position;

Fig. 3 een met figuren 1 en 2 overeenkomend aanzicht is van de spoelinrichting tijdens een volledige spoel-gang;Fig. 3 is a view corresponding with Figures 1 and 2 of the flushing device during a complete flushing run;

Fig. 4 een met de voorgaande figuren overeenkomend aanzicht is van de inrichting wanneer de volledige spoelgang bijna voltooid is;Fig. 4 is a view corresponding to the previous figures of the device when the complete rinse is almost completed;

Fig. 5 een vergroot detailaanzicht is van de hulp-vlotter van de dubbelwerkende spoelinrichting nabij het eind van de volledige spoelgang;Fig. 5 is an enlarged detail view of the auxiliary float of the double-acting flushing device near the end of the full flush;

Fig. 6 een met fig. 5 overeenkomend aanzicht is dat de hulpvlotter weergeeft bij het vrijgeven van de afsluiter aan het eind van de volledige spoelgang; enFig. 6 is a view similar to FIG. 5 showing the auxiliary float upon releasing the valve at the end of the full flush; and

Fig. 7 een gedeeltelijk doorgesneden perspectivisch detailaanzicht is van de hulpvlotter.Fig. 7 is a partially sectioned perspective detail view of the auxiliary float.

Een dubbelwerkende spoelinrichting 1 voor een watercloset is voorzien van een afsluiter 2 die verplaatsbaar is tussen een afsluitstand (fig. 1) waarin hij een afvoeropening 3 van een stortbak 4 afsluit, een volledige spoelstand (fig. 3,4) waarin hij de afvoeropening 3 volledig vrijgeeft, en een tussengelegen spoelstand (fig. 2). De afvoeropening 3, welke door de afsluiter 2 wordt afgesloten, is aangebracht in de bodem 5 van de stortbak 4, en staat via een koppelstuk 7 in verbinding met een naar een toiletpot leidende spoelleiding (hier niet getoond). De spoelinrich-ting 1 vertoont verder bedieningsmiddelen 10, die met de afsluiter 2 verbonden zijn, alsmede een met de afsluiter 2 verbonden hoofdvlotter 8 die de afsluiter 2 in zijn tussengelegen spoelstand vasthoudt, en een hulpvlotter 9, welke de afsluiter 2 in zijn volledige spoelstand vasthoudt. Daarbij is de hoofdvlotter 8 aan de afsluiter 2 bevestigd, terwijl de hulpvlotter 9 door middel van de bedieningsmiddelen 10 rechtstreeks met de afsluiter 2 gekoppeld kan worden.A double-acting flushing device 1 for a water closet is provided with a valve 2 which is movable between a closing position (fig. 1) in which it closes a discharge opening 3 of a cistern 4, a full flushing position (fig. 3,4) in which it closes the discharge opening 3 completely, and an intermediate flush position (fig. 2). The discharge opening 3, which is closed by the valve 2, is arranged in the bottom 5 of the cistern 4, and is connected via a coupling piece 7 to a flushing pipe leading to a toilet bowl (not shown here). The flushing device 1 further has operating means 10, which are connected to the valve 2, as well as a main float 8 connected to the valve 2, which holds the valve 2 in its intermediate flushing position, and an auxiliary float 9, which keeps the valve 2 in its full flushing position. hold. The main float 8 is thereby attached to the valve 2, while the auxiliary float 9 can be coupled directly to the valve 2 by means of the operating means 10.

De bedieningsmiddelen 10 omvatten een drukknop 11, welke uit twee zowel gezamenlijk als onafhankelijk van elkaar verplaatsbare delen ΙΙΆ,ΙΙΒ bestaat. De drukknop 11 is opgenomen in een huis 12 dat op zijn beurt met het deksel 6 van de stortbak 4 verbonden is. Het ondereind van de drukknop 11 grijpt aan op een verschuifbaar in het huis 12 opgenomen stoterstang 13, die aan zijn ondereinde voorzien is van een nok 39 welke samenwerkt met een hefboom 15. De hefboom 15 is scharnierbaar om een as 16 opgenomen in een juk 14, welk juk 14 rust op poten 17 die opgenomen zijn in een op de bodem 5 van de stortbak 4 aangebrachte basis 18.The operating means 10 comprise a push button 11, which consists of two parts ΙΙΆ, ΙΙΒ which can be moved both jointly and independently of one another. The push button 11 is accommodated in a housing 12 which in turn is connected to the lid 6 of the cistern 4. The lower end of the push button 11 engages on a push rod 13 slidably mounted in the housing 12, which at its lower end is provided with a cam 39 which cooperates with a lever 15. The lever 15 is pivotable about an axis 16 received in a yoke 14 which yoke 14 rests on legs 17 which are received in a base 18 arranged on the bottom 5 of the cistern 4.

De onderste einddelen van de poten 17 zijn omgeven door een van een lagermateriaal vervaardigde huls 19, waarvan het doel hieronder toegelicht zal worden.The lower end parts of the legs 17 are surrounded by a sleeve 19 made of a bearing material, the purpose of which will be explained below.

De hefboom 15 is verbonden met een trekdraad of ketting 20, die een aantal met tussenruimte aangebrachte trappen 21 vertoont. Tussen twee naastgelegen trappen 21 van de trekdraad 20 is een lip 22 vastgeklemd, welke bevestigd is aan de bovenrand van een overloopbuis 23. De overloopbuis 23 heeft in de getoonde ruststand tot doel te voorkomen dat de stand van het water 25 in de stortbak 4 de bovenrand van de stortbak 4 zou bereiken, indien onverhoopt een afsluiter in de wateraanvoer niet naar behoren zou functioneren.The lever 15 is connected to a puller wire or chain 20, which has a plurality of spaced steps 21. A lip 22 is clamped between two adjacent steps 21 of the puller wire 20, which is fastened to the top edge of an overflow pipe 23. In the rest position shown, the overflow pipe 23 aims to prevent the position of the water 25 in the cistern 4 from would reach the top edge of the cistern 4 if, unexpectedly, a shut-off valve in the water supply did not function properly.

Indien dit het geval is, zal het water 25 in de stortbak stijgen tot de bovenrand van de overloopbuis 23, waarna het water over deze rand in de buis 23 zal stromen, en vandaar zal uitstromen in de naar de toiletpot leidende afvoerlei-ding. De onderzijde van de overloopbuis 23 is voorzien van een aansluitstuk 28 met binnenschroefdraad, waarin een onderbuis 29 geschroefd is, die aan zijn onderzijde een dubbele flens 24 vertoont, waarin de eigenlijke ringvormige afsluiter 2 is opgenomen. De overloopbuis 23 is verder voorzien van een buitenschroefdraad 26, waarop een O-ring 27 geschroefd is die de hoofdvlotter 8, welke als gevolg van de door het water 25 daarop uitgeoefende opwaartse kracht naar het wateroppervlak wil bewegen, fixeert.If this is the case, the water 25 in the cistern will rise to the top edge of the overflow pipe 23, after which the water will flow over this edge into the pipe 23, and from there it will flow into the drain pipe leading to the toilet bowl. The underside of the overflow pipe 23 is provided with a connecting piece 28 with an internal thread, into which a down pipe 29 is screwed, which has a double flange 24 on its underside, in which the actual annular valve 2 is accommodated. The overflow pipe 23 is further provided with an external screw thread 26 on which an O-ring 27 is screwed which fixes the main float 8, which wants to move to the water surface as a result of the upward force exerted by the water 25 on it.

De hulpvlotter 9 is opgenomen in een houder 31, die op de basis 18 bevestigd is en voorzien is van een tweetal openingen 32 waardoor de lagermoffen 19 van de poten 17 steken. Daarnaast vertoont de houder 31 een centrale opening 40 waardoor de de afsluiter 2 dragende onderbuis 29 gestoken is. In de houder 31, welke in zijn bodem een aantal uitstroomopeningen 34 vertoont, zijn twee tezamen de hulpvlotter 9 vormende vlotterlichamen 33 aangebracht, die elk een klikverbindingselement 36 dragen en in de houder 31 verplaatsbaar zijn langs geleidearmen 41 van een geleidings-blok 35. De geleide armen 41 verlopen hellend ten opzichte van de verplaatsingsrichting van dé afsluiter 2, waardoor de klikverbindingselementen 36 in en uit aangrijping gebracht kunnen worden met een op de onderbuis 29 aangebrachte ringvormige ribbe 37 en een in de onderbuis 29 uitgespaarde ringvormige groef 38.The auxiliary float 9 is received in a holder 31, which is mounted on the base 18 and is provided with two openings 32 through which the bearing sleeves 19 of the legs 17 protrude. In addition, the holder 31 has a central opening 40 through which the down tube 29 carrying the valve 2 is inserted. In the holder 31, which has a number of outflow openings 34 in its bottom, two float bodies 33 forming together the auxiliary float 9, each of which carries a snap connection element 36 and are movable in the holder 31 along guide arms 41 of a guide block 35. The Guided arms 41 are inclined relative to the direction of displacement of the valve 2, whereby the snap connection elements 36 can be engaged and disengaged with an annular rib 37 arranged on the down tube 29 and an annular groove 38 recessed in the down tube 29.

De beide vlotterlichamen 33 zijn in hoofdzaak half cilindrisch van vorm, en aan hun onderzijde open (fig. 7).The two float bodies 33 are substantially semi-cylindrical in shape, and open at their bottom (Fig. 7).

De vlotterlichamen 33 vertonen elk een halfcilindrische uitsparing 48 waarmee zij om de centrale opstaande rand 40 van de houder 31 en om de daardoor stekende onderbuis 29 sluiten. De klikverbindingselementen 36 zijn aangebracht aan de naar de buis 29 gerichte zijde van de uitsparingen 48. De houder 31 vertoont een binnendoorsnede 43 die iets groter is dan de uitwendige afmetingen van de vlotterlichamen 33, zodat deze in het inwendige 43 van de houder van en naar de onderbuis 29 beweegbaar zijn. De vlotterlichamen 33 vertonen verder aan weerszijden geleidingsgroeven 42, die samenwerken met de geleidingsarmen 41 van het geleidingsblok 35. Zowel de geleidingsarmen 41 als de geleidingsgroeven 42 zijn hellend uitgevoerd ten opzichte van de langsas van de over-loopbuis 23 en de onderbuis 29, welke de verplaatsingsrich-ting van de afsluiter 2 bepalen. Het geleidingsblok 35 wordt gevormd door een brugstuk 46, dat aan zijn uiteinde uitstekende delen 44 vertoont, die zijn opgenomen in openingen 45 in de wand van de houder 31. Het brugstuk 46 vertoont verder een centrale opening 49 waardoor de onderbuis 29 steekt. Op het brugstuk 46 zijn kappen 47 bevestigd, die de eigenlijke geleidingsarmen 41 dragen.The float bodies 33 each have a semi-cylindrical recess 48 with which they close around the central upright edge 40 of the container 31 and around the down tube 29 extending therethrough. The snap connection elements 36 are disposed on the side of the recesses 48 facing the tube 29. The container 31 has an inner cross-section 43 slightly larger than the external dimensions of the float bodies 33 so that they pass from and to the interior 43 of the container. the down tube 29 are movable. The float bodies 33 further have guide grooves 42 on either side which cooperate with the guide arms 41 of the guide block 35. Both the guide arms 41 and the guide grooves 42 are inclined with respect to the longitudinal axis of the overflow tube 23 and the down tube 29, which determine the direction of movement of valve 2. The guide block 35 is formed by a bridge piece 46, which has projecting portions 44 at its end, which are received in openings 45 in the wall of the container 31. The bridge piece 46 further has a central opening 49 through which the down tube 29 protrudes. Caps 47 are mounted on the bridge piece 46, which bear the actual guide arms 41.

Wanneer de hulpvlotter 9 onder water staat, zal altijd een bepaalde hoeveelheid lucht opgesloten zijn in de vlotterlichamen 33, waardoor deze een opwaartse kracht ondervinden. Hierdoor zullen de vlotterlichamen 33 naar boven bewegen, voor zover dat door het geleidingsblok 35 mogelijk gemaakt wordt. Daarbij zullen, als gevolg van de hellende stand van de geleidingsarmen 41 en geleidingsgroeven 42, de vlotterlichamen 33 naar elkaar en naar de onderbuis 29 gedwongen worden. Hierdoor wordt bewerkstelligd, dat de klikverbindingselementen 36 altijd onder een door de opwaartse kracht geleverde voorspanning tegen de wand van de onderbuis 29 aanliggen. De werking van de inrichting is nu als volgt.When the auxiliary float 9 is under water, a certain amount of air will always be trapped in the float bodies 33, so that they experience an upward force. As a result, the float bodies 33 will move upwards, insofar as this is made possible by the guide block 35. In addition, due to the inclined position of the guide arms 41 and guide grooves 42, the float bodies 33 will be forced together and down tube 29. This ensures that the snap connection elements 36 always abut against the wall of the down tube 29 under a bias supplied by the upward force. The operation of the device is now as follows.

Wanneer, uitgaande van de in fig. 1 getoonde ruststand, een gebruiker de drukknop 11 indrukt tot de in fig. 2 getoonde stand voor een gedeeltelijke spoeling, wordt de stoterstang 13 over een deel van zijn maximale slag naar beneden bewogen waardoor de hefboom 15 tegen de wijzers van de klok in naar de in fig. 2 getoonde stand gezwenkt wordt, en de overloopbuis 23 omhooggebracht wordt, onder meeneming van de afsluiter 2. Hierdoor wordt de afvoeropening 3 vrijgegeven, waardoor het water 25 uit de stortbak 4 naar de toiletpot kan stromen. Bij de opwaartse beweging van de overloopbuis 23 wordt de daarmee verbonden onderbuis 29 door de openingen 40 en 49 in de hulpvlotter 9 getrokken, tot het moment dat de klikverbindingselementen 36 op de binnenwanden 48 van de vlotterlichamen 33 de rondlopende ribbe 37 van de onderbuis 29 bereiken. Wanneer uiteindelijk zoveel water 25 uit de stortbak 4 weggestroomd is dat het waterniveau onder hoofdvlotter 8 zakt, zal als gevolg van de afgenomen opwaartse kracht op deze vlotter 8 het samenstel van de vlotters 8,9, buizen 23,29 en de afsluiter 2 terugzakken naar de in fig. 1 getoonde ruststand, waarin de afsluiter 2 de afvoeropening 3 afsluit. Op dat moment is de stortbak pas ten dele geleegd, waardoor het bij deze spoelgang behorende waterverbruik relatief gering is.When, starting from the rest position shown in Fig. 1, a user presses the push button 11 to the position shown in Fig. 2 for a partial rinse, the push rod 13 is moved down a part of its maximum stroke, so that the lever 15 against the hands are swiveled clockwise to the position shown in fig. 2, and the overflow pipe 23 is raised, taking the valve 2 together. This releases the discharge opening 3, allowing the water 25 to flow from the cistern 4 to the toilet bowl. flow. With the upward movement of the overflow tube 23, the associated down tube 29 is drawn through the openings 40 and 49 in the auxiliary float 9, until the snap connection elements 36 on the inner walls 48 of the float bodies 33 reach the circumferential rib 37 of the down tube 29 . When in the end so much water 25 has flowed out of the cistern 4 that the water level drops below main float 8, as a result of the decreased upward force on this float 8, the assembly of the floats 8,9, tubes 23,29 and valve 2 will drop back to the rest position shown in fig. 1, in which the valve 2 closes the discharge opening 3. At that time, the cistern is only partially emptied, so that the water consumption associated with this rinse is relatively small.

Indien meer spoelwater nodig geacht wordt voor het reinigen van de toiletpot, wordt de drukknop 11 vanuit de in fig. 1 getoonde stand ingedrukt tot voorbij de in fig. 2 getoonde stand, naar de in fig. 3 getoonde stand. Daarbij is de drukknophelft 11A verder ingedrukt dan de helft 11B, waardoor de stoterstang 13 verder verplaatst wordt dan in het voorgaande geval, en de overloopbuis 23 met daarmee verbonden onderbuis 29 en een afsluiter 2 ook verder omhoog gebracht worden. De uitstroomopening 3 komt nu wederom vrij, waardoor water 25 uit de stortbak 4 naar de toiletpot zal stromen. Als gevolg van de opwaarts gerichte bedienings-kracht op de onderbuis 29 zullen in dit geval de vlotterli-chamen 33, wanneer de rondlopende ribbe 37 van de onderbuis 29 de klikverbindingslementen 36 bereikt uit elkaar gedrukt worden tegen de door de opwaartse kracht op de vlotterlichamen 33 uitgeoefende voorspanning in, waardoor de ribbe 37 tot voorbij de klikverbindingslementen 36 getrokken wordt. Daarbij vallen daarna de klikverbindingselemten 36 in de rondlopende groef 38 van de onderbuis 29.If more flushing water is considered necessary for cleaning the toilet bowl, the push button 11 is pressed from the position shown in fig. 1 to beyond the position shown in fig. 2, to the position shown in fig. 3. Thereby, the push button half 11A is pressed further than half 11B, whereby the push rod 13 is moved further than in the previous case, and the overflow tube 23 with down tube 29 and a valve 2 connected thereto are also raised further. The outflow opening 3 is now released again, whereby water 25 will flow from the cistern 4 to the toilet bowl. In this case, as a result of the upwardly directed operating force on the down tube 29, when the circumferential rib 37 of the down tube 29 reaches the snap connection elements 36, the float bodies 33 will be pressed apart against the upward force on the float bodies 33 applied bias, pulling rib 37 beyond snap fasteners 36. Thereby, the snap connection elements 36 fall into the circumferential groove 38 of the down tube 29.

Wanneer het waterniveau in de stortbak 4 daalt tot onder de hoofdvlotter 8, zou het samenstel van de vlotters 8,9, de buizen 23,29 en de afsluiter 2 weer moeten beginnen te dalen. De neerwaartse beweging van het samenstel wordt echter voorkomen, doordat de onderbuis 29 met zijn rondlopende groef 38 vastgeklemd is tussen de klikverbindingsele-menten 36 van de vlotterlichamen 33. Ook de laatste water-resten in de stortbak 4 kunnen dus door de nog steeds niet afgesloten afvoeropening 3 de stortbak 4 verlaten. De klik-verbindingselementen 36 blijven in de groef 38 gedrukt worden, doordat op de vlotterlichamen 33 nog steeds een opwaartse kracht uitgeoefend wordt, als gevolg van het feit dat in de houder 31 nog een hoeveelheid water 51 achtergebleven is, waarop de vlotterlichamen 33 drijven. Deze achtergebleven waterhoeveelheid stroomt langzaam weg door de uitstroomopeningen 34, waardoor de opwaartse kracht op de vlotterlichamen 33 afneemt, en zij met hun geleidingsgroef 42 langs de geleidingsarmen 41 naar beneden en van elkaar zakken. Hierdoor neemt de kracht waarmee de verbindingselementen 36 in de groef 38 gedrukt worden steeds verder af (fig. 6), waardoor uiteindelijk de buizen 23,29 onder invloed van hun gewicht door de hulpvlotter 9 zullen zakken, en de afsluiter 2 weer zijn rustpositie zal innemen. Daarbij is, zoals gezegd, de stortbak 4 geheel geleegd, zodat een volledige spoeling plaatsgevonden heeft. De houder 31 met uitstroomopeningen 34 fungeert daarbij dus als vertragings-mechanisme, waardoor het dichtvallen van de afsluiter 2 wordt uitgesteld tot de stortbak 4 geheel geleegd is.When the water level in the cistern 4 drops below the main float 8, the assembly of the floats 8,9, the tubes 23, 29 and the valve 2 should start to fall again. The downward movement of the assembly is prevented, however, because the down tube 29 with its circumferential groove 38 is clamped between the snap connection elements 36 of the float bodies 33. The last water residues in the cistern 4 can therefore also not be closed. discharge opening 3 leave the cistern 4. The snap connection elements 36 continue to be pressed into the groove 38, because an upward force is still exerted on the float bodies 33, due to the fact that an amount of water 51 remains on the float bodies 33, on which the float bodies 33 float. This residual amount of water slowly flows out through the outflow openings 34, as a result of which the upward force on the float bodies 33 decreases, and they drop down and from each other with their guide groove 42 along the guide arms 41. As a result, the force with which the connecting elements 36 are pressed into the groove 38 continues to decrease (fig. 6), as a result of which the tubes 23, 29 will eventually drop through the auxiliary float 9 under the influence of their weight, and the valve 2 will return to its rest position. ingest. As said before, the cistern 4 has been completely emptied, so that complete flushing has taken place. The holder 31 with outflow openings 34 thus functions as a delay mechanism, whereby the closing of the valve 2 is postponed until the cistern 4 is completely emptied.

Op deze wijze wordt dus een spoelinrichting verkregen waarmee naar keuze van de gebruiker de stortbak 4 tijdens een spoelgang geheel of gedeeltelijk geleegd kan worden, afhankelijk van de verontreiniging van de toiletpot. Het spoelwatervolume bij een gedeeltelijke spoeling kan worden ingesteld door de hoofdvlotter 8 langs de schroefdraad 26 van de overloopbuis 23 te verplaatsen. Door een geschikte keuze van het volume van de vlotterlichamen 33, de houder 31 en de afmetingen van de uitstroomopeningen 34 kan een zodanige vertraging bij het afsluiten bereikt worden dat in een volledige spoelgang daadwerkelijk de gehele stortbak 4 geleegd wordt.In this way, a flushing device is thus obtained with which, according to the user's choice, the cistern 4 can be completely or partly emptied during a flushing operation, depending on the contamination of the toilet bowl. The partial water flush volume can be adjusted by moving the main float 8 along the threads 26 of the overflow tube 23. By a suitable choice of the volume of the float bodies 33, the container 31 and the dimensions of the outflow openings 34, such a delay in closing can be achieved that in a complete rinse the entire cistern 4 is actually emptied.

Overigens kan de hiervoor beschreven spoelinrichting ook toegepast worden in combinatie met een spoelonder-brekingsmechanisme, bijvoorbeeld van het type als beschreven in aanvraagster's oudere Nederlandse octrooiaanvrage 9100986. Daarbij wordt dan, wanneer de bedieningsknop de eerste maal ingedrukt wordt het samenstel van de overloop-buis 23 en onderbuis 29 door een zowel op trek als op druk te belasten overbrengingselement zover omhoog bewogen, dat de ribbe 37 van de onderbuis 29 voorbij de verbindingselementen 36 getrokken wordt. Deze grijpen dan dus in de groe£ 38 en houden zo de afsluiter 2 open, waardoor in beginsel een volledige spoeling uitgevoerd wordt. Door nu de knop voor de tweede maal in te drukken, worden de overloopbuis en onderbuis door het overbrengingselement naar beneden gedrukt, waarbij de vlotterlichamen 33 van de hulpvlotter uit elkaar gedrukt worden en de afsluiter 2 teruggebracht wordt naar de sluitstand.Incidentally, the above-described flushing device can also be used in combination with a flushing-interrupting mechanism, for instance of the type as described in applicant's earlier Dutch patent application 9100986. In addition, when the operating button is pressed for the first time, the assembly of the overflow pipe 23 and down tube 29 is moved upwardly by a transmission element that can be loaded under both tension and pressure so that the rib 37 of the down tube 29 is pulled past the connecting elements 36. These then engage in the growth 38 and thus keep the valve 2 open, so that in principle a complete flushing is carried out. By now pressing the button a second time, the overflow tube and down tube are pressed down by the transmission element, whereby the float bodies 33 of the auxiliary float are pressed apart and the valve 2 is returned to the closed position.

Tenslotte zal het de deskundige duidelijk zijn dat ook meer of minder dan twee vlotterlichamen toegepast zouden kunnen worden in de hulpvlotter 9. Ook zouden andere verbin-dingsmechanisme tussen de hulpvlotter 9 en de buis 29 denkbaar zijn. Van belang is met name dat door het rechtstreeks verbinden van de vlotters 8,9 met de afsluiter 2 een eenvoudige, betrouwbare en relatief weinig kostbare constructie verkregen wordt.Finally, it will be clear to the skilled person that more or less than two float bodies could also be used in the auxiliary float 9. Other connection mechanisms between the auxiliary float 9 and the tube 29 would also be conceivable. It is important in particular that a simple, reliable and relatively inexpensive construction is obtained by directly connecting the floats 8,9 to the valve 2.

Claims (8)

1. Dubbelwerkende spoelinrichting (1) voor een watercloset, voorzien van een afsluiter (2) die verplaats» baar is tussen een afsluitstand waarin hij een afvoeropening (3) van een stortbak (4) afsluit, een volledige spoelstand waarin hij de afvoeropening (3) volledig vrijgeeft, en ten minste óén tussengelegen spoelstand, met de afsluiter (2) verbonden bedieningsmiddelen (10), een met de afsluiter (2) samenwerkende hoofdvlotter (8) voor het in de tussengelegen spoelstand vasthouden daarvan, en ten minste één met de afsluiter (2) samenwerkende, deze in de volledige spoelstand vasthoudende hulpvlotter (9), met het kenmerk, dat ten minste één van de vlotters (8,9) rechtstreeks met de afsluiter (2) verbindbaar is.1. Double-acting flushing device (1) for a water closet, provided with a valve (2) movable between a closing position in which it closes a discharge opening (3) of a cistern (4), a full flushing position in which it closes the discharge opening (3) ), and at least one intermediate flush position, operating means (10) connected to the valve (2), a main float (8) co-operating with the valve (2) for retaining it in the intermediate flush position, and at least one with the valve (2) co-operating, this auxiliary float (9) retaining in the full flush position, characterized in that at least one of the floats (8,9) is directly connectable to the valve (2). 2. Dubbelwerkende spoelinrichting (1) volgens conclusie 1, met hot kenmerk, dat de hoofdvlotter (8) aan de afsluiter (2) bevestigd is, en de hulpvlotter (9) door de bedieningsmiddelen (10) rechtstreeks met de afsluiter (2) verbindbaar is.Double-acting flushing device (1) according to claim 1, characterized in that the main float (8) is attached to the valve (2) and the auxiliary float (9) can be directly connected to the valve (2) by the actuating means (10) is. 3. Dubbelwerkende spoelinrichting (1) volgens conclusie 2, met hst kenmerk, dat de hulpvlotter (9) aan het eind van de volledige spoelgang automatisch van de afsluiter (2) losneembaar is.Double-acting flushing device (1) according to claim 2, characterized in that the auxiliary float (9) is automatically detachable from the valve (2) at the end of the complete flushing operation. 4. Dubbelwerkende spoelinrichting (1) volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de afsluiter (2) en de hulpvlotter (9) samenwerkende klikverbindingsmiddelen (36,38) vertonen.Double-acting flushing device (1) according to claim 2 or 3, characterized in that the valve (2) and the auxiliary float (9) have co-acting snap connection means (36,38). 5. Dubbelwerkende spoelinrichting (1) volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de hulpvlotter (9) ten minste één langs een ten opzichte van de verplaatsingsrich-ting van de afsluiter (2) hellende geleiding (4) verplaatsbaar, een klikverbindingselement (36) dragend vlotterlichaam (33) omvat.Double-acting flushing device (1) according to claim 4, characterized in that the auxiliary float (9) is movable at least one snap connection element (36) which can be moved along a guide (4) inclined relative to the direction of movement of the valve (2). bearing float body (33). 6. Dubbelwerkende spoelinrichting (1) volgens conclusie 4 of 5, gekenmerkt door middelen voor het vertragen van het van de afsluiter (2) losnemen van de hulpvlotter (9)·Double-acting flushing device (1) according to claim 4 or 5, characterized by means for delaying the release of the auxiliary float (9) from the valve (2) 7. Dubbelwerkende spoelinrichting (1) volgens conclusie 6, eet het kenmerk, dat de losnemings-vertragings-middelen een het vlotterlichaam (33) ten minste ten dele omgevende, de hellende geleiding (41) daarvan bepalende houder (31) omvatten, welke ten minste één uitstroomopening (34) vertoont.Double-acting flushing device (1) according to claim 6, characterized in that the release-delaying means comprise a container (31) at least partly surrounding the float body (33) defining the inclined guide (41) thereof. has at least one outflow opening (34). 8. Watercloset, voorzien van een dubbelwerkende spoelinrichting (1) volgens één der voorgaande conclusies.Water closet, provided with a double-acting flushing device (1) according to any one of the preceding claims.