NL9401914A - Zwembadbassin met verstelbare scheidingswand. - Google Patents

Description

Zwembadbassin met verstelbare scheidingswand.

De uitvinding heeft betrekking op een zwembadbassin met verstelbarescheidingswand overeenkomstig de aanhef van conclusie 1.

Verstelbare scheidingswanden worden gebruikt om een zwembadbassinnaar behoefte op te delen in verschillende zwemmersgebieden. Bijvoorbeeldkan daarmee een opdeling worden bereikt tussen een recreatiegedeelte eneen wedstrijdgedeelte. In het bijzonder voor het afscheiden van eenwedstrijdgedeelte wordt de bekende scheidingswand zwaar belast door despankracht van de zwemlijnen om verschillende naast elkaar gelegenzwembanen met touwen en drijvers van elkaar te scheiden. De spankrachtvan één lijn kan daarbij oplopen tot zeshonderd kilogram.

Verschillende typen verstelbare scheidingswanden zijn bekend.Bijvoorbeeld wordt gebruikt een over de bovenzijde van twee tegenoverelkaar gelegen opstaande wanden van het zwembadbassin verrijdbarescheidingswand, welke, wanneer buiten gebruik, naar een der kopse eindenvan het zwembadbassin wordt gereden en daar bijvoorbeeld in een nis wordtopgeborgen. Een ander bekend type, waarop de onderhavige uitvinding vantoepassing is, betreft een zogenaamde afzinkbare scheidingswand. Deze kantot ruim onder de waterspiegel naar onderen in een ingetrokken standworden bewogen, om ruimte te geven aan zwemmers de scheidingswandzwemmend te passeren. Bijvoorbeeld wordt daartoe de scheidingswandondergebracht in een uitsparing in de zwembadbodem.

Door de verschillende eisen die gesteld worden aan eenscheidingswand, bijvoorbeeld de mogelijkheid om daar overheen te lopen,de mogelijkheid voor het aankoppelen van zwemlijnen voor het opdelen inwedstrijdbanen, alsmede de mogelijkheid dat een zwemmer zich kan afzettentegen de scheidingswand, moet deze in hoofdzaak vormvast zijn. Veelalomvat de scheidingswand daartoe een langwerpig balkvormig lichaam,bijvoorbeeld opgebouwd uit een stalen frame bekleed met kunststoffenpanelen.

Tot nu toe was het gebruikelijk, om de scheidingswand, van welktype dan ook, met zijn kopse uiteinden te bevestigen aan de tegenoverelkaar gelegen opstaande wanden van het zwembadbassin. De scheidingswandvan het afzinkbare type was voor de op- en neergaande beweging tussen dewerkzame stand en de ingetrokken stand daartoe met zijn kopse eindengeleid langs een railgeleiding aan de respectieve opstaande wand van hetzwembadbassin.

Aan deze bekende bevestigingswijze van de scheidingswand aan dedragende structuur van het zwembadbassin kleven nadelen. Op de eerste plaats wordt de aan zijn uiteinden vastgehouden scheidingswandaanzienlijk op buiging belast ten gevolge van de spankrachten van deverschillende aan de scheidingswand gekoppelde zwenunerslijnen. Op detweede plaats is de aanwezigheid van de railgeleiding aan de opstaandewanden van het zwembadbassin visueel onaantrekkelijk. Daarnaast is dierailgeleiding storingsgevoelig. Doordat de railgeleiding voornamelijkwegens visuele aspecten vaak verzonken uitgevoerd wordt in de opstaandewand van het zwembadbassin, kan zich daarin vuil ophopen, hetgeenonverhoeds tot blokkering van de geleiding kan leiden. Daarnaast schuiltin een dergelijke railgeleiding een gevaar voor kwetsuur van zwemmers, inhet bijzonder kinderen die altijd mateloos geïnteresseerd zijn inspleten, kieren e.d. in zwembaden, om daarin bijvoorbeeld hun vingers testeken.

De uitvinding beoogt, de bovenbedoelde nadelen op te lossen,waartoe de maatregelen overeenkomstig het kenmerkend deel van conclusie 1worden voorgesteld.

Op de eerste plaats wordt met de uitvinding bereikt, dat debuigbelasting op de scheidingswand aanzienlijk wordt verminderd, waardoordeze constructief lichter en goedkoper kan worden uitgevoerd. Op detweede plaats kan hiermee de railgeleiding, of elke andere geleiding,tussen een kops uiteinde van de scheidingswand en de opstaande wand vanhet zwembadbassin komen te vervallen.

De uitvoering van de armen voor verbinding van de scheidingswandmet het bodemgebied van het zwembadbassin is op velerlei wijze mogelijk.Bijvoorbeeld kunnen de armen telescoperend in- en uitschuifbaar zijn. Ookkunnen zij bijvoorbeeld in- en uitschuifbaar in een uitsparing in hetbodemgebied zijn uitgevoerd. Uit constructieve overweging, zowel metbetrekking tot eenvoud van opbouw als met betrekking tot nauwkeurigheidvan de geleiding door het zo gering mogelijk houden van de spelingverdient het echter de voorkeur, dat de armen van vaste lengte zijn enmet tenminste één van de uiteinden via geleidingelementen is verbondenmet de scheidingswand of de bodemconstructie van het zwembadbassin om inlengterichting van de scheidingswand beweegbaar te zijn tijdens het op¬en neer bewegen van de scheidingswand. Een specifieke uitvoering van ditvoordelige ontwerp is nader toegelicht in de verderop gegevenfiguurbeschrijving. In afwijking daarvan kunnen die geleidingelementenbijvoorbeeld een schroefspindel zijn welke, wanneer aangedreven,tegelijkertijd kan dienen voor het via de armen aandrijven van de op- enneergaande beweging van de scheidingswand. Een dergelijke mogelijkheidvoor aandrijving is op zich bekend uit DE-A-2258127. Daarin is beschreven een in hoogte instelbare zwembadbodem welke door middel van scharendeelementen, aangedreven door een schroefspindel, in hoogte instelbaar is.Bij deze bekende uitvoering doet zich niet het probleem voor van debuigbelasting en van de geleiding zoals bij de bekende scheidingswanden.

Ten behoeve van de eenvoud van de aandrijving verdient het devoorkeur, de scheidingswand uit te rusten met drijfvermogen, zodat dehoogteinstelling is te bereiken met bijvoorbeeld trekkabels.

Voor een zo stijf mogelijk gedrag van de scheidingswand verdienthet de voorkeur, de armen zo ver mogelijk naar de bovenbegrenzing van descheidingswand daarin te laten doorlopen, terwijl de scheidingswand bijzijn onderrandgebied schuivend, geleidend of rollend is afgesteund tegendie armen, bijvoorbeeld onder tussenkomst van geleidingelementen.

Voor het minimaliseren van de buigbelasting op de scheidingswandonder invloed van de spankracht van de zwemmerslijnen verdient het voortsde voorkeur, de armen zodanig te koppelen met de scheidingswand dat inzijn werkzame stand zich tussen het met de scheidingswand verbondenuiteinde van de arm en het dichtstbij gelegen kopse uiteinde van descheidingswand tenminste één aankoppelpunt voor een zwemmerslijn bevindt.Dientengevolge worden ter weerszijden van de aankoppeling tussen de armen de scheidingswand in dezelfde richting werkzame trekkrachten op descheidingswand uitgeoefend, hetgeen een buigbelasting verlagende werkingbiedt.

In het hiernavolgende wordt de uitvinding, bij wijze van voorbeeld,nader toegelicht aan de hand van een in de tekening weergegevenuitvoeringsvoorbeeld. Hierbij toont:

Figuur 1 een zijaanzicht in doorsnede van een zwembadbassin metinstelbare scheidingswand, met de scheidingswand weergegeven in dewerkzame stand;

Figuur 2 een aanzicht overeenkomstig figuur 1, met descheidingswand weergegeven in de ingetrokken stand; en

Figuur 3 een aanzicht in perspectief, gedeeltelijk weggebroken, engedeeltelijk in doorsnede, waarin meer in detail is weergegeven debevestiging van de scheidingswand met de geleidingsarm.

Figuur 1 en 2 tonen schematisch een zwembadbassin 1 met eeninstelbare scheidingswand 2. In figuur 2 is weergegeven hoe descheidingswand 2 in de ingetrokken stand zich ruim beneden dewaterspiegel 3 bevindt, zodat zwemmers ongehinderd over de scheidingswand2 kunnen zwemmen. In figuur 3 is meer in detail weergegeven de opbouw vande scheidingswand 2. In dwarsdoorsnede gezien bepaalt deze een inhoofdzaak omgekeerd U-profiel, met aan zijn bovenzijde een drijflichaam 4. De ter weerszijden naar beneden toe uitstekende benen 5 bepalen tussenzich in een van onderaf toegankelijke ruimte. Twee armen 6 van vastelengte steken vanaf de zwembadbodem 7 tussen die benen 5 tot nabij hetdrijflichaam 4 in de scheidingswand 2 omhoog. De breedte b van elke arm 6bedraagt tenminste 50% van de breedte B van de scheidingswand 2. Aan zijnnaar de scheidingswand 2 toegekeerde uiteinde is elke arm 6 geleid tussentwee gesleufde geleidingen 8, welke de arm 6 vrijwel spelingloos tussenzich in opgesloten houden. Door die gesleufde geleiders 8 is hetrespectieve uiteinde van de armen 6 in lengterichting van descheidingswand 2 verplaatsbaar ten behoeve van het op- en neerbewegen,zoals meer in het bijzonder weergegeven in figuur 1 en 2. Aan hetuiteinde nabij de zwembadbodem 7 is elke arm 6 scharnierend opgeslotentussen twee opsluitelementen 9 om daarmee in hoofdzaak spelingvrij tezijn verbonden. In de nabijheid van hun vrije benedenranden bezitten debenen 5 van de scheidingswand 2 in lengterichting van de scheidingswand 2verlopende steünstrippen 10 welke met enige voorspanning ter weerszijdentegen de armen 6 steunen en daarlangs verschuifbaar zijn. Zoalsweergegeven zijn trekkabels 11, opgenomen tussen de armen 6, verbondenmet de scheidingswand 2. Anderzijds zijn de trekkabels verbonden met eenniet nader weergegeven, met verwijzingscijfer 12 aangeduide aandrijving.Door middel van inkorten respectievelijk vieren van de trekkabels 11 kande scheidingswand 12 neerwaarts en opwaarts worden bewogen. Hetdrijfvermogen van het drijflichaam 4 is voldoende om al drijvend de infiguur 1 weergegeven stand, met de scheidingswand 2 gedeeltelijk boven dewaterspiegel 3, te bereiken. Bij de kopse uiteinden van de in hoofdzaakparallel epipedische, langwerpige, balkvormige scheidingswand 2 istelkens een afdichting 13 met de respectieve opstaande zijwand 14 van hetzwembadbassin 1 aangebracht. Bijvoorbeeld zijn dit afdichtrubbers. Zijkunnen bijvoorbeeld zijn verbonden met de scheidingswand 2 en schuivendlangs de opstaande wand 14 zijn geleid. Aldus is in het bovenste gebiedvan het zwembadbassin 1 visueel niets te merken van de aanwezigheid vaneen scheidingswand 2 indien in zijn ingetrokken stand (figuur 2).

Voorts toont figuur 3 hoe een zwemlijn 16 aangekoppeld is bij hetbevestigingspunt 15 aan de scheidingswand 2. Bij bijvoorbeeld eenvijfentwintig meter breed zwembad, waarbij de lengte van descheidingswand dus eveneens vijfentwintig meter bedraagt, zal voorwedstrijden het zwembad gewoonlijk over de breedte zijn opgedeeld innegen of tien wedstrijdbanen, welke van elkaar zijn gescheiden doorrespectieve zwemlijnen 16. Dergelijke zwemlijnen 16 hebben gewoonlijk eentussenruimte van twee a tweeëneenhalve meter, terwijl de onmiddellijk aan de zijwand 14 grenzende zwemlijn ongeveer een halve meter of één meterextra afstand tot die zijwand 14 houdt.

Hoewel minder doelmatig, is het eventueel ook mogelijk degeleidingstrippen 8 en de opsluitelementen 9 uit te wisselen. Voorts ishet ook mogelijk, dat de armen 6 buitenlangs grijpen rond degeleidingstrippen 8 respectievelijk de opsluitelementen 9, zodat debreedte van de armen 6 nog verder kan worden vergroot. Voor een goede,vrijwel spelingloze bevestiging tussen de arm 6 en de elementen 8respectievelijk 9 verdient het echter de voorkeur, gebruik te maken vantwee op ruime afstand van elkaar opgestelde strippen 8 respectievelijkplaten 9, terwijl de arm 6 telkens tenminste een zodanige breedte bezitdat deze de ruimte tussen die strippen 8 respectievelijk platen 9 inhoofdzaak opvult.

Vanzelfsprekend kunnen ook meer dan twee armen 6 zijn toegepast.Bij bijvoorbeeld vier of zes armen 6 kunnen twee stellen zijn gevormd,met per stel de armen 6 telkens in dezelfde zin in- en uitschuifbaar ofuitklapbaar.

Een andere mogelijkheid is, de armen 6 aan zowel de bodem als descheidingswand op een vaste plaats scharnierbaar aan te koppelen, en dearm 6 geleed uit te voeren.

Claims (7)

1. Zwembadbassin voorzien van een in hoofdzaak verticaal op- enneer beweegbare scheidingswand voor het opdelen van het zwembadbassin indeelbassins, waarbij de scheidingswand een langwerpig, in hoofdzaakbalkvormig lichaam omvat dat zich uitstrekt tussen twee tegenover elkaargelegen opstaande wanden van het zwembadbassin, en welke scheidingswandis te brengen in een eerste werkzame stand om met zijn bovenbegrenzing inhoofdzaak gelijk te liggen met de waterspiegel of daarboven uit testeken, in welke eerste stand het zwembadbassin in twee zwemgedeelten isonderverdeeld, en een tweede of ingetrokken stand waarin debovenbegrenzing van de scheidingswand zich op ruime afstand beneden dewaterspiegel bevindt, zodat zwemmers de scheidingswand al zwemmendongehinderd bovenlangs kunnen passeren, met het kenmerk, dat hetlangwerpig lichaam van de scheidingswand door middel van tenminste tweebeweegbare geleidingarmen rechtstreeks gekoppeld is met de zwembadbodemof met een wanddeel van een in de zwembadbodem uitgevoerde uitsparing.

2. Zwembadbassin met scheidingswand volgens conclusie 1, waarbij dearmen een vaste lengte bezitten telkens met hun tegenovergelegenuiteinden zijn verbonden met het langwerpig lichaam van de scheidingswandrespectievelijk de zwembadbodem of een wanddeel van een uitsparingdaarin, waarbij van elke arm tenminste één der tegenover elkaar gelegeneinden via geleidingelementen verbonden is met het langwerpig lichaam vande scheidingswand respectievelijk de zwembadbodem of een wanddeel van eendaarin uitgevoerde uitsparing om in lengterichting van het langwerpiglichaam van de scheidingswand beweegbaar te zijn tijdens het op- en neerbewegen van de scheidingswand en eventueel een vaste lengte bezitten.

3. Zwembadbassin met scheidingswand volgens conclusie 1 of 2,waarbij de geleidingarmen een breedte bezitten welke tenminste 50%bedraagt van de breedte van het langwerpig lichaam van de scheidingswand.

4. Zwembadbassin met scheidingswand volgens een der voorgaandeconclusies, waarbij het langwerpig lichaam drijfvermogen bezit, enwaarbij trekorganen verlopen tussen het langwerpig lichaam van descheidingswand en de zwembadbodem of een wanddeel van een daarinuitgevoerde uitsparing, welke trekorganen gekoppeld zijn met eenaandrijving om deze te verlengen of te verkorten voor het op- enneerbewegen van de scheidingswand.

5. Zwembadbassin met scheidingswand volgens een der voorgaandeconclusies, waarbij de armen vanaf de zwembadbodem naar het langwerpiglichaam van de scheidingswand hellend verlopen in de richting van het dichtst bij gelegen kopse einde van het langwerpig lichaam van descheidingswand.

6. Zwembadbassin met scheidingswand volgens een der voorgaandeconclusies, waarbij het langwerpig lichaam van de scheidingswand indwarsdoorsnede gezien in hoofdzaak omgekeerd U-vormig is, waarbij dearmen, tussen de benen grijpend tot nabij het lijf van het omgekeerd U-vormige profiel verlopen, en waarbij de benen van het omgekeerd U-vormigprofiel aan hun vrije uiteindegebied een geleidingelement dragen aan hunnaar het tegenovergelegen been gelegen zijde, welk geleidingelementsteunend samenwerkt met de arm.

7. Zwembadbassin met scheidingswand volgens een der voorgaandeconclusies, waarbij het langwerpig lichaam van de scheidingswand isvoorzien van over de lengte van het lichaam verdeeld uitgevoerdebevestigingspunten voor aankoppeling van zwemlijnen t.b.v. de opdelingvan het deelbassin in zwembanen, bijvoorbeeld voor hardzwemwedstrijden,waarbij tenminste één bevestigingspunt zich in de werkzame stand bevindttussen de aankoppeling van een arm met de scheidingswand en hetdichtstbij die aankoppeling gelegen kopse einde van dat lichaam.